Voorbeeld

In het onderstaande voorbeeld wordt het gedefinieerde materiaal uit de tabel (WMAT.TAB) uitgelezen en als tekst in een QS-parameter opgeslagen. Het volgende voorbeeld toont een mogelijke toepassing en de vereiste programmastappen.

 
Tip

Teksten uit QS-parameters kunt u bijv. met de functie FN 16 in eigen protocolbestanden blijven gebruiken.

Synoniem gebruiken

0 BEGIN PGM SQL_READ_WMAT MM

1 SQL Q1800 "CREATE SYNONYM my_table FOR 'TNC:­\table­\WMAT.TAB'"

; Synoniem maken

2 SQL BIND QS1800 "my_table.WMAT"

; QS-parameters koppelen

3 SQL QL1 "SELECT WMAT FROM my_table WHERE NR==3"

; Zoeken definiëren

4 SQL FETCH Q1900 HANDLE QL1

; Zoeken uitvoeren

5  SQL ROLLBACK Q1900 HANDLE QL1

; Transactie afsluiten

6 SQL BIND QS1800

; Parameterkoppeling verbreken

7 SQL Q1 "DROP SYNONYM my_table"

; Synoniem wissen

8 END PGM SQL_READ_WMAT MM

Stap

Verklaring

1

Synoniem maken

Een synoniem aan een pad toewijzen (lange padnaam door korte naam vervangen)

  • Het pad TNC:­\table­\WMAT.TAB staat altijd tussen aanhalingstekens
  • Het geselecteerde synoniem is my_table

2

QS-parameters koppelen

Een QS-parameter aan een tabelkolom koppelen

  • QS1800 is in NC-programma's vrij beschikbaar
  • Het synoniem vervangt de invoer van het volledige pad
  • De gedefinieerde kolom uit de tabel heeft de naam WMAT

3

Zoeken definiëren

Een zoekdefinitie omvat de opgave van de overdrachtswaarde

  • De lokale parameter QL1 (vrij te kiezen) dient voor identificatie van de transactie (meerdere transacties gelijktijdig mogelijk)
  • Het synoniem bepaalt de tabel
  • De invoer WMAT bepaalt de tabelkolom van het leesproces
  • De invoeren NR en ==3 bepalen de tabelregel van het leesproces
  • Geselecteerde tabelkolom en tabelregel definiëren de cel van het leesproces

4

Zoeken uitvoeren

De besturing voert het leesproces uit

  • SQL FETCH kopieert de waarden uit de result-set naar de gekoppelde Q- of QS-parameters
    • 0 voltooid leesproces
    • 1 foutief leesproces
  • De syntaxis HANDLE QL1 is de door de parameter QL1 aangeduide transactie
  • De parameter Q1900 is een retourwaarde om te controleren of de gegevens zijn uitgelezen

5

Transactie afsluiten

De transactie wordt afgesloten en de gebruikte resources worden vrijgegeven

6

Koppeling verbreken

De koppeling tussen tabelkolom en QS-parameters wordt verbroken (vrijgaven van noodzakelijke resources)

7

Synoniem wissen

Het synoniem wordt weer gewist (noodzakelijke resources-vrijgave)

 
Tip

Synoniemen vormen uitsluitend een alternatief voor de noodzakelijke absolute paden. Het is niet mogelijk om een relatief pad op te geven.

Het volgende NC-programma toont de invoer van een absoluut pad.

0  BEGIN PGM SQL_READ_WMAT_2 MM

1  SQL BIND QS 1800 "'TNC:­\table­\WMAT.TAB'.WMAT"

; QS-parameters koppelen

2  SQL QL1 "SELECT WMAT FROM 'TNC:­\table­\WMAT.TAB' WHERE NR ==3"

; Zoeken definiëren

3  SQL FETCH Q1900 HANDLE QL1

; Zoeken uitvoeren

4  SQL ROLLBACK Q1900 HANDLE QL1

; Transactie afsluiten

5  SQL BIND QS 1800

; Parameterkoppeling verbreken

6  END PGM SQL_READ_WMAT_2 MM