Cyclus 402 ROT 2 TAPPEN (#17 / #1-05-1)

ISO-programmering

G402

Toepassing

Tastcyclus 402 registreert de middelpunten van twee tappen. De besturing berekent vervolgens de hoek tussen de hoofdas van het bewerkingsvlak en de rechte verbindingslijn tussen de middelpunten van de tappen. De besturing compenseert de berekende waarde via de functie Basisrotatie. Als alternatief kan de vastgestelde scheve ligging ook door rotatie van de rondtafel worden gecompenseerd.

 
Tip

In plaats van cyclus 402 ROT 2 TAPPEN adviseert HEIDENHAIN de krachtigere cyclus 1411 TASTEN TWEE CIRKELS.

Cyclusverloop

  1. De besturing positioneert het tastsysteem met positioneerlogica naar de voorpositie van de eerste tastpositie 1.
  2. Positioneerlogica

  3. Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich naar de ingevoerde meethoogte 1 en registreert door vier keer tasten het middelpunt van de eerste tap. Tussen de telkens met 90° verspringende tastposities verplaatst het tastsysteem zich op een cirkelboog.
  4. Vervolgens keert het tastsysteem terug naar de veilige hoogte en positioneert zich naar de tastpositie 5 van de tweede tap.
  5. De besturing verplaatst het tastsysteem naar de ingevoerde meethoogte 2 en registreert door vier keer tasten het middelpunt van de tweede tap.
  6. Ten slotte verplaatst de besturing het tastsysteem terug naar de veilige hoogte en wordt de vastgestelde basisrotatie uitgevoerd.

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Bij de uitvoering van de tastcycli 400 t/m 499 mogen geen cycli voor coördinatenomrekening actief zijn. Er bestaat botsingsgevaar!
  1. De volgende cycli niet vóór het gebruik van tastcycli activeren: cyclus 7 NULPUNT, cyclus 8 SPIEGELEN, cyclus 10 ROTATIE, cyclus 11 MAATFACTOR en cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC..
  2. Coördinatenomrekeningen van tevoren terugzetten
  • Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
  • De besturing zet een actieve basisrotatie aan het begin van de cyclus terug.
  • Als u de scheve ligging via rotatie van de rondtafel wilt compenseren, gebruikt de besturing automatisch de volgende rotatie-assen:
    • C bij gereedschapsas Z
    • B bij gereedschapsas Y
    • A bij gereedschapsas X

Aanwijzing voor het programmeren

  • U moet vóór de cyclusdefinitie een gereedschapsoproep voor de definitie van de tastsysteemas hebben geprogrammeerd.

Cyclusparameters

Helpscherm

Parameters

Q268 1e tap: midden 1e as ?

Middelpunt van de eerste tap in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q269 1e tap: midden 2e as ?

Middelpunt van de eerste tap in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q313 Diameter tap 1?

Globale diameter van 1e tap. Bij voorkeur te groot invoeren.

Invoer: 0...99999,9999

Q261 Meethoogte tap 1 in TS-as ?

Coördinaat van het midden van de kogel (= contactpunt) in de tastsysteemas waarin de meting van tap 1 moet plaatsvinden. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q270 2e tap: midden 1e as ?

Middelpunt van de tweede tap in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q271 2e tap : midden 2e as ?

Middelpunt van de tweede tap in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q314 Diameter tap 2?

Globale diameter van 2e tap. Bij voorkeur te groot invoeren.

Invoer: 0...99999,9999

Q315 Meethoogte tap 2 in TS-as?

Coördinaat van het midden van de kogel (= contactpunt) in de tastsysteemas waarin de meting van tap 2 moet plaatsvinden. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q320 Veiligheidsafstand?

Extra afstand tussen meetpunt en tastsysteemkogel. Q320 werkt aanvullend op de kolom SET_UP van de tastsysteemtabel. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF

Q260 Veilige hoogte?

Coördinaat in de gereedschapsas waarin een botsing tussen het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF

Q301 Verpl. veiligheidshoogte (0/1)?

Vastleggen hoe het tastsysteem zich tussen de meetpunten moet verplaatsen:

0: tussen meetpunten op meethoogte verplaatsen

1: tussen meetpunten op veilige hoogte verplaatsen

Invoer: 0, 1

Q307 Vooraf ingestelde rotatiehoek

Wanneer de te meten scheve ligging niet aan de hoofdas, maar aan een willekeurige rechte moet worden gerelateerd, moet de hoek van de rechte referentielijn worden ingevoerd. De besturing bepaalt dan voor de basisrotatie het verschil aan de hand van de gemeten waarde en de hoek van de rechte referentielijn. De waarde werkt absoluut.

Invoer: -360.000...+360.000

Q305 Nummer in tabel?

Voer het nummer van een regel van de referentiepunttabel in. In deze regel voert de besturing de desbetreffende invoer uit:

Q305 = 0: de rotatie-as wordt in regel 0 van de referentiepunttabel op nul ingesteld. Daardoor wordt een item ingevoerd in de OFFSET-kolom. (Voorbeeld: bij gereedschapsas Z wordt een item ingevoerd in C_OFFS). Bovendien worden alle andere waarden (X, Y, Z enz.) van het op dit moment actieve referentiepunt in regel 0 van de referentiepunttabel overgenomen. Daarnaast wordt het referentiepunt uit regel 0 geactiveerd.

Q305 > 0: de rotatie-as wordt in de hier opgegeven regel van de referentiepunttabel op nul ingesteld. Daardoor wordt een item ingevoerd in de desbetreffende OFFSET-kolom in de referentiepunttabel. (Voorbeeld: bij gereedschapsas Z wordt een item ingevoerd in C_OFFS).

Q305 is afhankelijk van de volgende parameters:

  • Q337 = 0 en gelijktijdig Q402 = 0: Er wordt een basisrotatie ingesteld in de regel die met Q305 is opgegeven. (Voorbeeld: Bij gereedschapsas Z vindt een invoer van de basisrotatie in kolom SPC plaats)
  • Q337 = 0 en tegelijkertijd Q402 = 1: Parameter Q305 is niet actief
  • Q337 = 1: Parameter Q305 werkt zoals hierboven beschreven

Invoer: 0...99999

Q402 Basisrotatie/uitrichten (0/1)

Vastleggen of de besturing de vastgestelde scheve ligging als basisrotatie moet instellen of via rotatie van de rondtafel moet uitlijnen:

0: basisrotatie instellen: Hier slaat de besturing de basisrotatie op (bij gereedschapsas Z gebruikt de besturing de kolom SPC)

1: rotatie van de rondtafel uitvoeren: Er wordt een invoer in de desbetreffende offset-kolom van de referentiepunttabel uitgevoerd (voorbeeld: Bij gereedschapsas Z gebruikt de besturing de kolom C_offs), bovendien draait de desbetreffende as

Invoer: 0, 1

Q337 Op nul zetten na uitlijning?

Vastleggen of de besturing de digitale uitlezing van de desbetreffende rotatie-as na het uitlijnen op 0 moet instellen:

0: na het uitlijnen wordt de digitale uitlezing niet op 0 ingesteld

1: na het uitlijnen wordt de digitale uitlezing op 0 ingesteld, als u eerst Q402=1 hebt gedefinieerd

Invoer: 0, 1

Voorbeeld

11 TCH PROBE 402 ROT 2 TAPPEN ~

Q268=-37

;1E BORING MIDD.1E AS ~

Q269=+12

;1E BORING MIDD.2E AS ~

Q313=+60

;DIAMETER TAP 1 ~

Q261=-5

;MEETHOOGTE 1 ~

Q270=+75

;2E BORING MIDD.1E AS ~

Q271=+20

;2E BORING MIDD.2E AS ~

Q314=+60

;DIAMETER TAP 2 ~

Q315=-5

;MEETHOOGTE 2 ~

Q320=+0

;VEILIGHEIDSAFSTAND ~

Q260=+20

;VEILIGE HOOGTE ~

Q301=+0

;VERPL.VEILIGH.HOOGTE ~

Q307=+0

;VOORAF ING. ROT.HOEK ~

Q305=+0

;NUMMER IN TABEL ~

Q402=+0

;COMPENSATIE ~

Q337=+0

;OP NUL ZETTEN