PLANE AXIAL

Toepassing

Met de functie PLANE AXIAL definieert u het bewerkingsvlak tot max. drie absolute of incrementele ashoeken.

U kunt voor elke op de machine aanwezige rotatie-as een ashoek programmeren.

 
Tip

Dankzij de mogelijkheid om slechts één ashoek te definiëren, kunt u PLANE AXIAL ook op machines met slechts één rotatie-as gebruiken.

Let erop dat NC-programma's met ashoeken altijd kinematica-afhankelijk zijn en daardoor niet machineneutraal zijn!

Verwante onderwerpen

  • Onafhankelijk van de kinematica met ruimtehoeken programmeren
  • PLANE SPATIAL

Functiebeschrijving

Ashoeken definiëren zowel de oriëntatie van het bewerkingsvlak als de nominale coördinaten van de rotatie-assen.

Ashoeken moeten overeenkomen met de op de machine aanwezige assen. Wanneer u ashoeken voor afwezige rotatie-assen programmeert, komt de besturing met een foutmelding.

Omdat de ashoek kinematica-afhankelijk is, moet u met betrekking tot de voortekens onderscheid maken tussen kop- en tafelassen.

Uitgebreide rechterhandregel voor hoofdrotatieassen

Uitgebreide linker-handregel voor tafelrotatie-assen

De duim van de betreffende hand wijst in positieve richting van de as, waar de rotatie om plaatsvindt. Wanneer u uw vingers kromt, wijzen de gekromde vingers in de positieve draairichting.

Let erop dat bij op elkaar opgebouwde rotatie-assen de positionering van de eerste rotatie-as ook de positie van de tweede rotatie-as verandert.

Toepassingsvoorbeeld

Het volgende voorbeeld geldt voor een machine met een AC-tafelkinematica waarvan de beide rotatie-assen haaks en op elkaar zijn gemonteerd.

Voorbeeld

11 PLANE AXIAL A+45 TURN MB MAX FMAX

Uitgangstoestand

De uitgangstoestand toont de positie en de oriëntatie van het nog niet-gezwenkte bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS. De positie definieert het werkstuknulpunt dat in het voorbeeld naar de bovenkant van de afkanting is verschoven. Het actieve werkstuknulpunt definieert ook de positie waarmee de besturing het WPL-CS oriënteert of draait.

Oriëntatie van de gereedschapsas

Met behulp van de gedefinieerde ashoek A oriënteert de besturing de Z-as van het WPL-CS loodrecht op het vlak van de afkanting. De rotatie om de A-hoek vindt plaats om de niet-gezwenkte X-as

 
Tip

Om ervoor te zorgen dat het gereedschap loodrecht staat op het vlak van de afkanting, moet de A-tafelrotatie-as naar achteren zwenken.

Overeenkomstig de uitgebreide linkerhandregel voor tafelassen moet het voorteken van de A-aswaarde positief zijn.

De uitlijning van de gezwenkte X-as komt overeen met de oriëntatie van de niet-gezwenkte X-as.

De oriëntatie van de gezwenkte Y-as vindt automatisch plaats, omdat alle assen loodrecht ten opzichte van elkaar staan.

 
Tip

Wanneer u de bewerking van de afkanting in een subprogramma programmeert, kunt u met vier bewerkingsvlakdefinities een rondom lopende afkanting maken.

Wanneer het voorbeeld het bewerkingsvlak van de eerste afkanting definieert, programmeert u de overige afkantingen met behulp van de volgende ashoeken:

  • A+45 en C+90 voor de tweede afkanting
  • A+45 en C+180 voor de derde afkanting
  • A+45 en C+270 voor de vierde afkanting

De waarden zijn gerelateerd aan het niet-gezwenkte werkstukcoördinatensysteem W-CS.

Let erop dat u vóór elke bewerkingsvlakdefinitie het werkstuknulpunt moet verschuiven.

Invoer

11 PLANE AXIAL A+45 TURN MB MAX FMAX

De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:

Syntaxiselement

Betekenis

PLANE AXIAL

Syntaxisopener voor de definitie van de bewerkingsvlakken met behulp van max. drie ashoeken

A

Als er een A-as aanwezig is, nominale positie van de A-rotatie-as

Invoer: -99999999.9999999...+99999999.9999999

Syntaxiselement optioneel

B

Als er een B-as aanwezig is, nominale positie van de B-rotatie-as

Invoer: -99999999.9999999...+99999999.9999999

Syntaxiselement optioneel

C

Als er een C-as aanwezig is, nominale positie van de C-rotatie-as

Invoer: -99999999.9999999...+99999999.9999999

Syntaxiselement optioneel

MOVE, TURN of STAY

Type positionering van de rotatie-as

 
Tip

Afhankelijk van de selectie kunt u de optionele syntaxiselementen MB, DIST en F, F AUTO of FMAX definiëren.

Rotatie-aspositionering

 
Tip

De invoer SYM of SEQ evenals COORD ROT of TABLE ROT zijn mogelijk, hebben in combinatie met PLANE AXIAL echter geen effect.

Instructies

 
Machine

Raadpleeg uw machinehandboek!

Wanneer uw machine definities van ruimtehoeken toestaat, kunt u na PLANE AXIAL ook met PLANE RELATIV verder programmeren.

  • De ashoeken van de PLANE AXIAL-functie zijn modaal actief. Wanneer u een incrementele ashoek programmeert, telt de besturing deze waarde op bij de op dat moment actieve ashoek. Wanneer u in twee opeenvolgende PLANE AXIAL-functies twee verschillende rotatie-assen programmeert, volgt het nieuwe bewerkingsvlak uit beide gedefinieerde ashoeken.
  • De functie PLANE AXIAL verrekent geen basisrotatie.
  • In combinatie met PLANE AXIAL hebben de geprogrammeerde transformaties spiegelen, draaien en schalen geen invloed op de positie van het rotatiepunt of de oriëntatie van de rotatie-assen.
  • Transformaties in het werkstukcoördinatensysteem W-CS

  • Als u geen CAM-systeem gebruikt, is PLANE AXIAL alleen met haaks aangebrachte rotatie-assen comfortabel.