Basisprincipes
Toepassing
Algemeen
Raadpleeg uw machinehandboek!
Deze functie wordt door uw machinefabrikant vrijgeschakeld.
Met de OCM-cycli (Optimized Contour Milling) kunt u complexe contouren uit deelcontouren samenstellen. Ze zijn krachtiger dan de cycli 22 t/m 24. De OCM-cycli bieden de volgende extra functies:
- Bij het voorbewerken houdt de besturing de ingevoerde ingrijpingshoek nauwkeurig aan
- Naast kamers kunt u ook eilanden en open kamers bewerken
Programmeer- en bedieningsinstructies:
- In een OCM-cyclus kunnen maximaal 16.384 contourelementen worden geprogrammeerd.
- De OCM-cycli voeren intern omvangrijke en complexe berekeningen en daaruit voortvloeiende bewerkingen uit. Voer om veiligheidsredenen in elk geval vóór het afwerken Grafisch testen! Daarmee kunt u op eenvoudige wijze bepalen of de door de besturing vastgestelde bewerking correct wordt uitgevoerd.
Verwante onderwerpen
- Contouroproep met eenvoudige contourformule CONTOUR DEF
- Contouroproep met complexe contourformule SEL CONTOUR
- OCM-cycli voor figuurdefinitie
Functiebeschrijving
Ingrijpingshoek
Bij het voorbewerken houdt de besturing de ingevoerde ingrijpingshoek nauwkeurig aan. U definieert de ingrijpingshoek indirect via de baanoverlapping. De baanoverlapping kan maximaal een waarde van 1,99 hebben. Dat komt overeen met een hoek van bijna 180°.
Contour
De contour definieert u met CONTOUR DEF / SEL CONTOUR of met de OCM-figuurcycli 127x.
Gesloten kamers kunt u ook via cyclus 14 definiëren.
De maatgegevens voor de bewerking, zoals freesdiepte, overmaten en veilige hoogte voert u centraal in cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS of in de figuurcycli 127x in.
CONTOUR DEF / SEL CONTOUR:
In CONTOUR DEF / SEL CONTOUR kan de eerste contour een kamer of een begrenzing zijn. De daarna volgende contouren programmeert u als eilanden of kamers. Open kamers moeten via een begrenzing en een eiland worden geprogrammeerd.
Ga als volgt te werk:
- CONTOUR DEF programmeren
- Eerste contour als kamer en de tweede als eiland definiëren
- Cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS definiëren
- Cyclusparameters Q569=1 programmeren
- De besturing interpreteert de eerste contour niet als kamer, maar als open begrenzing. Zo ontstaat uit de open begrenzing en door het daarna geprogrammeerde eiland een open kamer.
- Cyclus 272 OCM VOORBEWERKEN definiëren
Programmeerinstructies:
- Met de volgende contouren die zich buiten de eerste contour bevinden, wordt geen rekening gehouden.
- De eerste diepte van de deelcontour is de diepte van de cyclus. Op deze diepte is de geprogrammeerde contour beperkt. Verdere deelcontouren kunnen niet dieper zijn dan de diepte van de cyclus. Daarom begint u in principe met de diepste kamer.
OCM-figuurcycli:
In de OCM-figuurcycli kan de figuur een kamer, eiland of begrenzing zijn. Wanneer u een eiland of open kamer programmeert, gebruikt u de cycli 128x.
Ga als volgt te werk:
- Figuur met de cycli 127x programmeren
- Wanneer de eerste figuur een eiland of open kamer is, programmeert u begrenzingscyclus 128x
- Cyclus 272 OCM VOORBEWERKEN definiëren
Bewerking van restmateriaal
Deze cycli bieden de mogelijkheid om bij de voorbewerking om met groter gereedschap voor te bewerken en met kleiner gereedschap het restmateriaal te verwijderen. Ook bij de nabewerking houdt de besturing rekening met het eerder uitgeruimde materiaal en wordt het nabewerkingsgereedschap niet overbelast.
Voorbeeld: open kamer en naruimen met OCM-cycli
- Als na de voorbewerkingen restmateriaal in de binnenhoeken blijft staan, gebruikt u een kleiner ruimgereedschap of definieert u een extra voorbewerking met een kleiner gereedschap.
- Als u de binnenhoeken niet volledig kunt ruimen, kan de besturing bij het afschuinen de contour beschadigen. Om een contourbeschadiging te voorkomen, dient u de onderstaande werkwijze in acht te nemen.
Werkwijze bij restmateriaal in binnenhoeken
Het voorbeeld toont de binnenbewerking van een contour met meerdere gereedschappen die grotere radiussen hebben dan de geprogrammeerde contour. Ondanks de kleinere gereedschapsradiussen blijft na het ruimen restmateriaal in de binnenhoeken van de contour staan, waarmee de besturing bij de volgende nabewerking en afschuinen rekening houdt.
In het voorbeeld gebruikt u de volgende gereedschappen:
- MILL_D20_ROUGH, Ø 20 mm
- MILL_D10_ROUGH, Ø 10 mm
- MILL_D6_FINISH, Ø 6 mm
- NC_DEBURRING_D6, Ø 6 mm
Voorbewerken
- Contour met het gereedschap MILL_D20_ROUGH voorbewerken
- De besturing houdt rekening met de Q-parameter Q578 FACTOR BINNENHOEKEN, waardoor bij het voorbewerken de inwendige radiussen van 12 mm ontstaan.
... | |
---|---|
12 TOOL CALL Z "MILL_D20_ROUGH" | |
... | |
15 CYCL DEF 271 OCM CONTOURGEGEVENS | |
... Q578 = 0.2 ;FACTOR BINNENHOEKEN ... | Resulterende binnenradius = RT+ (Q578 * RT) 10 + (0,2 *10) = 12 |
16 CYCL DEF 272 OCM VOORBEWERKEN | |
... |
- Contour met kleiner gereedschap MILL_D10_ROUGH verder voorbewerken
- De besturing houdt rekening met de Q-parameter Q578 FACTOR BINNENHOEKEN, waardoor bij het voorbewerken de inwendige radiussen van 6 mm ontstaan.
... | |
---|---|
20 TOOL CALL Z "MILL_D10_ROUGH" | |
... | |
22 CYCL DEF 271 OCM CONTOURGEGEVENS | |
... Q578 = 0.2 ;FACTOR BINNENHOEKEN ... | Resulterende binnenradius = RT+ (Q578 * RT) 5 + (0,2 *5) = 6 |
23 CYCL DEF 272 OCM VOORBEWERKEN | |
... Q438 = -1 ;RUIMGEREEDSCHAP ... | -1: het laatst gebruikte gereedschap wordt als ruimgereedschap genomen |
Nabewerken
- Contour met het gereedschap MILL_D6_FINISH nabewerken
- Met het nabewerkingsgereedschap zouden inwendige radiussen van 3,6 mm mogelijk zijn. Dit betekent dat het nabewerkingsgereedschap de ingestelde inwendige radiussen van 4 mm kan maken. De besturing houdt echter rekening met het restmateriaal van het ruimgereedschap MILL_D10_ROUGH. De besturing maakt de contour met de binnenradiussen van het vorige voorbewerkingsgereedschap van 6 mm. Op deze manier ontstaat geen overbelasting van de nabewerkingsfrees.
... | |
---|---|
27 TOOL CALL Z "MILL_D6_FINISH" | |
... | |
29 CYCL DEF 271 OCM CONTOURGEGEVENS | |
... Q578 = 0.2 ;FACTOR BINNENHOEKEN ... | Resulterende binnenradius = RT+ (Q578 * RT) 3 + (0,2 *3) = 3,6 |
30 CYCL DEF 274 OCM NABEW. ZIJKANT | |
... Q438 = -1 ;RUIMGEREEDSCHAP ... | -1: het laatst gebruikte gereedschap wordt als ruimgereedschap genomen |
Afschuinen
- Contour afschuinen: bij de definitie van de cyclus moet het laatste ruimgereedschap van de voorbewerking worden gedefinieerd.
- Tip
Als u het nabewerkingsgereedschap als ruimgereedschap overneemt, beschadigt de besturing de contour. De besturing gaat er in dit geval van uit dat de nabewerkingsfrees de contour met inwendige radiussen van 3,6 mm heeft gemaakt. De nabewerkingsfrees heeft echter door de vorige voorbewerking de inwendige radiussen beperkt tot 6 mm.
... | |
---|---|
33 TOOL CALL Z "NC_DEBURRING_D6" | |
... | |
35 CYCL DEF 277 OCM AFKANTEN | |
... QS438 = "MILL_D10_ROUGH" ;RUIMGEREEDSCHAP ... | Ruimgereedschap van de laatste voorbewerking |
Positioneerlogica OCM-cycli
Het gereedschap is op dit moment boven de veilige hoogte gepositioneerd:
- De besturing verplaatst het gereedschap in het bewerkingsvlak met ijlgang naar het startpunt.
- Het gereedschap verplaatst zich met FMAX naar Q260 VEILIGE HOOGTE en aansluitend naar Q200 VEILIGHEIDSAFSTAND
- Daarna positioneert de besturing het gereedschap in de gereedschapsas met Q253 AANZET VOORPOS. naar het startpunt.
Het gereedschap is op dit moment onder de veilige hoogte gepositioneerd:
- De besturing verplaatst het gereedschap met ijlgang naar Q260 VEILIGE HOOGTE.
- Het gereedschap verplaatst zich met FMAX naar het startpunt in het bewerkingsvlak en aansluitend naar Q200 VEILIGHEIDSAFSTAND
- Daarna positioneert de besturing het gereedschap in de gereedschapsas met Q253 AANZET VOORPOS. op het startpunt.
Programmeer- en bedieningsinstructies:
- Q260 VEILIGE HOOGTE haalt de besturing uit de cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS of uit de figuurcycli.
- Q260 VEILIGE HOOGTE werkt alleen als de positie van de veilige hoogte boven de veiligheidsafstand ligt.
Instructies
- In een OCM-cyclus kunnen maximaal 16.384 contourelementen worden geprogrammeerd.
- De OCM-cycli voeren intern omvangrijke en complexe berekeningen en daaruit voortvloeiende bewerkingen uit. Voer om veiligheidsredenen in elk geval vóór het afwerken Grafisch testen! Daarmee kunt u op eenvoudige wijze bepalen of de door de besturing vastgestelde bewerking correct wordt uitgevoerd.
Voorbeeld
Schema: afwerken met OCM-cycli
De volgende tabel toont een voorbeeld van hoe een programma-afloop met de OCM-cycli eruit zou kunnen zien.
0 BEGIN OCM MM |
---|
... |
12 CONTOUR DEF |
... |
13 CYCL DEF 271 OCM CONTOURGEGEVENS |
... |
16 CYCL DEF 272 OCM VOORBEWERKEN |
... |
17 CYCL CALL |
... |
20 CYCL DEF 273 OCM NABEW. ZIJKANT |
... |
21 CYCL CALL |
... |
24 CYCL DEF 274 OCM NABEW. ZIJKANT |
... |
25 CYCL CALL |
... |
35 CYCL DEF 277OCM AFKANTEN |
36 CYCL CALL |
... |
50 L Z+250 R0 FMAX M2 |
51 LBL 1 |
... |
55 LBL 0 |
56 LBL 2 |
... |
60 LBL 0 |
... |
99 END PGM OCM MM |