Speciale functies van de programmering van variabelenFoutmeldingen uitvoeren met FN 14: ERRORTeksten geformatteerd uitvoeren met FN 16: F-PRINTSysteemgegevens lezen met FN 18: SYSREADInformatie uit het NC-programma verzenden met FN 38: SEND
Foutmeldingen uitvoeren met FN 14: ERRORTeksten geformatteerd uitvoeren met FN 16: F-PRINTSysteemgegevens lezen met FN 18: SYSREADInformatie uit het NC-programma verzenden met FN 38: SEND