Bedieningselementen van de toetsenbordeenheid

Toepassing

U kunt de TNC7 basic primair bedienen via het touchscreen, bijvoorbeeld via gebaren.

Algemene gebaren voor het touchscreen

Bovendien biedt de toetsenbordeenheid van de besturing ook onder meer toetsen, die alternatieve bedieningsvolgordes mogelijk maken.

Functiebeschrijving

De volgende tabellen bevatten de bedieningselementen van de toetsenbordeenheid.

 
Tip

Wanneer er afwijkingen van het beeldschermtoetsenbord bestaan, bevat de tabel bovendien de desbetreffende toetsen van het beeldschermtoetsenbord.

Beeldschermtoetsenbord van de besturingsbalk

Gedeelte alfanumeriek toetsenbord

Toets

Betekenis

Teksten invoeren, bijvoorbeeld bestandsnamen

Q

Bij geopend NC-programma in de werkstand Programmeren Q-parameterformule invoeren of in de werkstand Handmatig het venster Q-parameterlijst openen

Venster Q-parameterlijst

Wanneer u toets Q meerdere keren selecteert, schakelt u tussen Q, QL en QR.

Venster en contextmenu's sluiten

Volgend element selecteren, bijv. invoerveld, knop, keuzemogelijkheid

SHIFT + TAB

Vorige element selecteren

Schermafbeelding maken

De DIADUR-toetsen bieden de volgende functies:

  • Linker DIADUR-toets
  • HEROS-menu openen

  • Rechter DIADUR-toets
  • Verbinding van de Remote Desktop Manager in het gedefinieerde bureaublad openen

  • Verbindingsinstellingen

In de Klaartekst-editor of de teksteditor het contextmenu openen

Gedeelte bedieningshulpmiddelen

Gedeelte werkstanden

 
Tip

Bij de TNC7 basic zijn de werkstanden van de besturing anders opgedeeld dan bij de TNC 640. Omwille van de compatibiliteit en om de bediening te vergemakkelijken, blijven de toetsen op het toetsenbord hetzelfde. Houd er rekening mee dat bepaalde toetsen niet langer een verandering van werkstand tot gevolg hebben, maar bijvoorbeeld een schakelaar activeren.

Toets

Betekenis

Toepassing Handbediening in de bedrijfsmodus Handmatig openen

Toepassing Handbediening

Elektronisch handwiel in de werkstand Handmatig activeren en deactiveren

Elektronisch handwiel

Tabblad Gereedschapsbeheer in de werkstand Tabellen openen

Gereedschaps­beheer

Toepassing MDI in de werkstand Handmatig openen

Toepassing MDI

Werkstand Programma-afloop in de modus Regel voor regel openen

Werkstand Programma-afloop

Werkstand Programma-afloop openen

Werkstand Programma-afloop

Werkstand Programmeren openen

Werkstand Programmeren

Bij geopend NC-programma het werkgebied Simulatie in de werkstand Programmeren openen

Werkstand Simulatie

Gedeelte NC-dialoog

 
Tip

De volgende functies gelden voor de werkstand Programmeren en de toepassing MDI.

Toets

Betekenis

In het venster NC-functie invoegen de map Baanfuncties openen om een functie voor benaderen of verlaten te selecteren

Basisprincipes van de functies voor benaderen en verlaten

Het werkgebied Contour openen om bijvoorbeeld een freescontour te tekenen

Alleen in de bedrijfsmodus Programmeren

Grafisch programmeren

Afkanting programmeren

Afkanting CHF

Rechte programmeren

Rechte L

Cirkelbaan met opgave van radius programmeren

Cirkelbaan CR

Afronding programmeren

Afronding RND

Cirkelbaan met tangentiële overgang naar het voorafgaande contourelement programmeren

Cirkelbaan CT

Cirkelmiddelpunt of pool programmeren

Cirkelmiddelpunt CC

Cirkelbaan met referentie voor het cirkelmiddelpunt programmeren

Cirkelbaan C

In het venster NC-functie invoegen de map Instellen openen om een tastcyclus te selecteren

Tastcycli voor het werkstuk (#17 / #1-05-1)

In het venster NC-functie invoegen de map Bewerkingscycli openen om een cyclus te selecteren

Cycli definiëren

In het venster NC-functie invoegen de map Cyclusoproep openen om een bewerkingscyclus op te roepen

Cycli oproepen

Spronglabel programmeren

Label definiëren met LBL SET

Subprogramma-oproep of herhaling van programmadelen programmeren

Label oproepen met CALL LBL

Programmastop programmeren

STOP programmeren

Gereedschap in het NC-programma voorprogrammeren

Voorselectie van gereedschap met TOOL DEF

Gereedschapsgegevens in het NC-programma oproepen

Gereedschapsoproep met TOOL CALL

In het venster NC-functie invoegen de map Speciale functies openen, om bijvoorbeeld naderhand een onbewerkt werkstuk te programmeren

In het venster NC-functie invoegen de map Selectie openen, om bijvoorbeeld een extern NC-programma op te roepen

Gedeelte as- en ingevoerde waarden

Toets

Betekenis


. . .

Assen in de werkstand Handmatig selecteren of in de werkstand Programmeren invoeren


. . .

Cijfers invoeren, bijvoorbeeld coördinatenwaarden

Decimaal scheidingsteken invoegen tijdens het invoeren

Voorteken van een invoerwaarde omkeren

Waarden wissen tijdens het invoeren

Digitale uitlezing van het statusoverzicht openen om aswaarden te kopiëren

Statusoverzicht van de TNC-balk

In de werkstand Programmeren en in de toepassing MDI een rechte L met de actuele posities van alle assen programmeren

In de werkstand Programmeren binnen het venster NC-functie invoegen de map FN openen

Invoeren terugzetten of meldingen wissen

NC-regel wissen of tijdens het programmeren de dialoog afbreken

Optionele syntaxiselementen tijdens de programmering overslaan of verwijderen

Invoeren bevestigen en dialoog voortzetten

Invoer beëindigen, bijvoorbeeld NC-regel afsluiten

Tussen polaire en cartesiaanse coördinaatinvoer wisselen

Tussen incrementele en absolute coördinateninvoer wisselen

Gedeelte navigatie

Toets

Betekenis


. . .

Cursor positioneren


. . .

  • Cursor met behulp van het regelnummer van een NC-regel positioneren
  • Tijdens het bewerken het keuzemenu openen

Naar de eerste regel van een NC-programma of naar de eerste kolom van een tabel navigeren

Naar de laatste regel van een NC-programma of naar de laatste kolom van een tabel navigeren

In een NC-programma of een tabel per pagina omhoog navigeren

In een NC-programma of een tabel per pagina omlaag navigeren

Actieve toepassing markeren om tussen de toepassingen te navigeren

Tussen de gedeelten van een toepassing navigeren

potentiometer