Cyclus 1272 OCM CIRKEL (#167 / #1-02-1)

ISO-programmering

G1272

Toepassing

Met de figuurcyclus 1272 OCM CIRKEL programmeert u een cirkel. Deze figuur kunt u als kamer, eiland of als begrenzing voor het vlakfrezen gebruiken. Verder kunt u voor de diameter een tolerantie programmeren.

Wanneer u met cyclus 1272 werkt, programmeert u het volgende:

  • Cyclus 1272 OCM CIRKEL
    • Wanneer u Q650=1 (figuurtype = eiland) programmeert, moet u met behulp van cyclus 1281 OCM BEGRENZING RECHTHOEK of 1282 OCM BEGRENZING CIRKEL een begrenzing definiëren
  • Cyclus 272 OCM VOORBEWERKEN
  • Evt. cyclus 273 OCM NABEW. ZIJKANT
  • Evt. cyclus 274 OCM NABEW. ZIJKANT
  • Evt. cyclus 277 OCM AFKANTEN

Instructies

  • Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
  • Cyclus 1272 is DEF-actief, d.w.z. dat cyclus 1272 vanaf zijn definitie in het NC-programma actief is.
  • De in cyclus 1272 ingevoerde bewerkingsinformatie geldt voor de OCM-bewerkingscycli 272 tot 274 en 277.

Aanwijzing voor het programmeren

  • De cyclus heeft een overeenkomstige voorpositionering nodig die afhankelijk is van Q367.
  • Wanneer een figuur of contour vooraf is voorbewerkt, wordt in de cyclus het nummer of de naam van het ruimgereedschap geprogrammeerd. Indien niet is voorgeruimd, moet u bij de eerste voorbewerking in de cyclusparameter Q438=0 RUIMGEREEDSCHAP definiëren.

Cyclusparameters

Helpscherm

Parameters

Q650 Type figuur?

Geometrie van de figuur:

0: tas

1: eiland

2: begrenzing voor vlakfrezen

Invoer: 0, 1, 2

Q223 Cirkel diameter?

Diameter van de nabewerkte cirkel. Indien nodig kunt u een tolerantie programmeren.

Toleranties

Invoer: 0...99999,9999

Q367 Positie kamer (0/1/2/3/4)?

Positie van de figuur gerelateerd aan de positie van het gereedschap bij de cyclusoproep:

0: gereedschappos. = midden van de figuur

1: gereedschappos. = kwadrantovergang bij 90°

2: gereedschappos. = kwadrantovergang bij 0°

3: gereedschappos. = kwadrantovergang bij 270°

4: gereedschappos. = kwadrantovergang bij 180°

Invoer: 0, 1, 2, 3, 4

Q203 Coörd. werkstukoppervlakte?

Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q201 Diepte?

afstand tussen werkstukoppervlak en bodem van de contour. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: -99999.9999...+0

Q368 Overmaat voor kantnabewerking?

Overmaat in het bewerkingsvlak dat na het voorbewerken blijft. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: 0...99999,9999

Q369 Overmaat voor dieptenabewerking?

Overmaat op de diepte die na het voorbewerken blijft. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: 0...99999,9999

Q260 Veilige hoogte?

Positie in de gereedschapsas waarin botsing met het werkstuk uitgesloten is. De besturing benadert de positie bij tussenpositionering en terugtrekken aan het einde van de cyclus. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF

Q578 Factor radius bij binnenhoeken?

De gereedschapsradius vermenigvuldigd met Q578 FACTOR BINNENHOEKEN levert de kleinste middelpuntsbaan van het gereedschap op.

Daardoor kunnen er geen kleinere inwendige radii bij de contour ontstaan, zoals uit de gereedschapsradius opgeteld bij het product van de gereedschapsradius en Q578 FACTOR BINNENHOEKEN.

Invoer: 0.05...0.99

Voorbeeld

11 CYCL DEF 1272 OCM CIRKEL ~

Q650=+0

;FIGUURTYPE ~

Q223=+50

;CIRKEL DIAMETER ~

Q367=+0

;POSITIE KAMER ~

Q203=+0

;COORD. OPPERVLAK ~

Q201=-20

;DIEPTE ~

Q368=+0

;OVERMAAT ZIJKANT ~

Q369=+0

;OVERMAAT DIEPTE ~

Q260=+100

;VEILIGE HOOGTE ~

Q578=+0.2

;FACTOR BINNENHOEKEN