Cyclus 274 OCM NABEW. ZIJKANT (#167 / #1-02-1)
ISO-programmering
G274
Toepassing
Met cyclus 274 OCM NABEW. ZIJKANT wordt de in cyclus 271 geprogrammeerde overmaat zijkant nabewerkt. U kunt deze cyclus meelopend of tegenlopend uitvoeren.
U kunt cyclus 274 ook gebruiken voor contourfrezen.
Ga als volgt te werk:
- De contour die moet worden gefreesd, als afzonderlijk eiland definiëren (zonder kamerbegrenzing)
- In cyclus 271 voert u een nabewerkingsovermaat (Q368) in die groter is dan de som van nabewerkingsovermaat Q14 + radius van het gebruikte gereedschap
Voorwaarden
Vóór de oproep van cyclus 274 moet u nog meer cycli programmeren:
- CONTOUR DEF / SEL CONTOUR, alternatief cyclus 14 CONTOUR
- Cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS
- evt. cyclus 272 OCM VOORBEWERKEN
- evt. cyclus 273 OCM NABEW. ZIJKANT
Cyclusverloop
- Het gereedschap verplaatst zich met positioneerlogica naar het startpunt
- De besturing positioneert het gereedschap boven de component naar het startpunt van de benaderingspositie. Deze positie in het vlak volgt uit een tangentiële cirkelbaan waarop de besturing het gereedschap naar de contour leidt
- Vervolgens verplaatst de besturing het gereedschap naar de eerste diepte-instelling in de aanzet diepteverplaatsing
- De besturing benadert de contour in een tangentiële helixboog tot de gehele contour is nabewerkt. Daarbij wordt elke deelcontour afzonderlijk nabewerkt
- Daarna verplaatst het gereedschap zich met Q253 AANZET VOORPOS. naar Q200 VEILIGHEIDSAFSTAND en vervolgens met FMAX naar Q260 VEILIGE HOOGTE
Instructies
- Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
- De besturing bepaalt automatisch het startpunt voor het nabewerken. Het startpunt is afhankelijk van de ruimte in de contour en de in cyclus 271 geprogrammeerde overmaat.
- Deze cyclus bewaakt de gedefinieerde werklengte LU van het gereedschap. Wanneer de LU-waarde kleiner is dan DIEPTE Q201, komt de besturing met een foutmelding.
- De volgende cyclus houdt rekening met additionele functies M109 en M110: De besturing houdt bij bewerkingen aan de binnen- en buitenzijde de aanzet van cirkelbogen bij binnen- en buitenradiussen op de snijkant van het gereedschap constant.
Aanwijzing voor het programmeren
- De overmaat zijkant Q14 blijft na de nabewerking staan. Deze moet kleiner zijn dan de overmaat in cyclus 271.
Cyclusparameters
Helpscherm | Parameters |
---|---|
Q338 Verplaatsing nabewerking? Verplaatsing in de gereedschapsas bij het nabewerken van de zijdelingse overmaat Q368. De waarde werkt incrementeel. 0: nabewerken in één verplaatsing. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q385 Aanzet nabewerken? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het nabewerken zijkant in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU, FZ | |
Q253 Aanzet voorpositioneren? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het benaderen van de startpositie in mm/min. Deze aanzet wordt onder het coördinaatoppervlak echter buiten het gedefinieerde materiaal gebruikt. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF | |
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand onderkant gereedschap – werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q14 Overmaat voor kantnabewerking? De overmaat zijkant Q14 blijft na de nabewerking staan. Deze overmaat moet kleiner zijn dan de overmaat in cyclus 271. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q438 resp. QS438 Nummer/naam ruimgereedschap? Nummer of naam van het gereedschap waarmee de besturing de contourkamer heeft geruimd. U kunt via de selectiemogelijkheid in de actiebalk het voorruimgereedschap direct uit de gereedschapstabel overnemen. Bovendien kunt u met met de selectiemogelijkheid Naam in de actiebalk zelf de gereedschapsnaam invoeren. Wanneer u het invoerveld verlaat, voegt de besturing het aanhalingsteken boven automatisch in. -1: bij het laatst gebruikte gereedschap wordt uitgegaan van ruimgereedschap (standaardinstelling). Invoer: -1...+32767.9 alternatief maximaal 255 tekens | |
Q351 Freeswijze? Meel.=+1, Tegenl.=-1 Soort freesbewerking. Er wordt rekening gehouden met de spilrotatierichting: +1 = meelopend frezen –1 = tegenlopend frezen PREDEF: de besturing neemt de waarde van een GLOBAL DEF-regel over (wanneer u 0 invoert, vindt de bewerking meelopend plaats) Invoer: –1, 0, +1 Alternatief PREDEF |
11 CYCL DEF 274 OCM NABEW. ZIJKANT ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
|