Cyclus 480 TT KALIBREREN (#17 / #1-05-1)
ISO-programmering
G480
Toepassing
Raadpleeg uw machinehandboek!
De TT kalibreert u met de tastcyclus 480. De kalibratie vindt automatisch plaats. De besturing bepaalt ook automatisch de verstelling van het midden van het kalibratiegereedschap. Hiervoor draait de besturing de spil 180°, nadat de helft van de kalibratiecyclus is afgewerkt.
De TT kalibreert u met de tastcyclus 480.
Cyclusverloop
- Kalibratiegereedschap inspannen. Voor de kalibratie gebruikt u een volkomen cilindrisch onderdeel, b.v. een cilinderstift.
- Kalibratiegereedschap in het bewerkingsvlak handmatig boven het centrum van de TT positioneren
- Kalibratiegereedschap in gereedschapsas ca. 15 mm + veiligheidsafstand boven de TT positioneren
- De eerste beweging van de besturing vindt plaats langs de gereedschapsas. Het gereedschap wordt eerst naar een veilige hoogte van 15 mm + veiligheidsafstand verplaatst
- Het kalibratieproces langs de gereedschapsas wordt gestart
- Aansluitend vindt de kalibratie in het bewerkingsvlak plaats
- De besturing positioneert het kalibratiegereedschap eerst in het bewerkingsvlak naar een waarde van 11 mm + radius TT + veiligheidsafstand
- Vervolgens verplaatst de besturing het gereedschap langs de gereedschapsas omlaag en wordt het kalibratieproces gestart
- Tijdens het tastproces voert de besturing een vierkante beweging uit
- De besturing slaat de kalibratiewaarden op en houdt daarmee rekening bij daaropvolgende gereedschapsmetingen.
- Ten slotte trekt de besturing de taststift langs de gereedschapsas naar de veiligheidsafstand terug en verplaatst het naar het midden van de TT
Instructies
- Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
- Voor het kalibreren moeten de juiste radius en de juiste lengte van het kalibratiegereedschap in de gereedschapstabel TOOL.T ingevoerd zijn.
Aanwijzingen in combinatie met machineparameters
- Met de machineparameter CfgTTRoundStylus (nr. 114200) of CfgTTRectStylus (nr. 114300) definieert u de werking van de kalibratiecyclus. Raadpleeg uw machinehandboek.
- In de machineparameter centerPos legt u de positie van de TT in het werkbereik van de machine vast.
- Wanneer u de positie van de TT op de tafel en/of een machineparameter centerPos wijzigt, moet u de TT opnieuw kalibreren.
- Met de machineparameter probingCapability (nr. 122723) definieert de machinefabrikant de werking van de cyclus. Met deze parameter kan o.a. een gereedschapslengtemeting met stilstaande spil worden uitgevoerd en gelijktijdig een meting van de radius en van de afzonderlijke snijkanten van het gereedschap worden ingesteld.
Cyclusparameters
Helpscherm | Parameters |
---|---|
Q260 Veilige hoogte? Positie in de spilas invoeren waarbij een botsing met werkstukken of spanmiddelen uitgesloten is. De veilige hoogte is gerelateerd aan het actieve referentiepunt van het werkstuk. Wanneer de veilige hoogte zo klein wordt ingevoerd, dat de gereedschapspunt onder de bovenkant van de schotel zou komen te liggen, positioneert de besturing het kalibratiegereedschap automatisch boven de schotel (veiligheidszone uit safetyDistToolAx (nr. 114203). Invoer: –99999,9999...+99999,9999 |
11 TOOL CALL 12 Z | ||
12 TCH PROBE 480 TT KALIBREREN ~ | ||
|