NC-functies voor referentiepuntbeheer

Overzicht

Om een reeds vastgelegd referentiepunt in de referentietabel direct in het NC-programma te beïnvloeden, stelt de besturing de volgende functies beschikbaar:

  • Referentiepunt activeren
  • Referentiepunt kopiëren
  • Referentiepunt corrigeren

Referentiepunt activeren met PRESET SELECT

Toepassing

Met de cyclus PRESET SELECT kan een referentiepunt dat in de referentiepunttabel is gedefinieerd als nieuw referentiepunt worden geactiveerd.

Voorwaarde

Functiebeschrijving

Het referentiepunt kunt u activeren via het referentiepuntnummer of via de invoer in de kolom DOC.

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Afhankelijk van de machineparameter CfgColumnDescription (nr. 105607) kunt u in de kolom DOC van de referentiepunttabel meerdere keren dezelfde inhoud definiëren. Wanneer u in dat geval een referentiepunt met behulp van de kolom DOC activeert, kiest de besturing het referentiepunt met het laagste regelnummer. Wanneer de besturing niet het gewenste referentiepunt selecteert, bestaat er botsingsgevaar.
  1. Inhoud van de kolom DOC eenduidig definiëren
  2. Het referentiepunt alleen met het regelnummer activeren

Met het syntaxiselement KEEP TRANS kunt u definiëren dat de besturing de volgende transformaties behoudt:

  • Functie TRANS DATUM
  • Cyclus 8 SPIEGELEN en functie TRANS MIRROR
  • Cyclus 10 ROTATIE en functie TRANS ROTATION
  • Cyclus 11 MAATFACTOR en functie TRANS SCALE
  • Cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC.

Invoer

11 PRESET SELECT #3 KEEP TRANS WP

; Regel 3 van de referentiepunttabel als werkstukreferentiepunt activeren en transformaties ontvangen

U navigeert als volgt naar deze functie:

NC-functie invoegen Alle functies speciale functies Programma-instellingen PRESET PRESET SELECT

De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:

Syntaxiselement

Betekenis

PRESET SELECT

Syntaxisopener voor het activeren van een referentiepunt

#, Naam of QS

Regel van de referentiepunttabel selecteren

Vast of variabel nummer of naam

Selectie met behulp van een keuzevenster mogelijk

Bij Naam toont de besturing in het keuzemenu alleen de regels van de referentiepunttabel waarbij de kolom DOC is gedefinieerd.

KEEP TRANS

Eenvoudige transformaties handhaven

Syntaxiselement optioneel

WP of PAL

Referentiepunt voor werkstuk of pallet activeren

Syntaxiselement optioneel

Instructies

  •  
    Aanwijzing
    Let op: risico op aanzienlijke materiële schade!
    Niet-gedefinieerde velden in de referentiepunttabel gedragen zich anders dan met de waarde 0 gedefinieerde velden: met 0 gedefinieerde velden overschrijven bij het activeren de vorige waarde, bij niet-gedefinieerde velden blijft de vorige waarde behouden. Wanneer de vorige waarde behouden blijft, bestaat er gevaar voor botsingen!
    1. Vóór het activeren van een referentiepunt controleren of alle kolommen met waarden zijn beschreven
    2. Bij niet-gedefinieerde kolommen waarden invoeren, bijv. 0
    3. Als alternatief door de machinefabrikant 0 als standaardwaarde voor de kolommen laten definiëren
  • Wanneer u PRESET SELECT zonder optionele parameters programmeert, is het gedrag identiek aan cyclus 247 REF.PUNT VASTL..
  • Cyclus 247 REF.PUNT VASTL.

  • Wanneer het palletreferentiepunt verandert, moet u het referentiepunt van het werkstuk opnieuw instellen.
  • Palletreferentiepunttabel

  • Met de optionele machineparameter CfgColumnDescription (nr. 105607) definieert de machinefabrikant of de inhoud van de kolom DOC van de referentiepunttabel eenduidig moeten zijn. Wanneer de machineparameter met de waarde TRUE is gedefinieerd, kan de inhoud slechts eenmaal worden ingevoerd.

Referentiepunt kopiëren met PRESET COPY

Toepassing

Met de functie PRESET COPY kunt u een in de referentietabel gedefinieerd referentiepunt kopiëren en het gekopieerde referentiepunt activeren.

Voorwaarde

Functiebeschrijving

Het te kopiëren referentiepunt kunt u kiezen via het regelnummer of via de invoer in de kolom DOC.

Invoer

11 PRESET COPY #1 TO #3 SELECT TARGET KEEP TRANS

; Regel 1 van de referentiepunttabel naar regel 3 kopiëren, regel 3 als werkstukreferentiepunt activeren en transformaties ontvangen

U navigeert als volgt naar deze functie:

NC-functie invoegen Alle functies speciale functies Programma-instellingen PRESET PRESET COPY

De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:

Syntaxiselement

Betekenis

PRESET COPY

Syntaxisopener voor kopiëren en activeren van een werkstukreferentiepunt

#, Naam of QS

Te kopiëren regel in de referentiepunttabel selecteren

Vast of variabel nummer of naam

U kunt de regel met een keuzemenu selecteren. Bij naam toont de besturing in het keuzemenu alleen de regels van de referentiepunttabel waarbij de kolom DOC is gedefinieerd.

TO #, Naam of QS

Nieuwe regel van de referentiepunttabel selecteren

Vast of variabel nummer of naam

Selectie met behulp van een keuzevenster mogelijk

Bij Naam toont de besturing in het keuzemenu alleen de regels van de referentiepunttabel waarbij de kolom DOC is gedefinieerd.

SELECT TARGET

Gekopieerde regel van de referentiepunttabel als werkstukreferentiepunt activeren

Syntaxiselement optioneel

KEEP TRANS

Eenvoudige transformaties handhaven

Syntaxiselement optioneel

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Afhankelijk van de machineparameter CfgColumnDescription (nr. 105607) kunt u in de kolom DOC van de referentiepunttabel meerdere keren dezelfde inhoud definiëren. Wanneer u in dat geval een referentiepunt met behulp van de kolom DOC activeert, kiest de besturing het referentiepunt met het laagste regelnummer. Wanneer de besturing niet het gewenste referentiepunt selecteert, bestaat er botsingsgevaar.
  1. Inhoud van de kolom DOC eenduidig definiëren
  2. Het referentiepunt alleen met het regelnummer activeren

Referentiepunt corrigeren met PRESET CORR

Toepassing

Met de functie PRESET CORR kunt u het actieve referentiepunt corrigeren.

Voorwaarde

Functiebeschrijving

Wanneer in een NC-regel zowel de basisrotatie als een translatie wordt gecorrigeerd, corrigeert de besturing eerst de translatie en vervolgens de basisrotatie.

De correctiewaarden hebben betrekking op het actieve referentiesysteem. Wanneer u de OFFS-waarden corrigeert, hebben de waarden betrekking op het machinecoördinatensysteem M-CS.

Referentiesystemen

Invoer

11 PRESET CORR X+10 SPC+45

; Werkstukreferentiepunt in X met +10 mm en in SPC met +45° corrigeren

U navigeert als volgt naar deze functie:

NC-functie invoegen Alle functies speciale functies Programma-instellingen PRESET PRESET CORR

De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:

Syntaxiselement

Betekenis

PRESET CORR

Syntaxisopener voor het corrigeren van het werkstukreferentiepunt

X, Y, Z

Correctiewaarden in de hoofdassen

Syntaxiselement optioneel

SPA, SPB, SPC

Correctiewaarden voor de ruimtehoek

Syntaxiselement optioneel

X_OFFS, Y_OFFS, Z_OFFS, A_OFFS, B_OFFS, C_OFFS, U_OFFS, V_OFFS, W_OFFS

Correctiewaarden voor de offsets gerelateerd aan het machinenulpunt

Syntaxiselement optioneel