NC-basisprincipes

Programmeerbare assen

De programmeerbare assen van de besturing komen standaard overeen met de asdefinities van DIN 66217.

De programmeerbare assen worden als volgt aangeduid:

Hoofdas

Parallelle as

Rotatieas

X

U

A

Y

V

B

Z

W

C

 
Machine

Raadpleeg uw machinehandboek!

Het aantal, de aanduiding en de toewijzing van de programmeerbare assen is afhankelijk van de machine.

Uw machinefabrikant kan meer assen definiëren, bijvoorbeeld PLC-assen.

 
Tip

De TNC7 basic kan max. vier assen gelijktijdig bewegen. Wanneer met een NC-regel meer dan vier assen moeten worden verplaatst, toont de besturing een foutmelding.

Wanneer de aspositie niet verandert, kunt u toch meer dan vier assen programmeren.

Aanduiding van de assen op freesmachines

De assen X, Y en Z op uw freesmachine worden ook aangeduid als hoofdas (1e as), nevenas (2e as) en gereedschapsas. De hoofdas en de nevenas vormen het bewerkingsvlak.

Tussen de assen bestaat de volgende samenhang:

Hoofdas

Nevenas

Gereedschapsas

Bewerkingsvlak

X

Y

Z

XY, ook UV, XV, UY

Y

Z

X

YZ, ook WU, ZU, WX

Z

X

Y

ZX, ook VW, YW, VZ

 
Machine

De volledige omvang van de besturingsfuncties is uitsluitend bij gebruik van gereedschapsas Z beschikbaar, bijv. patroondefinitie PATTERN DEF.

Beperkt en door de machinefabrikant voorbereid en geconfigureerd is toepassing van de gereedschapsassen X en Y mogelijk.

Lengte- en hoekmeetsystemen en referentiemarkeringen

Basisprincipes

De positie van de machine-assen wordt met lengte- en hoekmeetsystemen bepaald. Standaard zijn lineaire assen met lengtemeetsystemen uitgerust. Rondtafels of rotatie-assen beschikken over hoekmeetsystemen.

De lengte- en hoekmeetsystemen registreren de posities van de machinetafel of het gereedschap door bij een beweging van de as een elektrisch signaal te genereren. De besturing bepaalt op basis van het elektrische signaal de positie van de as in het actuele referentiesysteem.

Referentiesystemen

Lengte- en hoekmeetsystemen kunnen posities op verschillende manieren registreren:

  • absoluut
  • incrementeel

Bij een stroomonderbreking kan de besturing de positie van de assen niet meer bepalen. Als de stroomvoorziening weer is hersteld, werken absolute en incrementele lengte- en hoekmeetsystemen op verschillende wijze.

Absolute lengte- en hoekmeetsystemen

Bij absolute lengtemeetsystemen is elke positie op het meetsysteem eenduidig gemarkeerd. De besturing kan dus na een stroomonderbreking de referentie tussen de aspositie en het coördinatensysteem direct tot stand brengen.

Incrementele lengte- en hoekmeetsystemen

Incrementele lengte- en hoekmeetsystemen bepalen voor de positiebepaling de afstand van de actuele positie van een referentiemarkering. Referentiemarkeringen markeren een machinevaste referentiepunt. Om na een stroomonderbreking de actuele positie te kunnen bepalen, moet een referentiemarkering worden benaderd.

Wanneer het lengte- en hoekmeetsystemen afstandsgecodeerde referentiemarkeringen bevatten, moet u bij lengtemeetsystemen de assen met max. 20 mm verplaatsen. Bij hoekmeetsystemen bedraagt deze afstand max. 20°.

Referentiepunt van de assen vastleggen

Referentiepunten in de machine

De volgende tabel bevat een overzicht van de referentiepunten in de machine of op het werkstuk.

Symbool

Referentiepunt

Machinenulpunt

Het machinenulpunt is een vastgelegd punt dat de machinefabrikant in de machineconfiguratie heeft gedefinieerd.

Het machinenulpunt is de coördinatenoorsprong van het invoercoördinatensysteem I-CS.

Machinecoördinatensysteem M-CS

Wanneer in een NC-regel M91 wordt geprogrammeerd, hebben de gedefinieerde waarden betrekking op het machinenulpunt.

In het machinecoördinatensysteem M-CS verplaatsen met M91

M92-nulpunt M92-ZP (zero point)

Het M92-nulpunt is een vastgelegd punt dat de machinefabrikant gerelateerd aan het machinenulpunt in de machineconfiguratie heeft gedefinieerd.

Het M92-nulpunt is de coördinatenoorsprong van het M92-coördinatensysteem. Wanneer in een NC-regel M92 geprogrammeerd wordt, zijn de gedefinieerde waarden gerelateerd aan het M92-nulpunt.

In het M92-coördinatensysteem verplaatsen met M92

Gereedschapswisselpositie

De gereedschapswisselpositie is een vastgelegd punt dat de machinefabrikant met betrekking tot het machinenulpunt in de gereedschapswissel-macro heeft gedefinieerd.

Referentiepunt

Het referentiepunt is een vastgelegd punt voor de initialisatie van lengtemeetsystemen.

Lengte- en hoekmeetsystemen en referentiemarkeringen

Wanneer de machine incrementele lengte- en hoekmeetsystemen bevat, moeten de assen na het starten het referentiepunt benaderen.

Referentiepunt van de assen vastleggen

Referentiepunt van het werkstuk

Met het referentiepunt van het werkstuk definieert u de oorsprong van de coördinaat van het werkstukcoördinatensysteem W-CS.

Werkstukcoördinatensysteem W-CS

Het referentiepunt van het werkstuk is in de actieve regel van de referentiepunttabel gedefinieerd. U bepaalt het referentiepunt van het werkstuk bijvoorbeeld met behulp van een 3D-tastsysteem.

Referentiepuntbeheer

Wanneer er geen transformaties zijn gedefinieerd, zijn de ingevoerde gegevens in het NC-programma gerelateerd aan het referentiepunt van het werkstuk.

Werkstuknulpunt

U definieert het werkstuknulpunt met transformaties in het NC-programma, bijvoorbeeld met de functie TRANS DATUM of een nulpunttabel. De gegevens in het NC-programma hebben betrekking op het werkstuknulpunt. Wanneer in het NC-programma geen transformaties zijn gedefinieerd, komt het werkstuknulpunt overeen met het referentiepunt van het werkstuk.

Als u het bewerkingsvlak zwenkt (#8 / #1-01-1), dient het werkstuknulpunt als werkstukrotatiepunt.