Binnenkomst in het programma met regelsprong

Toepassing

Met de functie REGEL SPRONG kunt u een NC-programma vanaf een vrij selecteerbare regel afwerken. De werkstukbewerking tot aan deze NC-regel wordt door de besturing meeberekend. De besturing schakelt bijvoorbeeld vóór de start de spil in.

Voorwaarde

  • Functie vrijgegeven door machinefabrikant
  • De machinefabrikant moet de functie Regelsprong vrijgeven en configureren.

Functiebeschrijving

Als het NC-programma onder onderstaande omstandigheden is afgebroken, slaat de besturing het onderbrekingspunt op:

  • Knop Interne stop
  • Noodstop
  • Stroomuitval

Wanneer de besturing bij het herstarten een opgeslagen onderbrekingspunt vindt, geeft de besturing een melding. U kunt de regelsprong dan direct uitvoeren op de plaats van de onderbreking. De besturing toont de melding bij de eerste omschakeling naar de werkstand Programma-afloop.

U kunt de regelsprong op de volgende manieren uitvoeren:

De besturing zet aan het begin van de regelsprong alle gegevens terug zoals bij een nieuwe selectie van een NC-programma. Tijdens de regelsprong kunt u de modus Regel voor regel activeren en deactiveren.

Venster Regelsprong

Venster Regelsprong met opgeslagen onderbrekingspunt en geopend bereik Punten-tabel

Het venster Regelsprong bevat de volgende inhoud:

Regel

Betekenis

Palletnummer

Regelnummer van de pallettabel

Programma

Bestandstype van het actieve NC-programma

Regelnummer

Nummer van de NC-regel vanaf waar de programma-afloop start

Met het symbool Selectie kunt u de NC-regel in het NC-programma selecteren.

Herhalingen

Wanneer de NC-regel in een herhaling van een programmadeel staat, nummer van de herhaling bij binnenkomst

Laatste palletnummer

Actief palletnummer op het tijdstip van de onderbreking

U kunt het onderbrekingspunt selecteren met de knop Laatste selecteren.

Laatste programma

Pad van het actieve NC-programma op het tijdstip van de onderbreking

U kunt het onderbrekingspunt selecteren met de knop Laatste selecteren.

Laatste regel

Nummer van de actieve NC-regel op het tijdstip van de onderbreking

U kunt het onderbrekingspunt selecteren met de knop Laatste selecteren.

Point file

Pad van de puntentabel

In gebied Punten-tabel

Puntnummer

Regels van de puntentabel

In gebied Punten-tabel

Eenvoudige regelsprong uitvoeren

U kunt als volgt met een eenvoudige regelsprong naar het NC-programma gaan:

    1. Werkstand Programma-afloop selecteren

    1. Regelsprong selecteren
    2. De besturing opent het venster Regelsprong. De velden Programma, Regelnummer en Herhalingen zijn met de actuele waarden gevuld.

    1. Zo nodig Programma invoeren
    2. Regelnummer invoeren
    3. Zo nodig Herhalingen invoeren

    1. Indien nodig met Laatste selecteren van een opgeslagen onderbrekingspunt starten

    1. Toets NC-start indrukken
    2. De besturing start de regelsprong en rekent tot en met de ingevoerde NC-regel.
    3. Als u de machinestatus hebt gewijzigd, toont de besturing het venster Machine status herstellen.

    1. Toets NC-start indrukken
    2. De besturing herstelt de machinestatus, bijvoorbeeld TOOL CALL of additionele functies.
    3. Als u de asposities hebt gewijzigd, toont de besturing het venster Opnieuw benaderen asvolgorde:.

    1. Toets NC-start indrukken
    2. De besturing verplaatst in de aangegeven benaderingslogica naar de vereiste posities.
    3.  
      Tip

      U kunt de assen ook afzonderlijk in de zelf geselecteerde volgorde positioneren.

      Assen in zelf gekozen volgorde benaderen

    1. Toets NC-start indrukken
    2. De besturing werkt het NC-programma verder af.

    Regelsprong in meerdere stappen uitvoeren

    U gebruikt de regelsprong uit meerdere stappen bijvoorbeeld als u een subprogramma voortzet dat meermaals wordt opgeroepen. Daarbij springt u eerst naar de gewenste subprogramma-oproep en gaat u dan verder met de regelsprong. Dezelfde werkwijze gebruikt u bij opgeroepen NC-programma's.

    U kunt met een regelsprong uit meerdere stappen als volgt het NC-programma voortzetten:

      1. Werkstand Programma-afloop selecteren

      1. Regelsprong selecteren
      2. De besturing opent het venster Regelsprong. De velden Programma, Regelnummer en Herhalingen zijn met de actuele waarden gevuld.

      1. Voer de regelsprong naar de eerste positie voor voortzetting uit.
      2. Eenvoudige regelsprong uitvoeren

      1. Eventueel schakelaar Regel voor regel activeren

      1. Eventueel met toets NC-start afzonderlijke NC-regels afwerken

      1. Regelsprong voortzetten selecteren

      1. NC-regel voor binnenkomst definiëren

      1. Toets NC-start indrukken
      2. De besturing start de regelsprong en rekent tot en met de ingevoerde NC-regel.
      3. Als u de machinestatus hebt gewijzigd, toont de besturing het venster Machine status herstellen.

      1. Toets NC-start indrukken
      2. De besturing herstelt de machinestatus, bijvoorbeeld TOOL CALL of additionele functies.
      3. Als u de asposities hebt gewijzigd, toont de besturing het venster Opnieuw benaderen asvolgorde:.

      1. Toets NC-start indrukken
      2. De besturing verplaatst in de aangegeven benaderingslogica naar de vereiste posities.
      3.  
        Tip

        U kunt de assen ook afzonderlijk in de zelf geselecteerde volgorde positioneren.

        Assen in zelf gekozen volgorde benaderen

      1. Eventueel Regelsprong voortzetten opnieuw selecteren
      2. Stappen herhalen

      1. Toets NC-start indrukken
      2. De besturing werkt het NC-programma verder af.

      Regelsprong in puntentabellen

      U kunt als volgt een puntentabel openen:

        1. Werkstand Programma-afloop selecteren

        1. Regelsprong selecteren
        2. De besturing opent het venster Regelsprong. De velden Programma, Regelnummer en Herhalingen zijn met de actuele waarden gevuld.

        1. Punten-tabel selecteren
        2. De besturing opent het gedeelte Punten-tabel.

        1. Bij Point file het pad van de puntentabel invoeren
        2. Bij Puntnummer het regelnummer van de puntentabel voor openen selecteren

        1. Toets NC-start indrukken
        2. De besturing start de regelsprong en rekent tot en met de ingevoerde NC-regel.
        3. Als u de machinestatus hebt gewijzigd, toont de besturing het venster Machine status herstellen.

        1. Toets NC-start indrukken
        2. De besturing herstelt de machinestatus, bijvoorbeeld TOOL CALL of additionele functies.
        3. Als u de asposities hebt gewijzigd, toont de besturing het venster Opnieuw benaderen asvolgorde:.

        1. Toets NC-start indrukken
        2. De besturing verplaatst in de aangegeven benaderingslogica naar de vereiste posities.
        3.  
          Tip

          U kunt de assen ook afzonderlijk in de zelf geselecteerde volgorde positioneren.

          Assen in zelf gekozen volgorde benaderen

         
        Tip

        Wanneer u met de regelsprong in een puntenpatroon wilt openen, gaat u ook zo te werk. Definieer in het veld Puntnummer het gewenste punt voor het openen. De eerste punt in het puntenpatroon heeft het nummer 0.

        Cycli voor patroondefinitie

        Regelsprong in pallettabellen

        U kunt als volgt een pallettabel openen:

          1. Werkstand Programma-afloop selecteren

          1. Regelsprong selecteren
          2. De besturing opent het venster Regelsprong.

          1. Bij Palletnummer het regelnummer van de pallettabel invoeren

          1. Zo nodig Programma invoeren
          2. Regelnummer invoeren
          3. Zo nodig Herhalingen invoeren

          1. Indien nodig met Laatste selecteren van een opgeslagen onderbrekingspunt starten

          1. Toets NC-start indrukken
          2. De besturing start de regelsprong en rekent tot en met de ingevoerde NC-regel.
          3. Als u de machinestatus hebt gewijzigd, toont de besturing het venster Machine status herstellen.

          1. Toets NC-start indrukken
          2. De besturing herstelt de machinestatus, bijvoorbeeld TOOL CALL of additionele functies.
          3. Als u de asposities hebt gewijzigd, toont de besturing het venster Opnieuw benaderen asvolgorde:.

          1. Toets NC-start indrukken
          2. De besturing verplaatst in de aangegeven benaderingslogica naar de vereiste posities.
          3.  
            Tip

            U kunt de assen ook afzonderlijk in de zelf geselecteerde volgorde positioneren.

            Assen in zelf gekozen volgorde benaderen

           
          Tip

          Wanneer de programma-afloop van een pallettabel is afgebroken, biedt de besturing de laatst geselecteerde NC-regel van het laatst bewerkte NC-programma als onderbrekingspunt.

          Instructies

           
          Aanwijzing
          Let op: botsingsgevaar!
          Wanneer u in de programma-afloop met behulp van de GOTO-functie een NC-regel selecteert en aansluitend het NC-programma uitvoert, negeert de besturing alle eerder geprogrammeerde NC-functies, bijvoorbeeld Transformaties. Daardoor bestaat er tijdens de daaropvolgende bewerking gevaar voor botsingen!
          1. Gebruik GOTO alleen bij het programmeren en testen van NC-programma's.
          2. Bij het uitvoeren van NC-programma's alleen gebruikmaken van Regelsprong
           
          Aanwijzing
          Let op: botsingsgevaar!
          De functie Regelsprong slaat de geprogrammeerde tastsysteemcycli over. Daardoor bevatten de resultaatparameters geen of mogelijk verkeerde waarden. Wanneer de volgende bewerking de resultaatparameters gebruikt, bestaat er gevaar voor botsingen!
          1. Functie Regelsprong in meerdere stappen uitvoeren
          • De TNC7 basic kan max. vier assen gelijktijdig bewegen. Wanneer met een NC-regel meer dan vier assen moeten worden verplaatst, toont de besturing een foutmelding. Wanneer de besturing tijdens het Regelsprong lezen van een dergelijke NC-regel een foutmelding toont.
          • De besturing biedt alleen de dialogen in het aparte venster aan die bij de afloop nodig zijn.
          • Als u met de regelsprong in een pallettabel opent, werkt de besturing de geselecteerde regel van de pallettabel altijd werkstukgeoriënteerd af. Na de in de functie Regelsprong geselecteerde regel van de pallettabel werkt de besturing weer volgens de gedefinieerde bewerkingsmethode.
          • Gereedschapsgeoriënteerde bewerking

          • De besturing toont het aantal herhalingen ook na een interne stop in het tabblad LBL van het werkgebied Status.
          • Tabblad LBL

          • De functie Regelsprong mag niet samen met de volgende functies worden gebruikt:
            • Tastsysteemcycli 0, 1, 3 en 4 tijdens de zoekfase van de regelsprong
          • HEIDENHAIN adviseert na elke gereedschapsoproep de spil met M3 of M4 in te schakelen. Hierdoor worden problemen bij de programma-afloop, bijvoorbeeld bij het starten na een onderbreking, voorkomen.