Basisprincipes

De besturing stelt cycli voor vaak benodigde figuren beschikbaar. De figuren kunt u als kamers, eilanden of begrenzingen programmeren.

Deze figuurcycli bieden de volgende voordelen:

  • De figuren en bewerkingsgegevens programmeert u comfortabel zonder aparte baanbeweging
  • U kunt vaak benodigde figuren hergebruiken
  • Bij een eiland of open kamer biedt de besturing nog meer cycli voor de definitie van de figuurbegrenzing
  • Met het figuurtype Begrenzing kunt u uw figuur vlakfrezen

Voorwaarde

  • Software-optie Geoptimaliseerde contourbewerking OCM (#167 / #1-02-1)

Functiebeschrijving

Een figuur definieert de OCM-contourgegevens opnieuw en heft de definitie van een eerder gedefinieerde cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS of een figuurbegrenzing op.

De besturing biedt de volgende cycli om de figuren te definiëren:

De besturing biedt de volgende cycli om de figuurbegrenzing te definiëren:

Toleranties

De besturing biedt de mogelijkheid in de volgende cycli en cyclusparameters toleranties vast te leggen:

Cyclusnummer

Parameter

1271 OCM RECHTHOEK

Q218 LENGTE 1E ZIJKANT,

Q219 LENGTE 2E ZIJKANT

1272 OCM CIRKEL

Q223 CIRKEL DIAMETER

1273 OCM SLEUF/DAM

Q219 SLEUFBREEDTE,

Q218 SLEUFLENGTE

1274 OCM RONDE SLEUF

Q219 SLEUFBREEDTE

1278 OCM VEELHOEK

Q571 DIAM. REF.CIRKEL

U kunt de volgende toleranties definiëren:

Toleranties

Voorbeeld

Productiemaat

DIN EN ISO 286-2

10H7

10.0075

DIN ISO 2768-1

10m

10.0000

Nominale maten met opgave van tolerantie

10+0.01-0.015

9.9975

U kunt de nominale maten met de volgende tolerantiegegevens invoeren:

Combinatie

Voorbeeld

Productiemaat

a+-b

10+-0.5

10.0

a-+b

10-+0.5

10.0

a-b+c

10-0.1+0.5

10.2

a+b-c

10+0.1-0.5

9.8

a+b+c

10+0.1+0.5

10.3

a-b-c

10-0.1-0.5

9.7

a+b

10+0.5

10.25

a-b

10-0.5

9.75

Ga als volgt te werk:

  1. Cyclusdefinitie starten
  2. Cyclusparameters definiëren
  3. Keuze-optie NAAM in de actiebalk selecteren
  4. Voer de nominale maat incl. tolerantie in
 
Tip
  • De besturing maakt het werkstuk op het midden van de tolerantie.
  • Wanneer u een tolerantie niet volgens de DIN-invoer programmeert of de nominale maten met tolerantie verkeerd programmeert, bijv. Spatie, beëindigt de besturing de afwerking met een foutmelding.
  • Let bij de invoer van de DIN en ISO- en DIN ISO-toleranties op hoofd- en kleine letters. U mag geen spaties invoeren.