Cyclus 403 ROT OVER ROTATIE-AS (#17 / #1-05-1)

ISO-programmering

G403

Toepassing

Met tastcyclus 403 wordt door meting van twee punten die zich op een rechte moeten bevinden, een scheve ligging van het werkstuk bepaald. De besturing compenseert de vastgestelde scheve ligging van het werkstuk door rotatie van de A-, B- of C-as. Het werkstuk mag daarbij op een willekeurige positie op de rondtafel opgespannen zijn.

 
Tip

In plaats van cyclus 403 ROT OVER ROTATIE-AS adviseert HEIDENHAIN u de volgende krachtigere cycli:

  • 1410 TASTEN KANT
  • 1412 TASTEN SCHUINE ZIJDE

Cyclusverloop

  1. De besturing positioneert het tastsysteem met positioneerlogica naar de voorpositie van de eerste tastpositie 1.
  2. Positioneerlogica

  3. Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich naar de ingevoerde meethoogte en voert het eerste tastproces met tastaanzet (kolom F) uit.
  4. Het tastsysteem gaat dan naar de volgende tastpositie 2 en voert daar het tweede tastproces uit
  5. De besturing verplaatst het tastsysteem terug naar de veilige hoogte en roteert de in de cyclus gedefinieerde rotatieas met de vastgestelde waarde. Optioneel kunt u vastleggen of de besturing de vastgestelde rotatiehoek in de referentiepunttabel of in de nulpunttabel op 0 moet instellen.

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer de besturing de rotatie-as automatisch positioneert, kan het tot een botsing komen.
  1. Op mogelijke botsingen tussen eventueel op de tafel gestructureerde, te frezen elementen en het gereedschap letten
  2. De veilige hoogte zo selecteren, dat er geen botsing kan ontstaan
 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u in parameter Q312 As voor compensatieverplaatsing? de waarde 0 invoert, bepaalt de cyclus de uit te lijnen rotatie-as automatisch (aanbevolen instelling). Daarbij wordt, afhankelijk van de volgorde van de tastposities, een hoek bepaald. De vastgestelde hoek wijst van de eerste naar de tweede tastpositie. Wanneer u in parameter Q312 de A-, B- of C-as als compensatieas selecteert, bepaalt de cyclus de hoek onafhankelijk van de volgorde van de tastposities. De berekende hoek ligt binnen het bereik van -90 tot +90°. Er bestaat botsingsgevaar!
  1. Controleer na de uitlijning de positie van de rotatie-as
 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Bij de uitvoering van de tastcycli 400 t/m 499 mogen geen cycli voor coördinatenomrekening actief zijn. Er bestaat botsingsgevaar!
  1. De volgende cycli niet vóór het gebruik van tastcycli activeren: cyclus 7 NULPUNT, cyclus 8 SPIEGELEN, cyclus 10 ROTATIE, cyclus 11 MAATFACTOR en cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC..
  2. Coördinatenomrekeningen van tevoren terugzetten
  • Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
  • De besturing zet een actieve basisrotatie aan het begin van de cyclus terug.

Cyclusparameters

Helpscherm

Parameters

Q263 1e meetpunt in 1e as?

Coördinaat van de eerste tastpositie in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q264 1e meetpunt in 2e as?

Coördinaat van de eerste tastpositie in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q265 2e meetpunt in 1e as?

Coördinaat van de tweede tastpositie in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q266 2e meetpunt in 2e as?

Coördinaat van de tweede tastpositie in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q272 Meetas (1...3, 1=hoofdas)?

As waarin de meting moet plaatsvinden:

1: hoofdas = meetas

2: nevenas = meetas

3: tastsysteemas = meetas

Invoer: 1, 2, 3

Q267 Verpl.richting 1 (+1=+ / -1=-)?

Richting waarin het tastsysteem zich naar het werkstuk moet verplaatsen:

-1: negatieve verplaatsingsrichting

+1: positieve verplaatsingsrichting

Invoer: -1, +1

Q261 Meethoogte in tastsysteemas?

Coördinaat van het midden van de kogel in de tastsysteemas waarin de meting moet plaatsvinden. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q320 Veiligheidsafstand?

Extra afstand tussen meetpunt en tastsysteemkogel. Q320 werkt aanvullend op de kolom SET_UP van de tastsysteemtabel. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF

Q260 Veilige hoogte?

Coördinaat in de gereedschapsas waarin een botsing tussen het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF

Q301 Verpl. veiligheidshoogte (0/1)?

Vastleggen hoe het tastsysteem zich tussen de meetpunten moet verplaatsen:

0: tussen meetpunten op meethoogte verplaatsen

1: tussen meetpunten op veilige hoogte verplaatsen

Invoer: 0, 1

Q312 As voor compensatieverplaatsing?

Vastleggen met welke rotatie-as de besturing de gemeten scheve ligging moet compenseren:

0: automatische modus – de besturing bepaalt de uit te lijnen rotatie-as op basis van de actieve kinematica. In de automatische modus wordt eerst de tafelrotatie-as (uitgaand van het werkstuk) als compensatieas gebruikt. Aanbevolen instelling!

4: scheve ligging compenseren met rotatie-as A

5: scheve ligging compenseren met rotatie-as B

6: scheve ligging compenseren met rotatie-as C

Invoer: 0, 4, 5, 6

Q337 Op nul zetten na uitlijning?

Vastleggen of de besturing de hoek van de uitgelijnde rotatie-as in de referentiepunttabel of in de nulpunttabel na het uitlijnen op 0 moet instellen.

0: na het uitlijnen de hoek van de rotatie-as in de tabel niet op 0 instellen

1: na het uitlijnen de hoek van de rotatie-as in de tabel op 0 instellen

Invoer: 0, 1

Q305 Nummer in tabel?

Nummer in referentiepunttabel vermelden waarin de besturing de basisrotatie moet opslaan.

Q305 = 0: de rotatie-as wordt in regel 0 van de referentiepunttabel op nul ingesteld. Er wordt een item ingevoerd in de OFFSET-kolom. Bovendien worden alle andere waarden (X, Y, Z, etc.) van het op dit moment actieve referentiepunt in regel 0 van de referentiepunttabel overgenomen. Daarnaast wordt het referentiepunt uit regel 0 geactiveerd.

Q305 > 0: regel invoeren in de referentiepunttabel waarin de besturing de rotatie-as op nul moet instellen. Er wordt een item ingevoerd in de OFFSET-kolom van de referentiepunttabel.

Q305 is afhankelijk van de volgende parameters:

  • Q337 = 0: parameter Q305 is niet actief
  • Q337 = 1: parameter Q305 werkt zoals hierboven beschreven
  • Q312 = 0: parameter Q305 werkt zoals hierboven beschreven
  • Q312 > 0: de invoer in Q305 wordt genegeerd. Er wordt een item ingevoerd in de OFFSET-kolom in de regel van de referentiepunttabel die bij de cyclusoproep actief is

Invoer: 0...99999

Q303 Meetwaarde overdracht (0,1)?

Vastleggen of het vastgelegde referentiepunt in de nulpunttabel of in de referentiepunttabel moet worden opgeslagen:

0: vastgesteld referentiepunt als nulpuntverschuiving in de actieve nulpunttabel opslaan. Referentiesysteem is het actieve werkstukcoördinatensysteem

1: vastgesteld referentiepunt in de referentiepunttabel opslaan.

Invoer: 0, 1

Q380 Referentiehoek hoofdas?

Hoek waaronder de besturing de getaste rechte moet uitlijnen. Alleen actief als rotatie-as = automatische modus of C is geselecteerd (Q312 = 0 of 6).

Invoer: 0...360

Voorbeeld

11 TCH PROBE 403 ROT OVER ROTATIE-AS ~

Q263=+0

;1E PUNT 1E AS ~

Q264=+0

;1E PUNT IN 2E AS ~

Q265=+20

;2E PUNT 1E AS ~

Q266=+30

;2e PUNT 2e AS ~

Q272=+1

;MEETASSEN ~

Q267=-1

;VERPL. RICHTING ~

Q261=-5

;MEETHOOGTE ~

Q320=+0

;VEILIGHEIDSAFSTAND ~

Q260=+20

;VEILIGE HOOGTE ~

Q301=+0

;VERPL.VEILIGH.HOOGTE ~

Q312=+0

;COMPENSATIEAS ~

Q337=+0

;OP NUL ZETTEN ~

Q305=+1

;NUMMER IN TABEL ~

Q303=+1

;MEETWAARDE OVERDR. ~

Q380=+90

;REFERENTIEHOEK