Cyclus 262 SCHROEFDRAAD FREZEN

ISO-programmering

G262

Toepassing

Met deze cyclus kunt u een schroefdraad in het voorgeboorde materiaal frezen.

Verwante onderwerpen

Cyclusverloop

  1. De besturing positioneert het gereedschap in de spilas in ijlgang met FMAX naar de ingevoerde veiligheidsafstand boven het werkstukoppervlak
  2. Het gereedschap verplaatst zich met de geprogrammeerde aanzet voorpositioneren naar het startniveau dat volgt uit het voorteken van de spoed, de freeswijze en het aantal gangen per stap
  3. Het gereedschap verplaatst zich vervolgens tangentieel in een helixbeweging naar de nominale schroefdraaddiameter. Daarbij wordt voorafgaand aan de helix-benaderingsbeweging nog een compensatiebeweging in de gereedschapsas uitgevoerd, om met de schroefdraadbaan op het geprogrammeerde startniveau te beginnen
  4. Afhankelijk van de parameter Stappen, freest het gereedschap de schroefdraad in meerdere versprongen schroeflijnbewegingen of in een continue schroeflijnbeweging
  5. Vervolgens verplaatst het gereedschap zich tangentieel van de contour weg, terug naar het startpunt in het bewerkingsvlak
  6. Aan het einde van de cyclus verplaatst de besturing het gereedschap in ijlgang naar de veiligheidsafstand of – indien ingevoerd – naar de 2e veiligheidsafstand
 
Tip

De nominale schroefdraaddiameter wordt via een halve cirkel vanuit het midden benaderd. Als de gereedschapsdiameter 4 keer de spoed kleiner is dan de nominale schroefdraaddiameter, vindt er een zijdelingse voorpositionering plaats.

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u bij een cyclus de diepte positief invoert, keert de besturing de berekening van de voorpositionering om. Het gereedschap verplaatst zich in de gereedschapsas in ijlgang naar de veiligheidsafstand onder het werkstukoppervlak! Er bestaat botsingsgevaar!
  1. Diepte negatief invoeren
  2. Met machineparameter displayDepthErr (nr. 201003) instellen of de besturing bij de invoer van een positieve diepte een foutmelding af dient te geven (on) of niet (off)
 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
De schroefdraadfreescyclus voert voor de benaderingsbeweging een compensatiebeweging in de gereedschapsas uit. De grootte van de compensatiebeweging bedraagt maximaal de halve spoed. Er kan een botsing ontstaan.
  1. Zorg voor voldoende plaats in de boring
  • Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
  • Wanneer u de draaddiepte wijzigt, verandert de besturing automatisch het startpunt voor de helixbeweging.

Aanwijzingen voor het programmeren

  • Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring) van het bewerkingsvlak met radiuscorrectie R0 programmeren
  • Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit.
  • Wanneer draaddiepte = 0 wordt geprogrammeerd, dan voert de besturing de cyclus niet uit.

Cyclusparameters

Helpscherm

Parameter

Q335 Nominale diameter?

Nominale schroefdraaddiameter

Invoer: 0...99999,9999

Q239 Spoed?

Spoed van de draad. Het voorteken legt rechtse of linkse draad vast:

+ = rechtse draad

= linkse draad

Invoer: -99.9999...+99.9999

Q201 Draaddiepte ?

Afstand tussen werkstukoppervlak en draadkern. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q355 Aantal gangen per stap ?

Aantal gangen waarmee het gereedschap wordt verplaatst:

0 = een schroeflijn tot de draaddiepte

1 = continue schroeflijn over de totale draadlengte

>1 = meerdere helixbanen met benaderen en verlaten; daartussen verplaatst de TNC het gereedschap met Q355 x de spoed

Invoer: 0...99999

Q253 Aanzet voorpositioneren?

Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het insteken in het werkstuk resp. bij het terugtrekken uit het werkstuk in mm/min.

Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF

Q351 Freeswijze? Meel.=+1, Tegenl.=-1

Soort freesbewerking. Er wordt rekening gehouden met de spilrotatierichting.

+1 = meelopend frezen

–1 = tegenlopend frezen

(wanneer u 0 invoert, vindt de bewerking meelopend plaats)

Invoer: –1, 0, +1 Alternatief PREDEF

Q200 Veiligheidsafstand?

Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF

Q203 Coörd. werkstukoppervlakte?

Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q204 2e veiligheidsafstand?

Afstand in de gereedschapsas tussen gereedschap en werkstuk (spanmiddel) waarbij een botsing is uitgesloten. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF

Q207 Aanzet frezen?

Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het frezen in mm/min

Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO

Q512 Aanzet benaderen?

Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het benaderen in mm/min. Bij kleine draaddiameters kunt u door een gereduceerde benaderingsaanzet het risico op gereedschapsbreuk verminderen.

Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO

Voorbeeld

11 CYCL DEF 262 SCHROEFDRAAD FREZEN ~

Q335=+5

;NOMINALE DIAMETER ~

Q239=+1

;SPOED ~

Q201=-18

;DRAADDIEPTE ~

Q355=+0

;GANGEN PER STAP ~

Q253=+750

;AANZET VOORPOS. ~

Q351=+1

;FREESWIJZE ~

Q200=+2

;VEILIGHEIDSAFSTAND ~

Q203=+0

;COORD. OPPERVLAK ~

Q204=+50

;2E VEILIGHEIDSAFST. ~

Q207=+500

;AANZET FREZEN ~

Q512=+0

;AANZET BENADEREN

12 CYCL CALL