Cyclus 409 REF. PT. MIDDEN DAM (#17 / #1-05-1)

ISO-programmering

G409

Toepassing

Met tastcyclus 409 wordt het middelpunt van een dam bepaald en als referentiepunt vastgelegd. De besturing kan het middelpunt eventueel ook in een nulpunt- of referentiepunttabel opslaan.

 
Tip

In plaats van cyclus 409 REF. PT. MIDDEN DAM adviseert HEIDENHAIN de krachtigere cyclus 1404 PROBE SLOT/RIDGE.

Cyclusverloop

  1. De besturing positioneert het tastsysteem met positioneerlogica naar de voorpositie van de eerste tastpositie 1.
  2. Positioneerlogica

  3. Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich naar de ingevoerde meethoogte en voert het eerste tastproces met tastaanzet (kolom F) uit.
  4. Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich op veilige hoogte naar de volgende tastpositie 2 en voert daar het tweede tastproces uit
  5. De besturing positioneert het tastsysteem terug naar veilige hoogte
  6. Afhankelijk van de cyclusparameters Q303 en Q305 verwerkt de besturing het vastgestelde referentiepunt, (zie Basisprincipes van de tastcycli 408 tot 419 bij het vastleggen van het referentiepunt)
  7. Vervolgens slaat de besturing de actuele waarden in de volgende Q-parameters op.
  8. Indien gewenst bepaalt de besturing daarna in een afzonderlijk tastproces nog het referentiepunt in de tastsysteemas

Q-parameter
nummer

Betekenis

Q166

Actuele waarde gemeten breedte van de dam

Q157

Actuele waarde positie middenas

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Bij de uitvoering van de tastcycli 400 t/m 499 mogen geen cycli voor coördinatenomrekening actief zijn. Er bestaat botsingsgevaar!
  1. De volgende cycli niet vóór het gebruik van tastcycli activeren: cyclus 7 NULPUNT, cyclus 8 SPIEGELEN, cyclus 10 ROTATIE, cyclus 11 MAATFACTOR en cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC..
  2. Coördinatenomrekeningen van tevoren terugzetten
 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Om een botsing tussen het tastsysteem en het werkstuk te voorkomen, moet de breedte van de dam bij voorkeur groter worden ingevoerd.
  1. U moet vóór de cyclusdefinitie een gereedschapsoproep voor de definitie van de tastsysteemas hebben geprogrammeerd.
  • Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
  • De besturing zet een actieve basisrotatie aan het begin van de cyclus terug.

Cyclusparameters

Helpscherm

Parameters

Q321 Midden 1e as?

Midden van de dam in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q322 Midden 2e as?

Midden van de dam in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q311 Breedte verbinding?

Breedte van de dam onafhankelijk van de positie in het bewerkingsvlak. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: 0...99999,9999

Q272 Meetassen (1=1e as / 2=2e as)?

As van het bewerkingsvlak waarin de meting moet plaatsvinden:

1: hoofdas = meetas

2: nevenas = meetas

Invoer: 1, 2

Q261 Meethoogte in tastsysteemas?

Coördinaat van het midden van de kogel in de tastsysteemas waarin de meting moet plaatsvinden. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q320 Veiligheidsafstand?

Extra afstand tussen meetpunt en tastsysteemkogel. Q320 werkt aanvullend op de kolom SET_UP van de tastsysteemtabel. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF

Q260 Veilige hoogte?

Coördinaat in de gereedschapsas waarin een botsing tussen het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF

Q305 Nummer in tabel?

Voer de regelnummers van de referentiepunttabel/nulpunttabel in waarin de besturing de coördinaten van het middelpunt opslaat. Afhankelijk van Q303 legt de besturing het item in de referentiepunttabel of in de nulpunttabel vast.

Als Q303=1 dan beschrijft de besturing de referentiepunttabel.

Als Q303=0 dan beschrijft de besturing de nulpunttabel. Het nulpunt wordt niet automatisch geactiveerd.

Berekende referentiepunt opslaan

Invoer: 0...99999

Q405 Nieuw referentiepunt?

Coördinaat in de meetas waarop de besturing het vastgestelde midden van de dam moet instellen. Basisinstelling = 0. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q303 Meetwaarde overdracht (0,1)?

Vastleggen of het vastgelegde referentiepunt in de nulpunttabel of in de referentiepunttabel moet worden opgeslagen:

0: vastgesteld referentiepunt als nulpuntverschuiving in de actieve nulpunttabel opslaan. Referentiesysteem is het actieve werkstukcoördinatensysteem

1: vastgesteld referentiepunt in de referentiepunttabel opslaan.

Invoer: 0, 1

Q381 Aantasten in TS as? (0/1)

Vastleggen of de besturing ook het referentiepunt in de tastsysteemas moet vastleggen:

0: referentiepunt in de tastsysteemas niet vastleggen

1: referentiepunt in de tastsysteemas vastleggen

Invoer: 0, 1

Q382 Tasten TS-as: Coörd. 1e as?

Coördinaat van de tastpositie in de hoofdas van het bewerkingsvlak waarop het referentiepunt in de tastsysteemas moet worden ingesteld. Alleen actief als Q381 = 1. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q383 Tasten TS-as: Coörd. 2e as?

Coördinaat van de tastpositie in de nevenas van het bewerkingsvlak waarop het referentiepunt in de tastsysteemas moet worden ingesteld. Alleen actief als Q381 = 1. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q384 Tasten TS-as: Coörd. 3e as?

Coördinaat van de tastpositie in de tastsysteemas van het bewerkingsvlak waarop het referentiepunt in de tastsysteemas moet worden ingesteld. Alleen actief als Q381 = 1. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q333 Nieuw nulpunt in TS-as ?

Coördinaat in de tastsysteemas waarop de besturing het referentiepunt moet vastleggen. Basisinstelling = 0. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Voorbeeld

11 TCH PROBE 409 REF. PT. MIDDEN DAM ~

Q321=+50

;MIDDEN 1E AS ~

Q322=+50

;MIDDEN 2E AS ~

Q311=+25

;BREEDTE VERBINDING ~

Q272=+1

;MEETASSEN ~

Q261=-5

;MEETHOOGTE ~

Q320=+0

;VEILIGHEIDSAFSTAND ~

Q260=+20

;VEILIGE HOOGTE ~

Q305=+10

;NUMMER IN TABEL ~

Q405=+0

;NULPUNT ~

Q303=+1

;MEETWAARDE OVERDR. ~

Q381=+1

;AANTASTEN TS-AS ~

Q382=+85

;1. COORD. VOOR TS-AS ~

Q383=+50

;2. COORD. VOOR TS-AS ~

Q384=+0

;3. COORD. VOOR TS-AS ~

Q333=+1

;NULPUNT