Cyclus 1273 OCM SLEUF/DAM (#167 / #1-02-1)
ISO-programmering
G1273
Toepassing
Met de figuurcyclus 1273 OCM SLEUF/DAM programmeert u een sleuf of een dam. Ook een begrenzing voor het vlakfrezen is mogelijk. Verder kunt u voor de breedte en lengte een tolerantie programmeren.
Wanneer u met cyclus 1273 werkt, programmeert u het volgende:
- Cyclus 1273 OCM SLEUF/DAM
- Wanneer u Q650=1 (figuurtype = eiland) programmeert, moet u met behulp van cyclus 1281 OCM BEGRENZING RECHTHOEK of 1282 OCM BEGRENZING CIRKEL een begrenzing definiëren
- Cyclus 272 OCM VOORBEWERKEN
- Evt. cyclus 273 OCM NABEW. ZIJKANT
- Evt. cyclus 274 OCM NABEW. ZIJKANT
- Evt. cyclus 277 OCM AFKANTEN
Instructies
- Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
- Cyclus 1273 is DEF-actief, d.w.z. dat cyclus 1273 vanaf zijn definitie in het NC-programma actief is.
- De in cyclus 1273 ingevoerde bewerkingsinformatie geldt voor de OCM-bewerkingscycli 272 tot 274 en 277.
Aanwijzing voor het programmeren
- De cyclus heeft een overeenkomstige voorpositionering nodig die afhankelijk is van Q367.
- Wanneer een figuur of contour vooraf is voorbewerkt, wordt in de cyclus het nummer of de naam van het ruimgereedschap geprogrammeerd. Indien niet is voorgeruimd, moet u bij de eerste voorbewerking in de cyclusparameter Q438=0 RUIMGEREEDSCHAP definiëren.
Cyclusparameters
Helpscherm | Parameters |
---|---|
Q650 Type figuur? Geometrie van de figuur: 0: tas 1: eiland 2: begrenzing voor vlakfrezen Invoer: 0, 1, 2 | |
Q219 Breedte sleuf? Breedte van de sleuf of dam, parallel aan de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt incrementeel. Indien nodig kunt u een tolerantie programmeren. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q218 Lengte sleuf? Lengte van de sleuf of dam, parallel aan de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt incrementeel. Indien nodig kunt u een tolerantie programmeren. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q367 Positie sleuf (0/1/2/3/4)? Positie van de figuur gerelateerd aan de positie van het gereedschap bij de cyclusoproep: 0: gereedschapspositie = midden van het figuur 1: gereedschapspositie = linker uiteinde van het figuur 2: gereedschapspositie = centrum van de linker figuurcirkel 3: gereedschapspositie = centrum van de rechter figuurcirkel 4: gereedschapspositie = rechter uiteinde van het figuur Invoer: 0, 1, 2, 3, 4 | |
Q224 Rotatiepositie? Hoek waarmee de figuur wordt geroteerd. Het rotatiecentrum ligt in het midden van de figuur. De waarde werkt absoluut. Invoer: -360.000...+360.000 | |
Q203 Coörd. werkstukoppervlakte? Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q201 Diepte? afstand tussen werkstukoppervlak en bodem van de contour. De waarde werkt incrementeel. Invoer: -99999.9999...+0 | |
Q368 Overmaat voor kantnabewerking? Overmaat in het bewerkingsvlak dat na het voorbewerken blijft. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q369 Overmaat voor dieptenabewerking? Overmaat op de diepte die na het voorbewerken blijft. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q260 Veilige hoogte? Positie in de gereedschapsas waarin botsing met het werkstuk uitgesloten is. De besturing benadert de positie bij tussenpositionering en terugtrekken aan het einde van de cyclus. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q578 Factor radius bij binnenhoeken? De gereedschapsradius vermenigvuldigd met Q578 FACTOR BINNENHOEKEN levert de kleinste middelpuntsbaan van het gereedschap op. Daardoor kunnen er geen kleinere inwendige radii bij de contour ontstaan, zoals uit de gereedschapsradius opgeteld bij het product van de gereedschapsradius en Q578 FACTOR BINNENHOEKEN. Invoer: 0.05...0.99 |
11 CYCL DEF 1273 OCM SLEUF/DAM ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
|