Werkgebied Posities
Toepassing
De algemene statusweergave in het werkgebied Posities bevat informatie over de toestand van verschillende functies van de besturing en de actuele asposities.
Functiebeschrijving
U kunt het werkgebied Posities in de volgende werkstanden openen:
- Handmatig
- Programma-afloop
Het werkgebied Posities bevat de volgende informatie:
- Symbolen van actieve en inactieve functies, bijvoorbeeld Dynamische botsingsbewaking DCM (#40 / #5-03-1)
- Actief gereedschap
- Technologiewaarden
- Positie van de spil- en aanzet-potentiometers
- Actieve additionele functies voor de spil
- Aswaarden en toestanden, bijvoorbeeld referentiepunt van as niet vastgelegd
As- en digitale uitlezing
Raadpleeg uw machinehandboek!
Met machineparameter axisDisplay (nr.100810) definieert u het aantal en de volgorde van de weergegeven assen.
Symbool | Betekenis |
---|---|
IST | Modus van de digitale uitlezing, bijvoorbeeld actuele of nominale coördinaten van de actuele positie van het gereedschap U kunt de modus selecteren in de titelbalk van het werkgebied. |
Assen De X-as is geselecteerd. U kunt de gekozen as verplaatsen. | |
De hulpas m is niet geselecteerd. De besturing toont hulpassen als kleine letters, bijvoorbeeld Gereedschapsmagazijn. | |
Het referentiepunt van de as is niet vastgelegd | |
De as is niet in veilige modus. | |
De as verplaatst zich langs de naast het symbool getoonde restweg. | |
De as is geklemd. | |
U kunt de as met het handwiel verplaatsen. | |
U kunt de as niet met het handwiel verplaatsen. Machine Raadpleeg uw machinehandboek! De machinefabrikant definieert welke assen u met het handwiel kunt verplaatsen. | |
Stoptoestand van de aanzet | |
Stoptoestand van de spil |
Referentiepunt en technologiewaarden
Symbool | Betekenis |
---|---|
Nummer en commentaar van het actieve werkstukreferentiepunt Het nummer komt overeen met het actieve regelnummer van de referentiepunttabel. Het commentaar komt overeen met de inhoud van de kolom DOC. | |
Nummer van het actieve palletreferentiepunt Het nummer komt overeen met het actieve regelnummer van de paletreferentiepunttabel. | |
T | In het gedeelte T toont de besturing de volgende informatie:
|
F | In het gedeelte F toont de besturing de volgende informatie:
Wanneer met behulp van de knop F LIMIT een aanzetbegrenzing actief is, heet het gedeelte F LIMIT in plaats van F. De besturing toont de tekst F LIMIT en de aanzetwaarde oranje. |
S | In het gedeelte S toont de besturing de volgende informatie:
|
Actieve functies
Symbool | Betekenis |
---|---|
De functie Handmatig verplaatsen is actief. | |
De functie Handmatig verplaatsen is niet actief. | |
De gereedschapsradiuscorrectie RR is actief. Tijdens de functie Regelsprong toont de besturing de symbolen transparant. | |
De gereedschapsradiuscorrectie R- is actief. Tijdens de functie Regelsprong toont de besturing de symbolen transparant. | |
3D-gereedschapscorrectie is actief (#9 / #4-01-1). 3D-gereedschapscorrectie (#9 / #4-01-1) Tijdens de functie Regelsprong toont de besturing het symbool transparant. | |
In het actieve referentiepunt is een basisrotatie gedefinieerd. | |
De assen worden, rekening houdend met de basisrotatie, verplaatst. | |
In het actieve referentiepunt is een 3D-basisrotatie gedefinieerd. | |
De assen worden, rekening houdend met het gezwenkte bewerkingsvlak, verplaatst. Bewerkingsvlak zwenken met PLANE-functies (#8 / #1-01-1) | |
De functie Gereedschapsas is actief (#21 / #4-02-1). | |
De functie TRANS MIRROR of de cyclus 8 SPIEGELEN is actief. De in de functie of cyclus geprogrammeerde assen worden gespiegeld verplaatst. | |
De functie PARAXCOMP DISPLAY is actief. | |
De functie PARAXCOMP MOVE is actief. Gedrag bij het positioneren van parallelle assen kan worden gedefinieerd met FUNCTION PARAXCOMP | |
De functie PARAXMODE is actief. Dit symbool bedekt eventueel de symbolen voor PARAXCOMP DISPLAY en PARAXCOMP MOVE. Drie lineaire assen voor de bewerking selecteren met FUNCTION PARAXMODE | |
De functie M128 oder FUNCTION TCPM is actief (#9 / #4-01-1). Gereedschapsinstelling compenseren met FUNCTION TCPM (#9 / #4-01-1) | |
De functie Dynamische botsingsbewaking DCM is actief (#40 / #5-03-1). | |
De functie Dynamische botsingsbewaking DCM is niet actief (#40 / #5-03-1). | |
De functie Dynamische botsingsbewaking DCM is met een gereduceerde minimumafstand actief (#140 / #5-03-2). Minimale afstand voor DCM reduceren met FUNCTION DCM DIST (#140 / #5-03-2) | |
De functie Adaptieve aanzetregeling AFC is actief in de leersnede (#45 / #2-31-1). | |
De functie Adaptieve aanzetregeling AFC is actief in de regelmodus (#45 / #2-31-1). | |
De functie Actieve chatter-onderdrukking ACC is actief (#145 / #2-30-1). |
Met de optionele machineparameter iconPrioList (nr. 100813) wijzigt u de volgorde waarin de besturing de symbolen toont. Het symbool voor de dynamische botsingsbewaking DCM (#40 / #5-03-1) is altijd zichtbaar en kan niet worden geconfigureerd.
Definitie
Hulpassen
Hulpassen worden via de PLC gestuurd en zijn niet in de kinematicabeschrijving opgenomen. Hulpassen worden bijvoorbeeld door middel van een externe motor hydraulisch of elektrisch aangedreven. De machinefabrikant kan bijvoorbeeld het gereedschapsmagazijn als hulpas definiëren.