Schalen met TRANS SCALE

Toepassing

Met de functie TRANS SCALE schaalt u contouren of afstanden tot het nulpunt en vergroot of verkleint u deze gelijkmatig. Zo kan er bijvoorbeeld rekening worden gehouden met krimp- en overmaatfactoren.

Met de functie TRANS SCALE RESET kunt u een schaalwaarde resetten.

Functiebeschrijving

De schaling werkt modaal vanaf de definitie in het NC-programma.

Afhankelijk van de positie van het werkstuknulpunt schaalt de besturing als volgt:

  • Werkstuknulpunt in het midden van de contour:
  • De besturing schaalt de contour in alle richtingen gelijkmatig.

  • Werkstuknulpunt linksonder op de contour:
  • De besturing schaalt de contour in de positieve richting van de X- en Y-assen.

  • Werkstuknulpunt rechtsboven op de contour:
  • De besturing schaalt de contour in de negatieve richting van de X- en Y-assen.

Referentiepunten in de machine

Met een maatfactor SCL kleiner dan 1 verkleint de besturing de contour. Met een maatfactor SCL groter dan 1 vergroot de besturing de contour.

De besturing houdt bij het schalen rekening met alle coördinaatgegevens en maatgegevens uit cycli.

De besturing toont een actieve schaalwaardebepaling in het tabblad TRANS van het werkgebied Status.

Tabblad TRANS

Invoer

11 TRANS SCALE SCL1.5

; bewerking met maatfactor 1,5 vergroten

De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:

Syntaxiselement

Betekenis

TRANS SCALE

Syntaxisopener voor een schaalwaarde

SCL of RESET

Maatfactor invoeren of schaalwaarde resetten

Vast of variabel nummer

Instructies

  • Deze functie kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
  • Bewerkingsmodus omschakelen met FUNCTION MODE

  • Wanneer een schaalwaardebepaling met TRANS SCALE of cyclus 11 MAATFACTOR wordt uitgevoerd, overschrijft de besturing de actuele maatfactor.
  • Cyclus 11 MAATFACTOR

  • Wanneer u een contour met inwendige radii verkleint, moet u op de juiste gereedschapskeuze letten. Anders blijft eventueel restmateriaal staan.