Cyclus 401 ROT 2 BORINGEN (#17 / #1-05-1)
ISO-programmering
G401
Toepassing
Tastcyclus 401 registreert de middelpunten van twee boringen. De besturing berekent vervolgens de hoek tussen de hoofdas van het bewerkingsvlak en de rechte verbindingslijn tussen de middelpunten van de boringen. De besturing compenseert de berekende waarde via de functie Basisrotatie. Als alternatief kan de vastgestelde scheve ligging ook door rotatie van de rondtafel worden gecompenseerd.
In plaats van cyclus 401 ROT 2 BORINGEN adviseert HEIDENHAIN de krachtigere cyclus 1411 TASTEN TWEE CIRKELS.
Verwante onderwerpen
- Cyclus 1411 TASTEN TWEE CIRKELS
Cyclusverloop
- De besturing positioneert het tastsysteem met positioneerlogica naar het ingevoerde middelpunt van de eerste boring 1
- Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich naar de ingevoerde meethoogte en registreert door vier keer tasten het middelpunt van de eerste boring
- Vervolgens keert het tastsysteem terug naar de veilige hoogte en positioneert zich naar het ingevoerde middelpunt van de tweede boring 2
- De besturing verplaatst het tastsysteem naar de ingevoerde meethoogte en registreert door vier keer tasten het middelpunt van de tweede boring
- Ten slotte verplaatst de besturing het tastsysteem terug naar de veilige hoogte en wordt de vastgestelde basisrotatie uitgevoerd
Instructies
- De volgende cycli niet vóór het gebruik van tastcycli activeren: cyclus 7 NULPUNT, cyclus 8 SPIEGELEN, cyclus 10 ROTATIE, cyclus 11 MAATFACTOR en cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC..
- Coördinatenomrekeningen van tevoren terugzetten
- Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
- De besturing zet een actieve basisrotatie aan het begin van de cyclus terug.
- Als u de scheve ligging via rotatie van de rondtafel wilt compenseren, gebruikt de besturing automatisch de volgende rotatie-assen:
- C bij gereedschapsas Z
- B bij gereedschapsas Y
- A bij gereedschapsas X
Aanwijzing voor het programmeren
- U moet vóór de cyclusdefinitie een gereedschapsoproep voor de definitie van de tastsysteemas hebben geprogrammeerd.
Cyclusparameters
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q268 1e boring: midden 1e as? Middelpunt van de eerste boring in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut. Invoer: -99999.9999...+9999.9999 | |
Q269 1e boring midden 2e as ? Middelpunt van de eerste boring in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q270 2e boring: midden 1e as? Middelpunt van de tweede boring in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q271 2e boring: midden 2e as? Middelpunt van de tweede boring in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q261 Meethoogte in tastsysteemas? Coördinaat van het midden van de kogel in de tastsysteemas waarin de meting moet plaatsvinden. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q260 Veilige hoogte? Coördinaat in de gereedschapsas waarin een botsing tussen het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q307 Vooraf ingestelde rotatiehoek Wanneer de te meten scheve ligging niet aan de hoofdas, maar aan een willekeurige rechte moet worden gerelateerd, moet de hoek van de rechte referentielijn worden ingevoerd. De besturing bepaalt dan voor de basisrotatie het verschil aan de hand van de gemeten waarde en de hoek van de rechte referentielijn. De waarde werkt absoluut. Invoer: -360.000...+360.000 | |
Q305 Nummer in tabel? Voer het nummer van een regel van de referentiepunttabel in. In deze regel voert de besturing de desbetreffende invoer uit: Q305 = 0: de rotatie-as wordt in regel 0 van de referentiepunttabel op nul ingesteld. Daardoor wordt een item ingevoerd in de OFFSET-kolom. (Voorbeeld: bij gereedschapsas Z wordt een item ingevoerd in C_OFFS). Bovendien worden alle andere waarden (X, Y, Z enz.) van het op dit moment actieve referentiepunt in regel 0 van de referentiepunttabel overgenomen. Daarnaast wordt het referentiepunt uit regel 0 geactiveerd. Q305 > 0: de rotatie-as wordt in de hier opgegeven regel van de referentiepunttabel op nul ingesteld. Daardoor wordt een item ingevoerd in de desbetreffende OFFSET-kolom in de referentiepunttabel. (Voorbeeld: bij gereedschapsas Z wordt een item ingevoerd in C_OFFS). Q305 is afhankelijk van de volgende parameters:
Invoer: 0...99999 | |
Q402 Basisrotatie/uitrichten (0/1) Vastleggen of de besturing de vastgestelde scheve ligging als basisrotatie moet instellen of via rotatie van de rondtafel moet uitlijnen: 0: basisrotatie instellen: Hier slaat de besturing de basisrotatie op (bij gereedschapsas Z gebruikt de besturing de kolom SPC) 1: rotatie van de rondtafel uitvoeren: Er wordt een invoer in de desbetreffende offset-kolom van de referentiepunttabel uitgevoerd (voorbeeld: Bij gereedschapsas Z gebruikt de besturing de kolom C_offs), bovendien draait de desbetreffende as Invoer: 0, 1 | |
Q337 Op nul zetten na uitlijning? Vastleggen of de besturing de digitale uitlezing van de desbetreffende rotatie-as na het uitlijnen op 0 moet instellen: 0: na het uitlijnen wordt de digitale uitlezing niet op 0 ingesteld 1: na het uitlijnen wordt de digitale uitlezing op 0 ingesteld, als u eerst Q402=1 hebt gedefinieerd Invoer: 0, 1 |
11 TCH PROBE 401 ROT 2 BORINGEN ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
|