Cyclus 418 REF.PT. 4 BORINGEN (#17 / #1-05-1)

ISO-programmering

G418

Toepassing

Met tastcyclus 418 wordt het snijpunt van de verbindingslijnen van telkens twee middelpunten van boringen berekend en als referentiepunt vastgelegd. De besturing kan het snijpunt eventueel ook in een nulpunt- of referentiepunttabel vastleggen.

Cyclusverloop

  1. De besturing positioneert het tastsysteem met positioneerlogica naar het midden van de eerste boring 1
  2. Positioneerlogica

  3. Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich naar de ingevoerde meethoogte en registreert door vier keer tasten het middelpunt van de eerste boring
  4. Vervolgens keert het tastsysteem terug naar de veilige hoogte en positioneert zich naar het ingevoerde middelpunt van de tweede boring 2
  5. De besturing verplaatst het tastsysteem naar de ingevoerde meethoogte en registreert door vier keer tasten het middelpunt van de tweede boring
  6. De besturing herhaalt het proces voor de boringen 3 en 4
  7. De besturing positioneert het tastsysteem terug naar veilige hoogte
  8. Afhankelijk van de cyclusparameters Q303 en Q305 verwerkt de besturing het vastgestelde referentiepunt, (zie Basisprincipes van de tastcycli 408 tot 419 bij het vastleggen van het referentiepunt)
  9. De besturing berekent het referentiepunt als snijpunt van de verbindingslijnen middelpunt van de boringen 1/3 en 2/4 en slaat de actuele waarden in de hierna vermelde Q-parameters op
  10. Indien gewenst bepaalt de besturing daarna in een afzonderlijk tastproces nog het referentiepunt in de tastsysteemas

Q-parameter
nummer

Betekenis

Q151

Actuele waarde snijpunt hoofdas

Q152

Actuele waarde snijpunt nevenas

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Bij de uitvoering van de tastcycli 400 t/m 499 mogen geen cycli voor coördinatenomrekening actief zijn. Er bestaat botsingsgevaar!
  1. De volgende cycli niet vóór het gebruik van tastcycli activeren: cyclus 7 NULPUNT, cyclus 8 SPIEGELEN, cyclus 10 ROTATIE, cyclus 11 MAATFACTOR en cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC..
  2. Coördinatenomrekeningen van tevoren terugzetten
  • Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
  • De besturing zet een actieve basisrotatie aan het begin van de cyclus terug.

Aanwijzing voor het programmeren

  • U moet vóór de cyclusdefinitie een gereedschapsoproep voor de definitie van de tastsysteemas hebben geprogrammeerd.

Cyclusparameters

Helpscherm

Parameters

Q268 1e boring: midden 1e as?

Middelpunt van de eerste boring in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: -99999.9999...+9999.9999

Q269 1e boring midden 2e as ?

Middelpunt van de eerste boring in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q270 2e boring: midden 1e as?

Middelpunt van de tweede boring in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q271 2e boring: midden 2e as?

Middelpunt van de tweede boring in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q316 3e boring : midden 1e as ?

Middelpunt van de 3e boring in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q317 3e boring : midden 2e as ?

Middelpunt van de 3e boring in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q318 4e boring: midden 1e as?

Middelpunt van de 4e boring in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q319 4e boring: midden 2e as?

Middelpunt van de 4e boring in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q261 Meethoogte in tastsysteemas?

Coördinaat van het midden van de kogel in de tastsysteemas waarin de meting moet plaatsvinden. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q260 Veilige hoogte?

Coördinaat in de gereedschapsas waarin een botsing tussen het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF

Q305 Nummer in tabel?

Voer de regelnummers van de referentiepunttabel/nulpunttabel in waarin de besturing de coördinaten van het snijpunt van de verbindingslijnen opslaat. Afhankelijk van Q303 legt de besturing het item in de referentiepunttabel of in de nulpunttabel vast.

Wanneer Q303 = 1, dan beschrijft de besturing de referentiepunttabel.

Wanneer Q303 = 0, dan beschrijft de besturing de nulpunttabel. Het nulpunt wordt niet automatisch geactiveerd

Berekende referentiepunt opslaan

Invoer: 0...99999

Q331 Nieuw nulpunt in hoofdas ?

Coördinaat in de hoofdas waarop de besturing het vastgestelde snijpunt van de verbindingslijnen moet instellen. Basisinstelling = 0. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q332 Nieuw nulpunt in hulpas ?

Coördinaat in de nevenas waarop de besturing het vastgestelde snijpunt van de verbindingslijnen moet instellen. Basisinstelling = 0. De waarde werkt absoluut.

Invoer: -99999.9999...+9999.9999

Q303 Meetwaarde overdracht (0,1)?

Vastleggen of het vastgelegde referentiepunt in de nulpunttabel of in de referentiepunttabel moet worden opgeslagen:

-1: niet gebruiken! Wordt door de besturing ingevoerd wanneer oude NC-programma’s worden ingelezen zie Toepassing

0: vastgesteld referentiepunt in de actieve nulpunttabel opslaan. Referentiesysteem is het actieve werkstukcoördinatensysteem

1 = vastgesteld referentiepunt in de referentiepunttabel opslaan.

Invoer: –1, 0, +1

Q381 Aantasten in TS as? (0/1)

Vastleggen of de besturing ook het referentiepunt in de tastsysteemas moet vastleggen:

0: referentiepunt in de tastsysteemas niet vastleggen

1: referentiepunt in de tastsysteemas vastleggen

Invoer: 0, 1

Q382 Tasten TS-as: Coörd. 1e as?

Coördinaat van de tastpositie in de hoofdas van het bewerkingsvlak waarop het referentiepunt in de tastsysteemas moet worden ingesteld. Alleen actief als Q381 = 1. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q383 Tasten TS-as: Coörd. 2e as?

Coördinaat van de tastpositie in de nevenas van het bewerkingsvlak waarop het referentiepunt in de tastsysteemas moet worden ingesteld. Alleen actief als Q381 = 1. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q384 Tasten TS-as: Coörd. 3e as?

Coördinaat van de tastpositie in de tastsysteemas van het bewerkingsvlak waarop het referentiepunt in de tastsysteemas moet worden ingesteld. Alleen actief als Q381 = 1. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q333 Nieuw nulpunt in TS-as ?

Coördinaat in de tastsysteemas waarop de besturing het referentiepunt moet vastleggen. Basisinstelling = 0. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Voorbeeld

11 TCH PROBE 418 REF.PT. 4 BORINGEN ~

Q268=+20

;1E BORING MIDD.1E AS ~

Q269=+25

;1E BORING MIDD.2E AS ~

Q270=+150

;2E BORING MIDD.1E AS ~

Q271=+25

;2E BORING MIDD.2E AS ~

Q316=+150

;3E MIDDEN 1E AS ~

Q317=+85

;3E MIDDEN 2E AS ~

Q318=+22

;4E MIDDEN 1E AS ~

Q319=+80

;4E MIDDEN 2E AS ~

Q261=-5

;MEETHOOGTE ~

Q260=+10

;VEILIGE HOOGTE ~

Q305=+12

;NUMMER IN TABEL ~

Q331=+0

;NULPUNT ~

Q332=+0

;NULPUNT ~

Q303=+1

;MEETWAARDE OVERDR. ~

Q381=+1

;AANTASTEN TS-AS ~

Q382=+85

;1. COORD. VOOR TS-AS ~

Q383=+50

;2. COORD. VOOR TS-AS ~

Q384=+0

;3. COORD. VOOR TS-AS ~

Q333=+0

;NULPUNT