Venster 3D-rotatie (#8 / #1-01-1)
Toepassing
Met het venster 3D-rotatie kunt u het zwenken van het bewerkingsvlak voor de werkstanden Handmatig en Programma-afloop activeren en deactiveren. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld na een programmaonderbreking in de toepassing Handbediening het gezwenkte bewerkingsvlak terugzetten en het gereedschap vrijzetten.
Verwante onderwerpen
- Bewerkingsvlak zwenken in het NC-programma
- Referentiesystemen van de besturing
Voorwaarden
- Machine met rotatieassen
- Kinematicabeschrijving
De besturing heeft voor de berekening van de zwenkhoek een kinematicabeschrijving nodig die de machinefabrikant maakt.
- Software-optie Uitgebreide functies groep 1 (#8 / #1-01-1)
- Functie door machinefabrikant vrijgegeven
Met de machineparameter rotateWorkPlane (nr. 201201) definieert de machinefabrikant of het zwenken van het bewerkingsvlak op de machine is toegestaan.
- Gereedschap met gereedschapsas Z
Functiebeschrijving
U opent het venster 3D-rotatie met de knop 3D ROT in de toepassing Handbediening.
Het venster 3D-rotatie bevat de volgende informatie:
Bereik | Inhoud |
---|---|
Info | Informatie over de machine:
Handwiel-override activeren met M118 (#21 / #4-02-1) |
Handbediening | Werking van de zwenkfunctie in de werkstand Handmatig:
|
PGM-afloop | Als de functie Bewerkingsvlak zwenken voor de werkstand Programma-afloop geactiveerd wordt, dan geldt de ingevoerde rotatiehoek vanaf de eerste NC-regel van het af te werken NC-programma. Als in het NC-programma de cyclus 19 BEWERKINGSVLAK of de PLANE-functie gebruikt wordt, zijn de daarin gedefinieerde hoekwaarden actief. De besturing stelt de in het venster ingevoerde hoekwaarden in op 0. |
3D ROT Ruimtehoek | Momenteel actieve hoek voor de selectie 3D ROT Met de machineparameter planeOrientation (nr. 201202) definieert de machinefabrikant of de besturing met de ruimtelijke hoeken SPA, SPB en SPC of met de aswaarden van de aanwezige rotatie-assen rekent. |
U bevestigt de selectie met OK. Wanneer een selectie in de gedeelten Handbediening of PGM-afloop actief is, laat de besturing het gedeelte groen oplichten.
Als er een selectie in het venster 3D-rotatie actief is, toont de besturing het passende symbool in het werkgebied Posities.
Selectie Basisrotatie
Wanneer u de selectie Basisrotatie selecteert, verplaatsen de assen zich, rekening houdend met een basisrotatie of 3D-basisrotatie.
Basisrotatie en 3D-basisrotatie
De verplaatsingen worden toegepast in het werkstukcoördinatensysteem W-CS.
Werkstukcoördinatensysteem W-CS
Als het actieve werkstukreferentiepunt een basisrotatie of 3D-basisrotatie bevat, toont de besturing bovendien het bijbehorende symbool in het werkbereik Posities.
Het gedeelte 3D ROT Ruimtehoek heeft bij deze selectie geen functie.
Selectie Gereedschapsas
Als u de selectie Gereedschapsas selecteert, kunt u in de positieve of negatieve richting van de gereedschapsas verplaatsen. De besturing blokkeert alle andere assen. Deze selectie is alleen zinvol bij machines met koprotatie-assen.
De verplaatsing wordt toegepast in het gereedschapscoördinatensysteem T-CS.
Gereedschapscoördinatensysteem T-CS
U gebruikt deze selectie bijvoorbeeld in de volgende gevallen:
- U zet het gereedschap tijdens een onderbreking van de programma-afloop in een 5-assig programma in de richting van de gereedschapsas vrij.
- U verplaatst met de astoetsen of met het handwiel met een schuin ingesteld gereedschap.
Het gedeelte 3D ROT Ruimtehoek heeft bij deze selectie geen functie.
Selectie 3D ROT
Wanneer u de selectie 3D ROT selecteert, verplaatsen alle assen in het gezwenkte bewerkingsvlak. De verplaatsingen worden toegepast in het bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS.
Bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS
Wanneer in de referentiepunttabel ook nog een basisrotatie of 3D-basisrotatie is opgeslagen, wordt hiermee automatisch rekening gehouden.
De besturing toont in het gedeelte 3D ROT Ruimtehoek de op dat moment actieve hoeken. U kunt de ruimtehoek ook bewerken.
Wanneer u de waarden in het invoerveld 3D ROT Ruimtehoek bewerkt, moet u de rotatie-assen aansluitend positioneren, bijvoorbeeld in de toepassing MDI.
Instructies
- De besturing gebruikt in de volgende situaties de transformatiewijze COORD ROT:
- als daarvoor een PLANE-functie met COORD ROT is afgewerkt
- na PLANE RESET
- bij overeenkomstige configuratie van de machineparameter CfgRotWorkPlane (nr. 201200) door de machinefabrikant
- De besturing gebruikt in de volgende situaties de transformatiewijze TABLE ROT:
- als daarvoor een PLANE-functie met TABLE ROT is afgewerkt
- bij overeenkomstige configuratie van de machineparameter CfgRotWorkPlane (nr. 201200) door de machinefabrikant
- Wanneer u een referentiepunt plaatst, moeten de posities van de rotatie-assen overeenstemmen met de zwenksituatie in het venster 3D-rotatie (#8 / #1-01-1). Wanneer de rotatie-assen anders gepositioneerd zijn dan in het venster 3D-rotatie is gedefinieerd, breekt de besturing standaard af met een foutmelding.
Met de optionele machineparameter chkTiltingAxes (nr. 204601) definieert de machinefabrikant de reactie van de besturing.
- Een gezwenkt bewerkingsvlak blijft ook na het herstarten van de besturing actief.
- Door de machinefabrikant gedefinieerde PLC-positioneringen zijn niet toegestaan bij gezwenkt bewerkingsvlak.