Gereedschapsradiuscorrectie

Toepassing

Bij actieve gereedschapsradiuscorrectie relateert de besturing de posities in het NC-programma niet meer aan het gereedschapsmiddelpunt, maar op de snijkant van het gereedschap.

Met behulp van de gereedschapsradiuscorrectie programmeert u de tekeningmaten zonder rekening te houden met de gereedschapsradius. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld na een gereedschapsbreuk een gereedschap met afwijkende maten zonder programmawijziging gebruiken.

Voorwaarden

Functiebeschrijving

Bij de gereedschapsradiuscorrectie houdt de besturing rekening met de actieve gereedschapsradius. De actieve gereedschapsradius ontstaat uit de gereedschapsradius R en de deltawaarden DR uit het gereedschapsbeheer en het NC-programma.

Actieve gereedschapsradius = R + DRTAB + DRProg

Gereedschapscorrectie voor gereedschapslengte en -radius

Asparallelle verplaatsingen kunnen als volgt worden gecorrigeerd:

  • R+: verlengt een asparallelle verplaatsing met de gereedschapsradius
  • R-: verkort een asparallelle verplaatsing met de gereedschapsradius

Een NC-regel met baanfuncties kan de volgende gereedschapsradiuscorrecties bevatten:

  • RL: gereedschapsradiuscorrectie, links van de contour
  • RR: gereedschapsradiuscorrectie, rechts van de contour
  • R0: terugzetten van een actieve gereedschapsradiuscorrectie, positionering met het gereedschapsmiddelpunt

Met de radius gecorrigeerde verplaatsing met baanfuncties

Met de radius gecorrigeerde verplaatsing met asparallelle bewegingen

Het gereedschapsmiddelpunt heeft daarbij de afstand van de gereedschapsradius van de geprogrammeerde contour. Rechts en links duiden de positie aan van het gereedschap in de verplaatsingsrichting langs de werkstukcontour.

RL: het gereedschap verplaatst zich links van de contour

RR: het gereedschap verplaatst zich rechts van de contour

Werking

De gereedschapsradiuscorrectie werkt vanaf de Nc-regel waarin de gereedschapsradiuscorrectie is geprogrammeerd. De gereedschapsradiuscorrectie werkt modaal en aan het regeleinde.

 
Tip

U kunt de gereedschapsradiuscorrectie slechts één keer programmeren, dus kunnen bijvoorbeeld wijzigingen sneller plaatsvinden.

De besturing zet de gereedschapsradiuscorrectie in de volgende gevallen terug:

  • Positioneerregel met R0
  • Functie DEP voor het verlaten van een contour
  • Selectie van een nieuw NC-programma

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
De besturing heeft veilige benader- en verlaatposities nodig om een contour te kunnen benaderen of verlaten. Deze posities moeten de compensatiebewegingen bij het activeren en deactiveren van de radiuscorrectie mogelijk maken. Verkeerde posities kunnen leiden tot beschadigingen van de contour. Tijdens de bewerking bestaat er gevaar voor botsingen!
  1. Veilige benader- en verlaatposities buiten de contour programmeren
  2. Rekening houden met gereedschapsradius
  3. Rekening houden met benaderingsstrategie
  • De besturing toont bij een actieve gereedschapsradiuscorrectie een symbool in het werkgebied Posities.
  • Werkgebied Posities

  • Tussen twee NC-programmaregels met verschillende gereedschapsradiuscorrectie RR en RL moet minstens één verplaatsingsregel in het bewerkingsvlak zonder gereedschapsradiuscorrectie (dus met R0) staan.
  • Wanneer bij een actieve radiuscorrectie bijv. de volgende functies worden uitgevoerd, breekt de besturing de programma-afloop af en verschijnt een foutmelding:
    • PLANE-functies (#8 / #1-01-1)
    • M128 (#9 / #4-01-1)
    • FUNCTION TCPM (#9 / #4-01-1)
    • CALL PGM
    • Cyclus 12 PGM CALL
    • Cyclus 32 TOLERANTIE
    • Cyclus 19 BEWERKINGSVLAK
    •  
      Tip

      NC-programma's van eerdere besturingen, die de cyclus 19 BEWERKINGSVLAK bevatten, kunnen nog steeds worden afgewerkt.

Aanwijzingen in verband met de bewerking van hoeken

  • Buitenhoeken:
    wanneer een radiuscorrectie geprogrammeerd is, leidt de besturing het gereedschap naar de buitenhoeken op een overgangscirkel. Indien nodig reduceert de besturing de aanzet op de buitenhoeken, bijv. bij grote richtingsveranderingen
  • Binnenhoeken:
    bij de binnenhoeken berekent de besturing het snijpunt van de banen waarop het gereedschapsmiddelpunt zich gecorrigeerd verplaatst. Vanaf dit punt wordt het gereedschap langs het volgende contourelement verplaatst. Dit voorkomt beschadiging van het werkstuk op de binnenhoeken. De gereedschapsradius mag dus voor een bepaalde contour niet willekeurig groot gekozen worden