Basisprincipes

Toepassing

Met de adaptieve aanzetregeling AFC bespaart u tijd bij de afwerking van NC-programma's en u spaart daarbij ook de machine. De besturing regelt de baanaanzet tijdens de programma-afloop, afhankelijk van het spilvermogen. Bovendien reageert de besturing op overbelasting van de spil.

Voorwaarden

  • Softwareoptie Adaptieve aanzetregeling AFC (#45 / #2-31-1)
  • Vrijgegeven door machinefabrikant
  • Met de optionele machineparameter Enable (nr.120001) definieert de machinefabrikant of u gebruik kunt maken van AFC.

Functiebeschrijving

Als u in de programma-afloop aanzet wilt regelen met AFC, volgt u de onderstaande stappen:

Als AFC actief tijdens een leersnede, toont de besturing een symbool in het werkgebied Posities.

Werkgebied Posities

In het tabblad AFC van de werkstand Status toont de besturing gedetailleerde informatie over de functie.

Tabblad AFC (#45 / #2-31-1)

Voordelen van AFC

De inzet van de adaptieve aanzetregeling AFC biedt de volgende voordelen:

  • Optimalisering van de bewerkingstijd
  • Door het regelen van de aanzet probeert de besturing het vooraf ingeleerde maximale spilvermogen of het in de gereedschapstabel ingestelde regel-referentievermogen (kolom AFC-LOAD) gedurende de totale bewerkingstijd aan te houden. De totale bewerkingstijd wordt verkort door vergroting van de aanzet in bewerkingszones waarin minder materiaal wordt verwijderd

  • Gereedschapsbewaking
  • Wanneer het spilvermogen de ingeleerde of ingestelde maximumwaarde overschrijdt, reduceert de besturing de aanzet tot het bereiken van het referentie-spilvermogen. Als daarbij de minimumaanzet wordt onderschreden, zal de besturing daarop de machine uitschakelen. AFC kan het gereedschap ook met behulp van het spilvermogen bewaken op slijtage en breuk, zonder de aanzet te wijzigen.

  • Controleren op slijtage en belasting van gereedschap

  • Beveiliging van de mechanische machinedelen
  • Door tijdig de aanzet te reduceren of te reageren met de bijbehorende uitschakeling, kan machineschade door overbelasting worden voorkomen

Tabellen in combinatie met AFC

De besturing omvat de volgende tabellen in combinatie met AFC:

  • AFC.tab
  • In de tabel AFC.tab legt u de regelinstellingen vast waarmee de besturing de aanzetregeling uitvoert. De tabel moet in de directory TNC:\table zijn opgeslagen.

  • AFC-basisinstellingen AFC.tab

  • *.H.AFC.DEP
  • Bij een leersnede kopieert de besturing eerst voor elk bewerkingsgedeelte de in de tabel AFC.TAB gedefinieerde basisinstellingen naar het bestand <name>.H.AFC.DEP. <name> heeft hier betrekking op de naam van het NC-programma waarvoor de leersnede is uitgevoerd. Bovendien registreert de besturing het tijdens de leersnede opgetreden maximale spilvermogen en slaat deze waarde ook in de tabel op.

  • Instellingsbestand AFC.DEP voor leersneden

  • *.H.AFC2.DEP
  • Tijdens een leersnede slaat de besturing voor elke bewerkingsstap verschillende informatie op in het bestand <name>.H.AFC2.DEP. <name> heeft hier betrekking op de naam van het NC-programma waarvoor de leersnede is uitgevoerd.

  • In de regelmodus werkt de besturing de gegevens van deze tabel bij en voert evaluaties uit.

  • Protocolbestand AFC2.DEP

U kunt de tabellen voor AFC tijdens de programma-afloop openen en eventueel bewerken. De besturing toont alleen de tabellen voor het actieve NC-programma.

Tabellen voor AFC bewerken

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: risico voor gereedschap en werkstuk!
Wanneer u de adaptieve aanzetregeling AFC deactiveert, gebruikt de besturing direct weer de geprogrammeerde bewerkingsaanzet. Wanneer AFC voorafgaande aan de deactivering de aanzet gereduceerd heeft (bijvoorbeeld afhankelijk van slijtage), versnelt de besturing tot de geprogrammeerde aanzet. Dit gebeurt ongeacht hoe de functie wordt gedeactiveerd. De versnelling van de aanzet kan tot gereedschaps- en werkstukschade leiden!
  1. Bij een dreigende onderschrijding van de FMIN-waarde de bewerking stoppen, niet de functie AFC deactiveren
  2. Overbelastingsreactie na onderschrijding van FMIN-waarde definiëren
  • Als de Adaptieve aanzetregeling in de modus regelen actief is, voert de besturing onafhankelijk van de geprogrammeerde overbelastingsreactie een uitschakelingsreactie uit.
    • Wanneer bij de referentie-spilbelasting de minimale aanzetfactor onderschreden wordt
    • De besturing voert de uitschakelreactie uit de kolom OVLD van de tabel AFC.tab uit.

    • AFC-basisinstellingen AFC.tab

    • Wanneer de geprogrammeerde aanzet onder de 30%-barrière komt
    • De besturing voert een NC-stop uit.

  • Bij gereedschapsdiameters van minder dan 5 mm is de adaptieve aanzetregeling niet zinvol. Als het nominale vermogen van de spil zeer hoog is, kan de grensdiameter van het gereedschap ook groter zijn.
  • Bij bewerkingen waarbij aanzet en spiltoerental bij elkaar moeten passen (bijv. bij schroefdraad tappen), mag geen adaptieve aanzetregeling worden gebruikt.
  • In NC-regels met FMAX is de adaptieve aanzetregeling niet actief.
  • In de instellingen van de werkstand Bestanden kunt u definiëren of de besturing afhankelijke bestanden in het bestandsbeheer weergeeft.
  • bereiken van bestandsbeheer