Benaderingsfunctie APPR LCT
Toepassing
Met de NC-functie APPR LCT benadert de besturing de contour via een rechte met aansluitende cirkelbaan tangentieel tot het eerste contourelement.
U programmeert de coördinaten van het eerste contourpunt cartesiaans.
Verwante onderwerpen
- APPR PLCT met poolcoördinaten
Functiebeschrijving
De NC-functie bevat de volgende stappen:
- Een rechte van startpunt PS naar hulppunt PH
De rechte is tangentieel naar de cirkelbaan.
Hulppunt PH wordt bepaald middels het startpunt PS, de radius R en het eerste contourpunt PA.
- Een cirkelbaan, in het bewerkingsvlak, van hulppunt PH naar het eerste contourpunt PA
De cirkelbaan wordt door de radius R eenduidig gedefinieerd.
Wanneer u in de functie voor benaderen de Z-coördinaat programmeert, verplaatst het gereedschap zich van het startpunt PS in drie assen simultaan naar het hulppunt PH.
Invoer
11 APPR LCT X+20 Y+20 Z-10 R5 RR F300 | ; Contour lineair en cirkelvormig tangentieel benaderen |
U navigeert als volgt naar deze functie:
NC-functie invoegen Alle functies Baanfuncties APPR APPR LCT
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
APPR LCT | Syntaxisopener voor een lineaire en cirkelvormige benaderingsfunctie tangentieel tot de contour |
X, Y, Z, A, B, C, U, V, W | Coördinaten van het eerste contourpunt Vast of variabel nummer Invoer absoluut of incrementeel Syntaxiselement optioneel |
R | Radius als vast of variabel nummer Syntaxiselement optioneel |
R0, RL, RR | |
F, FMAX, FZ, FU, FAUTO | |
M |
Aanwijzing
In de kolom Invoerscherm kunt u omschakelen tussen de syntaxis voor cartesiaanse en polaire coördinateninvoer.
Voorbeeld APPR LCT
11 L X+40 Y+10 R0 F300 M3 | ; PS met R0 benaderen |
12 APPR LCT X+10 Y+20 Z-10 R10 RR F100 | ; PA met RR benaderen, afstand PH tot PA: R10 |
13 L X+20 Y+35 | ; Eerste contourelement afsluiten |