Schuine draaibewerking
Toepassing
Soms kan het nodig zijn de draai-assen in een bepaalde positie te brengen om een bewerking te kunnen uitvoeren. Dat is bijv. nodig wanneer u contourelementen vanwege de gereedschapsgeometrie alleen in een bepaalde positie kunt bewerken.
Voorwaarde
- Machine met min. twee rotatie-assen
- Software-optie Freesdraaien (#50 / #4-03-1)
Functiebeschrijving
De besturing biedt de volgende mogelijkheden om schuin te bewerken:
NC-functie | Beschrijving | Verdere informatie |
---|---|---|
M144 | Met M144 compenseert de besturing bij volgende verplaatsingen de gereedschapsoffset die ontstaat door schuine rotatie-assen. | |
M128 | Met M128 gedraagt de besturing zich als M144, maar u kunt de snijkantradiuscorrectie buiten cycli niet gebruiken. | |
FUNCTION TCPM met REFPNT TIP-CENTER | HEIDENHAIN adviseert FUNCTION TCPM met REFPNT TIP-CENTER te gebruiken. Met FUNCTION TCPM en de selectie REFPNT TIP-CENTER ligt het geleidepunt van het gereedschap bij de gereedschapspunt. Het gereedschapsrotatiepunt ligt in het gereedschapsmiddelpunt. Als u FUNCTION TCPM met REFPNT TIP-CENTER activeert, is de snijkantradiuscorrectie in verplaatsingsregels met RL/RR mogelijk. | |
Cyclus 800 | Met cyclus 800 DRAAISYST. AANPASSEN kunt u een invalshoek definiëren. |
Wanneer u draaicycli met M144, FUNCTION TCPM of M128 uitvoert, veranderen de hoeken van het gereedschap ten opzichte van de contour. De besturing houdt automatisch rekening met deze veranderingen en bewaakt zo ook de bewerking in de schuine positie.
Instructies
- Schroefdraadcycli zijn bij een schuine bewerking uitsluitend onder rechthoekige invalshoeken (+90° en -90°) mogelijk.
- De gereedschapscorrectie FUNCTION TURNDATA CORR-TCS werkt altijd in het gereedschapscoördinatensysteem, ook tijdens een schuine bewerking.
Draaigereedschap corrigeren met FUNCTION TURNDATA CORR (#50 / #4-03-1)