Gereedschapsoproep met TOOL CALL

Toepassing

Met de functie TOOL CALL roept u een gereedschap in het NC-programma op. Wanneer het gereedschap zich in het gereedschapsmagazijn bevindt, verwisselt de besturing het gereedschap in de spil. Wanneer het gereedschap zich niet in het magazijn bevindt, kunt u het met de hand inspannen.

Voorwaarde

  • Gereedschap gedefinieerd
  • Om een gereedschap op te roepen, moet het gereedschap in gereedschapsbeheer gedefinieerd zijn.

  • Gereedschaps­beheer

Functiebeschrijving

De besturing leest bij het oproepen van een gereedschap de bijbehorende regel uit het gereedschapsbeheer. De gereedschapsgegevens kunt u in het tabblad Gereeds. van het werkbereik Status zien.

Tabblad Gereeds.

 
Tip

HEIDENHAIN adviseert na elke gereedschapsoproep de spil met M3 of M4 in te schakelen. Hierdoor worden problemen bij de programma-afloop, bijvoorbeeld bij het starten na een onderbreking, voorkomen.

Overzicht van additionele functies

Symbolen

De NC-functie TOOL CALL omvat de volgende symbolen:

Symbool

Betekenis

Keuzevenster voor gereedschappen openen

Ga in de toepassing Gereedschaps­beheer naar het geselecteerde gereedschap

U kunt indien gewenst het gereedschap wijzigen.

Gereedschaps­beheer

Snijgegevenscalculator openen

Snijgegevenscalculator

Invoer

11 TOOL CALL 4 .1 Z S10000 F750 DL+0,2 DR+0,2 DR2+0,2

; Gereedschap oproepen

U navigeert als volgt naar deze functie:

NC-functie invoegen Alle functies Gereedschappen TOOL CALL

De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:

Syntaxiselement

Betekenis

TOOL CALL

Syntaxisopener voor een gereedschapsoproep

Nummer, Naam of QS

Gereedschapsdefinitie

Vast of variabel nummer of naam

 
Tip

Alleen de gereedschapsdefinitie als nummer is eenduidig, omdat de gereedschapsnaam bij meerdere gereedschappen identiek kan zijn!

Syntaxiselement afhankelijk van de technologie of toepassing

Selectie met behulp van een keuzevenster mogelijk

Technologieafhankelijke verschillen bij de gereedschapsoproep

.1

Trapindex van het gereedschap

Syntaxiselement optioneel

Invoer

Z

Gereedschapsas

U gebruikt standaard de gereedschapsas Z. Afhankelijk van de machine zijn er nog meer keuzemogelijkheden beschikbaar.

Syntaxiselement afhankelijk van de technologie of toepassing

Technologieafhankelijke verschillen bij de gereedschapsoproep

S of S (VC =)

Spiltoerental of snijsnelheid

Syntaxiselement optioneel

Selectie met behulp van een keuzevenster mogelijk

Spiltoerental S

F, FZ of FU

Aanzet

Alternatieve aanzetgegevens: aanzet per tand of aanzet per omwenteling

Syntaxiselement optioneel

Selectie met behulp van een keuzevenster mogelijk

Aanzet F

DL

Deltawaarde van de gereedschapslengte

Syntaxiselement optioneel

Gereedschapscorrectie voor gereedschapslengte en -radius

DR

Deltawaarde van de gereedschapsradius

Syntaxiselement optioneel

Gereedschapscorrectie voor gereedschapslengte en -radius

DR2

Deltawaarde van gereedschapsradius 2

Syntaxiselement optioneel

Gereedschapscorrectie voor gereedschapslengte en -radius

Technologieafhankelijke verschillen bij de gereedschapsoproep

Gereedschapsoproep van een freesgereedschap

Bij een freesgereedschap kunt u de volgende gereedschapsgegevens definiëren:

  • Vast of variabel nummer of naam van het gereedschap
  • Trapindex van het gereedschap
  • Gereedschapsas
  • Spiltoerental
  • Aanzet
  • DL
  • DR
  • DR2

Bij het oproepen van een freesgereedschap zijn het nummer of de naam van het gereedschap, de gereedschapsas en het spiltoerental noodzakelijk.

Gereedschapstabel tool.t

Gereedschapsoproep van een draaigereedschap (#50 / #4-03-1)

Bij een draaigereedschap kunt u de volgende gereedschapsgegevens definiëren:

  • Vast of variabel nummer of naam van het gereedschap
  • Trapindex van het gereedschap
  • Aanzet

Bij het oproepen van een draaigereedschap is het nummer of de naam van het gereedschap vereist.

Draaigereedschapstabel toolturn.trn (#50 / #4-03-1)

Gereedschapsoproep van een slijpgereedschap (#156 / #4-04-1)

Bij een slijpgereedschap kunt u de volgende gereedschapsgegevens definiëren:

  • Vast of variabel nummer of naam van het gereedschap
  • Trapindex van het gereedschap
  • Gereedschapsas
  • Spiltoerental
  • Aanzet

Bij het oproepen van een slijpgereedschap zijn het nummer of de naam van het gereedschap en de gereedschapsas vereist.

Slijpgereedschapstabel toolgrind.grd (#156 / #4-04-1)

Gereedschapsoproep van een dress-gereedschap (#156 / #4-04-1)

U kunt bij een dress-gereedschap de volgende gereedschapsgegevens definiëren:

  • Vast of variabel nummer of naam van het gereedschap
  • Trapindex van het gereedschap
  • Aanzet

Bij het oproepen van een dress-gereedschap is het nummer of de naam van het gereedschap vereist!

Dress-gereedschapstabel tooldress.drs (#156 / #4-04-1)

U kunt een dress-gereedschap alleen in de dress-modus oproepen!

Dresswerkstand activeren met FUNCTION DRESS

Het dress-gereedschap wordt niet omgeschakeld naar de spil. U moet het dress-gereedschap handmatig op een door de machinefabrikant daarvoor bestemde plaats monteren. Bovendien moet u het gereedschap in de plaatstabel definiëren.

Plaatstabel tool_p.tch

Gereedschapsoproep van een werkstuk-tastsysteem

Bij een tastsysteem voor werkstukken kunt u de volgende gereedschapsgegevens definiëren:

  • Vast of variabel nummer of naam van het gereedschap
  • Trapindex van het gereedschap
  • Gereedschapsas

Bij het oproepen van een tastsysteem voor werkstukken zijn het nummer of de naam van het gereedschap en de gereedschapsas vereist!

Tastsysteemtabel tchprobe.tp

Bijwerken van gereedschapsgegevens

Met een TOOL CALL kunt u ook zonder gereedschapswissel de gegevens van het actieve gereedschap actualiseren, bijvoorbeeld snijgegevens of deltawaarden wijzigen. Welke gereedschapsgegevens u kunt wijzigen, is afhankelijk van de technologie.

In de volgende gevallen werkt de besturing alleen de gegevens van het actieve gereedschap bij:

  • Zonder nummer of naam van het gereedschap en zonder gereedschapsas
  • Zonder nummer of naam van het gereedschap en met dezelfde gereedschapsas als bij de vorige gereedschapsoproep
 
Tip

Wanneer in de gereedschapsoproep een nummer of naam van het gereedschap of een gewijzigde gereedschapsas geprogrammeerd wordt, voert de besturing de gereedschapswissel-macro uit.

Dat kan ertoe leiden dat de besturing bijvoorbeeld een zustergereedschap inwisselt op grond van de verstreken standtijd.

Zustergereedschap automatisch inspannen met M101

Instructies

 
Machine

De volledige omvang van de besturingsfuncties is uitsluitend bij gebruik van gereedschapsas Z beschikbaar, bijv. patroondefinitie PATTERN DEF.

Beperkt en door de machinefabrikant voorbereid en geconfigureerd is toepassing van de gereedschapsassen X en Y mogelijk.