Cyclus 1025 SLPIJPEN CONTOUR (#156 / #4-04-1)
ISO-programmering
G1025
Toepassing
Cyclusverloop
- De besturing verplaatst het gereedschap eerst met ijlgang naar de startpositie in X- en Y-richting en vervolgens naar de veilige hoogte Q260.
- Het gereedschap verplaatst zich met ijlgang naar de veiligheidsafstand Q200 boven het coördinaatoppervlak.
- Van daaruit verplaatst het gereedschap zich met de aanzet voorpositioneren Q253 naar diepte Q201.
- Indien geprogrammeerd, voert de besturing de benaderingsbeweging uit.
- De besturing begint met de eerste zijdelingse verplaatsing Q534.
- Indien geprogrammeerd, werkt de besturing na elke verplaatsing het aantal loze slagen Q456 af.
- Dit proces (5 en 6) wordt herhaald totdat de contour resp. de overmaat Q14 is bereikt.
- Na de laatste verplaatsing werkt de besturing het aantal loze slagen van de eindcontour Q457 af.
- De besturing voert de optionele vrijzetbeweging uit.
- Ten slotte gaat de besturing met ijlgang naar de veilige hoogte.
Instructies
- Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
- De laatste zijdelingse verplaatsing kan afhankelijk van de invoer kleiner uitvallen.
- Let op dat de cyclus rekening houdt met M109 of M110. In dit geval toont de besturing de aanzet van de middelpuntsbaan van het freesgereedschap. Hierdoor kan bij inwendige radiussen de weergegeven aanzet in de statusweergave kleiner of bij buitenradiussen groter worden.
Aanwijzing voor het programmeren
- Wanneer u met een pendelslag gaat werken, moet u deze voorafgaand aan de uitvoering van deze cyclus definiëren en starten.
Open contour
- U kunt een benader- en vrijzetbeweging in de contour met APPR en DEP of met cyclus 270 programmeren.
Gesloten contour
- Bij een gesloten contour kan alleen met cyclus 270 een benader- en vrijzetbeweging worden geprogrammeerd.
- Bij een gesloten contour kunt u niet afwisselend in mee- en tegenloop (Q15 = 0) slijpen. De besturing komt met een foutmelding.
- Wanneer u een benader- en vrijzetbeweging hebt geprogrammeerd, verschuift de startpositie bij elke volgende verplaatsing. Wanneer u geen benader- en vrijzetbeweging hebt geprogrammeerd, wordt automatisch een loodrechte beweging gegenereerd en wordt de startpositie niet bij de contour verschoven.
Cyclusparameters
Helpscherm | Parameters |
---|---|
Q203 Coörd. werkstukoppervlakte? Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q201 Diepte? afstand tussen werkstukoppervlak en bodem van de contour. De waarde werkt incrementeel. Invoer: -99999.9999...+0 | |
Q14 Overmaat voor kantnabewerking? Zijdelingse overmaat die na de bewerking overblijft. Deze overmaat moet kleiner zijn dan Q368. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q368 Overmaat zijkant voor bewerking? Zijdelingse overmaat die voorafgaand aan de slijpbewerking aanwezig is. De waarde moet groter zijn dan Q14. De waarde werkt incrementeel. Invoer: -0.9999...+99.9999 | |
Q534 Zijdelingse verpl.? Maat waarmee het slijpgereedschap zijdelings wordt verplaatst. Invoer: 0.0001...99.9999 | |
Q456 Lege runs op de contour? Aantal malen dat het slijpgereedschap de contour na elke verplaatsing zonder materiaalafname afverplaatst. Invoer: 0...99 | |
Q457 Lege runs op de eindcontour? Aantal malen dat het slijpgereedschap de contour na de laatste verplaatsing zonder materiaalafname afverplaatst. Invoer: 0...99 | |
Q207 Aanzet slijpen? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het slijpen van de contour in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU | |
Q253 Aanzet voorpositioneren? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het benaderen van de DIEPTE Q201. De aanzet werkt onder het COORD. OPPERVLAK Q203. Invoer in mm/min. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF | |
Q15 Slijptype (-1/+1)? Bewerkingsrichting van de contouren vastleggen: +1: slijpen van de gelijke loop -1: slijpen van de tegenloop 0: afwisselend in het gelijk- en tegenlooplussen Invoer: –1, 0, +1 | |
Q260 Veilige hoogte? Absolute hoogte waarop botsing met het werkstuk uitgesloten is. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF |
11 CYCL DEF 1025 SLPIJPEN CONTOUR ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
|