Basisprincipes

Toepassing

Wanneer u bij een open machinedeur een positie in de machineruimte benadert of een kleine waarde aanzet, kunt u het elektronische handwiel gebruiken. Met het elektronische handwiel kunt u de assen verplaatsen en enkele functies van de besturing uitvoeren.

Voorwaarde

  • Elektronisch handwiel, bijvoorbeeld HR 550FS
  • De besturing ondersteunt de volgende elektronische handwielen:

    • HR 410: bekabeld handwiel met display
    • HR 420: bekabeld handwiel met display
    • HR 510: bekabeld handwiel met display
    • HR 520: bekabeld handwiel met display
    • HR 550FS: draadloos handwiel met display, radiografische gegevensoverdracht

Functiebeschrijving

U kunt elektronische handwielen gebruiken in de werkstanden Handmatig en Programma-afloop.

De bekabelde handwielen HR 520 en HR 550FS zijn uitgevoerd met een display, waarop de besturing diverse gegevens toont. Met de handwiel-softkeys kunt u instelfuncties uitvoeren, bijvoorbeeld referentiepunten vastleggen of additionele functies activeren.

Wanneer u het handwiel met behulp van de handwiel-inschakeltoets of de schakelaar Handwiel hebt geactiveerd, kunt u de besturing alleen nog met het handwiel bedienen. Als u op de astoetsen in deze staat drukt, toont de besturing het bericht Bedieningspaneel MB0 is vergrendeld.

Wanneer u de werkstand Handmatig selecteert, deactiveert de besturing het handwiel.

Als er meerdere handwielen op een besturing zijn aangesloten, kunt u een handwiel alleen nog met de handwiel-inschakeltoets op het desbetreffende handwiel activeren en deactiveren. Voordat u een ander handwiel kunt selecteren, moet u het actieve handwiel deactiveren.

Functies in de werkstand Programma-afloop

U kunt de volgende functies uitvoeren in de werkstand Programma-afloop:

  • Toets NC-start (handwieltoets NC-start)
  • Toets NC-stop (handwieltoets NC-stop)
  • Als u de toets NC-Stop hebt ingedrukt: interne stop (handwiel-softkeys MOP en daarna Stop)
  • Als u de toets NC-STOP hebt ingedrukt: handmatig assen verplaatsen (handwiel-softkeys MOP en daarna MAN)
  • Contour opnieuw benaderen nadat assen tijdens een onderbreking van de programma-afloop handmatig zijn verplaatst (handwiel-softkeys MOP en daarna REPO). Bediening is mogelijk met de handwiel-softkeys.
  • Opnieuw benaderen van de contour

  • In-/uitschakelen van de functie Bewerkingsvlak zwenken (handwiel-softkeys MOP en daarna 3D)

Bedieningselementen van een elektronisch handwiel

Een elektronisch handwiel bevat de volgende bedieningselementen:

1

NOODSTOP-toets

2

Handwiel-display voor statusweergave en functiekeuze

3

Handwiel-softkeys

4

Astoetsen kunnen door de machinefabrikant overeenkomstig de asconfiguratie worden gewisseld

5

Bevestigingstoets

De bevestigingstoets bevindt zich aan de achterkant van het handwiel.

6

Pijltoetsen voor definitie van de handwielresolutie

7

Handwiel-inschakeltoets

U kunt het handwiel activeren of deactiveren.

8

Richtingstoets

Toets voor de richting van de verplaatsing

9

IJlgangoverride voor de verplaatsing

10

Spil inschakelen (machine-afhankelijke functie, toets kan door machinefabrikant worden gewisseld)

11

Toets NC-regel genereren (machine-afhankelijke functie, toets kan door machinefabrikant worden gewisseld)

12

Spil uitschakelen (machine-afhankelijke functie, toets kan door machinefabrikant worden gewisseld)

13

CTRL-toets voor speciale functies (machine-afhankelijke functie, toets kan door machinefabrikant worden gewisseld)

14

Toets NC-start (machine-afhankelijke functie, toets kan door machinefabrikant worden gewisseld)

15

Toets NC-stop

Machine-afhankelijke functie, toets kan door machinefabrikant worden gewisseld

16

Handwiel

17

Spiltoerental-potentiometer

18

Aanzet-potentiometer

19

Kabelaansluiting, vervalt bij draadloos handwiel HR 550FS

Display-inhoud van een elektronisch handwiel

Het display van een elektronisch handwiel bevat de volgende gedeelten:

    1

    Handwiel in dockingstation of draadloos bedrijf actief

    Alleen bij draadloos handwiel HR 550FS:

    2

    Veldsterkte

    Zes balken = maximale veldsterkte

    Alleen bij draadloos handwiel HR 550FS:

    3

    Laadniveau van de accu

    Zes balken = maximaal laadniveau. Tijdens het laden beweegt er een balk van links naar rechts.

    Alleen bij draadloos handwiel HR 550FS:

    4

    X+50.000: positie van de geselecteerde as

    5

    *: STIB (besturing in bedrijf); programma-afloop is gestart of as is in beweging

    6

    Handwiel-override uit M118 of Globale programma-instellingen GPS (#44 / #1-06-1)

    Handwiel-override activeren met M118

    Functie Handwiel-override

    7

    S1600: actueel spiltoerental

    8

    Actuele aanzet waarmee de gekozen as op dit moment wordt verplaatst

    Tijdens de programma-afloop toont de besturing de actuele baanaanzet.

    9

    E: foutmelding is actief

    Wanneer op de besturing met een foutmelding verschijnt, toont het handwieldisplay gedurende 3 seconden de melding ERROR. Vervolgens ziet u de weergave E, zolang de fout nog in de besturing is.

    10

    Actieve instelling in het venster 3D-rotatie:

    • VT: Functie Gereedschapsas
    • WP: Functie Basisrotatie
    • WPL: functie 3D ROT

    Venster 3D-rotatie (#8 / #1-01-1)

    11

    Oplossend vermogen van handwiel

    Verplaatsing die de gekozen as bij een omwenteling van het handwiel aflegt

    Oplossend vermogen van handwiel

    12

    Stapsgewijs positioneren in- of uitgeschakeld

    Wanneer deze functie actief is, toont de besturing dit tabblad niet.

    13

    Softkeybalk

    De softkeybalk bevat de volgende functies:

    • AX: machine-as selecteren
    • Positioneerregel genereren

    • STEP: stapsgewijs positioneren
    • Stapsgewijs positioneren

    • MSF: verschillende functies van de werkstand Handmatig uitvoeren, bijvoorbeeld Aanzet F invoeren
    • Additionele M-functies invoeren

    • OPM: werkstand selecteren
      • MAN: werkstand Handmatig
      • MDI: toepassing MDI in de werkstand Handmatig
      • RUN: Werkstand Programma-afloop
      • SGL: Modus Regel voor regel van de werkstand Programma-afloop
    • MA: magazijnplaatsen omschakelen

    Oplossend vermogen van handwiel

    De handwielgevoeligheid bepaalt welke verplaatsing een as per omwenteling van het handwiel maakt. De handwielgevoeligheden ontstaan door de gedefinieerde handwielsnelheid van de as en het snelheidsniveau dat in de besturing is ingesteld. Het snelheidsniveau beschrijft een procentueel aandeel van de handwielsnelheid. De besturing berekent op elk snelheidsniveau een handwielgevoeligheid. De ontstane handwielgevoeligheden zijn vast ingesteld en direct met de handwiel-pijltoetsen te kiezen (alleen als de stapmaat niet actief is).

    De handwielsnelheid beschrijft de waarde, bijvoorbeeld 0,01 mm die u verplaatst, wanneer u een positie op de rastering van het handwiel draait. U kunt de handwielsnelheid met de handwiel-pijltoetsen wijzigen.

    Wanneer u een handwielsnelheid van 1 hebt gedefinieerd, kunt u de volgende handwieloplossingen selecteren:

    Resulterende handwielgevoeligheden in mm/omwenteling en graden/omwenteling: 0.0001/0.0002/0.0005/0.001/0.002/0.005/0.01/0.02/0.05/0.1/0.2/0.5/1/

    Resulterende handwielgevoeligheden inch/omwenteling: 0.000127/0.000254/0.000508/0.00127/0.00254/0.00508/0.0127/0.0254/0.0508/0.127/0.254/0.508

    Voorbeelden van resulterende handwielgevoeligheden:

    Gedefinieerde handwielsnelheid

    Snelheidsniveau

    Resulterende handwielgevoeligheid

    10

    0.01 %

    0.001 mm/omwenteling

    10

    0.01 %

    0.001 graden/omwenteling

    10

    0.0127 %

    0.00005 inch/omwenteling

    Werking van de aanzet-potentiometer bij de activering van het handwiel

     
    Aanwijzing
    Let op: beschadiging van het werkstuk mogelijk
    Bij het omschakelen tussen machinebedieningspaneel en handwiel kan de aanzet worden verminderd. Dit kan zichtbare markeringen op het werkstuk veroorzaken.
    1. Schuif het gereedschap vrij voordat u tussen het handwiel en het machinebedieningspaneel schakelt.

    De instellingen van de aanzetpotentiometer op het handwiel en op het bedieningspaneel van de machine kunnen verschillen. Als u het handwiel activeert, activeert de besturing ook automatisch de aanzetpotentiometer van het handwiel. Wanneer u het handwiel uitschakelt, activeert de besturing automatisch de aanzetpotentiometer van het machinebedieningspaneel.

    Om te voorkomen dat de aanzet bij de omschakeling tussen de potentiometers toeneemt, wordt de aanzet ofwel bevroren of gereduceerd.

    Wanneer de aanzet vóór de omschakeling groter is dan de aanzet na de omschakeling, vermindert de besturing de aanzet tot de kleinere waarde.

    Wanneer de aanzet vóór de omschakeling kleiner is dan de aanzet na de omschakeling, bevriest de besturing de waarde. In dat geval moet u de aanzetpotentiometer tot de vorige waarde terugdraaien; pas daarna wordt de geactiveerde aanzet-potentiometer actief.

    Spiltoerental S invoeren

    U voert het spiltoerental S als volgt in met behulp van een elektronisch handwiel:

    1. Handwiel-softkey F3 (MSF) indrukken
    2. Handwiel-softkey F2 (S) indrukken
    3. Gewenst toerental selecteren door toets F1 of F2 in te drukken
    4. Toets NC-start indrukken
    5. De besturing activeert het ingevoerde toerental.
     
    Tip

    Houdt u de toets F1 of F2 ingedrukt, dan wijzigt de besturing, bij toename met tien, de instelling telkens met de factor 10.

    Wanneer u gelijktijdig de CTRL-toets indrukt, wordt de stap bij indrukken van F1 of F2 met factor 100 verhoogd.

    Aanzet F invoeren

    U voert de aanzet F met behulp van een elektronisch handwiel als volgt in:

    1. Handwiel-softkey F3 (MSF) indrukken
    2. Handwiel-softkey F3 (F) indrukken
    3. Gewenste aanzet selecteren door toets F1 of F2 in te drukken
    4. Nieuwe aanzet F met handwiel-softkey F3 (OK) overnemen
     
    Tip

    Houdt u de toets F1 of F2 ingedrukt, dan wijzigt de besturing, bij toename met tien, de instelling telkens met de factor 10.

    Wanneer u gelijktijdig de CTRL-toets indrukt, wordt de stap bij indrukken van F1 of F2 met factor 100 verhoogd.

    Additionele M-functies invoeren

    U voert een additionele functie met behulp van het elektronische handwiel als volgt in:

    1. Handwiel-softkey F3 (MSF) indrukken
    2. Handwiel-softkey F1 (M) indrukken
    3. Gewenst nummer van de M-functie selecteren door toets F1 of F2 in te drukken
    4. Toets NC-start indrukken
    5. De besturing activeert de additionele functie.

    Overzicht van additionele functies

    Positioneerregel genereren

     
    Machine

    Raadpleeg uw machinehandboek!

    Uw machinefabrikant kan aan de handwieltoets NC-regel genereren een willekeurige functie toewijzen.

    U genereert een verplaatsingsregel met behulp van het elektronische handwiel als volgt:

      1. Werkstand Handmatig selecteren

      1. Toepassing MDI selecteren
      2. Eventueel NC-regel kiezen waarachter de structureringsregel moet worden ingevoegd
      3. Handwiel activeren

      1. Handwiel-toets NC-regel genereren indrukken:
      2. De besturing voegt een rechte L met alle asposities in.

      Stapsgewijs positioneren

      Bij stapsgewijs positioneren verplaatst u de geselecteerde as met een vastgelegde waarde.

      U kunt met behulp van een elektronisch handwiel als volgt stapsgewijs positioneren:

      1. Handwiel-softkey F2 (STEP) indrukken
      2. handwiel-softkey 3 (ON) indrukken
      3. De besturing activeert het stapsgewijs positioneren.
      4. Gewenste stapmaat instellen met behulp van de toets F1 of F2
      5.  
        Tip

        De kleinst mogelijke stapmaat is 0,0001 mm (0,00001 inch). De grootst mogelijke stapmaat is 10 mm (0,3937 inch)

      6. Gekozen stapmaat met softkey F4 (OK) overnemen
      7. Met handwieltoets + of de actieve handwielas in de overeenkomstige richting verplaatsen
      8. De besturing verplaatst de actieve as telkens wanneer op de handwieltoets wordt gedrukt, met de ingevoerde stapmaat.
       
      Tip

      Houdt u de toets F1 of F2 ingedrukt, dan wijzigt de besturing, bij toename met tien, de instelling telkens met de factor 10.

      Wanneer u gelijktijdig de CTRL-toets indrukt, wordt de stap bij indrukken van F1 of F2 met factor 100 verhoogd.

      Instructies

       
      Gevaar
      Let op: gevaar voor de gebruiker!
      Bij onbeveiligde aansluitbussen, defecte kabels en ondeskundig gebruik ontstaan altijd risico's door elektriciteit. Met het inschakelen van de machine begint het gevaar!
      1. Apparaten uitsluitend door bevoegd servicepersoneel laten aansluiten of verwijderen
      2. Machine uitsluitend met aangesloten handwiel of beveiligde aansluitbus inschakelen
       
      Aanwijzing
      Let op: risico voor gereedschap en werkstuk!
      Het draadloze handwiel activeert bij onderbreking van het radiografisch signaal, volledig ontladen accu of defect een noodstopreactie. Noodstopreacties tijdens de bewerking kunnen tot schade aan het gereedschap of werkstuk leiden!
      1. Handwiel, wanneer het niet wordt gebruikt, in de handwielhouder plaatsen
      2. Afstand tussen handwiel en de handwielhouder zo klein mogelijk houden (trilalarm in acht nemen)
      3. Vóór de bewerking handwiel testen
      • Uw machinefabrikant kan additionele functies voor de handwielen HR5xx beschikbaar stellen
      • Raadpleeg uw machinehandboek!

      • De hoofdassen X, Y en Z, en ook drie door de machinefabrikant definieerbare extra assen, kunt u direct via de astoetsen activeren. Ook de virtuele as VT kan uw machinefabrikant aan een van de vrije astoetsen toewijzen.
      • Als het handwiel actief is, toont de besturing in het werkgebied Posities een symbool bij de geselecteerde as. Het symbool geeft aan of u de as met het handwiel kunt verplaatsen.
      • Werkgebied Posities

      •  
        Machine

        Raadpleeg uw machinehandboek!

        De machinefabrikant definieert welke assen u met het handwiel kunt verplaatsen.