Spiegeling met TRANS MIRROR
Toepassing
Met de functie TRANS MIRROR kunt u contouren of posities over een of meer assen spiegelen.
Met de functie TRANS MIRROR RESET kunt u een spiegeling resetten.
Verwante onderwerpen
- Cyclus 8 SPIEGELEN
- Additieve spiegeling binnen de globale programma-instellingen GPS (#44 / #1-06-1)
Functiebeschrijving
De spiegeling werkt modaal vanaf de definitie in het NC-programma.
De besturing spiegelt contouren of posities over het actieve werkstuknulpunt. Wanneer het nulpunt buiten de contour ligt, spiegelt de besturing ook de afstand tot het nulpunt.
Referentiepunten in de machine
Wanneer slechts één as wordt gespiegeld, verandert de rotatierichting van het gereedschap. Een in een cyclus gedefinieerde rotatierichting blijft behouden, bijvoorbeeld binnen OCM-cycli (#167 / #1-02-1).
Afhankelijk van de geselecteerde aswaarden AXIS spiegelt de besturing de volgende bewerkingsvlakken:
- X: de besturing spiegelt het bewerkingsvlak YZ
- Y: de besturing spiegelt het bewerkingsvlak ZX
- Z: de besturing spiegelt het bewerkingsvlak XY
Aanduiding van de assen op freesmachines
U kunt maximaal drie aswaarden selecteren.
De besturing toont een actieve spiegeling in het tabblad TRANS van het werkbereik Status.
Invoer
11 TRANS MIRROR AXIS X | ; X-coördinaten om Y-as spiegelen |
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
TRANS MIRROR | Syntaxisopener voor spiegeling |
AXIS of RESET | Spiegeling van aswaarden invoeren of spiegeling resetten |
X, Y of Z | Te spiegelen aswaarden Alleen bij selectie AXIS |
Instructies
- Deze functie kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
- Als u een spiegeling met TRANS MIRROR of cyclus 8SPIEGELEN uitvoert, overschrijft de besturing de actuele spiegeling.
Aanwijzingen samenhangend met zwenkfuncties
- Programmeer alleen de aanbevolen transformaties in het betreffende referentiesysteem
- Gebruik zwenkfuncties met ruimtelijke hoeken in plaats van ashoeken
- NC-programma testen met behulp van de simulatie
Het type zwenkfunctie heeft de volgende gevolgen voor het resultaat:
- Als u met ruimtelijke hoeken (PLANE-functies uitgezonderd PLANE AXIAL, cyclus 19) zwenkt, veranderen eerder geprogrammeerde transformaties de positie van het werkstuknulpunt en de oriëntatie van de rotatie-assen:
- Een verschuiving met de functie TRANS DATUM verandert de positie van het werkstuknulpunt.
- Een spiegeling wijzigt de oriëntatie van de rotatie-assen Het gehele NC-programma incl. de ruimtehoek wordt gespiegeld.
- Als u met ashoeken (PLANE AXIAL, cyclus 19) zwenkt, heeft een eerder geprogrammeerde spiegeling geen invloed op de oriëntatie van de rotatie-assen. Met deze functies worden de machine-assen rechtstreeks gepositioneerd.