Cyclus 872 STEKEN UITG. AXIAAL
ISO-programmering
G872
Toepassing
Raadpleeg uw machinehandboek!
Deze functie moet door de machinefabrikant vrijgegeven en aangepast worden.
Met deze cyclus kunt u axiaal insteken in sleuven (dwarssteken). Uitgebreide beschikbare functies:
- Aan het begin en einde van de contour kunt u een afkanting of afronding invoegen
- In de cyclus kunt u hoeken voor zijwanden van de sleuf definiëren
- In de contourhoeken kunt u radiussen invoegen
U kunt de cyclus naar keuze gebruiken voor voorbewerking, nabewerking of complete bewerking. Bij de voorbewerking wordt er asparallel verspaand.
Verwante onderwerpen
- Cyclus 871 STEKEN EENV. AX. voor axiaal steken van rechthoekige sleuven
Cyclusverloop voorbewerken
De besturing gebruikt de gereedschapspositie bij de cyclusoproep als startpunt van de cyclus. Als de Z-coördinaat van het startpunt kleiner is dan Q492 contourstart Z, positioneert de besturing het gereedschap in de Z-coördinaat op Q492 en start de cyclus vanaf die positie.
- De besturing verplaatst het gereedschap bij de eerste volledige insteek met een gereduceerde aanzet Q511 tot de diepte van de insteek + overmaat.
- De besturing trekt het gereedschap in ijlgang terug
- De besturing verplaatst het gereedschap zijdelings met de waarde Q510 x gereedschapsbreedte (Cutwidth)
- In de aanzet Q478 steekt de besturing opnieuw in
- Afhankelijk van parameter Q462 trekt de besturing het gereedschap terug
- De besturing verspaant het gedeelte tussen startpositie en eindpunt door de stappen 2 t/m 4 te herhalen
- Zodra de sleufbreedte bereikt is, positioneert de besturing het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus
Kamsteken
- De besturing verplaatst het gereedschap bij de volledige insteek met een gereduceerde aanzet Q511 tot de diepte van de insteek + overmaat
- De besturing trekt het gereedschap na elke snede in ijlgang terug
- De positie en het aantal volledige sneden is afhankelijk van Q510 en de breedte van de snijkant (CUTWIDTH). Stap 1 en 2 worden herhaald totdat alle volledige sneden zijn gemaakt
- De besturing verspaant met de aanzet Q478 het resterende materiaal
- De besturing trekt het gereedschap na elke snede in ijlgang terug
- De besturing herhaalt stap 4 en 5 totdat alle kamruggen zijn opgeruwd
- Vervolgens positioneert de besturing het gereedschap in ijlgang terug naar het cyclusstartpunt
Cyclusverloop nabewerken
De besturing gebruikt de gereedschapspositie bij de cyclusoproep als startpunt van de cyclus. Als de Z-coördinaat van het startpunt kleiner is dan Q492 contourstart Z, positioneert de besturing het gereedschap in de Z-coördinaat op Q492 en start de cyclus vanaf die positie.
- De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang naar de eerste sleufzijde.
- De besturing bewerkt de zijwand van de sleuf na met de gedefinieerde aanzet Q505.
- De besturing trekt het gereedschap in ijlgang terug.
- De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang naar de tweede sleufzijde.
- De besturing bewerkt de zijwand van de sleuf na met de gedefinieerde aanzet Q505.
- De besturing bewerkt een helft van de sleuf na met de gedefinieerde aanzet.
- De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang naar de eerste zijde.
- De besturing bewerkt de andere helft van de sleuf na met de gedefinieerde aanzet.
- De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus.
Instructies
- Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE TURN uitvoeren.
- De gereedschapspositie bij de cyclusoproep bepaalt de grootte van het te verspanen gedeelte (startpunt van de cyclus).
Aanwijzingen voor het programmeren
- Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar de startpositie met radiuscorrectie R0 programmeren.
- Via FUNCTION TURNDATA CORR TCS: Z/X DCW en/of door invoer in de kolom DCW van de draaigereedschapstabel kan een overmaat op de breedte van de steekbeitel geactiveerd worden. DCW kan positieve en negatieve waarden aannemen en wordt bij de breedte van de steekbeitel opgeteld: CUTWIDTH + DCWTab + FUNCTION TURNDATA CORR TCS: Z/X DCW. Terwijl een in de tabel ingevoerde DCW in de grafische weergave actief is, is een via FUNCTION TURNDATA CORR TCS geprogrammeerde DCW niet zichtbaar.
- Als kamersteken actief is (Q562 = 1) en de waarde Q462 TERUGTREKMODUS ongelijk is aan 0, geeft de besturing een foutmelding.
Cyclusparameters
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q215 Bewerkingsomvang (0/1/2/3)? Bewerkingsomvang vastleggen: 0: voor- en nabewerken 1: alleen voorbewerken 2: alleen nabewerken op eindmaat 3: alleen nabewerken op overmaat Invoer: 0, 1, 2, 3 | |
Q460 Veiligheidsafstand? Gereserveerd, op dit moment geen functie | |
Q491 Contourstart diameter? X-coördinaat van het startpunt van de contour (opgave van diameter) Invoer: -99999.999...+99999.999 | |
Q492 Contourstart Z? Z-coördinaat van het startpunt van de contour Invoer: -99999.999...+99999.999 | |
Q493 Contoureinde diameter? X-coördinaat van het eindpunt van de contour (opgave van diameter) Invoer: -99999.999...+99999.999 | |
Q494 Contoureinde Z? Z-coördinaat van het eindpunt van de contour Invoer: -99999.999...+99999.999 | |
Q495 Hoek van de flank? Hoek tussen de flank bij het startpunt van de contour en de evenwijdige lijn aan de rotatie-as. Invoer: 0...89.9999 | |
Q501 Type startelement (0/1/2)? Type element aan het begin van de contour (omtrekvlak) vastleggen: 0: geen extra element 1: element is een afkanting 2: element is een radius Invoer: 0, 1, 2 | |
Q502 Grootte van het startelement? Grootte van het startelement (afkantingsgedeelte) Invoer: 0...999.999 | |
Q500 Radius van de contourhoek? Radius van de contourbinnenhoek. Als er geen radius is opgegeven, ontstaat de radius van de snijplaat. Invoer: 0...999.999 | |
Q496 Hoek van de tweede flank? Hoek tussen de flank bij het eindpunt van de contour en de evenwijdige lijn aan de rotatie-as. Invoer: 0...89.9999 | |
Q503 Type eindelement (0/1/2)? Type element aan het einde van de contour vastleggen: 0: geen extra element 1: element is een afkanting 2: element is een radius Invoer: 0, 1, 2 | |
Q504 Grootte van het eindelement? Grootte van het eindelement (afkantingsgedeelte) Invoer: 0...999.999 | |
Q478 Aanzet voorbewerken? Aanzetsnelheid bij de voorbewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO | |
Q483 Overmaat diameter? Diameterovermaat op de gedefinieerde contour. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99.999 | |
Q484 Overmaat Z? Overmaat op de gedefinieerde contour in axiale richting. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99.999 | |
Q505 Aanzet nabewerken? Aanzetsnelheid bij de nabewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO | |
Q463 Begrenzing diepte-instelling? Max. steekdiepte per snede Invoer: 0...99.999 | |
Q510 Overlapping voor steekbreedte? Met de factor Q510 kan de zijdelingse verplaatsing van het gereedschap bij het voorbewerken worden beïnvloed. Q510 wordt met de breedte CUTWIDTH van het gereedschap vermenigvuldigd. Dit levert de zijdelingse verplaatsing "k" op. Invoer: 0.001...1 | |
Q511 Aanzetfactor in %? Met de factor Q511 beïnvloedt u de aanzet bij de volledige insteek, d.w.z. bij de insteek met de totale gereedschapsbreedte CUTWIDTH. Als u de aanzetfactor gebruikt, kunt u tijdens de rest van de voorbewerking voor optimale snijomstandigheden zorgen. U kunt daardoor de aanzet voorbewerken Q478 zo groot definiëren dat hierdoor bij de betreffende overlapping van de steekbreedte (Q510) optimale snijomstandigheden ontstaan. De besturing reduceert dan bij de volledige insteek de aanzet met de factor Q511. Alles bij elkaar kan dit een kortere bewerkingstijd opleveren. Invoer: 0.001...150 | |
Q462 Terugtrekgedrag (0/1)? Met Q462 wordt het terugtrekgedrag na de insteek vastgelegd. 0: de besturing trekt het gereedschap langs de contour terug 1: de besturing verplaatst het gereedschap eerst schuin van de contour weg en trekt het vervolgens terug Invoer: 0, 1 | |
Q211 Stilstandtijd / 1/min? Voer een stilstandtijd in omwentelingen van de gereedschapsspil in die het terugtrekken na het insteken op basis vertraagt. Pas nadat het gereedschap Q211 omwentelingen lang stilstaat, vindt het terugtrekken plaats. Invoer: 0...999.99 | |
Q562 Kamersteken (0/1)? 0: geen kamersteken - de eerste volledige insteek wordt uitgevoerd, de volgende worden zijdelings verschoven en overlappen Q510 * breedte van de snijkant (CUTWIDTH) 1: kamsteken - het voorsteken gebeurt in volledige sneden. Vervolgens vindt de bewerking van de resterende kammen plaats. Deze worden na elkaar gestoken. Dit leidt tot een centrale spaanafvoer, het risico op inklemming van de spanen wordt aanzienlijk minder Invoer: 0, 1 |
11 CYCL DEF 872 STEKEN UITG. AXIAAL ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
12 L X+75 Y+0 Z+2 FMAX M303 | ||
13 CYCL CALL |