Nieuwe en gewijzigde functies

Beschikbare aanvullende documentatie

 
Manual

Overzicht van nieuwe en gewijzigde softwarefuncties

Meer informatie over de vorige softwareversies wordt beschreven in de aanvullende documentatie Overzicht van nieuwe en gewijzigde softwarefuncties. Neem contact op met HEIDENHAIN wanneer u deze documentatie nodig hebt.

ID: 1373081-xx

Nieuwe functies

Gebruikershandboek als geïntegreerde producthulp TNCguide

Thema

Beschrijving

TNCguide

U kunt de TNCguide contextgevoelige oproepen. Met behulp van een contextgevoelige oproep komt u direct bij de bijbehorende informatie, bijv. van het geselecteerde element of de huidige NC-functie.

Met behulp van het symbool Help kunt u een element selecteren waarvoor de besturing informatie moet tonen. Met de toets HELP toont de besturing informatie over de geselecteerde NC-functie.

Contextgevoelige helpfunctie

Bediening

Thema

Beschrijving

Hardwarevereisten

Om softwareversie 18 te kunnen installeren of upgraden, hebt u een besturing met een harde schijf van min. 30 GB nodig.

Aankondiging:

Insteekprintplaat SIK2

Met softwareversie 18 SP1 wordt de insteekprintplaat SIK2 geïntroduceerd. Bij besturingen met SIK2 worden de software-opties met nieuwe viercijferige nummers aangeduid.

Zolang zowel SIK1 als SIK2 beschikbaar zijn, worden in de gebruikershandleiding van de besturing beide software-optienummers opgegeven, bijv. (#18 / #3-03-1).

Software-opties

Statusweergaven

Thema

Beschrijving

Werkgebied Status

Met behulp van het symbool Lay-out aanpassen in het werkgebied Status kunt u kolommen toevoegen of verwijderen en de gebieden in de kolommen rangschikken.

Kolom toevoegen in het werkgebied

Handmatige bediening

Thema

Beschrijving

Onbalansfuncties (#50 / #4-03-1)

De besturing biedt handmatige cycli om in de draaimodus de onbalans van de actuele opspanning te bepalen. De besturing stelt de massa en de plaats van het balanceergewicht voor.

Onbalansfuncties (#50 / #4-03-1)

Basisprincipes van het programmeren

Thema

Beschrijving

Werkgebied Teksteditor

De besturing biedt in de werkstand Programmeren het werkgebied Teksteditor.

In Teksteditor kunt u de volgende bestandstypen maken en bewerken:

  • Tekstbestanden, bijv. *.txt
  • Formaatbestanden, bijv. *.a

Werkgebied Teksteditor

Instellingen in het werkgebied Programma

U kunt de automatische aanvulling in de teksteditor-modus uitschakelen.

U kunt selecteren of de besturing helpschermen als apart venster toont of uitsluitend in het werkgebied Help.

U kunt selecteren of de besturing bij een NC-component een commentaar met informatie toevoegt, bijv. naam van de NC-component.

U kunt selecteren of de besturing niet beschikbare NC-functies in het venster NC-functie invoegen grijs weergeeft of verbergt, bijv. bij niet-vrijgeschakelde software-opties.

U kunt selecteren of de besturing bij de volgende NC-functies standaard aanhalingstekens voor padopgaven invoert:

  • CALL PGM (ISO: %)
  • Cyclus 12 PGM CALL (ISO: G39)
  • FN 16: F-PRINT (ISO: D16)
  • FN 26: TABOPEN (ISO: D26)

Wanneer u een aanraakscherm gebruikt, toont de besturing een contextgevoelig beeldschermtoetsenbord. U kunt met behulp van een keuzemenu de positie van het beeldschermtoetsenbord in het werkgebied selecteren of het beeldschermtoetsenbord verbergen.

Instellingen in het werkgebied Programma

Weergave van het NC-programma

Met de machineparameter lineBreak (nr. 105404) definieert u of de besturing meerregelige NC-functies compleet of ingeklapt weergeeft.

Inhouden van een NC-programma

Gereedschap

Thema

Beschrijving

Gereedschapstype

Het gereedschapstype Schijffrees (MILL_SIDE) is toegevoegd.

Gereedschapstypen

Gereedschapsmodel (#140 / #5-03-2)

U kunt 3D-modellen voor boor- en freesgereedschappen en werkstuktastsystemen toevoegen. De besturing kan de gereedschapsmodellen tijdens de simulatie weergeven en meeberekenen, bijv. bij de dynamische botsingsbewaking DCM (#40 / #5-03-1).

(#140 / #5-03-2)

Cycli voor freesbewerking

Thema

Beschrijving

Cyclus 1274 OCM RONDE SLEUF (ISO: G1274) (#167 / #1-02-1)

Met deze cyclus definieert u een ronde sleuf die u in combinatie met andere OCM-cycli als kamer of begrenzing voor vlakfrezen kunt gebruiken.

Cyclus 1274 OCM RONDE SLEUF (#167 / #1-02-1)

Coördinaattransformatie

Thema

Beschrijving

TRANS RESET

Met de NC-functie TRANS RESET kunt u alle eenvoudige coördinaattransformaties gelijktijdig terugzetten.

Terugzetten met TRANS RESET

Bestanden

Thema

Beschrijving

Werkstand Bestanden

In de instellingen van de werkstand Bestanden kunt u definiëren of de besturing verborgen en afhankelijke bestanden toont, bijv. het bestand GS-gebruik *.t.dep.

bereiken van bestandsbeheer

Botsingsbewaking

Thema

Beschrijving

Spanmiddelen combineren

In het venster Nieuw spanmiddel kunt u meerdere spanmiddelen samenvoegen en als nieuw spanmiddel opslaan. Hierdoor kunt u complexe opspansituaties weergeven en bewaken.

Spanmiddelen combineren in het venster Nieuw spanmiddel

FUNCTION DCM DIST (#140 / #5-03-2)

Met de NC-functie FUNCTION DCM DIST kan de minimale afstand tussen gereedschap en spanmiddel voor de dynamische botsingsbewaking DCM (#40 / #5-03-1) worden gereduceerd.

Minimale afstand voor DCM reduceren met FUNCTION DCM DIST (#140 / #5-03-2)

Variabelen Programmering

Thema

Beschrijving

FN 18: SYSREAD (ISO: D18)

De functies van FN 18: SYSREAD (ISO: D18) zijn uitgebreid:

  • FN 18: SYSREAD (D18) ID10 NR10: teller die aangeeft hoe vaak het huidige programmadeel is afgewerkt
  • FN 18: SYSREAD (D18) ID245 NR1: actuele nominale positie van een as (IDX) in het REF-systeem
  • FN 18: SYSREAD (D18) ID370 NR7: reactie van de besturing wanneer tijdens een programmeerbare tastcyclus 14xx de tastpositie niet wordt bereikt
  • FN 18: SYSREAD (D18) ID610: waarden van verschillende machineparameters voor M120
    • NR53: radiaalschok bij normale aanzet
    • NR54: radiaalschok bij hoge voeding
  • FN 18: SYSREAD (D18) ID630: SIK-informatie van de besturing
    • NR3: SIK-generatieSIK1 of SIK2
    • NR4: informatie of en hoe vaak een software-optie (IDX) bij besturingen met SIK2 vrijgeschakeld is
  • FN 18: SYSREAD (D18) ID990 NR28: actuele spilhoek van de gereedschapsspil
  • FN 18: SYSREAD (D18) ID10950 NR6: Geselecteerd bestand in de kolom TSHAPE van de gereedschapstabel voor het actuele gereedschap (#140 / #5-03-2)

Grafisch programmeren

ISO

Thema

Beschrijving

Venster NC-functie invoegen

U kunt met het venster NC-functie invoegen ook ISO-syntaxis invoegen met het venster.

ISO

U kunt met de toetsen voor NC-functies de betreffende ISO-syntaxis invoegen, bijv. G01 met de toets L.

Toetsen

Bedieningshulpmiddelen

Werkstand Simulatie

Thema

Beschrijving

Venster Simulatie-instellingen

Met de schakelaar STL geoptimaliseerd opslaan (#152 / #1-04-1) kunt u een vereenvoudigd STL-bestand uitvoeren. Deze STL-bestanden zijn aangepast aan de functie BLK FORM FILE, bijv. bevatten max. 20.000 driehoeken.

Venster Simulatie-instellingen

Tastsysteemfuncties in de werkstand Handmatig

Thema

Beschrijving

Venster Referentiepunt wijzigen

U kunt in het venster Referentiepunt wijzigen met behulp van de knop Wijzigingen toepassen en bestaande tastobjecten wissen huidige tastposities annuleren en een nieuw referentiepunt activeren.

Venster Referentiepunt wijzigen

Programma-afloop

Thema

Beschrijving

Draadtappen vrijmaken

Wanneer het NC-programma tijdens een tapgatboring wordt gestopt, toont de besturing de knop Gereedschap vrijzetten.

Wanneer u de knop selecteert en op de toets NC-start drukt, zet de besturing het gereedschap automatisch vrij.

Terugtrekken bij gestopt NC-programma

Tabellen

Thema

Beschrijving

Werkgebied Invoerscherm

Met behulp van het symbool Lay-out aanpassen in het werkgebied Invoerscherm kunt u kolommen toevoegen of verwijderen en de gebieden in de kolommen rangschikken.

Kolom toevoegen in het werkgebied

Ger.tabel

In de kolom TSHAPE van de gereedschapstabel selecteert u een 3D-bestand als gereedschapsmodel (#140 / #5-03-2). Daardoor kan de besturing complexe gereedschappen in de simulatie weergeven en voor de dynamische botsingsbewaking DCM (#40 / #5-03-1) in acht nemen.

Gereedschaps­beheer

Vrij definieerbare tabellen

Met behulp van het symbool Tabeleigenschappen wijzigen kunt u bij vrij definieerbare tabellen bijv. nieuwe kolommen invoegen.

Tabeleigenschappen van vrij definieerbare tabellen wijzigen

Instellingen van de machinefabrikant

Met de machineparameter CfgTableCellLock (nr. 135600) definieert de machinefabrikant of en in welke gevallen afzonderlijke tabelcellen zijn geblokkeerd of beveiligd tegen schrijven. Machine-afhankelijk kunt u bijv. geen gereedschapstype wijzigen, zodra er zich gereedschap in de machine bevindt.

Met de optionele machineparameter CfgTableCellCheck (nr. 141300) kan de machinefabrikant regels voor tabelkolommen definiëren. De machineparameter biedt de mogelijkheid kolommen als verplichte velden te definiëren of automatisch op een standaardwaarde terug te zetten. Wanneer niet aan de regel is voldaan, toont de besturing een aanwijzingssymbool.

Override Controller

Thema

Beschrijving

Override Controller

Met de hardware-uitbreiding Override Controller OC 310 biedt de besturing de volgende mogelijkheden:

  • Aanzet of ijlgang manipuleren met behulp van het stelwiel
  • NC-programma's starten met de geïntegreerde knop NC-start
  • Haptische feedback via door trillingen
  • Voorwaardelijke stops door stoppunten te definiëren
  • NC-programma voortzetten door de override te verhogen

Override Controller

Geïntegreerde Functional Safety FS

Thema

Beschrijving

Veiligheidsfunctie SLP (safely limited position)

Met de machineparameter safeAbsPosition (nr. 403130) definieert de machinefabrikant of de veiligheidsfunctie SLP voor een as actief is.

Wanneer de veiligheidsfunctie SLP niet actief is, bewaakt de Functional Safety FS de as zonder controle na het starten. De besturing duidt de as aan met een grijze gevarendriehoek.

Testopstelling voor de assen

Besturingssysteem HEROS

Thema

Beschrijving

HEROS-menu

In de HEROS-instellingen kunt u de helderheid van het beeldscherm van de besturing instellen.

U kunt in het venster Screenshot-instellingen definiëren onder welk pad en bestandsnaam de besturing screenshots opslaat. De bestandsnaam kan een jokerteken bevatten, bijv. %N voor een doorlopende nummering.

De HEROS-tool Diffuse is toegevoegd. U kunt tekstbestanden vergelijken en samenvoegen.

De besturing biedt met deze tool een aanvulling op de functie Programmavergelijking voor NC-programma's.

HEROS-menu

Gewijzigde en geavanceerde functies

Bediening

Thema

Beschrijving

Dark Mode

Met de machineparameter darkModeEnable ((nr. 135501) definieert de machinefabrikant of de functie Dark Mode beschikbaar is.

Gedeelten van de besturingsinterface

Titelbalk van de werkgebieden

De besturing groepeert de symbolen van de titelbalk afhankelijk van de grootte van een werkgebied in een keuzemenu.

Statusweergaven

Thema

Beschrijving

Werkgebied Posities

Als het handwiel actief is, toont de besturing in het werkgebied Posities een symbool bij de geselecteerde as. Het symbool geeft aan of u de as met het handwiel kunt verplaatsen.

Werkgebied Posities

Wanneer de assen met actieve M136 verplaatsen, toont de besturing in het werkgebied Posities en in het tabblad POS van het werkgebied Status de aanzet in mm/U.

Wanneer een palletreferentiepunt actief is, toont de besturing een symbool met het nummer van het actieve palletreferentiepunt in het werkgebied Posities.

Statusoverzicht in de TNC-balk

U kunt de modus van de digitale uitlezing in het statusoverzicht van de TNC-balk onafhankelijk van het werkgebied Posities selecteren, bijv. Act. positie (IST).

Statusoverzicht van de TNC-balk

Werkgebied Status

In het tabblad FN 16 van het werkgebied Status kunt u het gedeelte Uitvoer met de knop Wissen leegmaken.

Tabblad FN 16

Het tabblad QPARA kan in elk gedeelte 22 in plaats van 10 variabelen tonen.

Tabblad QPARA

In het tabblad MON van het werkgebied Status toont het histogram het complete bereik van het signaal in de kleuren van de relatieve weergave (#155 / #5-02-1).

Tabblad MON (#155 / #5-02-1)

Wanneer de optionele kolommen WPL-DX-DIAM en WPL-DZL van de draaigereedschapstabel aanwezig zijn, toont de besturing de waarden van deze kolommen in het tabblad Gereeds. van het werkgebied Status (#50 / #4-03-1).

Tabblad Gereeds.

Handmatige bediening

Thema

Beschrijving

Handwiel

Wanneer u de werkstand Handmatig selecteert, deactiveert de besturing het handwiel.

Toepassing Handbediening

Basisprincipes van het programmeren

Thema

Beschrijving

Werkstand Programmeren

U kunt de volgorde van de tabbladen in de werkstand Programmeren wijzigen.

Werkstand Programmeren

Werkgebied Programma

De besturing toont in de titelbalk van het werkgebied Programma symbolen voor de functies Knippen, Kopiëren en Invoegen.

Gebieden van het werkgebied Programma

Terwijl u een NC-regel bewerkt, kunt u met Ongedaan afzonderlijke wijzigingen aan syntaxiselementen ongedaan maken.

Venster NC-functie invoegen

De besturing toont bij het zoeken in het venster NC-functie invoegen ook zoekresultaten die de gezochte term bevatten, alsmede vervangingsfuncties, gerelateerde of gelijkwaardige functies.

Venster NC-functie invoegen

Helpscherm

Wanneer u een NC-regel bewerkt, toont de besturing bij sommige NC-functies een helpscherm met het actuele syntaxiselement als apart venster.

Vanuit het aparte venster kunt u het werkgebied Help of de TNCguide openen.

Gebieden van het werkgebied Programma

Modus teksteditor

Als u een willekeurig teken in de modus teksteditor invoert, voegt de besturing een nieuwe regel in.

NC-functie in de modus Teksteditor invoegen

Als u een cyclus programmeert met actieve autovoltooiing, biedt de besturing de mogelijkheden Alleen achterwaarts compatibele cyclusparameters of met optionele cyclusparameters. U kunt optionele cyclusparameters ook naderhand nog invoegen.

NC-functies invoegen

De besturing toont in het keuzemenu van de modus Teksteditor naast het mogelijke syntaxiselement mogelijke waarden, bijv. bij de letter M.

De besturing toont ook in de modus Teksteditor een helpscherm.

U kunt in de teksteditor-modus een regeleinde invoegen.

Gereedschap

Thema

Beschrijving

Gereedschapsgegevens

Het gereedschapstype Draadsnijgereedschap bevat de parameter SPB-Insert (#50 / #4-03-1).

Gereedschapsgegevens voor draaigereedschap (#50 / #4-03-1)

Geïndexeerd gereedschap

In het venster Gereedschap invoegen is het selectievakje Index toegevoegd. Wanneer u het selectievakje selecteert, voegt de besturing het volgende vrije indexnummer in.

Wanneer u een geïndexeerd gereedschap maakt, kopieert de besturing de gereedschapsgegevens van de vorige tabelregel. De vorige tabelregel kan het hoofdgereedschap of een aanwezig geïndexeerd gereedschap zijn.

Wanneer u een hoofdgereedschap wist, wist de besturing ook alle bijbehorende geïndexeerde gereedschappen.

Geïndexeerd gereedschap

Gereedschapsgebruiktest

De besturing toont in de gebieden Gebruik van gereedschap en Controle van gereedschap van de kolom Controle van gereedschap het symbool Actualiseren. U kunt een bestand GS-gebruik maken en de gereedschapsgebruiktest uitvoeren.

Kolom Controle van gereedschap in het werkgebied Programma

Programmeertechnieken

Contour- en puntdefinities

Thema

Beschrijving

SEL CONTOUR

U kunt de deelcontouren binnen de complexe contourformule SEL CONTOUR ook als subprogramma's LBL definiëren.

Complexe contourformule

PATTERN DEF

Het venster NC-functie invoegen bevat elke patroondefinitie van de functie PATTERN DEF afzonderlijk.

Patroondefinitie PATTERN DEF

Cyclus 220 PATROON OP CRKL (ISO: G220) en

Cyclus 221 MODEL OP LIJN (ISO: G221)

De machinefabrikant kan de cycli 220 PATROON OP CRKL (ISO: G220) en 221 MODEL OP LIJN (ISO: G221) verbergen. Gebruik bij voorkeur de functie PATTERN DEF.

Patroondefinitie PATTERN DEF

Cycli voor freesbewerking

Thema

Beschrijving

Cyclus 225 GRAVEREN (ISO: G225)

De parameter Q515 LETTERTYPE in de cyclus 225 GRAVEREN (ISO: G225) is uitgebreid met de invoerwaarde 1. Met deze invoerwaarde selecteert u het lettertype LiberationSans-Regular.

Cyclus 225 GRAVEREN

Cyclus 208 BOORFREZEN (ISO: G208) en

Cycli 127x OCM-standaardfreescycli (#167 / #1-02-1)

U kunt symmetrische toleranties voor de nominale maten invoeren, bijv. 10+-0.5.

Cyclus 208 BOORFREZEN

OCM-cycli voor figuurdefinitie

Cyclus 287 TANDWIEL ROLSTEKEN (ISO: G287) (#157 / #4-05-1)

De cyclus 287 TANDWIEL ROLSTEKEN (ISO: G287) (#157 / #4-05-1) is uitgebreid:

  • Wanneer u de optionele parameter Q466 OVERLOOPBAAN programmeert, optimaliseert de besturing de in- en overloopbanen automatisch. Daardoor ontstaan er kortere bewerkingstijden.
  • Het prototype van de technologietabel is met twee kolommen uitgebreid:
    • dK: hoekoffset van het werkstuk, om slechts één zijde van de tandflanken te bewerken. Hiermee kan de oppervlaktekwaliteit worden verhoogd.
    • PGM: profileringsprogramma voor een individuele tandflanklijn, om bijv. een bolling van de tandflanken te realiseren.
  • De besturing toont na elke snede een apart venster met het nummer van de actuele snede en het aantal resterende sneden.

Cyclus 287 TANDWIEL ROLSTEKEN (#157 / #4-05-1)

Cyclus 286 TANDW. AFWIKKELFREZEN (ISO: G286) (#157 / #4-05-1) en

Cyclus 287 TANDWIEL ROLSTEKEN (ISO: G287) (#157 / #4-05-1)

De machinefabrikant kan voor de cycli 286 TANDW. AFWIKKELFREZEN (ISO: G286) (#157 / #4-05-1) en 287 TANDWIEL ROLSTEKEN (ISO: G287) (#157 / #4-05-1) de automatische LIFTOFF afwijkend configureren.

Basisprincipes voor het maken van vertandingen (#157 / #4-05-1)

Cycli voor freesbewerking (#50 / #4-03-1)

Thema

Beschrijving

Cyclus 800 DRAAISYST. AANPASSEN (ISO: G800) (#50 / #4-03-1)

De cyclus 800 DRAAISYST. AANPASSEN (ISO: G800) (#50 / #4-03-1) is uitgebreid:

  • Het invoerbereik van de parameter Q497 PRECESSIEHOEK is uitgebreid van vier tot vijf decimalen.
  • Het invoerbereik van de parameter Q531 INSTELHOEK is uitgebreid van drie tot vijf decimalen.

Bestanden

Thema

Beschrijving

Bestandsfuncties

Wanneer er bestandsfuncties bij een geselecteerde map of bestand beschikbaar zijn, toont de besturing drie punten onder het symbool.

Symbolen van de besturingsinterface

Wanneer u een bestand kopieert en weer in dezelfde map plakt, voegt de besturing de toevoeging _1 aan de bestandsnaam toe. De besturing telt het nummer bij iedere volgende kopie doorlopend op.

Aanwijzingen in combinatie met gekopieerde bestanden

Bestandsvoorbeeld

De besturing toont met behulp van symbolen in de bestandsvoorbeeld of een bestand compleet of slechts gedeeltelijk wordt getoond.

Symbolen en knoppen

Werkgebied Document

Het werkgebied Document bevat een balk met bestandsinformatie die het bestandspad weergeeft.

Werkgebied Document

Het werkgebied Document biedt extra functies voor PDF-bestanden, zoals zoeken of de inhoud schalen.

U kunt in het venster Internet URL’s markeren als bladwijzer.

Werkgebieden Snelkeuze

Het werkgebied Snelkeuze in de werkstand Programmeren is in de volgende gebieden onderverdeeld:

  • NC-programma's
  • Nieuwe grafische programmering
  • Nieuw tekstbestand
  • Opdrachten

Snelkeuze nieuw bestand

De functie Nieuwe tabel opstellen in het werkgebied Snelkeuze nieuwe tabel is herzien. U kunt bijvoorbeeld zoeken naar de tabeltypen en favorieten toevoegen.

Venster Nieuwe tabel opstellen

Bewaking

Thema

Beschrijving

Componentenbewaking (#155 / #5-02-1)

Als een component niet is geconfigureerd of niet kan worden bewaakt, geeft de besturing de bewerking in de heatmap grijs weer.

Componentenbewaking met MONITORING HEATMAP (#155 / #5-02-1)

Procesbewaking

De door HEIDENHAIN voorgedefinieerde bewakingstaken zijn geactualiseerd en uitgebreid, bijv. vanwege signalen en procedures.

De machinefabrikant kan extra bewakingstaken configureren.

U hoeft referentiebewerkingen niet meer expliciet te selecteren. U beoordeelt registraties als goed of foutief onderdeel. De besturing gebruikt de eerste tien als goed-onderdeel beoordeelde registraties automatisch als referentiebewerkingen.

De registraties van de bewerkingen kunnen handmatig of automatisch als protocolbestand worden geëxporteerd.

Registraties en instellingen van eerdere softwareversies zijn niet compatibel met softwareversie 18.

Procesbewaking (#168 / #5-01-1)

Additionele functies

Thema

Beschrijving

Extra functies voor de spil

In de draaimodus moet u de additionele functies voor de draaispil met andere nummers programmeren, bijv. M303 in plaats van M3 (#50 / #4-03-1). De machinefabrikant definieert de gebruikte nummers.

Met de optionele machineparameter CfgSpindleDisplay (nr. 139700) definieert de machinefabrikant welke additionele functienummers de besturing in de statusweergave toont.

Toepassing Handbediening

Met de optionele machineparameter forbidManual (nr. 103917) definieert de machinefabrikant welke additionele functies in de toepassing Handbediening zijn toegestaan en in het keuzemenu worden aangeboden.

Toepassing Handbediening

Variabelen Programmering

Thema

Beschrijving

Formules

Wanneer u binnen de NC-functies FORMULE, Stringformule en Contourformule op de spatietoets drukt, toont de besturing alle huidige mogelijke syntaxiselementen in de actiebalk.

Formules in het NC-programma

Met de toets -/+ kunt u bij formules het voorteken wijzigen.

Grafisch programmeren

Thema

Beschrijving

Venster Contourinstellingen

De besturing slaat de instellingen van het venster Contourinstellingen permanent op.

Alleen de instellingen Vlak en Diameterprogrammering worden niet opgeslagen.

Venster Contourinstellingen

CAD Viewer

Thema

Beschrijving

CAD Import (#42 / #1-03-1)

Wanneer u in de CAD Viewer contouren en posities selecteert, kunt u met touchbewegingen het werkstuk roteren. Wanneer u touchbewegingen gebruikt, toont de besturing geen elementinformatie.

Contouren en posities in NC-programma's overnemen met CAD Import (#42 / #1-03-1)

De CAD Import (#42 / #1-03-1) deelt contouren die niet in het bewerkingsvlak liggen in afzonderlijke gedeeltes op. Hierbij maakt de CAD Viewer zo lang mogelijke rechte lijnen L en cirkelbogen.

De gemaakte NC-programma's zijn vaak aanzienlijk korter en overzichtelijker dan CAM-gegenereerde NC-programma's. Daarom zijn de contouren beter geschikt voor cycli, bijv. OCM-cycli (#167 / #1-02-1).

De CAD Import voert de radiussen van de gemaakte cirkelbanen als commentaar uit. Aan het einde van de gegenereerde NC-regels toont de CAD Import de kleinste radius om de gereedschapsselectie te vergemakkelijken.

De besturing biedt in het venster Cirkelmiddelpunten op diameterbereik zoeken de mogelijkheid om op de diepten van de posities te filteren.

Contouren en posities in NC-programma's overnemen met CAD Import (#42 / #1-03-1)

ISO

Thema

Beschrijving

ISO-programmering

In combinatie met de ISO-programmering biedt de besturing de volgende functies:

  • Autovoltooiing
  • Kleuraccentuering van syntaxiselementen
  • Indeling

ISO

Bedieningshulpmiddelen

Thema

Beschrijving

Commentaar en structureringspunten

U kunt binnen commentaren en indelingspunten regelteruglopen invoegen.

Invoegen van commentaar, Indelen van NC-programma's

Kolom Indeling

U kunt structuurelementen van de kolom Indeling met behulp van het contextmenu markeren. De besturing markeert ook alle desbetreffende NC-regels.

NC-regel met behulp van de indeling markeren

Kolom Zoeken in het werkgebied Programma

Wanneer u Zoeken en vervangen gebruikt, sluit de besturing eventueel opgeroepen NC-programma's.

Modus Zoeken en vervangen

De begrenzing van de functie Alles vervangen is gewijzigd van 10.000 in 100.000.

Calculator

U kunt met de calculator waarden van mm naar inch omrekenen en omgekeerd.

De calculator heeft aparte knoppen voor de trigonometrische functies arcsin, arccos en arctan.

Calculator

Meldingsmenu

U kunt met behulp van de knop Instelling Autosave maximaal vijf foutnummers definiëren waarvoor de besturing automatisch een servicebestand maakt wanneer deze zich voordoen.

Servicebestand automatisch maken

U kunt met behulp van een schakelaar definiëren of de besturing gegevens van de procesbewaking (#168 / #5-01-1) over het huidige NC-programma in het servicebestand opslaat.

Servicebestand handmatig maken

Werkstand Simulatie

Thema

Beschrijving

Venster Simulatie-instellingen

In de werkstand Programmeren kan het werkgebied Simulatie slechts voor één NC-programma geopend zijn. Wanneer u het werkgebied in een ander tabblad wilt openen, vraagt de besturing om bevestiging. De vraag is afhankelijk van de simulatie-instellingen en de status van de actieve simulatie.

Venster Simulatie-instellingen

Referentiepunt

U kunt, voordat u de stroomonderbreking bevestigt, een referentiepunt voor het werkgebied Simulatie selecteren.

Kolom Visualiseringsopties

Uitgebreide controle

U kunt binnen de functie Uitgebreide controle de volgende controles afzonderlijk activeren:

  • Materiaalafname in ijlgang
  • Botsingen tussen de gereedschapshouder of de gereedschapsschacht en het werkstuk
  • Botsingen tussen het gereedschap en het spanmiddel

Uitgebreide controle in de simulatie

Tastsysteemfuncties in de werkstand Handmatig

Thema

Beschrijving

Tastproces

Wanneer u een handmatige tastsysteemfunctie selecteert, biedt de besturing automatisch de laatst binnen deze functie gebruikte tastrichting.

Tastsysteemfuncties in de werkstand Handmatig

De besturing toont na elk tastproces in het bereik Meting waarin de as is getast.

Wanneer een tastpositie niet is bereikt, kunt u het tasten met de toets NC-start voortzetten.

Referentiepunt in een lineaire as vastleggen

Automatische tastmethode

Wanneer u binnen een tastsysteemfunctie de automatische tastmethode selecteert, gebruikt de besturing als veiligheidsafstand de som van de kolom SET_UP en de radius van de tastkogel. U kunt de veiligheidsafstand niet kleiner invoeren dan de waarde in de kolom SET_UP van de tastsysteemtabel.

Cirkelmiddelpunt van een tap bepalen met de automatische tastmethode

Tastsysteemfunctie Vlak via cilinder (PLC)

In de tastsysteemfunctie Vlak via cilinder (PLC) vindt de tweede meting standaard in omgekeerde volgorde van de eerste meting plaats. Daardoor kan de voorpositionering in het tastvlak vervallen, omdat de besturing de actuele hoek als starthoek gebruikt.

Tastsysteemfuncties in de werkstand Handmatig

Tastsysteem kalibreren

Wanneer u de radius van een tastsysteem met een kalibreerkogel hebt gekalibreerd, opent de besturing automatisch de functie 3D-kalibreren (#92 / #2-02-1).

3D-kalibreren (#92 / #2-02-1)

Venster Referentiepunt wijzigen

U kunt in het venster Referentiepunt wijzigen een ander referentiepunt invoeren.

Venster Referentiepunt wijzigen

Tastcycli voor het werkstuk

Thema

Beschrijving

Tastcycli 14xx om de scheve ligging van het werkstuk te bepalen en het referentiepunt vast te leggen

U kunt symmetrische toleranties voor de nominale maten invoeren, bijv. 10+-0.5.

Basisprincipes van de tastcycli 14xx

Cyclus 441 SNEL AANTASTEN (ISO: G441)

De cyclus 441 SNEL AANTASTEN (ISO: G441) is uitgebreid met de parameter Q371 REACTIE TASTPOSITIE. Met deze parameter definieert u de reactie van de besturing wanneer de taststift niet uitwijkt.

Met de parameter Q400 ONDERBREKING in de cyclus 441 SNEL AANTASTEN (ISO: G441) kunt u definiëren of de besturing de programma-afloop onderbreekt en een meetprotocol toont. De parameter werkt in combinatie met de volgende cycli:

  • Cyclus 444 TASTEN 3D (ISO: G444)
  • 45x Tastcycli voor het meten van de kinematica
  • 46x Tastcycli om het werkstuktastsysteem te kalibreren
  • 14xx Tastcycli om de scheve ligging van het werkstuk te bepalen en het referentiepunt vast te leggen

Cyclus 441 SNEL AANTASTEN

Tastcycli voor het gereedschap

Thema

Beschrijving

Gereedschapsmeetcycli 48x

Met de optionele machineparameter maxToolLengthTT (nr. 122607) definieert de machinefabrikant een maximale gereedschapslengte voor tastcycli.

Wanneer een gereedschap in de gereedschapstabel met de lengte L = 0 is gedefinieerd, gebruikt de besturing de waarde van de machineparameter als startpunt voor een globale meting van de lengte. Vervolgens vindt een fijne meting plaats.

Gereedschap met lengte 0 opmeten

Met de optionele machineparameter calPosType (nr. 122606) definieert de machinefabrikant of de besturing bij het kalibreren en meten rekening houdt met de positie van parallelle assen en met veranderingen van de kinematica. Een verandering van de kinematica kan bijv. een kopwissel zijn.

Machineparameters instellen

Tastcycli voor het meten van de kinematica

Programma-afloop

Thema

Beschrijving

Aanzetbegrenzing

De knop voor aanzetbegrenzing en bijbehorende functies zijn van FMAX in F LIMIT hernoemd.

Aanzetbegrenzing F LIMIT

Uitvoeringscursor

De besturing toont de uitvoeringscursor altijd op de voorgrond. De uitvoeringscursor overlapt of verbergt eventueel andere symbolen.

Werkstand Programma-afloop

Referentiepunten

Wanneer u een NC-programma in de modus Regel voor regel afwerkt, kunt u de referentiepunttabel bewerken. De besturing toont vóór het bewerken een vraag om bevestiging dat de programma-afloop wordt afgebroken.

Tabellen

Thema

Beschrijving

Nieuwe tabel opstellen

Wanneer u in het bestandsbeheer een nieuwe tabel maakt, bevat de tabel nog geen informatie over de benodigde kolommen. Wanneer u de tabel voor de eerste keer opent, opent de besturing het venster Onvolledige tabellay-out in de werkstand Tabellen.

In het venster Onvolledige tabellay-out kunt u een tabelsjabloon selecteren met behulp van een keuzemenu. De besturing toont welke tabelkolommen eventueel worden toegevoegd of verwijderd.

Werkstand Tabellen

Tabel bewerken

Om een tabelinhoud te bewerken, kunt u ook de tabelcel dubbel tikken of klikken. De besturing toont het venster Bewerken uitgeschakeld. Inschakelen?. U kunt de waarden voor bewerken vrijgeven of de procedure afbreken.

Tabelinhoud bewerken

Wanneer u in de werkstand Tabellen een tabelregel kopieert of uitsnijden, biedt de besturing voor het invoegen de functies Overschrijven of Toevoegen.

Als u de inhoud van een cel selecteert met behulp van een selectievenster, toont de besturing de knop Item wissen.

Werkgebied Tabel

De functie Kolombreedte wijzigen blijft actief wanneer u een andere kolom selecteert.

Werkbereik Tabel

Werkgebied Invoerscherm

De besturing toont in het werkgebied Invoerscherm voor tabellen helpschermen waarin de parameters van schuurgereedschappen actief zijn.

Werkgebied Invoerscherm voor tabellen

Toegang tot tabelwaarden

U kunt in de NC-functies TABDATA WRITE, TABDATA ADD, en FN 27: TABWRITE (ISO: D27) Waarden direct invoeren.

Tabelwaarde schrijven met TABDATA WRITE

Tabelwaarde toevoegen met TABDATA ADD

Vrij definieerbare tabel schrijven met FN 27: TABWRITE

Gereedschapsbeheer

U kunt geen gereedschappen wissen die in de plaatstabel zijn ingevoerd. De besturing toont de knop grijs.

Knoppen

Het keuzevenster voor 3D-bestanden biedt een zoekfunctie.

Wanneer u een nieuwe tabelregel in het gereedschapsbeheer met de knop Gereedschap invoegen invoegen, stelt de besturing het volgende vrije regelnummer voor.

Gereedschaps­beheer

De besturing toont symbolen voor de oriëntaties TO van de uitlijngereedschappen (#156 / #4-04-1).

Dress-gereedschapstabel tooldress.drs (#156 / #4-04-1)

U kunt met de knop Gereedschappen vanuit sommige werkstanden en toepassingen naar de Gereedschaps­beheer gaan.

Toepassing Instellingen

Thema

Beschrijving

OPC UA NC Server (#56-61 / #3-02-1*)

Binnen de menuoptie OPC UA kunt u met een knop de OPC UA NC Server handmatig starten of opnieuw starten.

De OPC UA NC Server biedt de mogelijkheid om servicebestanden te maken.

U kunt 3D-modellen voor gereedschappen of gereedschapshouders valideren (#140 / #5-03-2).

De OPC UA NC Server ondersteunt het veiligheidsbeleid Aes128Sha256RsaOaep en Aes256Sha256RsaPss.

PKI Admin

Als een verbindingspoging met de OPC UA NC Server (#56-61 / #3-02-1*) mislukt, slaat de besturing het clientcertificaat op in het tabblad Geweigerd . U kunt het certificaat direct naar het tabblad Betrouwbaar overnemen en hoeft de certificaten niet handmatig naar de besturing te verzenden.

U kunt de PKI Admin in het menu-item OPC UA openen.

De PKI Admin is met het tabblad Uitgebreide instellingen uitgebreid.

U kunt opgeven of het servercertificaat statische IP-adressen moet bevatten en verbindingen zonder het bijbehorende CRL-bestand toestaat.

Veilige verbindingen

De besturing toont met behulp van een symbool of een verbindingsconfiguratie veilig of onveilig is.

De besturing ondersteunt bij toekomstige softwareversies geen LSV2-protocollen meer.

Configuraties van de besturingsinterface

In het menu-item Configuraties zijn de volgende knoppen toegevoegd:

  • Actuele instellingen opslaan
  • Vorige configuratie terugzetten

Gebruikersbeheer

Machineparameters

Thema

Beschrijving

Weergave van de machineparameters

In het werkgebied Lijst in de configuratie-editor kunt u met een symbool omschakelen tussen de structuur- en tabelweergave.

Machineparameter

Stretchfilter

De machineparameter CfgStretchFilter (nr. 201100) is verwijderd.