Programma-instellingen voor cycli
Overzicht
Sommige cycli gebruiken steeds weer identieke cyclusparameters, zoals de veiligheidsafstand Q200, die u bij elke cyclusdefinitie moet opgeven. Via de functie GLOBAL DEF kunt u deze cyclusparameters aan het programmabegin één keer definiëren, zodat deze algemeen globaal voor alle in het NC-programma gebruikte cycli actief zijn. In de desbetreffende cyclus verwijst u met PREDEF naar de waarde die u aan het programmabegin hebt gedefinieerd.
De volgende GLOBAL DEF-functies zijn beschikbaar:
Cyclus | Oproep | Verdere informatie | |
---|---|---|---|
100 | ALGEMEEN Definitie van algemeen geldende cyclusparameters
| DEF-actief | |
105 | BOREN Definitie van speciale boorcyclusparameters
| DEF-actief | |
110 | KAMER FREZEN Definitie van speciale kamerfreescyclusparameters
| DEF-actief | |
111 | CONTOUR FREZEN Definitie van speciale contourfreescyclusparameters
| DEF-actief | |
125 | POSITIONEREN Definitie van het positioneergedrag bij CYCL CALL PAT
| DEF-actief | |
120 | AANTASTEN Definitie van speciale tastcycli
| DEF-actief |
GLOBAL DEF invoeren
|
GLOBAL DEF-informatie gebruiken
Wanneer u aan het programmabegin de juiste GLOBAL DEF-functies hebt ingevoerd, dan kunt u bij de definitie van een willekeurige cyclus naar deze algemeen geldende waarden refereren.
Ga daarbij als volgt te werk:
|
|
- GLOBAL DEF bewust gebruiken. Vóór het afwerken Simulatie uitvoeren
- In bewerkingscycli een vaste waarde invoeren, dan verandert GLOBAL DEF de waarden niet
Algemeen geldende globale gegevens
Parameters gelden voor alle bewerkingscycli 2xx en voor de cycli 880, 1017, 1018, 1021, 1022, 1025 en de tastcycli 451, 452, 453
Helpscherm | Parameters |
---|---|
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand gereedschapspunt – werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q204 2e veiligheidsafstand? Afstand in de gereedschapsas tussen gereedschap en werkstuk (spanmiddel) waarbij een botsing is uitgesloten. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q253 Aanzet voorpositioneren? Aanzet waarmee de besturing het gereedschap in een cyclus verplaatst. Invoer: 0...99999.999 alternatief FMAX, FAUTO | |
Q208 Aanzet vrijzetten? Aanzet waarmee de besturing het gereedschap terugpositioneert. Invoer: 0...99999.999 alternatief FMAX, FAUTO |
11 GLOBAL DEF 100 ALGEMEEN ~ | ||
| ||
| ||
| ||
|
Globale gegevens voor boorbewerkingen
De parameters gelden voor de boor-, draadtap- en draadfreescycli 200 tot 209, 240, 241 en 262 tot 267.
Helpscherm | Parameters |
---|---|
Q256 Terugtrekhoogte voor spaanbreuk? Waarde waarmee de besturing het gereedschap bij spaanbreken terugtrekt. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0.1...99999.9999 | |
Q210 Stilstandstijd boven? Tijd in seconden die het gereedschap op veiligheidsafstand stilstaat, nadat het door de besturing uit de boring is teruggetrokken, om de spanen te verwijderen. Invoer: 0...3600.0000 | |
Q211 Stilstandstijd onder? Tijd in seconden die het gereedschap op de bodem van de boring stilstaat. Invoer: 0...3600.0000 |
11 GLOBAL DEF 105 BOREN ~ | ||
| ||
| ||
|
Globale gegevens voor freesbewerkingen met kamercycli
De parameters gelden voor de cycli 208, 232, 233, 251 tot 258, 262 tot 264, 267, 272, 273, 275, 277
Helpscherm | Parameters |
---|---|
Q370 Factor baanoverlapping? Q370 x gereedschapsradius, levert de zijdelingse verplaatsing k op. Invoer: 0.1...1.999 | |
Q351 Freeswijze? Meel.=+1, Tegenl.=-1 Soort freesbewerking. Er wordt rekening gehouden met de spilrotatierichting. +1 = meelopend frezen –1 = tegenlopend frezen (wanneer u 0 invoert, vindt de bewerking meelopend plaats) Invoer: –1, 0, +1 | |
Q366 Insteek strategie (0/1/2)? Soort insteekstrategie: 0: loodrecht insteken. Onafhankelijk van de in de gereedschapstabel gedefinieerde insteekhoek ANGLE steekt de besturing loodrecht in 1: helixvormig insteken. In de gereedschapstabel moet de insteekhoek ANGLE voor het actieve gereedschap op een andere waarde dan 0 gedefinieerd zijn. Anders komt de besturing met een foutmelding 2: pendelend insteken In de gereedschapstabel moet de insteekhoek ANGLE voor het actieve gereedschap op een andere waarde dan 0 gedefinieerd zijn. Anders komt de besturing met een foutmelding. De pendellengte hangt af van de insteekhoek; als minimumwaarde hanteert de besturing tweemaal de gereedschapsdiameter Invoer: 0, 1, 2 |
11 GLOBAL DEF 110 KAMERFREZEN ~ | ||
| ||
| ||
|
Globale gegevens voor freesbewerkingen met contourcycli
De parameters gelden voor de cycli 20, 24, 25, 27 tot 29, 39, 276
Helpscherm | Parameters |
---|---|
Q2 Factor baanoverlapping? Q2 x gereedschapsradius levert de zijdelingse verplaatsing k op. Invoer: 0.0001...1.9999 | |
Q6 Veiligheidsafstand? Afstand tussen kopvlak van het gereedschap en het werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q7 Veilige hoogte? Hoogte waarop een botsing met het werkstuk uitgesloten is (voor tussenpositionering en terugtrekken aan het einde van de cyclus). De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q9 Rot.richting? met de klok mee=-1 Bewerkingsrichting voor kamers
Invoer: –1, 0, +1 |
11 GLOBAL DEF 111 CONTOUR FREZEN ~ | ||
| ||
| ||
| ||
|
Globale gegevens voor het positioneergedrag
Parameters gelden voor alle bewerkingscycli wanneer u de desbetreffende cyclus met de functie CYCL CALL PAT oproept.
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q345 Select. positioneer hoogte (0/1) Terugtrekken in de gereedschapsas aan het einde van een bewerkingsstap naar de 2e veiligheidsafstand of naar de positie aan het begin van de unit. Invoer: 0, 1 |
11 GLOBAL DEF 125 POSITIONEREN ~ | ||
|
Globale gegevens voor tastfuncties
De parameters zijn van toepassing op alle tastcycli 4xx en 14xx en voor de cycli 271, 286, 287, 880, 1021, 1022, 1025, 1271, 1272, 1273, 1274, 1278
Helpscherm | Parameters |
---|---|
Q320 Veiligheidsafstand? Extra afstand tussen meetpunt en tastsysteemkogel. Q320 werkt aanvullend op de kolom SET_UP van de tastsysteemtabel. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q260 Veilige hoogte? Coördinaat in de gereedschapsas waarin een botsing tussen het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q301 Verpl. veiligheidshoogte (0/1)? Vastleggen hoe het tastsysteem zich tussen de meetpunten moet verplaatsen: 0: tussen meetpunten op meethoogte verplaatsen 1: tussen meetpunten op veilige hoogte verplaatsen Invoer: 0, 1 |
11 GLOBAL DEF 120 AANTASTEN ~ | ||
| ||
| ||
|