Zustergereedschap automatisch inspannen met M101
Toepassing
Met M101 schakelt de besturing na het overschrijden van een vooraf gedefinieerde standtijd automatisch een zustergereedschap in. De besturing gaat verder met de bewerking met het zustergereedschap.
Voorwaarden
- Kolom RT in Gereedschapsbeheer
In de kolom RT definieert u het nummer van het zustergereedschap.
- Kolom TIME2 in Gereedschapsbeheer
In de kolom TIME2 definieert u de standtijd waarna de besturing het zustergereedschap inwisselt.
Gebruik als zustergereedschap alleen gereedschappen met identieke radius. De besturing controleert de radius van het gereedschap niet automatisch.
Wanneer de besturing de radius moet controleren, programmeert u na de gereedschapswissel M108.
Functiebeschrijving
Werking
M101 werkt aan het begin van de regel.
Om M101 terug te zetten, programmeert u M102.
Toepassingsvoorbeeld
Raadpleeg uw machinehandboek!
M101 is een machine-afhankelijke functie.
11 TOOL CALL 5 Z S3000 | ; gereedschapsoproep |
12 M101 | ; Automatische gereedschapswissel activeren |
De besturing voert de gereedschapswissel uit en activeert in de volgende NC-regel M101. De kolom TIME2 in Gereedschapsbeheer bevat de maximale waarde van de standtijd bij een gereedschapsoproep. Wanneer tijdens de bewerking de actuele standtijd van de kolom CUR_TIME deze waarde overschrijdt, verwisselt de besturing het zustergereedschap op een geschikte plaats in het NC-programma. De wissel vindt uiterlijk na één minuut plaats, behalve als de besturing de actieve NC-regel nog niet heeft beëindigd. Deze toepassing is bijvoorbeeld zinvol bij geautomatiseerde programma's op onbemande installaties.
Invoer
Wanneer u M101 definieert, gaat de besturing verder met de dialoog en vraagt BT op. Met BT definieert u het aantal NC-regels waarmee de automatische gereedschapswissel mag worden vertraagd. De inhoud van de NC-regels, bijvoorbeeld aanzet of baantraject, beïnvloedt de tijd waarmee de gereedschapswissel wordt vertraagd.
Wanneer u BT niet definieert, gebruikt de besturing de waarde 1 of evt. een door de machinefabrikant vastgelegde standaardwaarde.
De waarde uit BT en de controle van de standtijd en de berekening van de automatische gereedschapswissel, hebben invloed op de bewerkingstijd.
11 M101 BT10 | ; Automatische gereedschapswissel activeren na max. 10 NC-regels |
Instructies
- M101 alleen bij bewerkingen zonder ondersnijdingen gebruiken
- Gereedschapswissel met M102 uitschakelen
- Wanneer u de actuele standtijd van een gereedschap wilt terugzetten, bijvoorbeeld na het wisselen van de snijplaten, voert u in de kolom CUR_TIME in Gereedschapsbeheer de waarde 0 in.
- De besturing neemt bij geïndexeerde gereedschappen geen gegevens uit het hoofdgereedschap over. Indien nodig moet u in elke tabelregel in Gereedschapsbeheer een zustergereedschap definiëren, eventueel met index. Wanneer een geïndexeerd gereedschap versleten is en dus geblokkeerd is, geldt dat dus niet voor alle indexen. Daardoor blijft bijvoorbeeld het hoofdgereedschap bruikbaar.
- Hoe groter de waarde BT, des te geringer is het effect van een eventuele verlenging van de looptijd door de functie M101. Houd er rekening mee dat de automatische gereedschapswissel daardoor later wordt uitgevoerd!
- De aanvullende functie M101 is niet beschikbaar voor draaigereedschap en in de draaimodus (#50 / #4-03-1).
Instructies voor de gereedschapswissel
- De besturing voert de automatische gereedschapswissel op een geschikte plaats in het NC-programma uit.
- Wanneer u geen zustergereedschap in de kolom RT definieert en het gereedschap met de gereedschapsnaam oproept, wisselt de besturing na het bereiken van de standtijd TIME2 een gereedschap met dezelfde naam in.
- De besturing kan de automatische gereedschapswissel niet uitvoeren in de volgende programmadelen:
- Tijdens een bewerkingscyclus
- Bij actieve radiuscorrectie RR of RL
- Direct na een functie voor benaderen APPR
- Direct vóór een functie voor verlaten DEP
- Direct vóór en na een afkanting CHF of een afronding RND
- Tijdens een macro
- Tijdens een gereedschapswissel
- Direct na de NC-functies TOOL CALL of TOOL DEF
- Als de machinefabrikant niets anders definieert, positioneert de besturing het gereedschap na de gereedschapswissel als volgt:
- Als de eindpositie in de gereedschapsas zich onder de actuele positie bevindt, dan wordt de gereedschapsas als laatste gepositioneerd
- Als de eindpositie in de gereedschapsas zich boven de actuele positie bevindt, dan wordt de gereedschapsas als eerste gepositioneerd
Aanwijzingen voor de invoerwaarde BT
- Om een geschikte uitgangswaarde voor BT te berekenen, gebruikt u de formule:
t: Gemiddelde bewerkingstijd van een NC-regel in seconden
Rond het resultaat af naar een geheel getal. Als de berekende waarde groter is dan 100, gebruikt u de maximale invoerwaarde 100.
- Met de optionele machineparameter M101BlockTolerance (nr. 202206) definieert de machinefabrikant de standaardwaarde voor het aantal NC-regels waarmee de automatische gereedschapswissel mag worden vertraagd. Als u BT niet definieert, is deze standaardwaarde van toepassing.
Definitie
Afkorting | Definitie |
---|---|
BT (block tolerance) | Aantal NC-regelswaarmee de gereedschapswissel mag worden vertraagd. |