AFC-basisinstellingen AFC.tab

Toepassing

In de tabel AFC.tab legt u de regelinstellingen vast waarmee de besturing de aanzetregeling uitvoert. De tabel moet in de directory TNC:\table zijn opgeslagen.

Voorwaarde

  • Softwareoptie Adaptieve aanzetregeling AFC (#45 / #2-31-1)

Functiebeschrijving

De gegevens in deze tabel zijn standaardwaarden die bij de leersnede worden gekopieerd naar een bestand dat bij het desbetreffende NC-programma hoort. De waarden dienen als uitgangspunt voor de regeling.

Functiebeschrijving

 
Tip

Wanneer u met behulp van de kolom AFC-LOAD van de gereedschapstabel een gereedschapsafhankelijk regel-referentievermogen instelt, maakt de besturing het bestand dat bij het desbetreffende NC-programma hoort zonder leersnede. Het bestand wordt kort vóór de regeling gemaakt.

Parameter

De tabel AFC.tab bevat de volgende parameters:

Parameters

Betekenis

NR

Regelnummer van de tabel

Invoer: 0...9999

AFC

Naam van de regelinstelling

Deze naam moet in de kolom AFC van Gereedschapsbeheer worden ingevoerd. Zo legt u de toewijzing van de regelparameters aan het gereedschap vast.

Invoer: Tekstbreedte 10

FMIN

Aanzet waarbij de besturing op overbelasting reageert.

Waarde in procenten gerelateerd aan de geprogrammeerde aanzet invoeren

In draaimodus niet noodzakelijk (#50 / #4-03-1)

Als de AFC.TAB-kolommen FMIN en FMAX steeds de waarde 100% hebben, is de Adaptieve aanzetregeling gedeactiveerd, maar blijft de blijft de snedegerelateerde controle op slijtage en belasting van gereedschap actief.

Controleren op slijtage en belasting van gereedschap

Invoer: 0...999

FMAX

Maximale aanzet in het materiaal tot welke waarde de besturing automatisch de aanzet mag verhogen

Waarde in procenten gerelateerd aan de geprogrammeerde aanzet invoeren

In draaimodus niet noodzakelijk (#50 / #4-03-1)

Als de AFC.TAB-kolommen FMIN en FMAX steeds de waarde 100% hebben, is de Adaptieve aanzetregeling gedeactiveerd, maar blijft de blijft de snedegerelateerde controle op slijtage en belasting van gereedschap actief.

Controleren op slijtage en belasting van gereedschap

Invoer: 0...999

FIDL

Aanzet waarmee de besturing buiten het materiaal moet verplaatsen

Waarde in procenten gerelateerd aan de geprogrammeerde aanzet invoeren

In draaimodus niet noodzakelijk (#50 / #4-03-1)

Invoer: 0...999

FENT

Aanzet waarmee de besturing in het materiaal insteekt of zich daaruit terugtrekt

Waarde in procenten gerelateerd aan de geprogrammeerde aanzet invoeren

In draaimodus niet noodzakelijk (#50 / #4-03-1)

Invoer: 0...999

OVLD

Reactie die de besturing bij overbelasting moet uitvoeren:

  • M: uitvoeren van een door de machinefabrikant gedefinieerde macro
  • S: direct een NC-stop uitvoeren
  • F: NC-stop uitvoeren wanneer het gereedschap zich niet meer in het materiaal bevindt
  • E: alleen een foutmelding op het beeldscherm laten weergeven
  • L: actueel gereedschap blokkeren
  • -: geen overbelastingsreactie uitvoeren

Wanneer bij een actieve regeling het maximale spilvermogen meer dan 1 seconde wordt overschreden en gelijktijdig de gedefinieerde minimumaanzet wordt onderschreden, reageert de besturing met de overbelastingsreactie.

In combinatie met de snedegerelateerde gereedschapsslijtagebewaking verwerkt de besturing uitsluitend de selectiemogelijkheden M, E en L!

Bij de gereedschapsbelastingsbewaking met de kolom AFC_OVLD2 werkt deze parameter niet.

Invoer: M, S, F, E, L of -

POUT

Spilvermogen waarbij de besturing een terugtrekking uit het werkstuk moet herkennen

Waarde in procenten gerelateerd aan de ingeleerde referentiebelasting invoeren

Aanbevolen waarde: 8 %

In de draaimodus minimale belasting Pmin voor de gereedschapsbewaking (#50 / #4-03-1)

Invoer: 0...100

SENS

Gevoeligheid (agressiviteit) van de regeling

50 komt overeen met een trage, 200 met een zeer agressieve regeling. Een agressieve regeling reageert snel en met grote waardeveranderingen, maar neigt echter tot 'doorschieten'.

In de draaimodus de bewaking van de minimumbelasting Pmin activeren (#50 / #4-03-1):

  • 1: Pmin wordt verwerkt
  • 0: Pmin wordt niet verwerkt

Invoer: 0...999

PLC

Waarde die de besturing aan het begin van een bewerkingsstap aan de PLC doorgeeft.

De machinefabrikant definieert of en welke functie de besturing uitvoert.

Invoer: 0...999

Instructies

  • Wanneer in de directory TNC:\table geen tabel AFC.TAB aanwezig is, gebruikt de besturing een intern vast gedefinieerde regelinstelling voor een leersnede. Een andere mogelijkheid bij het vooraf ingevoerde gereedschapafhankelijke regel-referentievermogen is dat de besturing direct regelt. HEIDENHAIN adviseert voor een veilig en gedefinieerd verloop het gebruik van de tabel AFC.TAB.
  • De namen van tabellen en tabelkolommen moeten met een letter beginnen en mogen geen rekenkundig teken, bijv. + bevatten. Deze tekens kunnen op basis van SQL-commando's bij het inlezen of uitlezen van gegevens tot problemen leiden.
  • Tabeltoegang met SQL-opdrachten