Gereedschapsoffset rekenkundig meeberekenen M144 (#9 / #4-01-1)
Toepassing
Met M144 compenseert de besturing bij volgende verplaatsingen de gereedschapsoffset die ontstaat door schuine rotatie-assen.
In plaats van M144 adviseert HEIDENHAIN u de krachtigere functie FUNCTION TCPM (#9 / #4-01-1).
Verwante onderwerpen
- Gereedschapsoffset compenseren met FUNCTION TCPM
Gereedschapsinstelling compenseren met FUNCTION TCPM (#9 / #4-01-1)
Voorwaarde
- Software-optie Uitgebreide functies groep 2 (#9 / #4-01-1)
Functiebeschrijving
Werking
M144 werkt aan het begin van de regel.
Om M144 terug wilt zetten, programmeert u M145.
Toepassingsvoorbeeld
11 M144 | ; Gereedschapscompensatie activeren |
12 L A-40 F500 | ; A-as positioneren |
13 L X+0 Y+0 R0 FMAX | ; Assen X en Y positioneren |
Met M144 houdt de besturing rekening met de positie van de rotatie-assen in de volgende positioneerregels.
In de NC-regel 12 positioneert de besturing de rotatie-as A; daarbij ontstaat een verspringing tussen de gereedschapspunt en het werkstuk. De besturing berekent deze verspringing rekenkundig mee.
In de volgende NC-regel positioneert de besturing de assen X en Y. Met behulp van de actieve M144 compenseert de besturing de positie van de rotatie-as A bij de beweging.
Zonder M144 houdt de besturing geen rekening met de verspringing en wordt de bewerking verplaatst uitgevoerd.
Instructies
Raadpleeg uw machinehandboek!
Let er in combinatie met hoekkoppen op dat de machinegeometrie door de machinefabrikant in de kinematicabeschrijving is gedefinieerd. Wanneer u een hoekkop voor de bewerking gebruikt, moet u de juiste kinematica selecteren.
- Ondanks actieve M144 kunt u met M91 of M92 positioneren.
- Wanneer M144 actief is, zijn de functies M128 en FUNCTION TCPM niet toegestaan. Bij activeren van deze functies toont de besturing een foutmelding.
- M144 werkt niet in combinatie met PLANE-functies. Als beide functies actief zijn, zal alleen de PLANE-functie werken.
Met M144 verplaatst de besturing overeenkomstig het werkstukcoördinatensysteem W-CS.
Als u PLANE-functies activeert, verplaatst de besturing overeenkomstig het bewerkingsvlak-coördinatensysteem WPL-CS.
Aanwijzingen in combinatie met de draaibewerking (#50 / #4-03-1)
- Als de schuin ingestelde as een zwenktafel is, oriënteert de besturing het gereedschapscoördinatensysteem W-CS.
Wanneer de schuin ingestelde as een zwenkkop is, oriënteert de besturing het W-CS niet.
- Na het schuin instellen van de draaias moet u evt. het draaigereedschap in de Y-coördinaat opnieuw voorpositioneren en de positie van de snijkant met cyclus 800 DRAAISYST. oriënteren.DRAAISYST. AANPASSEN oriënteren.