Cyclus 263 ZINKDRAAD FREZEN
ISO-programmering
G263
Toepassing
Verwante onderwerpen
- Cyclus 262 SCHROEFDRAAD FREZEN voor schroefdraad frezen in voorgeboord materiaal
- Cyclus 264 BOORDRAAD FREZEN voor boren in volmateriaal en schroefdraad frezen, optioneel maken van een afkanting
- Cyclus 265 HELIX-BOORDR. FREZEN voor schroefdraad frezen in voorgeboord materiaal, waarbij een afkanting wordt gemaakt
- Cyclus 267 BUITENDRAAD FREZEN voor buitenschroefdraad frezen, waarbij een afkanting wordt gemaakt
Cyclusverloop
- De besturing positioneert het gereedschap in de spilas in ijlgang met FMAX naar de ingevoerde veiligheidsafstand boven het werkstukoppervlak
Verzinken
- Het gereedschap verplaatst zich met aanzet voorpositioneren naar de verzinkingsdiepte min de veiligheidsafstand, en vervolgens met aanzet vrijloop naar de verzinkingsdiepte
- Als een veiligheidsafstand zijkant is ingevoerd, positioneert de besturing het gereedschap meteen met aanzet voorpositioneren naar de verzinkingsdiepte
- Vervolgens benadert de besturing, afhankelijk van de beschikbare ruimte, vanuit het midden of met zijdelings voorpositioneren de kerndiameter voorzichtig en voert een cirkelbeweging uit
Verzinken aan kopvlakzijde
- Het gereedschap verplaatst zich met aanzet voorpositioneren naar de verzinkingsdiepte aan kopvlakzijde
- De besturing positioneert het gereedschap ongecorrigeerd vanuit het midden via een halve cirkel naar de verspringing aan kopvlakzijde, en voert een cirkelbeweging met aanzet vrijloop uit
- Aansluitend verplaatst de besturing het gereedschap weer via een halve cirkel naar het midden van de boring
Schroefdraadfrezen
- De besturing verplaatst het gereedschap met de geprogrammeerde aanzet voorpositioneren naar het startniveau voor de schroefdraad dat volgt uit het voorteken van de spoed en de freeswijze
- Het gereedschap verplaatst zich vervolgens tangentieel in een helixbeweging naar de nominale schroefdraaddiameter en freest met een 360°-schroeflijnbeweging de schroefdraad
- Vervolgens verplaatst het gereedschap zich tangentieel van de contour weg, terug naar het startpunt in het bewerkingsvlak
- Aan het einde van de cyclus verplaatst de besturing het gereedschap in ijlgang naar de veiligheidsafstand of – indien ingevoerd – naar de 2e veiligheidsafstand
Instructies
- Diepte negatief invoeren
- Met machineparameter displayDepthErr (nr. 201003) instellen of de besturing bij de invoer van een positieve diepte een foutmelding af dient te geven (on) of niet (off)
- Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
- De voortekens van de cyclusparameters draaddiepte, verzinkingsdiepte resp. diepte aan kopvlakzijde bepalen de werkrichting. De werkrichting wordt in onderstaande volgorde bepaald:
- Draaddiepte
- Verzinkingsdiepte
- Diepte kopvlakzijde
Aanwijzingen voor het programmeren
- Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring) van het bewerkingsvlak met radiuscorrectie R0 programmeren
- Als voor een van de diepteparameters 0 wordt geselecteerd, voert de besturing deze bewerkingsstap niet uit.
- Wanneer aan kopvlakzijde moet worden verzonken, moet voor de parameter Verzinkingsdiepte 0 worden gekozen.
Programmeer de draaddiepte minstens 1/3 x de spoed kleiner dan de verzinkingsdiepte.
Cyclusparameters
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q335 Nominale diameter? Nominale schroefdraaddiameter Invoer: 0...99999,9999 | |
Q239 Spoed? Spoed van de draad. Het voorteken legt rechtse of linkse draad vast: + = rechtse draad – = linkse draad Invoer: -99.9999...+99.9999 | |
Q201 Draaddiepte ? Afstand tussen werkstukoppervlak en draadkern. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q356 Verzinkdiepte? Afstand tussen werkstukoppervlak en gereedschapspunt. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q253 Aanzet voorpositioneren? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het insteken in het werkstuk resp. bij het terugtrekken uit het werkstuk in mm/min. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF | |
Q351 Freeswijze? Meel.=+1, Tegenl.=-1 Soort freesbewerking. Er wordt rekening gehouden met de spilrotatierichting. +1 = meelopend frezen –1 = tegenlopend frezen (wanneer u 0 invoert, vindt de bewerking meelopend plaats) Invoer: –1, 0, +1 Alternatief PREDEF | |
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q357 Veiligheids-afstand van de kant? Afstand tussen snijkant van gereedschap en wand van de boring. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q358 Verzinkdiepte kopse kant? Afstand tussen werkstukoppervlak en gereedschapspunt bij verzinken aan kopvlakzijde. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q359 Verpl.verzinking kopse kant Afstand waarmee de besturing het midden van het gereedschap uit het midden verplaatst. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q203 Coörd. werkstukoppervlakte? Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q204 2e veiligheidsafstand? Afstand in de gereedschapsas tussen gereedschap en werkstuk (spanmiddel) waarbij een botsing is uitgesloten. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q254 Aanzet diepte-instelling? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het verzinken in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU | |
Q207 Aanzet frezen? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het frezen in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO | |
Q512 Aanzet benaderen? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het benaderen in mm/min. Bij kleine draaddiameters kunt u door een gereduceerde benaderingsaanzet het risico op gereedschapsbreuk verminderen. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO |
11 CYCL DEF 263 ZINKDRAAD FREZEN ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
12 CYCL CALL |