Pulserend toerental met FUNCTION S-PULSE

Toepassing

Met de functie FUNCTION S-PULSE programmeert u een pulserend toerental, bijvoorbeeld om bij het draaien met constant toerental (#50 / #4-03-1)eigen trillingen van de machine te voorkomen.

Functiebeschrijving

Met de invoerwaarde P-TIME definieert u de duur van een trilling (periodelengte), met de invoerwaarde SCALE de toerentalverandering in procenten. Het spiltoerental wisselt sinusvormig rond de nominale waarde.

Met FROM-SPEED en TO-SPEED definieert u met behulp van een bovenste en onderste toerentalgrens het bereik waarin het pulserende toerental actief is. Beide invoerwaarden zijn optioneel. Als u geen parameters definieert, werkt de functie in het gehele toerentalbereik.

Met de functie FUNCTION S-PULSE RESET kunt u het pulserende toerental terugzetten.

Als een pulserend toerental actief is, toont de besturing een symbool in het werkgebied Posities.

Werkgebied Posities

Invoer

11 FUNCTION S-PULSE P-TIME10 SCALE5 FROM-SPEED4800 TO-SPEED5200

; toerental binnen 10 seconden met 5% rond de nominale waarde laten schommelen met begrenzing

De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:

Syntaxiselement

Betekenis

FUNCTION S-PULSE

Syntaxisopener voor pulserend toerental

P-TIME of RESET

Definieer de duur van een trilling in seconden of reset het pulserende toerental

SCALE

Toerentalverandering in %

Alleen bij selectie P-TIME

FROM-SPEED

Onderste toerentalgrens vanaf waar het pulserende toerental actief is

Alleen bij selectie P-TIME

Syntaxiselement optioneel

TO-SPEED

Bovenste toerentalgrens tot waar het pulserende toerental actief is

Alleen bij selectie P-TIME

Syntaxiselement optioneel

Aanwijzing

De besturing overschrijdt nooit een geprogrammeerde toerentalbegrenzing. Het toerental wordt gehandhaafd, totdat de sinuscurve van de functie FUNCTION S-PULSE weer lager is dan het maximale toerental.