Werkgebied Posities

Toepassing

De algemene statusweergave in het werkgebied Posities bevat informatie over de toestand van verschillende functies van de besturing en de actuele asposities.

Functiebeschrijving

Werkgebied Posities met algemene statusweergave

U kunt het werkgebied Posities in de volgende werkstanden openen:

  • Handmatig
  • Programma-afloop

Overzicht van de werkstanden

Het werkgebied Posities bevat de volgende informatie:

  • Symbolen van actieve en inactieve functies, bijvoorbeeld Dynamische botsingsbewaking DCM (#40 / #5-03-1)
  • Actief gereedschap
  • Technologiewaarden
  • Positie van de spil- en aanzet-potentiometers
  • Actieve additionele functies voor de spil
  • Aswaarden en toestanden, bijvoorbeeld referentiepunt van as niet vastgelegd
  • Testopstelling voor de assen

 
Machine

Raadpleeg uw machinehandboek!

In de draaimodus moet u de additionele functies voor de draaispil met andere nummers programmeren, bijv. M303 in plaats van M3 (#50 / #4-03-1). De machinefabrikant definieert de gebruikte nummers.

Met de optionele machineparameter CfgSpindleDisplay (nr. 139700) definieert de machinefabrikant welke additionele functienummers de besturing in de statusweergave toont.

As- en digitale uitlezing

 
Machine

Raadpleeg uw machinehandboek!

Met machineparameter axisDisplay (nr.100810) definieert u het aantal en de volgorde van de weergegeven assen.

Symbool

Betekenis

IST

Modus van de digitale uitlezing, bijvoorbeeld actuele of nominale coördinaten van de actuele positie van het gereedschap

U kunt de modus selecteren in de titelbalk van het werkgebied.

Digitale uitlezingen

Assen

De X-as is geselecteerd. U kunt de gekozen as verplaatsen.

De hulpas m is niet geselecteerd. De besturing toont hulpassen als kleine letters, bijvoorbeeld Gereedschapsmagazijn.

Definitie

Het referentiepunt van de as is niet vastgelegd

De as is niet in veilige modus.

Asposities handmatig controleren

De as verplaatst zich langs de naast het symbool getoonde restweg.

De as is geklemd.

U kunt de as met het handwiel verplaatsen.

U kunt de as niet met het handwiel verplaatsen.

 
Machine

Raadpleeg uw machinehandboek!

De machinefabrikant definieert welke assen u met het handwiel kunt verplaatsen.

Referentiepunt en technologiewaarden

Symbool

Betekenis

Nummer en commentaar van het actieve werkstukreferentiepunt

Het nummer komt overeen met het actieve regelnummer van de referentiepunttabel. Het commentaar komt overeen met de inhoud van de kolom DOC.

Referentiepuntbeheer

Nummer van het actieve palletreferentiepunt

Het nummer komt overeen met het actieve regelnummer van de paletreferentiepunttabel.

Palletreferentiepunttabel

T

In het gedeelte T toont de besturing de volgende informatie:

  • Nummer van het actieve gereedschap
  • Gereedschapsas van het actieve gereedschap
  • Symbool van het gedefinieerde gereedschapstype
  • Naam v.h. actieve gereedschap

F

In het gedeelte F toont de besturing de volgende informatie:

  • Actieve aanzetsnelheid in mm/min.
  • U kunt de aanzetsnelheid in verschillende eenheden programmeren. De besturing rekent de geprogrammeerde aanzet op deze weergave altijd om in mm/min.

  • Bij actieve M136 actieve aanzetsnelheid in mm/omw
  • Aanzet in mm/omw interpreteren met M136

  • Stand van de potentiometer in procenten
  • Stand van de aanzet-potentiometer in procenten
  • potentiometer

Wanneer met behulp van de knop F LIMIT een aanzetbegrenzing actief is, heet het gedeelte F LIMIT in plaats van F. De besturing toont de tekst F LIMIT en de aanzetwaarde oranje.

Aanzetbegrenzing F LIMIT

S

In het gedeelte S toont de besturing de volgende informatie:

  • Actief toerental in 1/min.
  • Wanneer u in plaats van een toerental een snijsnelheid hebt geprogrammeerd, rekent de besturing deze waarde automatisch om naar een toerental.

  • Stand van de spilpotentiometer in procenten
  • Actieve additionele functie voor de spil

Actieve functies

Symbool

Betekenis

De functie Handmatig verplaatsen is actief.

De functie Handmatig verplaatsen is niet actief.

Werkstand Programma-afloop

De gereedschapsradiuscorrectie RL is actief.

Gereedschapsradiuscorrectie

De gereedschapsradiuscorrectie RR is actief.

Gereedschapsradiuscorrectie

Tijdens de functie Regelsprong toont de besturing de symbolen transparant.

Binnenkomst in het programma met regelsprong

De gereedschapsradiuscorrectie R+ is actief.

Gereedschapsradiuscorrectie

De gereedschapsradiuscorrectie R- is actief.

Gereedschapsradiuscorrectie

Tijdens de functie Regelsprong toont de besturing de symbolen transparant.

Binnenkomst in het programma met regelsprong

3D-gereedschapscorrectie is actief (#9 / #4-01-1).

3D-gereedschapscorrectie (#9 / #4-01-1)

Tijdens de functie Regelsprong toont de besturing het symbool transparant.

Binnenkomst in het programma met regelsprong

In het actieve referentiepunt is een basisrotatie gedefinieerd.

Basisrotatie en 3D-basisrotatie

De assen worden, rekening houdend met de basisrotatie, verplaatst.

Selectie Basisrotatie

In het actieve referentiepunt is een 3D-basisrotatie gedefinieerd.

Basisrotatie en 3D-basisrotatie

De assen worden, rekening houdend met het gezwenkte bewerkingsvlak, verplaatst.

Bewerkingsvlak zwenken met PLANE-functies (#8 / #1-01-1)

Selectie 3D ROT

De functie Gereedschapsas is actief.

Selectie Gereedschapsas

De functie TRANS MIRROR of de cyclus 8 SPIEGELEN is actief. De in de functie of cyclus geprogrammeerde assen worden gespiegeld verplaatst.

Cyclus 8 SPIEGELEN

Spiegeling met TRANS MIRROR

De functie Pulserend toerental S-PULSE is actief.

Pulserend toerental met FUNCTION S-PULSE

De functie PARAXCOMP DISPLAY is actief.

De functie PARAXMODE is actief.

Dit symbool bedekt eventueel de symbolen voor PARAXCOMP DISPLAY en PARAXCOMP MOVE.

Drie lineaire assen voor de bewerking selecteren met FUNCTION PARAXMODE

De functie M128 oder FUNCTION TCPM is actief (#9 / #4-01-1).

Gereedschapsinstelling compenseren met FUNCTION TCPM (#9 / #4-01-1)

De draaimodus FUNCTION MODE TURN is actief (#50 / #4-03-1).

Bewerkingsmodus omschakelen met FUNCTION MODE

De dress-modus is actief (#156 / #4-04-1).

Dresswerkstand activeren met FUNCTION DRESS

De functie Dynamische botsingsbewaking DCM is actief (#40 / #5-03-1).

De functie Dynamische botsingsbewaking DCM is niet actief (#40 / #5-03-1).

Dynamische botsingsbewaking DCM (#40 / #5-03-1)

De functie Dynamische botsingsbewaking DCM is met een gereduceerde minimumafstand actief (#140 / #5-03-2).

Minimale afstand voor DCM reduceren met FUNCTION DCM DIST (#140 / #5-03-2)

De functie Adaptieve aanzetregeling AFC is actief in de leersnede (#45 / #2-31-1).

De functie Adaptieve aanzetregeling AFC is actief in de regelmodus (#45 / #2-31-1).

Adaptieve aanzetregeling AFC (#45 / #2-31-1)

De functie Actieve chatter-onderdrukking ACC is actief (#145 / #2-30-1).

Actieve chatter ACC (#145 / #2-30-1)

De functie Globale programma-instellingen GPS is actief (#44 / #1-06-1).

Globale programma-instellingen GPS (#44 / #1-06-1)

De functie Procesbewaking is actief (#168 / #5-01-1).

Procesbewaking (#168 / #5-01-1)

 
Tip

Met de optionele machineparameter iconPrioList (nr. 100813) wijzigt u de volgorde waarin de besturing de symbolen toont. Het symbool voor de dynamische botsingsbewaking DCM (#40 / #5-03-1) is altijd zichtbaar en kan niet worden geconfigureerd.

Definitie

Hulpassen
Hulpassen worden via de PLC gestuurd en zijn niet in de kinematicabeschrijving opgenomen. Hulpassen worden bijvoorbeeld door middel van een externe motor hydraulisch of elektrisch aangedreven. De machinefabrikant kan bijvoorbeeld het gereedschapsmagazijn als hulpas definiëren.