Basisprincipes voor het maken van vertandingen (#157 / #4-05-1)
Toepassing
Raadpleeg uw machinehandboek!
Deze functie moet door de machinefabrikant vrijgegeven en aangepast worden.
Voor de cycli is de software-optie Tandwielproductie (#157 / #4-05-1). Wanneer u deze cycli in de draaimodus gebruikt, hebt u bovendien de software-optie Freesdraaien (#50 / #4-03-1). In de freesmodus is de gereedschapsspil de master-spil en in de draaimodus in het de werkstukspil. De andere spil wordt slave-spil genoemd. Afhankelijk van de bedrijfsmodus wordt het toerental, resp. de snijsnelheid met een TOOL CALL S of FUNCTION TURNDATA SPIN geprogrammeerd.
De cycli 286 en 287 gebruiken voor het oriënteren van het coördinatensysteem I-CS de precessiehoek, die in de draaimodus ook door de cycli 800 en 801 wordt beïnvloed. Aan het einde van de cyclus wordt de precessiehoek teruggezet, die aan het begin van de cyclus actief was. Ook bij het afbreken van deze cycli wordt deze precessiehoek teruggezet.
Als askruishoek wordt de hoek tussen werkstuk en gereedschap aangeduid. Deze volgt uit de hellingshoek van het gereedschap en de hellingshoek van het tandwiel. De cycli 286 en 287 berekenen de gewenste positie van de rotatie-as op de machine, op basis van de vereiste hoek van het assenkruis. De cycli positioneren daarbij altijd de eerste rotatie-as vanaf het gereedschap.
Om bij een storing het gereedschap veilig uit de vertanding te schuiven, worden de cycli automatisch geregeld door de LIFTOFF. De cycli definiëren de richting en de weg voor een LIFTOFF. U hoeft alleen bij uw gereedschap de LIFTOFF te activeren. De machinefabrikant kan eigen automatische LIFTOFF configureren.
Het tandwiel wordt eerst beschreven in cyclus 285 TANDWIEL DEFINIEREN. Vervolgens programmeert u de cyclus 286 TANDW. AFWIKKELFREZEN of 287 TANDWIEL ROLSTEKEN.
Programmeer:
- gereedschapsoproep TOOL CALL
- Selectie draaimodus of freesmodus met kinematicaselectie FUNCTION MODE TURN of FUNCTION MODE MILL "KINEMATIC_GEAR"
- Rotatierichting van de spil bijv. M3 of M303
- Positioneer de cyclus overeenkomstig uw keuze MILL of TURN vóór
- Cyclusdefinitie CYCL DEF 285 TANDWIEL DEFINIEREN.
- Cyclusdefinitie CYCL DEF 286 TANDW. AFWIKKELFREZEN of CYCL DEF 287 TANDWIEL ROLSTEKEN.
Instructies
- Gereedschap naar een veilige positie voorpositioneren
- Werkstuk zover uit het spanmiddel nemen, dat een botsing tussen gereedschap en spanmiddel uitgesloten is
- Plaats vóór de cyclusoproep uw referentiepunt in het rotatiecentrum van de werkstukspil.
- Houd er rekening mee dat de slave-spil na het cycluseinde verder draait. Wanneer de spil vóór het programma-einde gestopt moet worden, moet een bijpassende M-functie geprogrammeerd worden.
- De LiftOff moet u in de gereedschapstabel activeren. Verder moet deze door uw machinefabrikant geconfigureerd zijn.
- Houd er rekening mee dat u voor de cyclusoproep het toerental van de master-spil moet programmeren. D.w.z. in de freesmodus voor de gereedschapsspil en in de draaimodus voor de werkstukspil.
Tandwielformules
Berekening toerental
- nT: toerental gereedschapsspil
- nW: toerental werkstukspil
- zT: aantal gereedschapstanden
- zW: aantal werkstuktanden
Definitie | Gereedschapsspil | Werkstukspil |
---|---|---|
Afwikkelfrezen | ||
Afwikkelschalen |
Rechte tandwielen
- m: module (Q540)
- p: verdeling
- h: tandhoogte (Q563)
- d: steekcirkeldiameter
- z: aantal tanden (Q541)
- c: kopspeling (Q543)
- da: kopcirkeldiameter (Q542)
- df: voetcirkeldiameter
Definitie | FORMULE |
---|---|
Module (Q540) | |
Verdeling | |
Diameter steekcirkel | |
Tandhoogte (Q563) | |
Kopcirkeldiameter (Q542) | |
Voetcirkeldiameter | |
Voetcirkeldiameter, wanneer tandhoogte > 0 | |
Aantal tanden (Q541) |
|
Let bij berekeningen van een binnenvertanding op de voortekens.
Voorbeeld: berekening van de kopcirkeldiameter
Buitenvertanding: Q540 * (Q541 + 2) = 1 * (+46 + 2)
Binnenvertanding: Q540 * (Q541 + 2) = 1 * (-46 + 2)