Cyclus 209 SCHRDR.BOR. SPAANBR.
ISO-programmering
G209
Toepassing
Raadpleeg uw machinehandboek!
De machine en besturing moeten zijn voorbereid door de machinefabrikant.
De cyclus is uitsluitend op machines met een gestuurde spil uitvoerbaar.
De besturing snijdt de schroefdraad in meerdere verplaatsingen tot de ingevoerde diepte. Via een parameter kan worden vastgelegd of het gereedschap bij het spaanbreken al dan niet helemaal uit de boring moet worden teruggetrokken.
Verwante onderwerpen
- Cyclus 206 DRAADTAPPEN met voedingscompensatie
- Cyclus 207 SCHR. TAPPEN GS zonder voedingscompensatie
Cyclusverloop
- De besturing positioneert het gereedschap in de spilas in ijlgang met FMAX naar de ingevoerde veiligheidsafstand boven het werkstukoppervlak en voert daar een spiloriëntatie uit
- Het gereedschap verplaatst zich naar de ingevoerde diepte-instelling, draait de spilrotatierichting om en keert – afhankelijk van de definitie – met een bepaalde waarde terug of wordt uit de boring teruggetrokken, om de spanen te verwijderen. Wanneer u een factor voor de toerentalverhoging gedefinieerd hebt, verplaatst de besturing zich met een overeenkomstig hoger spiltoerental uit de boring
- Vervolgens wordt de spilrotatierichting weer omgekeerd en wordt het gereedschap naar de volgende diepte-instelling verplaatst
- De besturing herhaalt dit proces (2 en 3) totdat de ingevoerde draaddiepte is bereikt
- Vervolgens wordt het gereedschap naar de veiligheidsafstand teruggetrokken. Indien een 2e veiligheidsafstand is ingevoerd, verplaatst de besturing het gereedschap met FMAX daarheen
- Op veiligheidsafstand stopt de besturing de spil
Bij het schroefdraad tappen worden de spil en de gereedschapsas altijd ten opzichte van elkaar gesynchroniseerd. De synchronisatie kan bij stilstaande spil plaatsvinden.
Instructies
De cyclus 209 SCHRDR.BOR. SPAANBR. kan met de optionele machineparameter hideRigidTapping (nr. 128903) worden verborgen.
- Diepte negatief invoeren
- Met machineparameter displayDepthErr (nr. 201003) instellen of de besturing bij de invoer van een positieve diepte een foutmelding af dient te geven (on) of niet (off)
- Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
- Als u voor deze cyclus M3 (resp. M4) programmeert, draait de spil na het cycluseinde (met het in de TOOL-CALL-regel geprogrammeerde toerental).
- Als u voor deze cyclus geen M3 (resp. M4) programmeert, blijft de spil na het einde van deze cyclus staan. Dan moet u vóór de volgende bewerking de spil met M3 (resp. M4) opnieuw inschakelen.
- Wanneer u in de gereedschapstabel in de kolom Pitch de spoed van de draadtap invoert, vergelijkt de besturing de spoed uit de gereedschapstabel met de in de cyclus gedefinieerde spoed. De besturing geeft een foutmelding wanneer de waarden niet met elkaar overeenstemmen.
- Deze cyclus bewaakt de gedefinieerde werklengte LU van het gereedschap. Wanneer deze kleiner is dan de DRAADDIEPTE Q201, komt de besturing met een foutmelding.
Wanneer u geen dynamiekparameter (bijv. veiligheidsafstand, spiltoerental,...) wijzigt, is het mogelijk de schroefdraad achteraf dieper te boren. De veiligheidsafstand Q200 moet echter zo groot gekozen worden, dat de gereedschapsas binnen deze baan de versnellingsbaan verlaten heeft.
Aanwijzingen voor het programmeren
- Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring) van het bewerkingsvlak met radiuscorrectie R0 programmeren
- Het voorteken van de cyclusparameter Draaddiepte legt de werkrichting vast.
- Wanneer via de cyclusparameter Q403 een toerentalfactor voor sneller terugtrekken is gedefinieerd, beperkt de besturing het toerental tot het maximumtoerental van de actieve stand instelling spil/toerenbereik.
Aanwijzing in combinatie met machineparameters
- Met de machineparameter CfgThreadSpindle (nr. 113600) definieert u het volgende:
- sourceOverride (nr. 113603):
FeedPotentiometer (Default) (toerental-override is niet actief), de besturing past het toerental vervolgens overeenkomstig aan
Spilpotentiometer (aanzet override is niet actief) - thrdWaitingTime (nr. 113601): deze tijd wordt gewacht bij de draadkern na spilstop
- ThrdPreSwitch (nr. 113602): de spil wordt om deze tijd vóór het bereiken van de draadkern gestopt
- sourceOverride (nr. 113603):
Cyclusparameters
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q201 Draaddiepte ? Afstand tussen werkstukoppervlak en draadkern. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q239 Spoed? Spoed van de draad. Het voorteken legt rechtse of linkse draad vast: + = rechtse draad – = linkse draad Invoer: -99.9999...+99.9999 | |
Q203 Coörd. werkstukoppervlakte? Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q204 2e veiligheidsafstand? Afstand in de gereedschapsas tussen gereedschap en werkstuk (spanmiddel) waarbij een botsing is uitgesloten. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q257 Boordiepte tot spaanbreuk ? Maat waarbij de besturing het spaanbreken uitvoert. Deze procedure wordt herhaald totdat Q201 DIEPTE is bereikt. Wanneer Q257 gelijk is aan 0, voert de besturing geen spaanbreken uit. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q256 Terugtrekhoogte voor spaanbreuk? De besturing vermenigvuldigt spoed Q239 met de ingevoerde waarde en verplaatst het gereedschap bij het spaanbreken met deze berekende waarde terug. Wanneer Q256 = 0 wordt ingevoerd, trekt de besturing het gereedschap volledig uit de boring terug (naar veiligheidsafstand), om de spanen te verwijderen. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q336 Hoek voor spil-orientatie ? Hoek waaronder de besturing het gereedschap vóór het schroefdraad snijden positioneert. Hierdoor kan de schroefdraad eventueel worden nagesneden. De waarde werkt absoluut. Invoer: 0...360 | |
Q403 Fact. toerent.ver. vrijzetten? Factor waarmee de besturing het spiltoerental - en dus ook de terugtrekaanzet - bij het terugtrekken uit de boring verhoogt. Verhoging maximaal tot maximumtoerental van de actieve stand instelling spil/toerenbereik. Invoer: 0.0001...10 |
11 CYCL DEF 209 SCHRDR.BOR. SPAANBR. ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
12 CYCL CALL |
Terugtrekken bij gestopt NC-programma
U kunt een draadsnijgereedschap in gestopte toestand als volgt vrijmaken:
| ||
|
- Werkstand Programma-afloop
Wanneer u het NC-programma met NC-stop stopt, toont de besturing de knop Gereedschap vrijzetten.
- Toepassing MDI:
Wanneer u een schroefdraadcyclus oproept, verschijnt de knop Gereedschap vrijzetten. De knop wordt grijs weergegeven totdat u op NC-stop drukt.