Dynamische botsingsbewaking DCM (#40 / #5-03-1)
Basisprincipes
Toepassing
Met de dynamische botsingsbewaking DCM (dynamic collision monitoring) kunt u door de machinefabrikant gedefinieerde machinecomponenten op botsing bewaken. Wanneer deze objecten met botsingsbewaking elkaar dichter naderen dan een gedefinieerde minimumafstand, stopt de besturing met een foutmelding. Hiermee kunt u het risico op botsingen verminderen.
Verwante onderwerpen
- Basisprincipes van spanmiddelbeheer
- Uitgebreide tests bij de simulatie
- Basisprincipes van het beheer van de gereedschapshouder
- Minimale afstand tussen twee objecten met botsingsbewaking verkleinen (#140 / #5-03-2)
Minimale afstand voor DCM reduceren met FUNCTION DCM DIST (#140 / #5-03-2)
Voorwaarden
- Software-optie Dynamische botsingsbewaking DCM (#40 / #5-03-1)
- Besturing door machinefabrikant voorbereid
De machinefabrikant moet een kinematicamodel van de machine, invoegpunten voor spanmiddelen en de veiligheidsafstand tussen objecten met botsingsbewaking definiëren.
- Gereedschappen met positieve radius R en lengte L.
- Waarden in het gereedschapsbeheer komen overeen met de werkelijke afmetingen van het gereedschap
Functiebeschrijving
Raadpleeg uw machinehandboek!
De machinefabrikant past de dynamische botsingsbewaking DCM aan de besturing aan.
De machinefabrikant kan machine-onderdelen en minimumafstanden definiëren die door de besturing tijdens alle machinebewegingen bewaakt worden. Wanneer twee objecten met botsingsbewaking elkaar dichter naderen dan een gedefinieerde minimumafstand, komt de besturing met een foutmelding en stopt de beweging.
- DCM zo mogelijk altijd activeren
- DCM direct na een tijdelijke onderbreking weer activeren
- NC-programma of programmadeel bij inactieve DCM in de modus Regel voor regel voorzichtig testen
De besturing kan de objecten met botsingsbewaking in de volgende werkstanden grafisch weergeven:
- Werkstand Programmeren
- Werkstand Handmatig
- Werkstand Programma-afloop
De besturing bewaakt de gereedschappen die in het gereedschapsbeheer zijn gedefinieerd, eveneens op botsingen.
- Schakelaar Uitgebreide controle voor de simulatie activeren
- Verloop met behulp van de simulatie testen
- NC-programma of programmadeel in de modus Regel voor regel voorzichtig testen
Uitgebreide controle in de simulatie
Dynamische botsingsbewaking DCM in de werkstanden Handmatig en Programma-afloop
U activeert de dynamische botsingsbewaking DCM voor de werkstanden Handmatig en Programma-afloop afzonderlijk met de knop DCM.
Dynamische botsingsbewaking DCM voor de werkstanden Handmatig en Programma-afloop activeren
In de werkstanden Handmatig en Programma-afloop stopt de besturing een beweging wanneer twee objecten met botsingsbewaking elkaar dichter naderen dan een opgegeven minimumafstand. In dat geval komt de besturing met een foutmelding waarin de beide objecten zijn vermeld die de botsing veroorzaken.
Raadpleeg uw machinehandboek!
De minimumafstand tussen de objecten met botsingsbewaking wordt gedefinieerd door de machinefabrikant.
Vóór de botsingswaarschuwing vermindert de besturing de aanzet van de bewegingen dynamisch. Hierdoor wordt gewaarborgd dat de assen tijdig vóór een botsing stoppen.
Wanneer de botsingswaarschuwing wordt geactiveerd, geeft de besturing de botsende objecten in het werkbereik Simulatie rood weer.
Bij een botsingswaarschuwing zijn uitsluitend machinebewegingen mogelijk met de asrichtingstoets of het handwiel, waardoor de afstand tot de objecten met botsingsbewaking wordt vergroot.
Bij actieve botsingsbewaking en een gelijktijdige botsingswaarschuwing zijn geen bewegingen toegestaan, waardoor de afstand wordt verkleind of gelijk blijft.
Dynamische botsingsbewaking DCM in de werkstand Programmeren
U activeert de dynamische botsingsbewaking DCM voor de simulatie in het werkbereik Simulatie.
Dynamische botsingsbewaking DCM voor de simulatie activeren
In de werkstand Programmeren kunt u een NC-programma reeds vóór de afwerking op botsingen controleren. De besturing stopt bij een botsing de simulatie en komt met een foutmelding waarin de beide objecten zijn vermeld die de botsing veroorzaken.
HEIDENHAIN adviseert u de dynamische botsingsbewaking DCM in de werkstand Programmeren alleen in aanvulling op DCM in de werkstanden Handmatig en Programma-afloop te gebruiken.
De uitgebreide botsingstest toont botsingen tussen het werkstuk en gereedschappen of gereedschaphouders.
Uitgebreide controle in de simulatie
Om in de simulatie een resultaat te verkrijgen dat met het programmaverloop vergelijkbaar is, moeten de volgende punten met elkaar overeenkomen:
- Referentiepunt van het werkstuk
- Basisrotatie
- Offset in de afzonderlijke assen
- Zwenkstatus
- Actief kinematicamodel
U moet het actieve werkstukreferentiepunt voor de simulatie selecteren. U kunt het actieve werkstukreferentiepunt uit de referentiepunttabel in de simulatie overnemen.
De volgende punten wijken in de simulatie eventueel van de machine af of zijn niet beschikbaar:
- De gesimuleerde gereedschapswisselpositie wijkt eventueel van de gereedschapswisselpositie van de machine af
- Wijzigingen in de kinematica kunnen eventueel in de simulatie vertraagd werken
- PLC-positioneringen worden bij de simulatie niet weergegeven
- Globale programma-instellingen GPS (#44 / #1-06-1) zijn niet beschikbaar
- Handwiel-override is niet beschikbaar
- Bewerking van opdrachtlijsten is niet beschikbaar
- Begrenzingen van verplaatsingsbereiken uit de toepassing Instellingen zijn niet beschikbaar
Dynamische botsingsbewaking DCM voor de werkstanden Handmatig en Programma-afloop activeren
- DCM zo mogelijk altijd activeren
- DCM direct na een tijdelijke onderbreking weer activeren
- NC-programma of programmadeel bij inactieve DCM in de modus Regel voor regel voorzichtig testen
U kunt de dynamische botsingsbewaking DCM voor de werkstanden Handmatig en Programma-afloop als volgt activeren: | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
|
De besturing toont de status van de dynamische botsingsbewaking DCM in het werkgebied Posities. Wanneer u DCM deactiveert, toont de besturing een symbool in de informatiebalk.
Dynamische botsingsbewaking DCM voor de simulatie activeren
U kunt de dynamische botsingsbewaking DCM alleen in de werkstand Programmeren voor de simulatie activeren.
U kunt DCM voor de simulatie als volgt activeren: | ||
| ||
| ||
|
De besturing toont de status van de dynamische botsingsbewaking DCM in het werkgebied Simulatie.
Grafische weergave van objecten met botsingsbewaking activeren
U kunt de grafische weergave van de objecten met botsingsbewaking als volgt activeren: | ||
| ||
| ||
|
Weergave wijzigen
U kunt de grafische weergave van de objecten met botsingsbewaking als volgt wijzigen:
| ||
| ||
|
Instructies
- De dynamische botsingsbewaking DCM helpt het botsingsgevaar te verminderen. De besturing kan echter niet met alle bedrijfssituatie rekening houden.
- De besturing kan uitsluitend de machinecomponenten tegen een botsing beschermen waarvan de afmetingen, uitlijning en positie door uw machinefabrikant correct zijn gedefinieerd.
- De besturing houdt rekening met de deltawaarden DL en DR uit het gereedschapsbeheer. Met deltawaarden uit de TOOL CALL-regel of uit een correctietabel wordt geen rekening gehouden.
- Bij bepaalde gereedschappen, bijvoorbeeld bij freeskoppen, kan de radius die een botsing kan veroorzaken, groter zijn dan de in het gereedschapsbeheer gedefinieerde waarde.
- Na het starten van een tastcyclus bewaakt de besturing niet langer de lengte van de taststift en de diameter van de tastkogel, zodat u ook objecten met botsingsbewaking kunt tasten.
DCM in het NC-programma deactiveren of activeren met FUNCTION DCM
Toepassing
Sommige bewerkingsstappen vinden afhankelijk van de productie dicht bij een object met botsingsbewaking plaats. Wanneer u afzonderlijke bewerkingsstappen DCM van de dynamische botsingsbewaking wilt verwijderen, kunt u DCM in het NC-programma deactiveren. Zo kunt u ook onderdelen van een NC-programma op botsingen bewaken.
Verwante onderwerpen
- Minimale afstand tussen twee objecten met botsingsbewaking verkleinen (#140 / #5-03-2)
Minimale afstand voor DCM reduceren met FUNCTION DCM DIST (#140 / #5-03-2)
Voorwaarde
- Dynamische botsingsbewaking DCM voor de bedrijfsmodus Programma-afloop actief
Functiebeschrijving
- DCM zo mogelijk altijd activeren
- DCM direct na een tijdelijke onderbreking weer activeren
- NC-programma of programmadeel bij inactieve DCM in de modus Regel voor regel voorzichtig testen
FUNCTION DCM werkt uitsluitend binnen het NC-programma.
U kunt de dynamische botsingsbewaking DCM bijvoorbeeld in de volgende situaties in het NC-programma deactiveren:
- Om de afstand tussen twee objecten met botsingsbewaking te verkleinen
- Om stops tijdens de programma-afloop te voorkomen
U kunt kiezen uit de volgende NC-functies:
- FUNCTION DCM OFF deactiveert de botsingsbewaking tot het einde van het NC-programma of de functie FUNCTION DCM ON.
- FUNCTION DCM ON heft de functie FUNCTION DCM OFF op en activeert de botsingsbewaking weer.
FUNCTION DCM programmeren
U programmeert de functie FUNCTION DCM als volgt: | ||
| ||
| ||
|