Nesting van programmeertechnieken
Toepassing
U kunt ook programmeertechnieken met elkaar combineren, bijvoorbeeld in een herhaling van een programmadeel een ander, afzonderlijk NC-programma of een subprogramma oproepen.
Wanneer u na elke oproep weer teruggaat naar de oorsprong, gebruikt u slechts één nestingniveau. Als u nog een oproep programmeert voordat u terugkeert naar de oorsprong, komt u een nesting-niveau lager uit.
Verwante onderwerpen
- Subprogramma's
- Herhaling van programmadelen
- Afzonderlijk NC-programma oproepen
Functiebeschrijving
Let op de maximale nesting-diepten:
- Maximale nesting-diepte voor oproepen van subprogramma's: 19
- Maximale nesting-diepte voor oproepen van externe NC-programma's: 19, waarbij een CYCL CALL actief is als een oproep van een extern programma
- Programmadeelherhalingen mogen willekeurig vaak worden genest.
Voorbeeld
Subprogramma-oproep binnen een subprogramma
0 BEGIN PGM UPGMS MM | |
* - ... | |
11 CALL LBL “UP1“ | ; Subprogramma LBL "UP1" oproepen |
* - ... | |
21 L Z+100 R0 FMAX M30 | ; Laatste programmaregel van het hoofdprogramma met M30 |
22 LBL “UP1“ | ; Begin van subprogramma "UP1" |
* - ... | |
31 CALL LBL 2 | ; Subprogramma LBL 2 oproepen |
* - ... | |
41 LBL 0 | ; Einde van subprogramma "UP1" |
42 LBL 2 | ; Begin van subprogramma LBL 2 |
* - ... | |
51 LBL 0 | ; Einde van subprogramma LBL 2 |
52 END PGM UPGMS MM |
De besturing werkt het NC-programma als volgt af:
- ; NC-programma UPGMS wordt tot NC-regel 11 uitgevoerd.
- ; Subprogramma UP1 wordt opgeroepen en tot NC-regel 31 uitgevoerd.
- Subprogramma 2 wordt opgeroepen en tot NC-regel 51 uitgevoerd. ; Einde van subprogramma 2 en terugspringen naar het subprogramma van waaruit het opgeroepen werd.
- Subprogramma UP1 wordt van NC-regel 32 tot NC-regel 41 uitgevoerd. Einde van subprogramma UP1 en terugspringen naar het NC-programma UPGMS.
- NC-programma UPGMS wordt van NC-regel 12 tot NC-regel 21 uitgevoerd. Programma-einde met terugspringen naar NC-regel 0.
Herhaling van een programmadeel binnen een herhaling van een programmadeel
0 BEGIN PGM REPS MM | |
* - ... | |
11 LBL 1 | ; Begin van het programmadeel 1 |
* - ... | |
21 LBL 2 | ; Begin van het programmadeel 2 |
* - ... | |
31 CALL LBL 2 REP 2 | ; Programmadeel 2 oproepen en twee keer herhalen |
* - ... | |
41 CALL LBL 1 REP 1 | ; Programmadeel 1 incl. programmadeel 2 oproepen en een keer herhalen |
* - ... | |
51 END PGM REPS MM |
De besturing werkt het NC-programma als volgt af:
- NC-programma REPS wordt tot NC-regel 31 uitgevoerd.
- Programmadeel tussen NC-regel 31 en NC-regel 21 wordt twee keer herhaald, dus in totaal drie keer afgewerkt.
- NC-programma REPS wordt van NC-regel 32 tot NC-regel 41 uitgevoerd.
- Programmadeel tussen NC-regel 41 en NC-regel 11 wordt één keer herhaald, dus in totaal twee keer afgewerkt (omvat de herhaling van het programmadeel tussen NC-regel 21 en NC-regel 31).
- NC-programma REPS wordt van NC-regel 42 tot NC-regel 51 uitgevoerd. Programma-einde met terugspringen naar NC-regel 0.
Subprogramma-oproep binnen een herhaling van een programmadeel
0 BEGIN PGM UPGREP MM | |
* - ... | |
11 LBL 1 | ; Begin van het programmadeel 1 |
12 CALL LBL 2 | ; Subprogramma 2 oproepen |
13 CALL LBL 1 REP 2 | ; Programmadeel 1 oproepen en twee keer herhalen |
* - ... | |
21 L Z+100 R0 FMAX M30 | ; Laatste NC-regel van het hoofdprogramma met M30 |
22 LBL 2 | ; Begin van subprogramma 2 |
* - ... | |
31 LBL 0 | ; Einde van subprogramma 2 |
32 END PGM UPGREP MM |
De besturing werkt het NC-programma als volgt af:
- NC-programma UPGREP wordt tot NC-regel 12 uitgevoerd.
- Subprogramma 2 wordt opgeroepen en tot NC-regel 31 uitgevoerd.
- Programmadeel tussen NC-regel 13 en NC-regel 11 (incl. subprogramma 2) wordt twee keer herhaald, dus in totaal drie keer afgewerkt.
- NC-programma UPGREP wordt van NC-regel14 tot NC-regel 21 uitgevoerd. Programma-einde met terugspringen naar NC-regel 0.