Aanzet bij inwendige radii reduceren met M110
Toepassing
Met M110 houdt de besturing de aanzet op de snijkant van het gereedschap alleen bij binnenradiussen constant, in tegenstelling tot M109. Daardoor wordt met gelijkblijvende snijomstandigheden op het gereedschap gewerkt, wat bijvoorbeeld belangrijk is voor zwaar verspanen.
Functiebeschrijving
Werking
M110 werkt aan het begin van de regel.
Om M110 terug te zetten, programmeert u M111.
Toepassingsvoorbeeld
11 L X+5 Y+25 RL F1000 | ; eerste contourpunt met geprogrammeerde aanzet benaderen |
12 CR X+45 Y+25 R+20 DR+ M110 | ; aanzetreductie activeren, vervolgens cirkelbaan met gereduceerde aanzet bewerken |
In de eerste NC-regel verplaatst de besturing het gereedschap met geprogrammeerde aanzet dat gerelateerd is aan de middelpuntsbaan van het gereedschap.
In de NC-regel 12 activeert de besturing M110 en houdt bij de bewerking van binnenradiussen de aanzet op de snijkant van het gereedschap constant. De besturing berekent telkens aan het begin van de regel de aanzet aan de snijkant van het gereedschap voor deze NC-regel en past de geprogrammeerde aanzet aan, afhankelijk van de contour- en gereedschapsradius.
Aansluitend bewerkt het gereedschap de binnenradius met gereduceerde aanzet.
Zonder M110 bewerkt het gereedschap de binnenradius met de geprogrammeerde aanzet.
Aanwijzing
Wanneer u M110 vóór de oproep van een bewerkingscyclus een getal groter dan 200 definieert, werkt de aanpassing van de aanzet ook bij cirkelbanen binnen deze bewerkingscycli.