Tabelwaarde schrijven met TABDATA WRITE
Toepassing
Met de functie TABDATA WRITE schrijft u een waarde in een tabel.
Na een tastsysteemcyclus kunt u de functie TABDATA WRITE bijv. gebruiken om een vereiste gereedschapscorrectie in de correctietabel in te voeren.
Functiebeschrijving
Afhankelijk van het kolomtype dat u beschrijft, kunt u Q, QL, QR of QS als overdrachtparameters gebruiken. Als alternatief kunt u de waarde direct in de NC-functie definiëren.
Invoer
11 TABDATA WRITE CORR-TCS COLUMN "DR" KEY "3" = Q1 | Waarde uit Q1 in regel 3, kolom DR van de correctietabel schrijven |
U navigeert als volgt naar deze functie:
NC-functie invoegen Alle functies FN speciale functies Functies TABDATA TABDATA WRITE
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
TABDATA | Syntaxisopener voor toegang tot tabelwaarden |
WRITE | Tabelwaarde schrijven |
CORR-TCS, CORR-WPL of PRESET | Waarde in een correctietabel *.tco of *.wco of in de referentiepunttabel schrijven |
COLUMN | Kolomnaam Vaste of variabele naam |
KEY | Regelnummer Vaste of variabele naam |
= of SET UNDEFINED | Tabelwaarde schrijven of de status </dialogtext>"/> toewijzen |
Nummer, Naam of QS | Tabelwaarde Vast of variabel nummer of naam Alleen bij selectie = |
Aanwijzing
- Vóór het activeren van een referentiepunt controleren of alle kolommen met waarden zijn beschreven
- Bij niet-gedefinieerde kolommen waarden invoeren, bijv. 0
- Als alternatief door de machinefabrikant 0 als standaardwaarde voor de kolommen laten definiëren