Cyclus 484 IR-TT KALIBREREN

ISO-programmering

G484

Toepassing

Met cyclus 484 kalibreert u een gereedschapstastsysteem, bijv. het kabelloze infrarood-tafeltastsysteem TT 460. U kunt de kalibratie met of zonder handmatige handelingen uitvoeren.

  • Met handmatige correctie: Wanneer u Q536 gelijk aan 0 definieert, stopt de besturing vóór de kalibratie. Aansluitend moet u het gereedschap handmatig boven het midden van het gereedschaptastsysteem positioneren.
  • Zonder handmatige ingreep: Wanneer u Q536 gelijk aan 1 definieert, voert de besturing de cyclus automatisch uit. U moet eventueel eerst een voorpositionering programmeren. Dit is afhankelijk van de waarde van parameter Q523 POSITIE TT.

Cyclusverloop

 
Machine

Raadpleeg uw machinehandboek!

De machinefabrikant definieert de werking van de cyclus.

Voor de kalibratie van uw gereedschapstastsysteem programmeert u tastcyclus 484. In de invoerparameter Q536 kunt u instellen of de cyclus met of zonder handmatige handelingen wordt uitgevoerd.

Q536=0: Met handmatige correctie vóór de kalibratie

Ga als volgt te werk:

  1. Kalibratiegereedschap inspannen
  2. Kalibratiecyclus starten
  3. De besturing onderbreekt de kalibratiecyclus en opent een dialoog.
  4. Kalibratiegereedschap handmatig boven het midden van het gereedschaptastsysteem positioneren.
  5.  
    Tip

    Let erop dat het kalibratiegereedschap boven het meetvlak van het tastelement staat.

  6. Cyclus met NC-start hervatten
  7. Wanneer u Q523 gelijk aan 2 hebt geprogrammeerd, schrijft de besturing de gekalibreerde positie in de machineparameter centerPos (nr. 114200)

Q536=1: Zonder handmatige ingreep vóór de kalibratie

Ga als volgt te werk:

  1. Kalibratiegereedschap inspannen
  2. Kalibratiegereedschap vóór het starten van de cyclus boven het midden van het gereedschaptastsysteem positioneren.
  3.  
    Tip
    • Let erop dat het kalibratiegereedschap boven het meetvlak van het tastelement staat.
    • Bij een kalibratie zonder handmatige ingreep hoeft het gereedschap niet boven het midden van het tafeltastsysteem te worden gepositioneerd. De cyclus neemt de positie over uit de machineparameters en benadert deze positie automatisch.
  4. Kalibratiecyclus starten
  5. Kalibratiecyclus verloopt zonder stop.
  6. Wanneer u Q523 gelijk aan 2 hebt geprogrammeerd, schrijft de besturing de gekalibreerde positie in de machineparameter centerPos (nr. 114200) terug.

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Als u Q536=1 programmeert, moet het gereedschap vóór de cyclusoproep worden voorgepositioneerd! De besturing bepaalt bij de kalibratie ook de verstelling van het midden van het kalibratiegereedschap. Hiervoor draait de besturing de spil 180°, nadat de helft van de kalibratiecyclus is afgewerkt. Er bestaat botsingsgevaar!
  1. Vastleggen of vóór het cyclusbegin een stop moet plaatsvinden, of dat u de cyclus zonder stop automatisch wilt laten uitvoeren.
  • Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
  • Het kalibratiegereedschap moet een diameter groter dan 15 mm hebben en moet ca. 50 mm buiten de klauwplaat uitsteken. Wanneer u een cilindrische pen met deze maten gebruikt, ontstaat er slechts een verbuiging van 0,1 µm per 1 N tastkracht. Bij gebruik van een kalibratiegereedschap met een te kleine diameter en/of dat zeer ver tot buiten de klauwplaat uitsteekt, kan grote onnauwkeurigheid ontstaan.
  • Voor het kalibreren moeten de juiste radius en de juiste lengte van het kalibratiegereedschap in de gereedschapstabel TOOL.T ingevoerd zijn.
  • Wanneer u de positie van het TT op de tafel verandert, moet u opnieuw kalibreren.

Aanwijzing in combinatie met machineparameters

  • Met de machineparameter probingCapability (nr. 122723) definieert de machinefabrikant de werking van de cyclus. Met deze parameter kan o.a. een gereedschapslengtemeting met stilstaande spil worden uitgevoerd en gelijktijdig een meting van de radius en van de afzonderlijke snijkanten van het gereedschap worden ingesteld.

Cyclusparameters

Helpscherm

Parameters

Q536 Stop vóór uitvoering (0=stop)?

Vastleggen of vóór de kalibratie een stop moet plaatsvinden, of dat de cyclus zonder stop automatisch afloopt:

0: stop voor kalibratie. De besturing vraagt u het gereedschap handmatig via het gereedschaptastsysteem te positioneren. Wanneer u de positie boven het gereedschaptastsysteem ongeveer hebt bereikt, kunt u de bewerking met NC-start voortzetten of met de knop AFBREKEN annuleren.

1: zonder stop voor kalibratie. De besturing start de kalibratieprocedure afhankelijk van Q523. Eventueel moet u vóór cyclus 484 het gereedschap via het gereedschaptastsysteem bewegen.

Invoer: 0, 1

Q523 Positie van tafeltaster (0-2)?

Positie van het gereedschapstastsysteem:

0: huidige positie van het kalibratiegereedschap. Het gereedschaptastsysteem bevindt zich onder de actuele gereedschapspositie. Als Q536=0 is, positioneert u het kalibratiegereedschap tijdens de cyclus handmatig boven het midden van het gereedschaptastsysteem. Wanneer Q536=1 is, moet u het gereedschap vóór het cyclusbegin boven het midden van het gereedschaptastsysteem positioneren.

1: geconfigureerde positie van het gereedschaptastsysteem. De besturing neemt de positie uit machineparameter centerPos (nr. 114201) over. U moet het gereedschap niet voorpositioneren. Het kalibratiegereedschap benadert de positie automatisch.

2: huidige positie van het kalibratiegereedschap. Zie Q523=0. 0. Bovendien schrijft de besturing na de kalibratie de eventueel vastgestelde positie in de machineparameter centerPos (nr. 114201).

Invoer: 0, 1, 2

Voorbeeld

11 TOOL CALL 12 Z

12 TCH PROBE 484 IR-TT KALIBREREN ~

Q536=+0

;STOP VOOR UITVOER. ~

Q523=+0

;TT-POSITIE