Basisprincipes
Toepassing
Met de variabelen van de besturing Q-, QL-, QR- en QS-parameters kunt u bijv. tijdens de bewerking dynamisch rekening houden met meetresultaten binnen berekeningen.
U kunt bijvoorbeeld de volgende syntaxiselementen variabel programmeren:
- Coördinatenwaarden
- Aanzetten
- Toerentallen
- Cyclusgegevens
Hierdoor kunt u hetzelfde NC-programma voor verschillende werkstukken gebruiken en hoeft u waarden slechts op één centrale plaats te wijzigen.
Functiebeschrijving
Variabelen bestaan altijd uit letters en cijfers. Daarbij wordt het variabelentype bepaald door de letters en het variabelenbereik door de cijfers.
U kunt vanaf elk variabeletype definiëren welk variablenbereik de besturing toont in het tabblad QPARA van het werkgebied Status.
Inhoud van het tabblad QPARA definiëren
Soorten variabelen
De besturing biedt de volgende variabelen voor numerieke waarden:
- Q-parameters
- QL-parameters
- QR-parameters
Bovendien biedt de besturing QS-parameters voor alfanumerieke waarden, bijvoorbeeld teksten:
Q-parameters
Q-parameters zijn actief in alle NC-programma's in het geheugen van de besturing.
Q- en QS-parameters tussen 0 en 99 werken in macro's en cycli lokaal. De besturing retourneert wijzigingen dus niet aan het NC-programma.
De besturing biedt de volgende Q-parameters:
Variabelenbereik | Betekenis |
---|---|
0 – 99 | Q-parameters voor de gebruiker wanneer er geen overlappingen met de HEIDENHAIN-SL-cycli optreden |
100 – 199 | Q-parameters voor speciale functies van de besturing, die door NC-programma's van de gebruiker of door cycli worden gelezen |
200 – 1199 | Q-parameters voor functies van HEIDENHAIN, bijv. cycli |
1200 – 1399 | Q-parameters voor functies van de machinefabrikant, bijv. cycli |
1400 – 1999 | Q-parameters voor de gebruiker |
QL-parameters
Q-parameters zijn alleen lokaal binnen een NC-programma actief
De besturing biedt de volgende QL-parameters:
Variabelenbereik | Betekenis |
---|---|
0 – 499 | Q-parameters voor de gebruiker |
QR-parameters
QR-parameters zijn permanent (remanent) actief in alle NC-programma's in het geheugen van de besturing, ook na een stroomstoring
De besturing biedt de volgende QR-parameters:
Variabelenbereik | Betekenis |
---|---|
0 – 99 | QR-parameters voor de gebruiker |
100 – 199 | QR-parameters voor functies van HEIDENHAIN, bijv. cycli |
200 – 499 | QR-parameters voor functies van de machinefabrikant, bijv. cycli |
QS-parameters
QS-parameters zijn actief in alle NC-programma's in het geheugen van de besturing
U kunt de volgende tekens binnen QS-parameters gebruiken:
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 ; ! # $ % & ' ( ) + , - . / : < = > ? @ [ ] ^ _ ` *
QS-parameters tussen 0 en 99 werken in macro's en cycli lokaal. De besturing retourneert wijzigingen dus niet aan het NC-programma.
De besturing biedt de volgende QS-parameters:
Variabelenbereik | Betekenis |
---|---|
0 – 99 | QS-parameter voor de gebruiker wanneer er geen overlappingen met de HEIDENHAIN-cycli optreden |
100 – 199 | QS-parameters voor speciale functies van de besturing, die door NC-programma's van de gebruiker of door cycli worden gelezen |
200 – 1199 | QS-parameters voor functies van HEIDENHAIN, bijv. cycli |
1200 – 1399 | QS-parameters voor functies van de machinefabrikant, bijv. cycli |
1400 – 1999 | QS-parameters voor de gebruiker |
Venster Q-parameterlijst
Met het venster Q-parameterlijst kunt u de waarden van alle variabelen controleren en eventueel bewerken.
U kunt aan de linkerzijde selecteren welk type variabele de besturing toont.
De besturing toont volgende informatie:
- Soort variabele, bijvoorbeeld Q-parameters
- Nummer van de variabele
- Waarde van de variabele
- Beschrijving bij vooraf gedefinieerde variabelen
Wanneer het veld in de kolom Waarde wit is gemarkeerd, kunt u de waarde bewerken.
Terwijl de besturing een NC-programma uitvoert, kunt u geen variabelen met behulp van het venster Q-parameterlijst wijzigen. De besturing maakt wijzigingen uitsluitend mogelijk tijdens een onderbroken of afgebroken programma-afloop.
Statusoverzicht van de TNC-balk
De besturing toont de vereiste toestand nadat een NC-regel bijvoorbeeld in de modus Regel voor regel geheel is afgewerkt.
De volgende Q- en QS-parameters kunnen in het venster Q-parameterlijst niet worden bewerkt:
- Variabelenbereik tussen 100 en 199, omdat het gevaar van overlappingen bestaat met speciale functies van de besturing
- Variabelenbereik tussen 1200 en 1399, omdat het gevaar van overlappingen bestaat met machinefabrikantspecifieke functies
U kunt in het venster Q-parameterlijst als volgt zoeken:
- Binnen de gehele tabel op basis van willekeurige tekenreeksen
- Binnen de kolom NR op basis van een uniek nummer van de variabele
In het venster Q-parameterlijst zoeken
U kunt het venster Q-parameterlijst in de volgende werkstanden openen:
- Programmeren
- Handmatig
- Programma-afloop
In de bedrijfsmodi Handmatig en Programma-afloop kunt u het venster met toets Q openen.
In het venster Q-parameterlijst zoeken
U zoekt als volgt in het venster Q-parameterlijst :
| ||
|
De besturing toont boven de tabel een invoerveld. Als alternatief kunt u in dit invoerveld naar een uniek nummer van de variabele navigeren. U kunt het invoerveld selecteren met de toets GOTO.
Instructies
- Uitsluitend door HEIDENHAIN aanbevolen variabelenbereiken gebruiken
- Geen vooraf ingestelde variabelen gebruiken
- Documentatie van HEIDENHAIN, de machinefabrikant en andere leveranciers in acht nemen
- Verloop met behulp van de simulatie testen
- Vóór het activeren van een referentiepunt controleren of alle kolommen met waarden zijn beschreven
- Bij niet-gedefinieerde kolommen waarden invoeren, bijv. 0
- Als alternatief door de machinefabrikant 0 als standaardwaarde voor de kolommen laten definiëren
Vooraf ingestelde Q-parameters
- U kunt in het NC-programma vaste en variabele waarden gemengd invoeren.
- Aan QS-parameters kunt u maximaal 255 tekens toewijzen.
- U kunt met de toets Q een NC-regel maken om aan een variabele een waarde toe te wijzen. Wanneer u nogmaals op de toets drukt, verandert de besturing het soort variabele in de volgorde Q, QL, QR.
Op het beeldschermtoetsenbord werkt deze werkwijze alleen met de toets Q in het gebied NC-functies.
- U kunt aan variabelen getalwaarden tussen –999 999 999 en +999 999 999 toewijzen. Het invoerbereik is beperkt tot maximaal 16 tekens, waarvan maximaal negen tekens vóór de komma mogen staan. De besturing kan getalwaarden tot een grootte van 1010 berekenen.
- Met het syntaxiselement SET UNDEFINED wijst u variabelen de status niet gedefinieerd toe.
Wanneer u bijv. een positie met een ongedefinieerde Q-parameter programmeert, negeert de besturing deze beweging.
Als u een ongedefinieerde Q-parameter in rekenstappen in het NC-programma gebruikt, toont de besturing een foutmelding en stopt de programma-afloop.
- De besturing slaat getalwaarden intern in een binair getalformaat (norm IEEE 754) op. Door het gebruikte gestandaardiseerde formaat geeft de besturing sommige decimale getallen exact binair weer (afrondingsfout).
Wanneer u berekende variabelewaarden bij sprongopdrachten of positioneringen gebruikt, moet u hiermee rekening houden.
Instructies voor QR-parameters en back-up
De besturing slaat QR-parameters op in een back-up.
Wanneer uw machinefabrikant geen afwijkend pad definieert, slaat de besturing de QR-parameterwaarden op onder het pad SYS:\Runtime\sys.cfg. Het station SYS: wordt uitsluitend bij een volledige back-up opgeslagen.
De machinefabrikant heeft de volgende optionele machineparameters voor het invoeren van het pad beschikbaar:
- pathQR (nr. 131201)
- pathSimQR (nr. 131202)
Wanneer de machinefabrikant in de optionele machineparameters een pad op het station TNC: definieert, kunt u de Q-parameters met behulp van de functies NC/PLC Backup ook zonder sleutelgetal opslaan.