Cyclus 425 METING INW. BREEDTE
ISO-programmering
G425
Toepassing
Met tastcyclus 425 worden de positie en breedte van een sleuf (kamer) bepaald. Wanneer u de bijbehorende tolerantiewaarden in de cyclus definieert, vergelijkt de besturing de nominale en actuele waarden en slaat de afwijking op in een Q-parameter.
In plaats van cyclus 425 METING INW. BREEDTE adviseert HEIDENHAIN de krachtigere cyclus 1404 PROBE SLOT/RIDGE.
Verwante onderwerpen
- Cyclus 1404 PROBE SLOT/RIDGE
Cyclusverloop
- De besturing positioneert het tastsysteem met positioneerlogica naar de voorpositie van de eerste tastpositie 1.
- Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich naar de ingevoerde meethoogte en voert het eerste tastproces met tastaanzet (kolom F) uit. 1. Tasten altijd in positieve richting van de geprogrammeerde as
- Wanneer u voor de tweede meting een verschuiving invoert, verplaatst de besturing het tastsysteem (eventueel op veilige hoogte) naar de volgende tastpositie 2 en voert daar het tweede tastproces uit. Bij grote nominale lengten positioneert de besturing naar de tweede tastpositie met ijlgang. Geeft u geen verschuiving in, dan meet de besturing de breedte direct in tegengestelde richting
- Ten slotte positioneert de besturing het tastsysteem terug naar de veilige hoogte en slaat de actuele waarden en de afwijkingen op in de volgende Q-parameters:
Q-parameter- | Betekenis |
---|---|
Q156 | Actuele waarde gemeten lengte |
Q157 | Actuele waarde positie middenas |
Q166 | Afwijking van de gemeten lengte |
Instructies
- Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
- De besturing zet een actieve basisrotatie aan het begin van de cyclus terug.
Aanwijzingen voor het programmeren
- U moet vóór de cyclusdefinitie een gereedschapsoproep voor de definitie van de tastsysteemas hebben geprogrammeerd.
- De nominale lengte Q311 moet tussen de kleinste en grootste maat (Q276/Q275) liggen.
Cyclusparameters
Helpscherm | Parameters |
---|---|
Q328 Startpunt 1e as? Startpunt van het tasten in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q329 Startpunt 2e as? Startpunt van het tasten in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q310 Verstelling 2e meting (+/-)? Maat waarmee het tastsysteem vóór de tweede meting wordt verplaatst. Als u 0 invoert, verplaatst de besturing het tastsysteem niet. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q272 Meetassen (1=1e as / 2=2e as)? As van het bewerkingsvlak waarin de meting moet plaatsvinden: 1: hoofdas = meetas 2: nevenas = meetas Invoer: 1, 2 | |
Q261 Meethoogte in tastsysteemas? Coördinaat van het midden van de kogel in de tastsysteemas waarin de meting moet plaatsvinden. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q260 Veilige hoogte? Coördinaat in de gereedschapsas waarin een botsing tussen het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q311 Nominale lengte? Nominale waarde van de te meten lengte Invoer: 0...99999,9999 | |
Q288 Maximale maat? Maximaal toegestane lengte Invoer: 0...99999,9999 | |
Q289 Minimale maat? Minimaal toegestane lengte Invoer: 0...99999,9999 | |
Q281 Meetprotocol (0/1/2)? Vastleggen of de besturing een meetprotocol moet maken: 0: geen meetprotocol maken 1: meetprotocol maken: De besturing slaat het protocol protocolbestand TCHPR425.TXT op in dezelfde map waarin ook het .h-bestand ligt 2: programma-afloop onderbreken en meetprotocol op het besturing-beeldscherm weergeven. NC-programma met NC-start voortzetten Invoer: 0, 1, 2 | |
Q309 PGM-stop bij tolerantieoverschr. Vastleggen of de besturing bij tolerantie-overschrijdingen de programma-afloop moet onderbreken en een foutmelding moet geven: 0: programma-afloop niet onderbreken, geen foutmelding geven 1: programma-uitvoering onderbreken, foutmelding geven Invoer: 0, 1 | |
Q330 Gereedschap voor bewaking? Vastleggen of de besturing gereedschapsbewaking moet uitvoeren: 0: bewaking niet actief >0: nummer of naam van het gereedschap waarmee de besturing de bewerking heeft uitgevoerd. U kunt via de selectiemogelijkheid in de actiebalk een gereedschap direct uit de gereedschapstabel overnemen. Invoer: 0...99999.9 alternatief maximaal 255 tekens | |
Q320 Veiligheidsafstand? Extra afstand tussen meetpunt en tastsysteemkogel. Q320 werkt aanvullend op SET_UP (tastsysteemtabel) en alleen bij het tasten van het referentiepunt in de tastsysteemas. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q301 Verpl. veiligheidshoogte (0/1)? Vastleggen hoe het tastsysteem zich tussen de meetpunten moet verplaatsen: 0: tussen meetpunten op meethoogte verplaatsen 1: tussen meetpunten op veilige hoogte verplaatsen Invoer: 0, 1 |
11 TCH PROBE 425 METING INW. BREEDTE ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
|