Snijkantradiuscorrectie SRC bij draaigereedschap (#50 / #4-03-1)

Toepassing

Draaigereedschap heeft aan de gereedschapspunt een snijkantradius RS. Geprogrammeerde verplaatsingen zijn standaard gerelateerd aan de theoretische gereedschapspunt, dus de langste gemeten waarden ZL, XL en YL. Als u kegel, afkantingen en radiussen bewerkt, ontstaan door de snijkantradius RS afwijkingen van de contour. De snijkantradiuscorrectie voorkomt deze afwijkingen.

Voorwaarden

Functiebeschrijving

In draaicycli test de besturing de snijkantgeometrie aan de hand van de punthoek P-ANGLE en de instelhoek T-ANGLE. Contourelementen in de cyclus bewerkt de besturing slechts voor zover dit met het desbetreffende gereedschap mogelijk is.

In de draaicycli voert de besturing automatisch een snijkantradiuscorrectie uit. In afzonderlijke verplaatsingsregels en binnen geprogrammeerde contouren activeert u de SRC met RL of RR.

Verspringing tussen snijkantradius RS en theoretische gereedschapspunt TIP.

Theoretische gereedschapspunt TIP voor de snijkantradiuscorrectie

Afkanting met theoretische gereedschapspunt TIP in het gereedschapscoördinatensysteem T-CS

De theoretische gereedschapscorrectie werkt in het gereedschapscoördinatensysteem T-CS. Het geleidepunt van het gereedschap en het draaipunt van het gereedschap liggen bij de gereedschapspunt.

Gereedschapscoördinatensysteem T-CS

Referentiepunten op het gereedschap

Afkanting met theoretische gereedschapspunt TIP in het werkstukcoördinatensysteem W-CS

Alleen met de NC-functie FUNCTION TCPM met de selectie REFPNT TIP-CENTER werkt de theoretische gereedschapspunt in het werkstukcoördinatensysteem W-CS. Het geleidepunt van het gereedschap ligt bij de gereedschapspunt. Het gereedschapsrotatiepunt ligt in het gereedschapsmiddelpunt.

Gereedschapsinstelling compenseren met FUNCTION TCPM (#9 / #4-01-1)

Werkstukcoördinatensysteem W-CS

Referentiepunten op het gereedschap

Simultane draaibewerkingDraaibewerking:simultaan

Instructies

  • Bij een neutrale snijkantpositie (TO=2, 4, 6, 8) is de richting van de radiuscorrectie niet eenduidig. In die gevallen is de SRC alleen binnen de bewerkingscycli mogelijk.
  • De snijkantradiuscorrectie is ook bij een schuine bewerking mogelijk.
  • Actieve additionele functies beperken daarbij de mogelijkheden:

    • Met M128 is de snijkantradiuscorrectie uitsluitend in combinatie met bewerkingscycli mogelijk
    • Met M144 of FUNCTION TCPM met REFPNT TIP-CENTER is de snijkantradiuscorrectie bovendien met alle verplaatsingsregels mogelijk, bijv. met RL/RR
  • Als restmateriaal achterblijft als gevolg van de hoek van de hulpsnijkanten, toont de besturing een waarschuwing. Met de machineparameter suppressResMatlWar (nr. 201010) kunt u de waarschuwing onderdrukken.