Definities
Begrip | Betekenis |
---|---|
Bewakingsgedeelte | Bewakingsfasen definiëren het bereik in het NC-programma dat de besturing moet bewaken. De bewakingssecties bevatten aan het begin en aan het einde de syntaxiselementen SECTION MONITORING START en SECTION MONITORING STOP. |
Bewakingstaak | Met de controletaak bewaakt de besturing de bewakingsfasen tijdens de programma-afloop. Een controletaak bestaat uit een signaal, een procedure en een of meer reacties. De besturing geeft elke bewakingstaak als grafiek weer. |
Signaal | Met het signaal definieert u wat de besturing moet bewaken. De machine levert informatie over het bewerkingsproces met behulp van signalen. |
Verplaatsen | Met de procedure definieert u hoe de besturing het signaal moet bewaken. |
Reacties | Met de reacties definieert u hoe de besturing bij een afwijking van de huidige bewerking in vergelijking met de vastgelegde bewerkingen reageert, bijv.NC-programma stoppen. |
Parametrering | Met de parametrering kunt u indien nodig de procedure aanpassen aan het bewerkingsproces. |
Registraties | De besturing bewaakt de huidige bewerking door het huidige bewerkingsproces te vergelijken met de vastgelegde bewerkingen. De besturing toont de registraties in een tabel. |
Instelmodus | De instelmodus activeert u met een symbool. Na het activeren hebt u toegang tot alle instelmogelijkheden, bijv. voor het parametreren van de bewakingstaken. |
Registraties en instellingen van eerdere softwareversies zijn niet compatibel met softwareversie 18. Bij een update van de software moet u de oude registraties en instellingen wissen. De controletaken moeten opnieuw worden ingesteld en er moeten nieuwe referentiebewerkingen worden uitgevoerd.