Cyclus 221 MODEL OP LIJN
ISO-programmering
G221
Toepassing
Verwante onderwerpen
- Afzonderlijke reeks met PATTERN DEF definiëren
- Afzonderlijk patroon met PATTERN DEF definiëren
Cyclusverloop
- De besturing positioneert het gereedschap automatisch vanaf de actuele positie naar het startpunt van de eerste bewerking
Volgorde:
- 2e veiligheidsafstand benaderen (spilas)
- Startpunt in het bewerkingsvlak benaderen
- Op veiligheidsafstand boven het werkstukoppervlak verplaatsen (spilas)
- Vanaf deze positie voert de besturing de laatst gedefinieerde bewerkingscyclus uit
- Aansluitend positioneert de besturing het gereedschap in positieve richting van de hoofdas naar het startpunt van de volgende bewerking. Het gereedschap staat daarbij op veiligheidsafstand (of 2e veiligheidsafstand)
- Dit proces (1 t/m 3) herhaalt zich totdat alle bewerkingen van de eerste lijn zijn uitgevoerd. Het gereedschap staat op het laatste punt van de eerste lijn
- Vervolgens verplaatst de besturing het gereedschap naar het laatste punt van de tweede lijn en voert daar de bewerking uit
- Van daaruit positioneert de besturing het gereedschap in negatieve richting van de hoofdas naar het startpunt van de volgende bewerking
- Dit proces (6) herhaalt zich totdat alle bewerkingen van de tweede lijn zijn uitgevoerd
- Aansluitend verplaatst de besturing het gereedschap naar het startpunt van de volgende lijn
- In een pendelbeweging worden alle verdere lijnen afgewerkt
Wanneer u deze cyclus in de werkstand Programma-afloop / Regel voor regel uitvoert, stopt de besturing tussen de punten van een puntenpatroon.
Instructies
De cyclus 221 MODEL OP LIJN kan met de optionele machineparameter hidePattern (nr. 128905) verborgen worden.
- Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
- Cyclus 221 is DEF-actief. Bovendien roept cyclus 221 automatisch de laatst gedefinieerde bewerkingscyclus op.
Aanwijzingen voor het programmeren
- Als een van de bewerkingscycli 200 tot 209 of 251 tot 267 met cyclus 221 wordt gecombineerd, zijn de veiligheidsafstand, het werkstukoppervlak, de 2e veiligheidsafstand en de rotatiepositie uit cyclus 221 actief.
- Wanneer u cyclus 254 in combinatie met cyclus 221 gebruikt, is sleufpositie 0 niet toegestaan.
Cyclusparameters
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q225 Startpunt 1e as? Coördinaat van het startpunt in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q226 Startpunt 2e as? Coördinaat van het startpunt in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q237 Afstand 1e as? Afstand tussen de afzonderlijke punten op de lijn. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q238 Afstand 2e as? Afstand tussen de afzonderlijke lijnen. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q242 Aantal kolommen? Aantal bewerkingen op de lijn Invoer: 0...99999 | |
Q243 Aantal regels? Aantal lijnen Invoer: 0...99999 | |
Q224 Rotatiepositie? Hoek waarmee het totale patroon wordt geroteerd. Het rotatiecentrum ligt in het startpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: -360.000...+360.000 | |
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q203 Coörd. werkstukoppervlakte? Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q204 2e veiligheidsafstand? Afstand in de gereedschapsas tussen gereedschap en werkstuk (spanmiddel) waarbij een botsing is uitgesloten. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q301 Verpl. veiligheidshoogte (0/1)? Vastleggen hoe het gereedschap zich tussen de bewerkingen moet verplaatsen: 0: tussen de bewerkingen naar veiligheidsafstand verplaatsen 1: tussen de bewerkingen naar 2e veiligheidsafstand verplaatsen Invoer: 0, 1 |
11 CYCL DEF 221 MODEL OP LIJN ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
12 CYCL CALL |