Cyclus 1402 TASTEN KOGEL

ISO-programmering

G1402

Toepassing

Met tastcyclus 1402 wordt het middelpunt van een kogel bepaald. U kunt het resultaat overnemen in de actieve regel van de referentiepunttabel.

Cyclusverloop

  1. De besturing positioneert het tastsysteem met positioneerlogica naar de voorpositie van de eerste tastpositie.
  2. Positioneerlogica

  3. Vervolgens verplaatst de besturing het tastsysteem naar de ingevoerde meethoogte Q1102 en voert het eerste tastproces met tastaanzet F uit de tastsysteemtabel uit.
  4. Als u de MODUS VEILIGE HOOGTE Q1125 programmeert, positioneert de besturing het tastsysteem met FMAX_PROBE terug naar de veilige hoogte Q260.
  5. De besturing verplaatst het tastsysteem naar het volgende tastpunt.
  6. De besturing verplaatst het tastsysteem naar de ingevoerde meethoogte Q1102 en registreert de volgende tastpositie.
  7. Afhankelijk van de definitie van Q423 aantal keren tasten worden de stappen 3 t/m 5 herhaald.
  8. De besturing positioneert het tastsysteem in de gereedschapsas met de veiligheidsafstand boven de kogel.
  9. Het tastsysteem verplaatst zich naar het midden van de kogel en voert nog een tastpositie uit.
  10. Het tastsysteem verplaatst zich terug naar de veilige hoogte Q260.
  11. De besturing slaat de vastgestelde positie op in de volgende Q-parameters. Als Q1120 OVERNAMEPOSITION met de waarde 1 is gedefinieerd, schrijft de besturing de vastgestelde positie in de actieve regel van de referentiepunttabel.
  12. Basisprincipes van de tastcycli 14xx

Q-parameter
nummer

Betekenis

Q950 t/m Q952

Gemeten cirkelmiddelpunt in de hoofd-, neven- en gereedschapsas

Q966

Gemeten diameter

Q980 t/m Q982

Gemeten afwijking van het cirkelmiddelpunt

Q996

Gemeten afwijking van de diameter

Q183

Werkstukstatus

  • -1 = niet gedefinieerd
  • 0 = goed
  • 1 = nabewerken
  • 2 = afkeur
  • 3 = taststift niet uitgeweken.
  • De werkstukstatus 3 toont de besturing alleen in combinatie met de cyclus 441 SNEL AANTASTEN.

  • Cyclus 441 SNEL AANTASTEN

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Bij de uitvoering van de tastcycli 444 en 14xx mogen de volgende coördinaattransformaties niet actief zijn: cyclus 8 SPIEGELEN, cyclus 11 MAATFACTOR, cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC. en TRANS MIRROR. Er bestaat botsingsgevaar.
  1. Coördinatenomrekening vóór cyclusoproep terugzetten
  • Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
  • Wanneer u eerst de cyclus 1493 EXTRUSIE TASTEN hebt gedefinieerd, negeert de besturing deze bij de uitvoering van cyclus 1402 TASTEN KOGEL.
  • Houd rekening met de basisprincipes van de tastcycli 14xx.
  • Basisprincipes van de tastcycli 14xx

Cyclusparameters

Helpscherm

Parameters

Q1100 1e nominale positie hoofdas?

Absolute nominale positie van het middelpunt in de hoofdas van het bewerkingsvlak.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999 alternatieve invoer ?, +, of @:

Q1101 1.nominale positie nevenas?

Absolute nominale positie van het middelpunt in de nevenas van het bewerkingsvlak

Invoer: -99999.9999...+9999.9999 optionele invoer, zie Q1100

Q1102 1.Nominale positie GS-as?

Absolute nominale positie van de eerste tastpositie in de gereedschapsas

Invoer: -99999.9999...+9999.9999 Als alternatief optionele invoer, zie Q1100

Q1116 Diameter 1e positie?

Diameter van de kogel

Invoer: 0...9999.9999 Als alternatief optionele invoer, zie Q1100

Q423 Aantal keren tasten?

Aantal tastposities op de diameter

Invoer: 3, 4, 5, 6, 7, 8

Q325 Starthoek?

Hoek tussen de hoofdas van het bewerkingsvlak en de eerste tastpositie. De waarde werkt absoluut.

Invoer: -360.000...+360.000

Q1119 Cirkel-openingshoek?

Hoekbereik waarin de tastingen verdeeld zijn.

Invoer: -359.999...+360.000

Q320 Veiligheidsafstand?

Extra afstand tussen meetpunt en tastsysteemkogel. Q320 werkt aanvullend op de kolom SET_UP van de tastsysteemtabel. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF

Q260 Veilige hoogte?

Coördinaat in de gereedschapsas waarin een botsing tussen het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF

Q1125 Verplaatsen naar veilige hoogte?

Positioneergedrag tussen de tastposities

-1: niet naar veilige hoogte verplaatsen.

0, 1: voor en na de cyclus naar veilige hoogte verplaatsen. De voorpositionering gebeurt met FMAX_PROBE.

2: voor en na elk tastpunt naar veilige hoogte verplaatsen. De voorpositionering gebeurt met FMAX_PROBE.

Invoer: –1, 0, +1, +2

Q309 Reactie bij tolerantiefout?

Reactie bij tolerantie-overschrijding:

0: bij tolerantie-overschrijding de programma-afloop niet onderbreken. De besturing opent geen venster met resultaten.

1: bij tolerantie-overschrijding de programma-afloop onderbreken. De besturing opent een venster met resultaten.

2: de besturing opent bij nabewerken geen venster met resultaten. De besturing opent bij actuele posities in het afkeurgedeelte een venster met resultaten en onderbreekt de programma-afloop.

Invoer: 0, 1, 2

Q1120 Positie voor overname?

Vastleggen of de besturing het actieve referentiepunt corrigeert:

0: geen correctie

1: correctie van het actieve referentiepunt ten opzichte van het middelpunt van de kogel. De besturing corrigeert het actieve referentiepunt met de afwijking van de nominale en actuele positie van het middelpunt.

Invoer: 0, 1

Voorbeeld

11 TCH PROBE 1402 TASTEN KOGEL ~

Q1100=+25

;1.PUNT HOOFDAS ~

Q1101=+25

;1E PUNT NEVENAS ~

Q1102=-5

;1.PUNT WZ-AS ~

QS1116=+10

;DIAMETER 1 ~

Q423=+3

;AANTAL KEREN TASTEN ~

Q325=+0

;STARTHOEK ~

Q1119=+360

;OPENINGSHOEK ~

Q320=+0

;VEILIGHEIDSAFSTAND ~

Q260=+50

;VEILIGE HOOGTE ~

Q1125=+1

;MODUS VEILIGE HOOGTE ~

Q309=+0

;FOUTREACTIE ~

Q1120=+0

;OVERNAMEPOSITION