Cyclus 883 DRAAIEN SIMULTAANNABEWERKEN (#158 / #4-03-2)
ISO-programmering
G883
Toepassing
Raadpleeg uw machinehandboek!
Deze functie moet door de machinefabrikant vrijgegeven en aangepast worden.
De cyclus is afhankelijk van de machine.
U kunt met deze cyclus complexe contouren bewerken die alleen met verschillende schuinstellingen toegankelijk zijn. Bij deze bewerking verandert de schuinstelling tussen het gereedschap en het werkstuk. Dit leidt tot ten minste één 3-assige beweging (twee lineaire assen en een rotatie-as).
De cyclus bewaakt de werkstukcontour ten opzichte van het gereedschap en de gereedschapshouder. Om optimale oppervlakken te bereiken, voorkomt de cyclus daarbij onnodige zwenkbewegingen.
Om zwenkbewegingen te forceren, kunt u de invalshoek aan begin en einde van de contour definiëren. Hierbij kan ook bij eenvoudige contouren een groter bereik van de snijplaat worden gebruikt om de gereedschapsstandtijden te verhogen.
Afwerking met een FreeTurn-gereedschap
U kunt deze cyclus met FreeTurn-gereedschap afwerken. Met deze methode kunt u de meest gangbare draaibewerkingen met slechts één gereedschap uitvoeren. Door het flexibele gereedschap kunnen bewerkingstijden worden gereduceerd, omdat er minder gereedschapswissel plaatsvindt.
Voorwaarden:
- Deze functie moet door de machinefabrikant aangepast worden.
- U moet het gereedschap goed gedefinieerd hebben.
Het NC-programma blijft ongewijzigd, behalve de oproep van de FreeTurn-gereedschapssneden, zie Voorbeeld: Draaien met een FreeTurn-gereedschap
Cyclusverloop nabewerken
De besturing gebruikt de gereedschapspositie bij de cyclusoproep als startpunt van de cyclus. Als de Z-coördinaat van het startpunt kleiner is dan het beginpunt van de contour, positioneert de besturing het gereedschap in de Z-coördinaat op veiligheidsafstand en start de cyclus vanaf die positie.
- De besturing verplaatst naar de veiligheidsafstand Q460. De beweging vindt in ijlgang plaats.
- Indien geprogrammeerd, benadert de besturing de invalshoek, die door de besturing uit de door u gedefinieerde minimale en maximale invalshoek wordt berekend
- De besturing bewerkt de contour van het bewerkte werkstuk (van startpunt van de contour tot eindpunt van de contour) simultaan na met de gedefinieerde aanzet Q505.
- De besturing trekt het gereedschap met de gedefinieerde aanzet met de veiligheidsafstand terug
- De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus.
Instructies
- Verloop en contour met behulp van de simulatie controleren.
- NC-programma's langzaam starten
- Gereedschap in de X- en Z-as naar een veilige positie verplaatsen
- Houd bij het opspannen rekening met zowel de gereedschapspositie als de vrijzetbeweging
- Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE TURN uitvoeren.
- De cyclus berekent uit de opgegeven informatie slechts één botsingsvrije baan.
- Software-eindschakelaars beperken de mogelijke invalshoek Q556 en Q557. Wanneer in de werkstand Programmeren in het werkgebied Simulatie de schakelaar voor de software-eindschakelaars gedeactiveerd , kan de simulatie van de latere bewerking afwijken.
- De cyclus berekent een botsingvrije baan. Hiervoor gebruikt deze uitsluitend de 2D-contour van de gereedschapshouder zonder de diepte in de Y-as.
Aanwijzingen voor het programmeren
- Voorafgaand aan de cyclusoproep moet u cyclus 14 CONTOUR of SEL CONTOUR programmeren om de subprogramma's te definiëren.
- Positioneer het gereedschap vóór de oproep van de cyclus naar een veilige positie.
- De cyclus heeft in de contourbeschrijving een radiuscorrectie nodig (RL/RR).
- Vóór de cyclusoproep moet u FUNCTION TCPM programmeren. HEIDENHAIN adviseert in FUNCTION TCMP het gereedschapsreferentiepunt REFPNT TIP-CENTER te programmeren. Met FUNCTION TCPM en de selectie REFPNT TIP-CENTER activeert u de virtuele gereedschapspunt.
Selectie van geleidepunt gereedschap en draaipunt gereedschap
- Wanneer u lokale Q-parameters QL in een contoursubprogramma gebruikt, moet u deze ook binnen het contoursubprogramma toewijzen of berekenen.
- Houd er rekening mee dat hoe kleiner de resolutie in cyclusparameter Q555, hoe eerder ook in complexe situaties een oplossing kan worden gevonden. Maar dan duurt de berekening langer.
- De cyclus heeft de definitie van een gereedschapshouder nodig om de invalshoek te bepalen. Wijs hiervoor een houder toe aan het gereedschap in de gereedschapstabelkolom KINEMATIC.
- Houd er rekening mee dat de cyclusparameters Q565 (nabewerkingsovermaat D.) en Q566 (overmaat voor Z) niet met Q567 (overmaat voor contour) kunnen worden gecombineerd!
Cyclusparameters
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q460 Veiligheidsafstand? Afstand voor terugtrekbeweging en voorpositionering. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...999.999 | |
Q499 Contour omkeren (0-2)? Bewerkingsrichting van de contour vastleggen: 0: contour wordt in de geprogrammeerde richting afgewerkt 1: contour wordt tegengesteld aan de geprogrammeerde richting afgewerkt 2: contour wordt tegengesteld aan de geprogrammeerde richting afgewerkt, bovendien wordt de positie van het gereedschap aangepast Invoer: 0, 1, 2 | |
Q558 Verlengingshoek contourstart? Hoek in WPL-CS waarmee de cyclus op het geprogrammeerde eindpunt van de contour tot aan het onbewerkte werkstuk wordt verlengd. Deze hoek voorkomt dat het onbewerkte werkstuk beschadigd wordt. Invoer: –180...+180 | |
Q559 Verlengingshoek contoureinde? Hoek in WPL-CS waarmee de cyclus op het geprogrammeerde eindpunt van de contour tot aan het onbewerkte werkstuk wordt verlengd. Deze hoek voorkomt dat het onbewerkte werkstuk beschadigd wordt. Invoer: –180...+180 | |
Q505 Aanzet nabewerken? Aanzetsnelheid bij de nabewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO | |
Q556 Minimale invalshoek? Kleinst mogelijke toegestane hoek van de plaatsing tussen gereedschap en werkstuk met betrekking tot de Z-as. Invoer: –180...+180 | |
Q557 Maximale invalshoek? Grootst mogelijke toegestane hoek van de plaatsing tussen gereedschap en werkstuk met betrekking tot de Z-as. Invoer: –180...+180 | |
Q555 Hoekstap voor berekening? Stapgrootte voor de berekening van mogelijke oplossingen Invoer: 0.5...9.99 | |
Q537 Invalshoek (0=N/1=J/2=S/3=E)? Vastleggen of een invalshoek actief is: 0: geen invalshoek actief 1: invalshoek actief 2: invalshoek aan contourstart actief 3: invalshoek aan einde van contour actief Invoer: 0, 1, 2, 3 | |
Q538 Invalshoek aan contourstart? Invalshoek aan het begin van de geprogrammeerde contour (WPL-CS) Invoer: –180...+180 | |
Q539 Invalshoek aan contoureinde? Invalshoek aan einde van geprogrammeerde contour (WPL-CS) Invoer: –180...+180 | |
Q565 Nabewerkingsovermaat diameter? Diameterovermaat die na het nabewerken op de contour blijft. De waarde werkt incrementeel. Invoer: -9...+99.999 | |
Q566 Nabewerkingsovermaat Z? Overmaat op de gedefinieerde contour in axiale richting, die na de nabewerking op de contour blijft. De waarde werkt incrementeel. Invoer: -9...+99.999 | |
Q567 Nabewerkingsovermaat contour? Overmaat parallel aan de contour op de gedefinieerde contour, die na de nabewerking overblijft. De waarde werkt incrementeel. Invoer: -9...+99.999 |
11 CYCL DEF 883 DRAAIEN SIMULTAANNABEWERKEN ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
12 L X+58 Y+0 FMAX M303 | ||
13 L Z+50 FMAX | ||
14 CYCL CALL |