Cyclus 0 REFERENTIEVLAK

ISO-programmering

G55

Toepassing

Met de tastcyclus wordt een selecteerbare werkstukpositie in een willekeurige tastrichting bepaald.

Cyclusverloop

tch417_1_num
  1. Het tastsysteem verplaatst zich met een 3D-verplaatsing met ijlgang (waarde uit kolom FMAX) naar de in de cyclus geprogrammeerde voorpositionering 1
  2. Vervolgens voert het tastsysteem het tastproces met tastaanzet (kolom F) uit. De tastrichting moet in de cyclus worden vastgelegd
  3. Nadat de besturing de positie heeft geregistreerd, keert het tastsysteem naar het startpunt van het tastproces terug en slaat de gemeten coördinaten in een Q-parameter op. De besturing slaat bovendien de coördinaten van de positie waar het tastsysteem zich bij het tasten bevindt, op in de parameters Q115 t/m Q119. Voor de waarden in deze parameters wordt geen rekening gehouden met de lengte en de radius van de taststift

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
De besturing verplaatst het tastsysteem in een driedimensionale verplaatsing in ijlgang naar de in de cyclus geprogrammeerde voorpositie. Afhankelijk van de positie waarop het gereedschap zich vooraf bevindt, bestaat er gevaar voor botsingen!
  1. Zo voorpositioneren, dat een botsing bij het benaderen van de geprogrammeerde voorpositie is uitgesloten.
  • Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.

Cyclusparameters

Helpscherm

Parameter

Parameternr. voor resultaat?

Nummer van de Q-parameter invoeren waaraan de waarde van de coördinaat wordt toegewezen.

Invoer: 0...1999

Tastas / tastrichting?

Tastas met askeuzetoets of via het ASCII-toetsenbord en voorteken voor de tastrichting invoeren.

Invoer: –, +

Nominale positiewaarde?

Via de askeuzetoetsen of via het ASCII-toetsenbord alle coördinaten voor het voorpositioneren van het tastsysteem invoeren.

Invoer: -999999999...+999999999

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

Voorbeeld

11 TCH PROBE 0.0 REFERENTIEVLAK Q9 Z+

12 TCH PROBE 0.1 X+99 Y+22 Z+2