Lineaire overlapping van een cirkelbaan

Toepassing

U kunt een in het bewerkingsvlak geprogrammeerde beweging lineair overlappen, waardoor een ruimtelijke beweging ontstaat.

Wanneer u bijv. een cirkelbaan lineair overlapt, ontstaat een helix. Een helix is een cilindrische spiraal, bijv. een schroefdraad.

Voorwaarden

Functiebeschrijving

8H000_56

Een helix ontstaat uit de overlapping van een cirkelbaan CP met een verticale rechte. De cirkelbaan wordt in het bewerkingsvlak CP geprogrammeerd.

  • U kunt een helix gebruiken in de volgende gevallen:
  • Binnen- en buitendraad met grotere diameters
  • Smeergroeven

Onderlinge afhankelijkheden van verschillende schroefdraadvormen

De tabel toont voor de verschillende schroefdraadvormen de onderlinge afhankelijkheid tussen werkrichting, rotatierichting en radiuscorrectie:

Binnendraad

Werkrichting

Draairichting

Radiuscorrectie

Rechtse draad

Z+

DR+

RL

Z–

DR–

RR

Linkse draad

Z+

DR–

RR

Z–

DR+

RL

Buitendraad

Werkrichting

Draairichting

Radiuscorrectie

Rechtse draad

Z+

DR+

RR

Z–

DR–

RL

Linkse draad

Z+

DR–

RL

Z–

DR+

RR

Helix programmeren

8H000_57
 
Tip

Definieer voor de rotatierichting DR en de incrementele totale hoek IPA hetzelfde voorteken, omdat anders het gereedschap eventueel een verkeerde baan aflegt.

  1. Een helix programmeert u als volgt:
C

  1. C selecteren
P

  1. P selecteren
I

  1. I selecteren
  2. Incrementele totale hoek IPA definiëren
  3. Incrementele totale hoogte IZ definiëren

  1. Rotatierichting selecteren
  2. Radiuscorrectie selecteren
  3. Eventueel aanzet definiëren
  4. Eventueel additionele functie definiëren

Voorbeeld

cyc18
  • Dit voorbeeld bevat de volgende specificaties:
  • Schroefdraad M8
  • Linkssnijdende schroefdraadfrees
  • De volgende informatie kunt u afleiden uit de tekening en de specificaties:
  • Binnenbewerking
  • Schroefdraad met rechtse draad
  • Radiuscorrectie RR

De afgeleide informatie vereist de werkrichting Z–.

Onderlinge afhankelijkheden van verschillende schroefdraadvormen

  • Bepaal en bereken de volgende waarden:
  • Incrementele totale bewerkingsdiepte
  • Aantal gangen van de schroefdraad
  • Incrementele totale hoek

FORMULE

Definitie

IZ

De totale incrementele bewerkingsdiepte IZ wordt bepaald door de schroefdraaddiepte D (depth) en de optionele waarden van de schroefdraadaanloop RI (run-in) en de schroefdraaduitloop RO (run-out).

n

Het aantal gangen van de schroefdraad n (number) wordt bepaald door de totale incrementele bewerkingsdiepte IZ gedeeld door de helling P (pitch).

IPA

De totale incrementele hoek IPA volgt uit het aantal schroefdraadgangen n (number) vermenigvuldigd met 360° voor een volledige omwenteling.

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

11 L Z+1,25 R0 FMAX

; In de gereedschapsas voorpositioneren

12 L X+4 Y+0 RR F500

; In het vlak voorpositioneren

13 CC X+0 Y+0

; Pool activeren

14 CP IPA-3600 IZ-12.5 DR-

; Schroefdraad maken

Als alternatief kunt u de schroefdraad ook met behulp van een herhaling van een programmadeel programmeren.

Subprogramma's en herhalingen van programmadelen met label LBL

Voorbeeld