ISO-programmering
G124
G124
Met cyclus 24 NABEWERKEN ZIJKANT wordt de in cyclus 20 geprogrammeerde overmaat zijkant nabewerkt. U kunt deze cyclus meelopend of tegenlopend laten uitvoeren.
De besturing berekent het startpunt ook afhankelijk van de volgorde bij het afwerken Wanneer u de nabewerkingscyclus met de toets GOTO selecteert en het NC-programma dan start, kan het startpunt op een andere positie liggen als wanneer het NC-programma in de gedefinieerde volgorde wordt afgewerkt.
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q9 Rot.richting? met de klok mee=-1 Bewerkingsrichting: +1: rotatie tegen de klok in –1: rotatie met de klok mee Invoer: -1, +1 | |
Q10 Diepteverplaatsing? Maat waarmee het gereedschap telkens wordt verplaatst. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q11 Aanzet diepteverplaatsing? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het insteken in mm/min Invoer: 0...99999,9999 alternatief FAUTO, FU, FZ | |
Q12 Aanzet uitruimen? Aanzet bij verplaatsingen in het bewerkingsvlak Invoer: 0...99999,9999 alternatief FAUTO, FU, FZ | |
Q14 Overmaat voor kantnabewerking? De overmaat zijkant Q14 blijft na de nabewerking staan. Deze overmaat moet kleiner zijn dan de overmaat in cyclus 20. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q438 resp. QS438 Nummer/naam ruimgereedschap? Nummer of naam van het gereedschap waarmee de besturing de contourkamer heeft geruimd. U kunt via de selectiemogelijkheid in de actiebalk het voorruimgereedschap direct uit de gereedschapstabel overnemen. Bovendien kunt u met met de selectiemogelijkheid Naam in de actiebalk zelf de gereedschapsnaam invoeren. Wanneer u het invoerveld verlaat, voegt de besturing het aanhalingsteken boven automatisch in. Q438=-1: bij het laatst gebruikte gereedschap wordt uitgegaan van ruimgereedschap (standaardinstelling) Q438=0: Indien niet is voorgeruimd, moet het nummer van een gereedschap met radius 0 worden ingevoerd. Dat is meestal het gereedschap met nummer 0. Invoer: -1...+32767.9 Alternatief 255 tekens |
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 CYCL DEF 24 NABEWERKEN ZIJKANT ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
|