ISO-programmering
G221
G221
Met deze cyclus definieert u een puntenpatroon als lijnen. Deze dient voor een vooraf gedefinieerde bewerkingscyclus.
Afzonderlijke reeks definiëren
Volgorde:
Wanneer u deze cyclus in de werkstand Programma-afloop / Regel voor regel uitvoert, stopt de besturing tussen de punten van een puntenpatroon.
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q225 Startpunt 1e as? Coördinaat van het startpunt in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q226 Startpunt 2e as? Coördinaat van het startpunt in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q237 Afstand 1e as? Afstand tussen de afzonderlijke punten op de lijn. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q238 Afstand 2e as? Afstand tussen de afzonderlijke lijnen. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q242 Aantal kolommen? Aantal bewerkingen op de lijn Invoer: 0...99999 | |
Q243 Aantal regels? Aantal lijnen Invoer: 0...99999 | |
Q224 Rotatiepositie? Hoek waarmee het totale patroon wordt geroteerd. Het rotatiecentrum ligt in het startpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: -360.000...+360.000 | |
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q203 Coörd. werkstukoppervlakte? Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q204 2e veiligheidsafstand? Afstand in de gereedschapsas tussen gereedschap en werkstuk (spanmiddel) waarbij een botsing is uitgesloten. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q301 Verpl. veiligheidshoogte (0/1)? Vastleggen hoe het gereedschap zich tussen de bewerkingen moet verplaatsen: 0: tussen de bewerkingen naar veiligheidsafstand verplaatsen 1: tussen de bewerkingen naar 2e veiligheidsafstand verplaatsen Invoer: 0, 1 |
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 CYCL DEF 221 MODEL OP LIJN ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
12 CYCL CALL |