Tabelwaarde schrijven met TABDATA WRITE

Toepassing

Met de functie TABDATA WRITE schrijft u een waarde van een Q-parameter in een tabel.

Na een tastsysteemcyclus kunt u de functie TABDATA WRITE bijv. gebruiken om een vereiste gereedschapscorrectie in de correctietabel in te voeren.

Functiebeschrijving

Afhankelijk van het kolomtype dat u beschrijft, kunt u Q, QL, QR of QS als overdrachtparameters gebruiken.

Invoer

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

11 TABDATA WRITE CORR-TCS COLUMN "DR" KEY "3" = Q1

Waarde uit Q1 in regel 5, kolom DR van de correctietabel schrijven

De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:

Syntaxiselement

Betekenis

TABDATA

Syntaxisopener voor toegang tot tabelwaarden

WRITE

Tabelwaarde schrijven

CORR-TCS, CORR-WPL of PRESET

Waarde in een correctietabel *.tco of *.wco of in de referentiepunttabel schrijven

COLUMN

Kolomnaam

Vaste of variabele naam

KEY

Regelnummer

Vaste of variabele naam

Q/QL/QR of QS

Type variabele en nummer dat de te schrijven waarde bevat