NC-programma oproepen met PGM CALL

Toepassing

Met de functie PGM CALL roept u vanuit een NC-programma een ander, afzonderlijk NC-programma op. De besturing werkt het opgeroepen NC-programma af op de plaats waar u het in het NC-programma hebt opgeroepen. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld een bewerking met verschillende transformaties uitvoeren.

Functiebeschrijving

8H000162
  1. De besturing werkt het NC-programma als volgt af:
  2. De besturing voert een NC-programma uit tot een ander NC-programma met CALL PGM wordt opgeroepen.
  3. Aansluitend voert de besturing het opgeroepen NC-programma tot de laatste NC-regel uit.
  4. Vervolgens gaat de besturing door met het oproepende NC-programma vanaf de volgende NC-regel na CALL PGM.
  • Voor oproepen van programma's gelden de volgende randvoorwaarden:
  • Het opgeroepen NC-programma mag geen oproep CALL PGM naar het oproepende NC-programma bevatten. Hierdoor ontstaat een eindeloze lus.
  • Het opgeroepen NC-programma mag geen additionele functie M30 of M2 bevatten. Wanneer u in het opgeroepen NC-programma subprogramma's met label hebt gedefinieerd, kunt u M30 of M2 vervangen door een onvoorwaardelijke sprongfunctie. Hierdoor werkt de besturing bijvoorbeeld Subprogramma's niet zonder oproep af.
  • Onvoorwaardelijke sprong

    Wanneer het opgeroepen NC-programma de additionele functies bevat, geeft de besturing een foutmelding.

  • Het opgeroepen NC-programma moet volledig zijn. Wanneer de NC-regel END PGM ontbreekt, geeft de besturing een foutmelding.

Invoer

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

11 CALL PGM reset.h

NC-programma oproepen

De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:

Syntaxiselement

Betekenis

CALL PGM

Syntaxisopener voor het oproepen van een NC-programma

reset.h

Pad van opgeroepen NC-programma

U kunt het NC-programma met een keuzemenu selecteren.

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
De besturing voert geen automatische botstest tussen het gereedschap en het werkstuk uit. Wanneer coördinatenomrekeningen in opgeroepen NC-programma's niet volgens een bepaalde procedure worden gereset, werken deze transformaties eveneens op het oproepende NC-programma. Tijdens de bewerking bestaat er botsingsgevaar!
  1. Gebruikte coördinaattransformaties in hetzelfde NC-programma weer terugzetten
  2. Evt. verloop met behulp van de grafische simulatie testen
  • Het pad van de programmaoproep incl. naam van het NC-programma mag maximaal 255 tekens bevatten.
  • Als het opgeroepen bestand zich in dezelfde directory bevindt als het oproepende bestand, kunt u ook alleen de bestandsnaam zonder pad invoeren. Wanneer u het bestand met het keuzemenu selecteert, gaat de besturing automatisch zo te werk.
  • Wanneer u variabele programma-oproepen in combinatie met stringparameters wilt programmeren, gebruikt u de functie SEL PGM.
  • Wanneer u variabele programma-oproepen in combinatie met stringparameters wilt programmeren, gebruikt u de functie SEL PGM.
  • NC-programma selecteren en oproepen met SEL PGM en CALL SELECTED PGM

  • Q-parameters werken bij een programma-oproep PGM CALL in principe globaal. Houd er daarom rekening mee dat het wijzigen van Q-parameters in het opgeroepen NC-programma eventueel ook gevolgen voor het oproepende NC-programma heeft. Gebruik eventueel QL-parameters, die alleen in het actieve NC-programma actief zijn.
  • Q-parameters werken bij een PGM CALL in principe globaal. Houd er daarom rekening mee dat het wijzigen van Q-parameters in het opgeroepen NC-programma eventueel ook gevolgen voor het oproepende NC-programma heeft. Gebruik eventueel QL-parameters, die alleen in het actieve NC-programma actief zijn.
  • Als de besturing het oproepende NC-programma uitvoert, is het bewerken van alle opgeroepen NC-programma's niet mogelijk.