Met de functie TOOL CALL roept u een gereedschap in het NC-programma op. Wanneer het gereedschap zich in het gereedschapsmagazijn bevindt, verwisselt de besturing het gereedschap in de spil. Wanneer het gereedschap zich niet in het magazijn bevindt, kunt u het met de hand inspannen.
Toepassing
Verwante onderwerpen
- Automatische gereedschapswissel met M101
- Gereedschapstabel tool.t
- Plaatstabel tool_p.tch
Zustergereedschap automatisch inspannen met M101
Voorwaarde
- Gereedschap gedefinieerd
Om een gereedschap op te roepen, moet het gereedschap in gereedschapsbeheer gedefinieerd zijn.
Functiebeschrijving
De besturing leest bij het oproepen van een gereedschap de bijbehorende regel uit het gereedschapsbeheer. De gereedschapsgegevens kunt u in het tabblad Gereeds. van het werkbereik Status zien.
HEIDENHAIN adviseert na elke gereedschapsoproep de spil met M3 of M4 in te schakelen. Hierdoor worden problemen bij de programma-afloop, bijvoorbeeld bij het starten na een onderbreking, voorkomen.
Symbolen
De NC-functie TOOL CALL omvat de volgende symbolen:
Symbool of sneltoets | Functie |
---|---|
Keuzevenster voor gereedschappen openen | |
Ga in de toepassing Gereedschapsbeheer naar het geselecteerde gereedschap U kunt indien gewenst het gereedschap wijzigen. | |
Snijgegevenscalculator openen |
Invoer
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 TOOL CALL 4 .1 Z S10000 F750 DL+0,2 DR+0,2 DR2+0,2 | ; Gereedschap oproepen |
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
TOOL CALL | Syntaxisopener voor een gereedschapsoproep |
4, QS4 of "MILL_D8_ROUGH" | Gereedschapsdefinitie als vast of variabel nummer of naam Tip Alleen de gereedschapsdefinitie als nummer is eenduidig, omdat de gereedschapsnaam bij meerdere gereedschappen identiek kan zijn! Syntaxiselement afhankelijk van de technologie of toepassing Selectie met behulp van een keuzevenster mogelijk Technologieafhankelijke verschillen bij de gereedschapsoproep |
.1 | |
Z | Gereedschapsas U gebruikt standaard de gereedschapsas Z. Afhankelijk van de machine zijn er nog meer keuzemogelijkheden beschikbaar. Syntaxiselement afhankelijk van de technologie of toepassing Technologieafhankelijke verschillen bij de gereedschapsoproep |
S of S (VC =) | |
F, FZ of FU | Aanzet Alternatieve aanzetgegevens: aanzet per tand of aanzet per omwenteling Syntaxiselement optioneel |
DL | Deltawaarde van de gereedschapslengte Syntaxiselement optioneel |
DR | Deltawaarde van de gereedschapsradius Syntaxiselement optioneel |
DR2 | Deltawaarde van gereedschapsradius 2 Syntaxiselement optioneel |
Technologieafhankelijke verschillen bij de gereedschapsoproep
Gereedschapsoproep van een freesgereedschap
- Bij een freesgereedschap kunt u de volgende gereedschapsgegevens definiëren:
- Vast of variabel nummer of naam van het gereedschap
- Trapindex van het gereedschap
- Gereedschapsas
- Spiltoerental
- Aanzet
- DL
- DR
- DR2
Bij het oproepen van een freesgereedschap zijn het nummer of de naam van het gereedschap, de gereedschapsas en het spiltoerental noodzakelijk.
Gereedschapsoproep van een draaigereedschap (optie #50)
- Bij een draaigereedschap kunt u de volgende gereedschapsgegevens definiëren:
- Vast of variabel nummer of naam van het gereedschap
- Trapindex van het gereedschap
- Aanzet
Bij het oproepen van een draaigereedschap is het nummer of de naam van het gereedschap vereist.
Gereedschapsoproep van een slijpgereedschap (optie #156)
- Bij een slijpgereedschap kunt u de volgende gereedschapsgegevens definiëren:
- Vast of variabel nummer of naam van het gereedschap
- Trapindex van het gereedschap
- Gereedschapsas
- Spiltoerental
- Aanzet
Bij het oproepen van een slijpgereedschap zijn het nummer of de naam van het gereedschap en de gereedschapsas vereist.
Gereedschapsoproep van een dress-gereedschap (optie #156)
- U kunt bij een dress-gereedschap de volgende gereedschapsgegevens definiëren:
- Vast of variabel nummer of naam van het gereedschap
- Trapindex van het gereedschap
- Aanzet
Bij het oproepen van een dress-gereedschap is het nummer of de naam van het gereedschap vereist!
Dressgereedschapstabel tooldrs (optie #156)
U kunt een dress-gereedschap alleen in de dress-modus oproepen!
Dresswerkstand activeren met FUNCTION DRESS
Het dress-gereedschap wordt niet omgeschakeld naar de spil. U moet het dress-gereedschap handmatig op een door de machinefabrikant daarvoor bestemde plaats monteren. Bovendien moet u het gereedschap in de plaatstabel definiëren.
Gereedschapsoproep van een tastsysteem voor werkstukken (optie #17)
- Bij een tastsysteem voor werkstukken kunt u de volgende gereedschapsgegevens definiëren:
- Vast of variabel nummer of naam van het gereedschap
- Trapindex van het gereedschap
- Gereedschapsas
Bij het oproepen van een tastsysteem voor werkstukken zijn het nummer of de naam van het gereedschap en de gereedschapsas vereist!
Bijwerken van gereedschapsgegevens
Met een TOOL CALL kunt u ook zonder gereedschapswissel de gegevens van het actieve gereedschap actualiseren, bijvoorbeeld snijgegevens of deltawaarden wijzigen. Welke gereedschapsgegevens u kunt wijzigen, is afhankelijk van de technologie.
- In de volgende gevallen werkt de besturing alleen de gegevens van het actieve gereedschap bij:
- Zonder nummer of naam van het gereedschap en zonder gereedschapsas
- Zonder nummer of naam van het gereedschap en met dezelfde gereedschapsas als bij de vorige gereedschapsoproep
Wanneer in de gereedschapsoproep een nummer of naam van het gereedschap of een gewijzigde gereedschapsas geprogrammeerd wordt, voert de besturing de gereedschapswissel-macro uit.
Dat kan ertoe leiden dat de besturing bijvoorbeeld een zustergereedschap inwisselt op grond van de verstreken standtijd.
Instructies
De volledige omvang van de besturingsfuncties is uitsluitend bij gebruik van gereedschapsas Z beschikbaar, bijv. patroondefinitie PATTERN DEF.
Beperkt en door de machinefabrikant voorbereid en geconfigureerd is toepassing van de gereedschapsassen X en Y mogelijk.
- Met de machineparameter allowToolDefCall (nr. 118705) definieert de machinefabrikant of u in de functies TOOL CALL en TOOL DEF een gereedschap met naam, nummer of beide kunt definiëren.
- Met de optionele machineparameter progToolCallDL (nr. 124501) definieert de machinefabrikant of de besturing rekening houdt met deltawaarden uit een gereedschapsoproep in het werkbereik Posities.
Voorselectie van gereedschap met TOOL DEF