U kunt de draaibewerking met de functie M128 of FUNCTION TCPM en REFPNT TIP-CENTER verbinden. Dit stelt u in staat om contouren in één snede te maken waarbij u de invalshoek moet veranderen (simultaanbewerking).
Toepassing
Verwante onderwerpen
- Cycli voor simultaandraaien (optie #158)
- Additionele functie M128 (optie #9)
- FUNCTION TCPM (optie #9)
Cyclus 882 DRAAIEN SIMULTAAN VOORBEWERKEN (optie #158)
Gereedschapsinstelling automatisch compenseren met M128 (optie #9)
Gereedschapsinstelling compenseren met FUNCTION TCPM (optie #9)
Voorwaarden
- Machine met min. twee rotatie-assen
- Softwareoptie #50 Freesdraaien
- Softwareoptie #9 Uitgebreide functies groep 2
Functiebeschrijving
De simultaandraaicontour is een te draaien contour, waarbij op polaire cirkels CP en lineaire regels L een rotatieas kan worden geprogrammeerd waarvan de schuinstelling de contour niet beschadigt. Botsing met zijsnijkanten of houders worden niet voorkomen. Dit maakt het mogelijk om contouren met één gereedschap in één keer te kunnen nabewerken, ofschoon diverse contourdelen alleen in verschillende standen bereikbaar zijn.
Hoe de rotatie-as moet worden ingesteld bij schuine bewerkingen om de verschillende contourdelen zonder botsing te realiseren, schrijft u in het NC-programma.
Met de snijradiusovermaat DRS kunt u een equidistante overmaat op de contour laten staan.
Met FUNCTION TCPM en REFPNT TIP-CENTER kunt u de draaigereedschappen daarvoor ook op de theoretische gereedschapspunt opmeten.
- Als u met behulp van M128 simultaan wilt draaien, gelden de volgende voorwaarden:
- Alleen voor NC-programma's die op de middelpuntsbaan van het gereedschap zijn gemaakt
- Alleen voor paddenstoelvormige gereedschappen met TO 9
- Gereedschap moet op het midden van de snijkantradius opgemeten zijn.
Subgroepen technologiespecifieke gereedschapstypen
Voorbeeld
- Een NC-programma met simultaanbewerking bevat de volgende onderdelen:
- Draaimodus activeren
- Draaigereedschap inspannen
- Coördinatensysteem met cyclus 800 DRAAISYST. AANPASSEN aanpassen
- FUNCTION TCPM met REFPNT TIP-CENTER activeren
- Radiuscorrectie met RL/RR activeren
- Simultaandraaicontour programmeren
- Snijkantradiuscorrectie met R0 of contour verlaten
- FUNCTION TCPM terugzetten
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
0 BEGIN PGM TURNSIMULTAN MM | |||
* - ... | |||
12 FUNCTION MODE TURN | ; Draaimodus activeren | ||
13 TOOL CALL "TURN_FINISH" | ; Draaigereedschap inspannen | ||
14 FUNCTION TURNDATA SPIN VCONST:OFF S500 | |||
15 M140 MB MAX | |||
* - ... | ; Coördinatensysteem aanpassen | ||
16 CYCL DEF 800 DRAAISYST. AANPASSEN ~ | |||
| |||
| |||
| |||
| |||
| |||
| |||
| |||
| |||
17 FUNCTION TCPM F TCP AXIS POS PATHCTRL AXIS REFPNT TIP-CENTER | ; FUNCTION TCPM activeren | ||
18 FUNCTION TURNDATA CORR-TCS:Z/X DRS:-0.1 | |||
19 L X+100 Y+0 Z+10 R0 FMAX M304 | |||
20 L X+45 RR FMAX | ; Radiuscorrectie met RR activeren | ||
* - ... | |||
26 L Z-12.5 A-75 | ; Simultaandraaicontour programmeren | ||
27 L Z-15 | |||
28 CC X+69 Z-20 | |||
29 CP PA-90 A-45 DR- | |||
30 CP PA-180 A+0 DR- | |||
* - ... | |||
47 L X+100 Z-45 R0 FMAX | ; Radiuscontour met R0 beëindigen | ||
48 FUNCTION RESET TCPM | ; FUNCTION TCPM terugzetten | ||
49 FUNCTION MODE MILL | |||
* - ... | |||
71 END PGM TURNSIMULTAN MM |