Map Hoekfuncties

Toepassing

In de map Hoekfuncties van het venster NC-functie invoegen biedt de besturing de functies FN 6 t/m FN 8 en FN 13.

Met deze functies kunt u hoekfuncties berekenen, om bijvoorbeeld variabele driehoekige contouren te programmeren.

Functiebeschrijving

De map Hoekfuncties bevat de volgende functies:

Symbool

Functie

ProgramFn6Icon

FN 6: Sinus

Bijv FN 6: Q20 = SIN –Q5

Q20 = sin(–Q5)

Sinus van een hoek in graden berekenen en toewijzen

ProgramFn7Icon

FN 7: Cosinus

Bijv FN 7: Q21 = COS –Q5

Q21 = cos(–Q5)

Cosinus van een hoek in graden berekenen en toewijzen

ProgramFn8Icon

FN 8: Wortel uit som van kwadraten

bijv. FN 8: Q10 = +5 LEN +4

Q10 = (52+42)

Lengte uit twee waarden berekenen en toewijzen, bijv. derde zijde van een driehoek berekenen

ProgramFn13Icon

FN 13: Hoek

bijv. FN 13: Q20 = +25 ANG –Q1

Q20 = arctan(25/–Q1)

Hoek met arctan uit overstaande rechthoekszijde en aanliggende rechthoekszijde of sin en cos van de hoek (0 < hoek < 360°) berekenen en toewijzen

Links van het =-teken definieert u de variabele waaraan u het resultaat toewijst.

Rechts van het =-teken kunt u vaste en variabele waarden gebruiken. De variabelen en getalwaarden in de vergelijkingen kunnen van een voorteken worden voorzien.

Definitie

8H000171

Zijde- of hoekfunctie

Betekenis

a

Overstaande rechthoekszijde

Hoek α van de tegenoverliggende zijde

b

Aanliggende rechthoekszijde

Hoek α van de aansluitende zijde

c

Schuine zijde

De langste zijde tegenover de rechte hoek van de driehoek

Sinus

sin α = overstaande rechthoekszijde/schuine zijde

sin α = a/c

Cosinus

cos α = aanliggende rechthoekszijde/schuine zijde

cos α = b/c

Tangens

tan α = overstaande/aanliggende rechthoekszijde

tan α = a/b resp. tan α = sin α/cos α

Arctangens

α = arctan(a/b) resp. α = arctan(sin α/cos α)

Voorbeeld

a = 25 mm

b = 50 mm

α = arctan (a/b) = arctan 0,5 = 26,57°

Bovendien geldt:

a²+b² = c² (waarbij a² = a x a)

c = (a2+b2)

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

11 Q50 = ATAN ( +25 / +50 )

Hoek α berekenen

12 FN 8: Q51 = +25 LEN +50

Lengte van zijde c berekenen