Basisprincipes

Met het zwenken van het bewerkingsvlak kunt u op machines met rotatie-assen bijvoorbeeld meerdere werkstukzijden in één opspanning bewerken. Met behulp van de zwenkfuncties kunt u ook een scheef opgespannen werkstuk uitlijnen.

U kunt het bewerkingsvlak alleen bij een actieve gereedschapsas Z zwenken.

De besturingsfuncties voor het zwenken van het bewerkingsvlak zijn coördinaattransformaties. Daarbij staat het bewerkingsvlak altijd loodrecht op de richting van de gereedschapsas.

Bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS

8h000_03
  • Voor het zwenken van het bewerkingsvlak zijn twee functies beschikbaar:
  • Handmatig zwenken met het venster 3D-rotatie in de toepassing Manual operation
  • Venster 3D-rotatie (optie #8)

  • Gestuurd zwenken met de PLANE-functies in het NC-programma
  • Bewerkingsvlak zwenken met PLANE-functies (optie #8)

     
    Tip

    NC-programma's van eerdere besturingen, die de cyclus 19 BEWERKINGSVLAK bevatten, kunnen nog steeds worden afgewerkt.