Met het zwenken van het bewerkingsvlak kunt u op machines met rotatie-assen bijvoorbeeld meerdere werkstukzijden in één opspanning bewerken.
Met behulp van de zwenkfuncties kunt u ook een scheef opgespannen werkstuk uitlijnen.
Met het zwenken van het bewerkingsvlak kunt u op machines met rotatie-assen bijvoorbeeld meerdere werkstukzijden in één opspanning bewerken.
Met behulp van de zwenkfuncties kunt u ook een scheef opgespannen werkstuk uitlijnen.
Bewerkingswijzen op aantal assen
Voor de 3+2-assige bewerking hebt u minimaal twee rotatie-assen nodig. Ook afneembare assen als opzettafel zijn mogelijk.
De besturing heeft voor de berekening van de zwenkhoek een kinematicabeschrijving nodig die de machinefabrikant maakt.
Met het zwenken van het bewerkingsvlak definieert u de oriëntatie van het bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS.
De positie van het werkstuknulpunt en daarmee de positie van het bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS definieert u met de functie TRANS DATUM voor het zwenken van het bewerkingsvlak in het werkstukcoördinatensysteem W-CS.
Een nulpuntverschuiving werkt altijd in het actieve WPL-CS, dus eventueel na de zwenkfunctie. Wanneer u het werkstuknulpunt voor de zwenking verschuift, moet u eventueel een actieve zwenkfunctie terugzetten.
In de praktijk hebben productietekeningen verschillende hoekgegevens, waardoor de besturing verschillende PLANE-functies met verschillende mogelijkheden voor de hoekdefinitie biedt.
Overzicht van de PLANE-functies
Naast de geometrische definitie van het bewerkingsvlak bepaalt u voor elke PLANE-functie hoe de besturing de rotatie-assen positioneert.
Wanneer de geometrische definitie van het bewerkingsvlak geen eenduidige zwenkpositie levert, kunt u de gewenste zwenkoplossing selecteren.
Afhankelijk van de gedefinieerde hoeken en de machinekinematica kunt u selecteren of de besturing de rotatie-assen positioneert of uitsluitend het bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS oriënteert.
Zodra het bewerkingsvlak is gezwenkt, bevat de algemene statusweergave in het werkbereik Posities een symbool.
Als de zwenkfunctie correct wordt gedeactiveerd of gereset, mag het symbool voor het gezwenkte bewerkingsvlak niet meer worden weergegeven.
Wanneer het bewerkingsvlak gezwenkt is, bevatten de tabbladen POS en TRANS van het werkbereik Status informatie voor de actieve oriëntatie van het bewerkingsvlak.
Wanneer u het bewerkingsvlak met behulp van ashoeken definieert, toont de besturing de gedefinieerde aswaarden. Bij alle alternatieve geometrische definitiemogelijkheden ziet u de resulterende ruimtehoeken.
De besturing biedt de volgende PLANE-functies:
Syntaxiselement | Functie | Verdere informatie |
---|---|---|
SPATIAL | Definieert het bewerkingsvlak met behulp van drie ruimtelijke hoeken | |
PROJECTED | Definieert het bewerkingsvlak met behulp van twee projectiehoeken en een rotatiehoek | |
EULER | Definieert het bewerkingsvlak met behulp van drie Euler-hoeken | |
VECTOR | Definieert het bewerkingsvlak met behulp van twee vectoren | |
POINTS | Definieert het bewerkingsvlak met behulp van de coördinaten van drie punten | |
RELATIV | Definieert het bewerkingsvlak met behulp van een afzonderlijke, incrementeel werkende ruimtelijke hoek | |
AXIAL | Definieert het bewerkingsvlak met behulp van max. drie absolute of incrementele ashoeken | |
RESET | Zet het zwenken van het bewerkingsvlak terug |
Indien nodig, kunt u de cyclus 19 BEWERKINGSVLAK bewerken. U kunt de cyclus echter niet opnieuw invoegen, omdat de besturing de cyclus niet meer voor het programmeren aanbiedt.
Raadpleeg uw machinehandboek!
Deze functie moet door de machinefabrikant vrijgegeven en aangepast worden.
De machinefabrikant moet in de kinematicabeschrijving rekening houden met de exacte hoek, bijvoorbeeld van een gemonteerde hoekkop.
U kunt ook zonder rotatie-assen het geprogrammeerde bewerkingsvlak loodrecht op het gereedschap uitlijnen, bijvoorbeeld om het bewerkingsvlak voor een gemonteerde hoekkop aan te passen.
Met de functie PLANE SPATIAL en het positioneergedrag STAY zwenkt u het bewerkingsvlak naar de door de machinefabrikant ingevoerde hoek.
Voorbeeld gemonteerde hoekkop met vaste gereedschapsrichting Y:
11 TOOL CALL 5 Z S4500 |
12 PLANE SPATIAL SPA+0 SPB-90 SPC+0 STAY |
De zwenkhoek moet exact passen bij de gereedschapshoek, anders komt de besturing met een foutmelding.