Cartesiaanse coördinaten
Met de NC-functies I, J en K of G29 definieert u het cirkelmiddelpunt.
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
N110 I+25 J+25 | ; Cirkelmiddelpunt in het XY-vlak |
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
N110 G00 X+25 Y+25 | ; Voorpositioneren met een rechte |
N120 G29 | ; Cirkelmiddelpunt op laatste positie |
- I, J en K
- G29
U definieert het cirkelmiddelpunt in deze NC-regel.
De besturing neemt de laatst geprogrammeerde positie als cirkelmiddelpunt over.
I, J en K of G29 komen overeen met de klaartekstsyntaxis CC met of zonder aswaarden.
Met I en J definieert u het cirkelmiddelpunt in de assen X en Y. Om as Z te definiëren, programmeert u K.