Met de NC-functie DEP PLCT verlaat de besturing de contour via een cirkelbaan met aansluitende rechte tangentieel op het laatste contourelement.
U programmeert de coördinaten van het eindpunt PN polair.
Met de NC-functie DEP PLCT verlaat de besturing de contour via een cirkelbaan met aansluitende rechte tangentieel op het laatste contourelement.
U programmeert de coördinaten van het eindpunt PN polair.
Voordat u met poolcoördinaten gaat programmeren, moet u een pool CC definiëren.
Hulppunt PH wordt bepaald middels het laatste contourpunt PE, de radius R en het eindpunt PN.
Wanneer u in de functie voor verlaten de Z-coördinaat programmeert, verplaatst het gereedschap zich van het startpunt PH in drie assen simultaan naar het hulppunt PN.
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 DEP PLCT PR15 PA-90 R8 | ; Contour lineair en cirkelvormig tangentieel verlaten |
U navigeert als volgt naar deze functie:
NC-functie invoegen Alle functies Baanfuncties DEP DEP PLCT
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
DEP PLCT | Syntaxisopener voor een lineaire en cirkelvormige functie voor verlaten tangentieel op de contour |
PR | Poolcoördinatenradius als vast of variabel nummer Invoer absoluut of incrementeel Syntaxiselement optioneel |
PA | Poolcoördinatenhoek als vast of variabel nummer Invoer absoluut of incrementeel Syntaxiselement optioneel |
R | Radius als vast of variabel nummer |
F, FMAX, FZ, FU, FAUTO | |
M |
In de kolom Invoerscherm kunt u omschakelen tussen de syntaxis voor cartesiaanse en polaire coördinateninvoer.
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 CC X+50 Y+20 | ; Pool vastleggen |
12 LP PR+30 PA+0 RL F300 | ; Laatste contourelement PE met RL benaderen |
13 DEP PLCT PR+50 PA+0 R5 | ; PN benaderen, afstand PE tot PN: R5 |