Met een dwarsslede, ook kotterkop genoemd, kunt u met minder verschillende gereedschappen bijna alle draaibewerkingen uitvoeren. De positie van de dwarsslede in X-richting is programmeerbaar. Op de dwarsslede monteert u bijv. een gereedschap voor draaien in lengterichting, dat u met een TOOL CALL-regel oproept.
Toepassing
Verwante onderwerpen
- Bewerking met parallelle assen U, V en W
Voorwaarden
- Softwareoptie #50 Freesdraaien
- Besturing door machinefabrikant voorbereid
- Kinematica met dwarsslede geactiveerd
- Werkstuknulpunt in het bewerkingsvlak ligt in het middelpunt van de rotatiesymmetrische contour
De machinefabrikant moet in de kinematica rekening houden met de dwarsslede.
Bewerkingsmodus omschakelen met FUNCTION MODE
Met een dwarsslede moet het werkstuknulpunt niet in het middelpunt van de draaitafel liggen, omdat de gereedschapsspil draait.
Functiebeschrijving
Raadpleeg uw machinehandboek!
De machinefabrikant kan eigen cycli voor het werken met een dwarsslede beschikbaar stellen. Hieronder worden de standaard beschikbare functies omschreven.
U definieert de dwarsslede als draaigereedschap.
Draaigereedschapstabel toolturn.trn (optie #50)
- Let op het volgende bij gereedschapsoproep:
- TOOL CALL-regel zonder gereedschapsas
- Snijsnelheid en toerental met TURNDATA SPIN
- Spil inschakelen met M3 of M4
De bewerking werkt ook bij gezwenkt bewerkingsvlak en bij niet-rotatiesymmetrische werkstukken.
Wanneer u zonder de functie FACING HEAD POS met de verplaatst met de dwarsslede, moet u de bewegingen van de dwarsslede met de U-as programmeren, bijvoorbeeld in de toepassing Manual operation. Als de functie FACING HEAD POS actief is, programmeert u de dwarsslede met de X-as.
Wanneer u de dwarsslede activeert, positioneert de besturing in X en Y automatisch op het werkstuknulpunt. Om botsingen te voorkomen, kunt u met het syntaxiselement HEIGHT een veilige hoogte definiëren.
U deactiveert de dwarsslede met de functie FUNCTION FACING HEAD.
Invoer
Dwarsslede activeren
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 FACING HEAD POS HEIGHT+100 FMAX | ; Dwarsslede activeren en met ijlgang naar veilige hoogte Z+100 verplaatsen |
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
FACING HEAD POS | Syntaxisopener voor dwarsslede activeren |
HEIGHT | Veilige hoogte in de gereedschapsas Syntaxiselement optioneel |
F of FMAX | Veilige hoogte met een gedefinieerde aanzet of ijlgang benaderen Syntaxiselement optioneel |
M | Additionele functie Syntaxiselement optioneel |
Dwarsslede deactiveren
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 FUNCTION FACING HEAD OFF | ; Dwarsslede deactiveren |
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
FUNCTION FACING HEAD OFF | Syntaxisopener voor dwarsslede deactiveren |
Instructies
- Dwarsslede met actieve functie FACING HEAD POS in basispositie positioneren
- Dwarsslede met actieve functie FACING HEAD POS vrijzetten
- In de werkstand Handbediening de dwarsslede met de astoets U verplaatsen
- Omdat de functie Bewerkingsvlak zwenken mogelijk is, altijd op de 3D-rood-status letten
- U kunt voor een toerentalbegrenzing zowel de waarde NMAX uit de gereedschapstabel als SMAX uit FUNCTION TURNDATA SPIN gebruiken.
- Bij het werken met een dwarsslede gelden de volgende beperkingen:
- Geen additionele functies M91 en M92 mogelijk
- Geen terugtrekken met M140 mogelijk
- Geen TCPM of M128 mogelijk (optie #9)
- Geen botsingsbewaking DCM mogelijk (optie #40)
- Geen cycli 800, 801 en 880 mogelijk
- Geen cycli 286 en 287 mogelijk (optie #157)
- Wanneer u de dwarsslede in het gezwenkte bewerkingsvlak gebruikt, let dan op het volgende:
- De besturing berekent het gezwenkte vlak als in de freesmodus. De functies COORD ROT en TABLE ROT alsmede SYM (SEQ) hebben betrekking op het XY-vlak.
- HEIDENHAIN adviseert het positioneergedrag TURN te gebruiken. Het positioneergedrag MOVE is alleen voorwaardelijk geschikt in combinatie met de dwarsslede.
Aanwijzingen in combinatie met machineparameters
Met de optionele machineparameter presetToAlignAxis (nr. 300203) definieert de machinefabrikant asspecifiek hoe de besturing offset-waarden interpreteert. Bij FACING HEAD POS is de machineparameter alleen relevant voor de parallelle as U (U_OFFS).
- Wanneer de machineparameter niet is gedefinieerd of met de waarde FALSE is gedefinieerd, houdt de besturing bij de afwerking geen rekening met de offset.
- Wanneer de machineparameter met de waarde TRUE is gedefinieerd, kunt u met de offset een verschuiving van de dwarsslede compenseren. Wanneer u bijv. een dwarsslede met meerdere spanmogelijkheden voor het gereedschap gebruikt, zet u de offset op de actuele spanpositie. Hierdoor kunt u NC-programma's onafhankelijk van de spanpositie van het gereedschap uitvoeren.