De snijgegevens bestaan uit het spiltoerental S of als alternatief uit de constante snijsnelheid VC en de aanzet F.

De snijgegevens bestaan uit het spiltoerental S of als alternatief uit de constante snijsnelheid VC en de aanzet F.
Gereedschapsoproep met TOOL CALL
U definieert het spiltoerental S in de eenheid spilomwentelingen per minuut omw/min.
Als alternatief kan er een snijsnelheid VC in meters per minuut m/min worden gedefinieerd.
Het spiltoerental of de snijsnelheid werkt net zolang totdat u in een TOOL CALL-regel een nieuw spiltoerental of snijsnelheid definieert.
Met de toerentalpotentiometer kunt u het spiltoerental tijdens de programma-afloop tussen 0% en 150% wijzigen. De instelling van de toerentalpotentiometer werkt alleen bij machines met een traploze spilaandrijving. Het maximaal spiltoerental is machine-afhankelijk.
Gereedschapsoproep met TOOL CALL
De aanzet voor lineaire assen definieert u in millimeter per minuut mm/min.
De aanzet voor rotatie-assen definieert u in graden per minuut °/min.
U kunt de aanzet met drie decimalen definiëren.
Met FZ definieert u de baan in millimeter die het gereedschap per tand aflegt.
Wanneer u FZ gebruikt, moet u het aantal tanden in de kolom CUT van gereedschapsbeheer definiëren.
Met FU definieert u de baan in millimeter die het gereedschap per spilomwenteling teruglegt.
De aanzet per omwenteling wordt vooral bij de draaibewerking gebruikt (optie #50).
U kunt de in een TOOL CALL gedefinieerde aanzet in het NC-programma met behulp van F AUTO oproepen.
De in het NC-programma gedefinieerde aanzet werkt tot de Nc-regel waarin u een nieuwe aanzet programmeert.
Wanneer F MAX wordt gedefinieerd, verplaatst de besturing zich in ijlgang. F MAX werkt alleen regelgewijs. Vanaf de volgende NC-regel werkt de laatste gedefinieerde aanzet. De maximale aanzet is machineafhankelijk en eventueel asafhankelijk.
Wanneer u in een TOOL CALL-regel een aanzet definieert, kunt u met F AUTO in de volgende positioneerregels deze aanzet gebruiken.
Met de aanzetpotentiometer kunt u de aanzet tijdens de programma-afloop tussen 0% en 150% wijzigen. De instelling van de aanzetpotentiometer werkt alleen op de geprogrammeerde aanzet. Als de geprogrammeerde aanzet nog niet is bereikt, heeft de aanzetpotentiometer geen effect.
In de toepassing Manual operation toont de besturing in het tabblad POS de aanzet inclusief decimalen. De besturing toont de aanzet met in totaal zes posities.