Netwerkstations op de besturing

Toepassing

Via het venster Mount instellen kunt u netwerkstations aan de besturing koppelen. Als de besturing op een netwerkstation is aangesloten, toont de besturing in de navigatiekolom van het bestandsbeheer extra stations.

Voorwaarden

  • Bestaande netwerkverbinding
  • Besturing en computer in hetzelfde netwerk
  • Pad en toegangsgegevens van het te koppelen station bekend

Functiebeschrijving

U opent het venster Mount instellen met de menuoptie Shares. De menuoptie bevindt zich in de groep Netwerk/toeg. op afstand van de toepassing Instellingen.

U kunt het venster ook openen met behulp van de toets Netstation aansluiten in de werkstand Bestanden.

Bestandsbeheer

U kunt een willekeurig aantal netwerkstations definiëren, maar er kunnen slechts maximaal zeven netwerkstations tegelijkertijd zijn gekoppeld

Gedeelte Netwerkstation

In het gedeelte Netwerkstation toont de besturing een lijst met alle gedefinieerde netwerkstations en de status van elk station.

De besturing toont de volgende knoppen:

Knop

Betekenis

Verbinden

Netwerkstation koppelen

De besturing markeert bij een actieve verbinding het selectievakje in de kolom Mount.

Verbreken

Netwerkstation loskoppelen

Auto

Netwerkstation bij het starten van de besturing automatisch koppelen

De besturing markeert bij een automatische verbinding het selectievakje in de kolom Auto.

Toevoegen

Nieuw verbinding definiëren

Venster Mount-assistent

Verwijderen

Bestaande verbinding verwijderen

Kopiëren

Verbinding kopiëren

Venster Mount-assistent

Bewerken

Instellingen voor verbinding bewerken

Venster Mount-assistent

Eigen netwerkstation

Gebruikersspecifieke verbinding bij geactiveerd gebruikersbeheer

De besturing markeert bij een gebruikersspecifieke verbinding het selectievakje in de kolom Privé.

Gedeelte Status log

In het gedeelte Status log toont de besturing statusinformatie en foutmeldingen.

Met de knop Leegmaken wist u de inhoud van het venster Status log.

Venster Mount-assistent

In het venster Mount-assistent definieert u de instellingen voor een verbinding met een netwerkstation.

U opent het venster Mount-assistent met de knoppen Toevoegen, Kopiëren en Bewerken.

Het venster Mount-assistent bevat de volgende tabbladen met instellingen:

Tab

Instelling

Stationsnaam

  • Stationsnaam:
  • Naam van het netwerkstation in het bestandsbeheer van de besturing

    De besturing staat alleen hoofdletters met een : aan het einde toe.

  • Eigen netwerkstation
  • Bij geactiveerd gebruikersbeheer is de verbinding alleen zichtbaar voor de maker.

Type vrijgave

  • Protocol bij de overdracht
  • Windows-share (CIFS/SMB) of Samba-server
  • UNIX-share (NFS)

Server en vrijgave

  • servername:
  • Naam van de server of het IP-adres

  • Sharenaam:
  • Directory waar de besturing toegang toe heeft

Automount

Automatisch verbinden (niet mogelijk met optie "Wachtwoord vragen?")

De besturing verbindt het netwerkstation bij het starten automatisch.

Gebruiker en wachtwoord (alleen bij Windows-share)

  • Single Sign On
  • Bij geactiveerd gebruikersbeheer verbindt de besturing een gecodeerd netwerkstation automatisch bij de aanmelding van de gebruiker.

  • Windows-gebrk.naam
  • Wachtwoord vragen? (niet mogelijk met optie "automatisch verbinden")
  • Hiermee geeft u aan of er tijdens het verbinden een wachtwoord moet worden ingevoerd.

  • Wachtwoord
  • Wachtwoordverificatie

Mount-opties

Parameters voor mount-optie "-o":

Hulpparameters voor de verbinding

Voorbeelden van Mount-opties

Controle

De besturing toont een overzicht van de gedefinieerde instellingen.

U kunt de instellingen controleren en met Gebruiken opslaan.

Voorbeelden van Mount-opties

Opties voert u zonder spaties in, alleen gescheiden door een komma.

Opties voor SMB

Voorbeeld

Betekenis

domain=xxx

domeinnaam

HEIDENHAIN adviseert het domein niet in de gebruikersnaam te schrijven, maar als optie.

vers=2.1

Protocolversie

Opties voor NFS

Voorbeeld

Betekenis

rsize=8192

Grootte van het pakket voor gegevensontvangst in byte

Invoer: 512...8192

wsize=4096

Grootte van het pakket voor gegevensverzending in byte

Invoer: 512...8192

soft,timeo=3

Voorwaardelijke mount

Tijd in tienden van seconden waarna de besturing de verbindingspoging herhaalt

sec=ntlm

Verificatiemethode ntlm

Gebruik deze optie als de besturing tijdens het verbinden de foutmelding Permission denied weergeeft.

nfsvers=2

Protocolversie

Instructies

  • Laat de besturing configureren door een netwerkspecialist.
  • Om beveiligingslekken te voorkomen, gebruikt u bij voorkeur de actuele versies van de protocollen SMB en NFS.