In de map Basisberekeningen van het venster NC-functie invoegen biedt de besturing de functies FN 0 tot en met FN 5.
Met de functie FN 0 kunt u numerieke waarden toewijzen aan variabelen. In plaats van een vaste getalwaarde kunt dan in het NC-programma een variabele programmeren. U kunt ook vooraf gedefinieerde variabelen gebruiken, bijvoorbeeld de actieve gereedschapsradius Q108. Met de functies FN 1 tot en met FN 5 kunt u met de variabelewaarden binnen het NC-programma rekenen.