Met de NC-functie APPR CT benadert de besturing de contour via een cirkelbaan tangentieel tot het eerste contourelement.
U programmeert de coördinaten van het eerste contourpunt cartesiaans.
Met de NC-functie APPR CT benadert de besturing de contour via een cirkelbaan tangentieel tot het eerste contourelement.
U programmeert de coördinaten van het eerste contourpunt cartesiaans.
De afstand van hulppunt PH tot het eerste contourpunt PA wordt bepaald middels de middelpuntshoek CCA en de radius R.
De cirkelbaan wordt bepaald middels middelpuntshoek CCA en radius R.
De rotatierichting van de cirkelbaan is afhankelijk van de actieve radiuscorrectie en het voorteken van de radius R.
De tabel toont het verband tussen de gereedschapsradiuscorrectie, het voorteken van de radius R en de rotatierichting:
Radiuscorrectie | Voorteken radius | Draairichting |
---|---|---|
RL | Positief | Tegen de klok in |
RL | Negatief | Met de klok mee |
RR | Positief | Met de klok mee |
RR | Negatief | Tegen de klok in |
Als u het voorteken van de radius R wijzigt, verandert de positie van het hulppunt PH.
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 APPR CT X+20 Y+20 CCA80 R+5 RR F300 | ; Contour cirkelvormig tangentieel benaderen |
U navigeert als volgt naar deze functie:
NC-functie invoegen Alle functies Baanfuncties APPR APPR CT
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
APPR CT | Syntaxisopener voor een ronde benaderingsfunctie tangentieel tot de contour |
X, Y, Z, A, B, C, U, V, W | Coördinaten van het eerste contourpunt Vast of variabel nummer Invoer absoluut of incrementeel Syntaxiselement optioneel |
CCA | Middelpuntshoek als vast of variabel nummer Invoer absoluut of incrementeel Syntaxiselement optioneel |
R | Radius als vast of variabel nummer Syntaxiselement optioneel |
R0, RL, RR | |
F, FMAX, FZ, FU, FAUTO | |
M |
In de kolom Invoerscherm kunt u omschakelen tussen de syntaxis voor cartesiaanse en polaire coördinateninvoer.
11 L X+40 Y+10 R0 F300 M3 | ; PS met R0 benaderen |
12 APPR CT X+10 Y+20 Z-10 CCA180 R+10 RR F100 | ; PA met CCA180 en RR benaderen, afstand PH tot PA: R+10 |
13 L X+20 Y+35 | ; Eerste contourelement afsluiten |