Machinecoördinatensysteem M-CS

Toepassing

In het machinecoördinatensysteem M-CS programmeert u constante posities, bijvoorbeeld een veilige positie voor het terugtrekken. Ook de machinefabrikant definieert constante posities in M-CS, bijvoorbeeld de gereedschapswisselpositie.

Functiebeschrijving

Eigenschappen van het machinecoördinatensysteem M-CS

Het machinecoördinatensysteem M-CS komt overeen met de kinematicabeschrijving en daarmee ook met de daadwerkelijke mechanica van de gereedschapsmachine. De fysieke assen van een machine hoeven niet exact haaks ten opzichte van elkaar gepositioneerd te zijn en komen dus niet overeen met een cartesiaans coördinatensysteem. Het M-CS bestaat daarom uit meerdere eendimensionale coördinatenstelsels die overeenkomen met de assen van de machine.

De machinefabrikant definieert de positie en oriëntatie van de eendimensionale coördinatensystemen in de kinematicabeschrijving.

Maschine

De coördinatenoorsprong van het M-CS is het machinenulpunt. De machinefabrikant definieert de positie van het machinenulpunt in de machineconfiguratie.

De waarden in de machineconfiguratie definiëren de nulposities van de lengte- en hoekmeetsystemen en van de overeenkomstige machineassen. Het machinenulpunt ligt niet per se in het theoretische snijpunt van de fysieke assen. Het kan zich ook buiten het verplaatsingsbereik bevinden.

M-CS
Positie van het machinenulpunt in de machine

Transformaties in het machinecoördinatensysteem M-CS

  • U kunt de volgende transformaties in het machinecoördinatensysteem M-CS definiëren:
  • Verschuivingen per as in de OFFS-kolommen van de referentiepunttabel
  • Referentiepunttabel

     
    Machine

    De machinefabrikant configureert de OFFS-kolommen van de referentiepunttabel op een aan de machine aangepaste wijze.

  • Functie Additieve offset (M-CS) voor rotatie-assen in het werkbereik GPS (optie #44)
  • Globale programma-instellingen GPS (optie #44)

 
Machine

De machinefabrikant kan extra transformaties definiëren.

Aanwijzing

Digitale uitlezing

  • De volgende modi van de digitale uitlezing zijn gerelateerd aan het machinecoördinatensysteem M-CS:
  • Nom. pos. machinesysteem (REFSOLL)
  • Act. pos. machinesysteem (REFIST)

Het verschil tussen de waarden van de modi REFACT en ACT van een as volgt uit alle genoemde offsets en alle actieve transformaties in verdere referentiesystemen.

Coördinateninvoer in het machinecoördinatensysteem M-CS programmeren

Aanwijzing

  • De machinefabrikant kan de volgende extra transformaties in het machinecoördinatensysteem M-CS definiëren:
  • Additieve asverplaatsingen bij parallelle assen met de OEM-offset
  • Verschuivingen per as in de OFFS-kolommen van de palletreferentiepunttabel
  • Palletreferentiepunttabel

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Afhankelijk van de machine kan de besturing over een extra palletreferentiepunttabel beschikken. Door de machinefabrikant gedefinieerde waarden van de palletreferentiepunttabel werken nog vóór de door u gedefinieerde waarden uit de referentiepunttabel. Omdat de waarden van de palletreferentiepunttabel niet zichtbaar zijn of niet kunnen worden bewerkt, bestaat er tijdens alle bewegingen gevaar voor botsingen!
  1. Documentatie van uw machinefabrikant in acht nemen
  2. Palletreferentiepunten uitsluitend in combinatie met pallets gebruiken

Voorbeeld

Dit voorbeeld toont het verschil tussen een verplaatsing met en zonder M91. Het voorbeeld toont het gedrag met een Y-as als spieas, die zich niet loodrecht ten opzichte van het ZX-vlak bevindt.

Verplaatsing zonder M91

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

11 L IY+10

U programmeert in het cartesiaanse invoercoördinatensysteem I-CS. De modi ACT en NOM van de digitale uitlezing tonen slechts één beweging van de Y-as in I-CS.

De besturing bepaalt op basis van de gedefinieerde waarden de benodigde verplaatsingen van de machine-assen. Omdat de machine-assen niet loodrecht ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, verplaatst de besturing de assen Y en Z.

Omdat het machinecoördinatensysteem M-CS de machineassen weergeeft, tonen de modi REFACT en RFNOM de positieweergave bewegingen van de Y-as en de Z-as in M-CS.

Verplaatsing met M91

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

11 L IY+10 M91

De besturing verplaatst de machine-as Y met 10 mm. De modi REFACT en RFNOM in de digitale uitlezing tonen slechts één beweging van de Y-as in M-CS.

De I-CS is in tegenstelling tot de M-CS een cartesiaans coördinatensysteem, de assen van de beide referentiesystemen komen niet overeen. De modi ACT en NOM in de digitale uitlezing tonen bewegingen van de Y-as en Z-as in de I-CS.