Cyclus 1 POLAIR NULPUNT

ISO-programmering

NC-syntaxis alleen in klaartekst beschikbaar.

Toepassing

Met tastcyclus 1 wordt een willekeurige werkstukpositie in een willekeurige tastrichting bepaald.

Cyclusverloop

tch_1neu_num
  1. Het tastsysteem verplaatst zich met een 3D-verplaatsing met ijlgang (waarde uit kolom FMAX) naar de in de cyclus geprogrammeerde voorpositionering 1
  2. Vervolgens voert het tastsysteem het tastproces met tastaanzet (kolom F) uit. Tijdens het tastproces verplaatst de besturing gelijktijdig in 2 assen (afhankelijk van de tasthoek). De tastrichting moet via de poolhoek in de cyclus worden vastgelegd
  3. Nadat de besturing de positie heeft geregistreerd, keert het tastsysteem naar het startpunt van het tastproces terug. De besturing slaat de coördinaten van de positie waarop het tastsysteem zich op het moment van het schakelsignaal bevindt, op in de parameters Q115 t/m Q119

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
De besturing verplaatst het tastsysteem in een driedimensionale verplaatsing in ijlgang naar de in de cyclus geprogrammeerde voorpositie. Afhankelijk van de positie waarop het gereedschap zich vooraf bevindt, bestaat er gevaar voor botsingen!
  1. Zo voorpositioneren, dat een botsing bij het benaderen van de geprogrammeerde voorpositie is uitgesloten.
  • Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
  • De in de cyclus gedefinieerde tastas legt het tastvlak vast:
    Tastas X: X/Y-vlak
    tastas Y: Y/Z-vlak
    tastas Z: Z/X-vlak

Cyclusparameters

Helpscherm

Parameter

Aantast-as?

Tastas met askeuzetoets of via het ASCII-toetsenbord invoeren. Met de ENT-toets bevestigen.

Invoer X, Y of Z

Aantast-hoek?

Hoek gerelateerd aan de tastas waarin het tastsysteem zich moet verplaatsen.

Invoer: –180...+180

Nominale positiewaarde?

Via de askeuzetoetsen of via het ASCII-toetsenbord alle coördinaten voor het voorpositioneren van het tastsysteem invoeren.

Invoer: -999999999...+999999999

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

Voorbeeld

11 TCH PROBE 1.0 POLAIR NULPUNT

12 TCH PROBE 1.1 X WINKEL:+30

13 TCH PROBE 1.2 X+0 Y+10 Z+3