Voordat u met tastcycli gaat werken!

Algemeen

In de tastsysteemtabel legt u de veiligheidsafstand vast, ofwel hoever de besturing het tastsysteem vanaf de vastgelegde of de door de cyclus berekende tastpositie moet voorpositioneren. Hoe kleiner u deze waarde invoert, des te nauwkeuriger moet u de tastposities definiëren. In veel tastcycli kunt u bovendien een veiligheidsafstand definiëren, die aanvullend op de tastsysteemtabel actief is.

In de tastsysteemtabel legt u het volgende vast:

  • Type gereedschap
  • TS-middenverstelling
  • spilhoek bij het kalibreren
  • Tastaanzet
  • IJlgang in tastcyclus
  • Maximale meetweg
  • Veiligheidsafstand
  • Aanzet voorpositioneren
  • Tastsystem oriëntatie
  • Serienummer
  • Reactie bij botsing

Tastsysteemtabel tchprobe.tp

Tastcycli afwerken

Alle tastcycli zijn DEF-actief. De besturing werkt de cyclus automatisch af zodra de cyclusdefinitie in de programma-afloop wordt gelezen.

Positioneerlogica

Tastcycli met een nummer 400 t/m 499 of 1400 t/m 1499 positioneren het tastsysteem na een positioneerlogica voor:

  • Als de actuele coördinaat van de zuidpool van de taststift kleiner is dan de coördinaat van de veilige hoogte (die in de cyclus is gedefinieerd), trekt de besturing het tastsysteem eerst op veilige hoogte terug in de tastsysteemas, om het tastsysteem vervolgens in het bewerkingsvlak naar de eerste tastpositie te positioneren.
  • Als de actuele coördinaat van de zuidpool van de taststift groter is dan de coördinaat van de veilige hoogte, dan positioneert de besturing het tastsysteem eerst in het bewerkingsvlak naar de eerste tastpositie en vervolgens in de tastsysteemas direct op de veiligheidsafstand.

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Bij de uitvoering van de tastcycli 400 t/m 499 mogen geen cycli voor coördinatenomrekening actief zijn. Er bestaat botsingsgevaar!
  1. De volgende cycli niet vóór het gebruik van tastcycli activeren: cyclus 7 NULPUNT, cyclus 8 SPIEGELEN, cyclus 10 ROTATIE, cyclus 11 MAATFACTOR en cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC..
  2. Coördinatenomrekeningen van tevoren terugzetten
 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Bij de uitvoering van de tastcycli 444 en 14xx mogen de volgende coördinaattransformaties niet actief zijn: cyclus 8 SPIEGELEN, cyclus 11MAATFACTOR, cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC. en TRANS MIRROR. Er bestaat botsingsgevaar.
  1. Coördinatenomrekening vóór cyclusoproep terugzetten
  • Let erop dat de maateenheden in het meetprotocol en de retourparameters afhankelijk zijn van het hoofdprogramma.
  • De tastcycli 40x t/m m 43x zetten een actieve basisrotatie aan het begin van de cyclus terug.
  • De besturing interpreteert een basistransformatie als basisrotatie en een offset als tafelrotatie.
  • U kunt de scheve ligging alleen als werkstukrotatie overnemen als op de machine een tafelrotatie-as bestaat en de oriëntatie daarvan loodrecht op het werkstukcoördinatensysteem W-CS staat.
  • Vergelijking van offset en 3D-basisrotatie

Aanwijzing in combinatie met machineparameters

  • Afhankelijk van de instelling van de optionele machineparameter chkTiltingAxes (nr. 204600), wordt bij het tasten gecontroleerd of de positie van de rotatie-assen met de zwenkhoeken (3D-ROT) overeenkomt. Als dit niet het geval is, geeft de besturing een foutmelding weer.