Met de NC-functies G30 en G31 definieert u een rechthoekig onbewerkt werkstuk voor de simulatie van het NC-programma.
U definieert het vierkant door een MIN-punt in te voeren op de linkerbenedenhoek van de voorhoek en een MAX-punt op de rechterbovenhoek van de achterhoek.
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
N10 G30 G17 X+0 Y+0 Z-40 | MIN-punt definiëren |
N20 G31 X+100 Y+100 Z+0 | MAX-punt definiëren |
G30 en G31 komen overeen met de klaartekstsyntaxis BLK FORM 0.1 en BLK FORM 0.2.
Onbewerkt werkstuk definiëren met BLK FORM
Met G17, G18 en G19 definieert u de gereedschapsas.
- Met behulp van de klaartekstsyntaxis kunt u bovendien de volgende onbewerkte delen definiëren:
- Cilindrisch onbewerkt werkstuk met BLK FORM CYLINDER
- Rotatiesymmetrisch onbewerkt werkstuk met BLK FORM ROTATION
- STL-bestand als onbewerkt werkstuk met BLK FORM FILE
Cilindrisch onbewerkt werkstuk met BLK FORM CYLINDER
Rotatiesymmetrisch onbewerkt werkstuk met BLK FORM ROTATION