Meetfunctie

Toepassing

Met de meetfunctie kunt u willekeurige punten op het gesimuleerde werkstuk meten. De besturing toont daarbij diverse gegevens over het gemeten vlak.

Voorwaarde

  • Modus Werkstuk

Functiebeschrijving

Wanneer u een punt op het gesimuleerde werkstuk meet, klikt de cursor altijd op het op dat moment geselecteerde vlak vast.

AS_4_24_12_PGM_2_Molded_insert_Messfunktion
Gemeten punt op gesimuleerd werkstuk
  • De besturing toont de volgende informatie over het gemeten vlak:
  • Gemeten posities in de assen X, Y en Z
  • Toestand van het bewerkte oppervlak
    • Materiaal Cut = bewerkt oppervlak
    • Materiaal NoCut = onbewerkt oppervlak
  • Gereedschap voor bewerking
  • Uitvoerende NC-regel in het NC-programma
  • Afstand van het gemeten vlak tot het bewerkte werkstuk
  • Relevante waarden van bewaakte machinecomponenten (optie #155)
  • Componentbewaking met MONITORING HEATMAP (optie #155)

Verschil tussen onbewerkt werkstuk en bewerkt werkstuk meten

  1. U meet het verschil tussen het onbewerkte werkstuk en het bewerkte werkstuk als volgt:
  2. Willekeurige werkstand selecteren, bijvoorbeeld Programmeren
  3. Nc-programma openen met in BLK FORM FILE geprogrammeerd onbewerkt werkstuk en bewerkt werkstuk
  4. Werkgebied Simulatie openen
ToolBox

  1. Kolom Gereedschapsopties selecteren

  1. Schakelaar Meten activeren

  1. Keuzemenu Werkstuk inkleuren selecteren
SF_4_24_12_Grafiken_Modellvergleich

  1. Modelvergelijk. selecteren
  2. De besturing toont het in de functie BLK FORM FILE gedefinieerde onbewerkte werkstuk en het bewerkte werkstuk.
SimStart_small

  1. Simulatie starten
  2. De besturing simuleert het werkstuk.
  3. Gewenste punt op gesimuleerd werkstuk selecteren
  4. De besturing toont het verschil in afmetingen tussen het gesimuleerde werkstuk en het bewerkte werkstuk.
  5.  
    Tip

    De besturing markeert maatverschillen tussen gesimuleerd werkstuk en bewerkt werkstuk met behulp van de functie Modelvergelijk. eerst qua kleur, vanaf een verschil groter dan 0.2 mm.

Instructies

  • Wanneer u gereedschappen corrigeert, kunt u met de meetfunctie het te corrigeren gereedschap bepalen.
  • Wanneer u in het gesimuleerde werkstuk een fout opmerkt, kunt u met behulp van de meetfunctie de NC-regel bepalen die de oorzaak vormt.