ISO-programmering
G423
G423
Met tastcyclus 423 worden het middelpunt, de lengte en breedte van een rechthoekige kamer bepaald. Wanneer u de bijbehorende tolerantiewaarden in de cyclus definieert, vergelijkt de besturing de nominale en actuele waarden en slaat de afwijkingen op in Q-parameters.
Q-parameter | Betekenis |
---|---|
Q151 | Actuele waarde midden hoofdas |
Q152 | Actuele waarde midden nevenas |
Q154 | Actuele waarde zijlengte hoofdas |
Q155 | Actuele waarde zijlengte nevenas |
Q161 | Afwijking midden hoofdas |
Q162 | Afwijking midden nevenas |
Q164 | Afwijking zijlengte hoofdas |
Q165 | Afwijking zijlengte nevenas |
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q273 Midden 1e as (nom. waarde)? Midden van de kamer in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q274 Midden 2e as (nominale waarde)? Midden van de kamer in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q282 1e kantlengte (nominale waarde)? Lengte van de kamer, parallel aan de hoofdas van het bewerkingsvlak Invoer: 0...99999,9999 | |
Q283 2e kantlengte (nominale waarde)? Lengte van de kamer, parallel aan de nevenas van het bewerkingsvlak Invoer: 0...99999,9999 | |
Q261 Meethoogte in tastsysteemas? Coördinaat van het midden van de kogel in de tastsysteemas waarin de meting moet plaatsvinden. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q320 Veiligheidsafstand? Extra afstand tussen meetpunt en tastsysteemkogel. Q320 werkt aanvullend op de kolom SET_UP van de tastsysteemtabel. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q260 Veilige hoogte? Coördinaat in de gereedschapsas waarin een botsing tussen het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q301 Verpl. veiligheidshoogte (0/1)? Vastleggen hoe het tastsysteem zich tussen de meetpunten moet verplaatsen: 0: tussen meetpunten op meethoogte verplaatsen 1: tussen meetpunten op veilige hoogte verplaatsen Invoer: 0, 1 | |
Q284 Max. lengte 1e kant? Maximaal toegestane lengte van de kamer Invoer: 0...99999,9999 | |
Q285 Min. lengte 1e kant? Minimaal toegestane lengte van de kamer Invoer: 0...99999,9999 | |
Q286 Max. lengte 2e kant? Maximaal toegestane breedte van de kamer Invoer: 0...99999,9999 | |
Q287 Min. lengte 2e kant? Minimaal toegestane breedte van de kamer Invoer: 0...99999,9999 | |
Q279 Tolerantie midden 1e as ? Toegestane positie-afwijking in de hoofdas van het bewerkingsvlak. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q280 Tolerantie midden 2e as? Toegestane positie-afwijking in de nevenas van het bewerkingsvlak. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q281 Meetprotocol (0/1/2)? Vastleggen of de besturing een meetprotocol moet maken: 0: geen meetprotocol maken. 1: meetprotocol maken: De besturing slaat het protocolbestand TCHPR423.TXT op in dezelfde map waarin ook het bijbehorende NC-programma staat. 2: programma-afloop onderbreken en meetprotocol op het besturing-beeldscherm weergeven. NC-programma met NC-start voortzetten. Invoer: 0, 1, 2 | |
Q309 PGM-stop bij tolerantieoverschr. Vastleggen of de besturing bij tolerantie-overschrijdingen de programma-afloop moet onderbreken en een foutmelding moet geven: 0: programma-afloop niet onderbreken, geen foutmelding geven 1: programma-uitvoering onderbreken, foutmelding geven Invoer: 0, 1 | |
Q330 Gereedschap voor bewaking? Vastleggen of de besturing gereedschapsbewaking moet uitvoeren: 0: bewaking niet actief >0: gereedschapsnummer in gereedschapstabel TOOL.T Invoer: 0...99999.9 alternatief maximaal 255 tekens |
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 TCH PROBE 423 MET. RECHTHK. BINNEN ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
|