ISO-programmering
G202
G202
Raadpleeg uw machinehandboek!
De machine en besturing moeten zijn voorbereid door de machinefabrikant.
De cyclus is uitsluitend op machines met een gestuurde spil uitvoerbaar.
Met deze cyclus kunt u boringen uitdraaien. U kunt voor de cyclus optioneel een stilstandtijd onder definiëren.
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q201 Diepte? Afstand werkstukoppervlak – bodem van de boring. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q206 Aanzet diepteverplaatsing? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het uitdraaien in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU | |
Q211 Stilstandstijd onder? Tijd in seconden die het gereedschap op de bodem van de boring stilstaat. Invoer: 0...3600.0000 Alternatief PREDEF | |
Q208 Aanzet terugtrekken? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het terugtrekken uit de boring in mm/min. Wanneer Q208=0 wordt ingevoerd, dan geldt aanzet diepteverplaatsing. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF | |
Q203 Coörd. werkstukoppervlakte? Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q204 2e veiligheidsafstand? Afstand in de gereedschapsas tussen gereedschap en werkstuk (spanmiddel) waarbij een botsing is uitgesloten. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q214 Vrijlooprichting (0/1/2/3/4)? Richting vastleggen waarin de besturing het het gereedschap op de bodem van de boring terugtrekt (na de spiloriëntatie) 0:: gereedschap niet terugtrekken 1: gereedschap in minrichting van de hoofdas terugtrekken 2: gereedschap in minrichting van de nevenas terugtrekken 3: gereedschap in plusrichting van de hoofdas terugtrekken 4: gereedschap in plusrichting van de nevenas terugtrekken Invoer: 0, 1, 2, 3, 4 | |
Q336 Hoek voor spil-orientatie ? Hoek waaronder de besturing het gereedschap vóór het terugtrekken positioneert. De waarde werkt absoluut. Invoer: 0...360 | |
Q357 Veiligheids-afstand van de kant? Afstand tussen snijkant van gereedschap en wand van de boring. De waarde werkt incrementeel. Alleen actief wanneer Q214 VRIJLOOPRICHTING ongelijk aan 0 is. Invoer: 0...99999,9999 |
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 L Z+100 R0 FMAX | ||
12 CYCL DEF 202 UITDRAAIEN ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
13 L X+30 Y+20 FMAX M3 | ||
14 CYCL CALL | ||
15 L X+80 Y+50 FMAX M99 |