ISO-programmering
G232
G232
Met cyclus 232 kunt u een vlak oppervlak in meerdere verplaatsingen en rekening houdend met een nabewerkingsovermaat vlakfrezen. Hiervoor zijn drie bewerkingsstrategieën beschikbaar:
Q204 2E VEILIGHEIDSAFST. zo invoeren dat een botsing met het werkstuk of met spanmiddelen uitgesloten is.
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q389 Bewerkingsstrategie (0/1/2)? Vastleggen hoe de besturing het vlak moet bewerken: 0: volgens gebogen lijnen bewerken, zijdelingse verplaatsing met de positioneeraanzet buiten het te bewerken vlak 1: volgens gebogen lijnen bewerken, zijdelingse verplaatsing met de aanzet frezen langs de rand van het te bewerken vlak 2: regel voor regel bewerken, terugtrekken en zijdelingse verplaatsing met positioneeraanzet Invoer: 0, 1, 2 | |
Q225 Startpunt 1e as? Startpuntcoördinaat van het te bewerken vlak in de hoofdas van het bewerkingsvlak definiëren. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q226 Startpunt 2e as? Startpuntcoördinaat van het te bewerken vlak in de nevenas van het bewerkingsvlak definiëren. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q227 Startpunt 3e as? Coördinaat werkstukoppervlak van waaruit de verplaatsingen berekend worden. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q386 Eindpunt in 3e as? Coördinaat in de spilas waarop het vlak moet worden vlakgefreesd. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q218 Lengte eerste zijde? Lengte van het te bewerken vlak in de hoofdas van het bewerkingsvlak. Met het voorteken kunt u de richting van de eerste freesbaan gerelateerd aan het startpunt 1e as vastleggen. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q219 Lengte tweede zijde? Lengte van het te bewerken vlak in de nevenas van het bewerkingsvlak. Met het voorteken kunt u de richting van de eerste dwarsverplaatsing gerelateerd aan het STARTPUNT 2E AS vastleggen. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q202 Maximale dieptestap? Maat waarmee het gereedschap telkens maximaal wordt verplaatst. De besturing berekent de werkelijke diepte-instelling uit het verschil tussen het eindpunt en het startpunt in de gereedschapsas rekening houdend met de nabewerkingsovermaat, zodat steeds met dezelfde diepte-instelling wordt gewerkt. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q369 Overmaat voor dieptenabewerking? Waarde waarmee de laatste verplaatsing moet worden uitgevoerd. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q370 Maximale baan overlap factor? Maximale zijdelingse verplaatsing k. De besturing berekent de werkelijke zijdelingse verplaatsing uit de lengte van de 2e zijde (Q219) en de gereedschapsradius zodanig, dat steeds met een constante zijdelingse verplaatsing wordt bewerkt. Als u in de gereedschapstabel een radius R2 hebt ingevoerd (bijv. plaatradius bij gebruik van een freeskop), vermindert de besturing de zijdelingse verplaatsing dienovereenkomstig. Invoer: 0.001...1.999 | |
Q207 Aanzet frezen? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het frezen in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU, FZ | |
Q385 Aanzet nabewerken? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het frezen van de laatste verplaatsing in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU, FZ | |
Q253 Aanzet voorpositioneren? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het benaderen van de startpositie en het verplaatsen naar de volgende regel in mm/min; wanneer dwars in het materiaal verplaatst wordt (Q389=1), voert de besturing de dwarsverplaatsing met freesaanzet Q207 uit. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF | |
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en startpositie in de gereedschapsas. Als u met bewerkingsstrategie Q389=2 freest, benadert de besturing op veiligheidsafstand boven de actuele diepte-instelling het startpunt van de volgende regel. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q357 Veiligheids-afstand van de kant? Parameter Q357 heeft invloed op de volgende situaties: Benaderen van de eerste diepte-instelling: Q357 is de zijdelingse afstand van het gereedschap tot het werkstuk. Voorbewerken met de freesstrategieën Q389=0-3: Het te bewerken vlak wordt in Q350 FREESRICHTING met de waarde uit Q357 vergroot, voor zover in deze richting geen begrenzing is ingesteld. Nabewerken zijkant: De banen worden met Q357 in Q350 FREESRICHTING verlengd. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q204 2e veiligheidsafstand? Coördinaat spilas waarin een botsing tussen het gereedschap en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF |
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 CYCL DEF 232 VLAKFREZEN ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
|