Invoercoördinatensysteem I-CS

Toepassing

De geprogrammeerde waarden in het NC-programma zijn gerelateerd aan het invoercoördinatensysteem I-CS. Met behulp van positioneerregels programmeert u de positie van het gereedschap.

Functiebeschrijving

Eigenschappen van het invoercoördinatensysteem I-CS

Het invoercoördinatensysteem I-CS is een driedimensionaal cartesiaans coördinatensysteem. De coördinatenoorsprong van het I-CS definieert u met behulp van transformaties in het bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS.

Bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS

Wanneer in het WPL-CS geen transformaties zijn gedefinieerd, zijn de positie en oriëntatie van het WPL-CS en I-CS identiek.

WPL-CS_1

Positioneerregels in invoercoördinatensysteem I-CS

In het invoercoördinatensysteem I-CS definieert u met behulp van positioneerregels de positie van het gereedschap. De positie van het gereedschap definieert de positie van het gereedschapscoördinatensysteem T-CS.

Gereedschapscoördinatensysteem T-CS

  • U kunt de volgende positioneerregels definiëren:
  • Asparallelle positioneerregels
  • Baanfuncties met cartesiaanse of poolcoördinaten
  • Rechte LN met cartesiaanse coördinaten en vlaknormaalvectoren (optie #9)
  • Cycli

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

11 X+48 R+

; Asparallelle positioneerregel

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

11 L X+48 Y+102 Z-1.5 R0

; Baanfunctie L

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

11 LN X+48 Y+102 Z-1.5 NX-0.04658107 NY0.00045007 NZ0.8848844 R0

; Rechte LN met cartesiaanse coördinaten en vlaknormaalvector

Digitale uitlezing

  • De volgende modi van de digitale uitlezing zijn gerelateerd aan het invoercoördinatensysteem I-CS:
  • Nom. positie (SOLL)
  • Act. positie (IST)

Instructies

  • De geprogrammeerde waarden in het NC-programma zijn gerelateerd aan het invoercoördinatensysteem I-CS. Wanneer u in het NC-programma geen transformaties definieert, zijn de oorsprong en de positie van het werkstukcoördinatensysteem W-CS, van het bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS en van I-CS identiek.
  • Bij een zuivere 3-assige bewerking zijn het werkstukcoördinatensysteem W-CS en het bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS identiek. Alle transformaties beïnvloeden in dit geval het invoercoördinatensysteem I-CS.
  • Bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS