ISO-programmering
G251
G251
Met cyclus 251 kunt u een rechthoekige kamer volledig bewerken. Afhankelijk van de cyclusparameters zijn de volgende bewerkingsalternatieven beschikbaar:
Voorbewerken
Nabewerken
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q215 Bewerkingsomvang (0/1/2)? Bewerkingsomvang vastleggen: 0: voor- en nabewerken 1: alleen voorbewerken 2: alleen nabewerken Invoer: 0, 1, 2 | |
Q218 Lengte eerste zijde? Lengte van de kamer, parallel aan de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q219 Lengte tweede zijde? Lengte van de kamer, parallel aan de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q220 Hoekradius? Radius van de hoek van de kamer. Wanneer hiervoor 0 ingevoerd is, stelt de besturing voor de hoekradius dezelfde waarde in als voor de gereedschapsradius. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q368 Overmaat voor kantnabewerking? Overmaat voor nabewerking in het bewerkingsvlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q224 Rotatiepositie? Hoek waarmee de totale bewerking wordt geroteerd. Het centrum van de rotatie ligt op de positie waar het gereedschap bij de cyclusoproep staat. De waarde werkt absoluut. Invoer: -360.000...+360.000 | |
Q367 Positie kamer (0/1/2/3/4)? Positie van de tap gerelateerd aan de positie van het gereedschap bij de cyclusoproep: 0: gereedschapspositie = midden van de kamer 1: gereedschapspositie = hoek linksonder 2: gereedschapspositie = hoek rechtsonder 3: gereedschapspositie = hoek rechtsboven 4: gereedschapspositie = hoek linksboven Invoer: 0, 1, 2, 3, 4 | |
Q207 Aanzet frezen? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het frezen in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU, FZ | |
Q351 Freeswijze? Meel.=+1, Tegenl.=-1 Soort freesbewerking. Er wordt rekening gehouden met de spilrotatierichting: +1 = meelopend frezen –1 = tegenlopend frezen PREDEF: de besturing neemt de waarde van een GLOBAL DEF-regel over (wanneer u 0 invoert, vindt de bewerking meelopend plaats) Invoer: –1, 0, +1 Alternatief PREDEF | |
Q201 Diepte? Afstand werkstukoppervlak – bodem van de kamer. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q202 Diepteverplaatsing? Maat waarmee het gereedschap telkens wordt verplaatst. Waarde groter dan 0 invoeren. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q369 Overmaat voor dieptenabewerking? Overmaat voor nabewerking voor de diepte. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q206 Aanzet diepteverplaatsing? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het verplaatsen naar diepte in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU, FZ | |
Q338 Verplaatsing nabewerking? Maat waarmee het gereedschap bij de nabewerking in de spilas wordt verplaatst. Q338=0: nabewerken in een verplaatsing De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 | |
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q203 Coörd. werkstukoppervlakte? Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 | |
Q204 2e veiligheidsafstand? Coördinaat spilas waarin een botsing tussen het gereedschap en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q370 Factor baanoverlapping? Q370 x gereedschapsradius levert de zijdelingse verplaatsing k op. Invoer: 0.0001...1.41 Alternatief PREDEF | |
Q366 Insteek strategie (0/1/2)? soort insteekstrategie: 0: loodrecht insteken. Onafhankelijk van de in de gereedschapstabel gedefinieerde insteekhoek ANGLE steekt de besturing loodrecht in 1: helixvormig insteken. In de gereedschapstabel moet de insteekhoek ANGLE voor het actieve gereedschap op een andere waarde dan 0 gedefinieerd zijn. Anders komt de besturing met een foutmelding. Definieer evt. de waarde van de snijkantbreedte RCUTS in de gereedschapstabel 2: pendelend insteken In de gereedschapstabel moet de insteekhoek ANGLE voor het actieve gereedschap op een andere waarde dan 0 gedefinieerd zijn. Anders komt de besturing met een foutmelding. De pendellengte hangt af van de insteekhoek; als minimumwaarde hanteert de besturing tweemaal de gereedschapsdiameter. Definieer evt. de waarde van de snijkantbreedte RCUTS in de gereedschapstabel PREDEF: de besturing gebruikt de waarde uit de GLOBAL DEF-regel Invoer: 0, 1, 2 Alternatief PREDEF | |
Q385 Aanzet nabewerken? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij nabewerken zijkant en diepte in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU, FZ | |
Q439 Referentie aanzet (0-3)? Vastleggen waaraan de geprogrammeerde aanzet is gerelateerd: 0: aanzet is gerelateerd aan de middelpuntsbaan van het gereedschap 1: aanzet is alleen bij de nabewerking van de zijkant gerelateerd aan de snijkant van het gereedschap, anders aan de middelpuntsbaan 2: aanzet is bij de nabewerking van de zijkant en nabewerking van de diepte gerelateerd aan de snijkant van het gereedschap, anders aan de middelpuntsbaan 3: aanzet is in principe altijd aan de snijkant van het gereedschap gerelateerd Invoer: 0, 1, 2, 3 |
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 CYCL DEF 251 RECHTHOEKIGE KAMER ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
12 L X+50 Y+50 R0 FMAX M99 |
Rcorr: gereedschapsradius R + overmaat gereedschapsradius DR