Cyclus 823 DRAAIEN INSTEKEN OVERDWARS

ISO-programmering

G823

Toepassing

 
Machine

Raadpleeg uw machinehandboek!

Deze functie moet door de machinefabrikant vrijgegeven en aangepast worden.

cyc823

Met deze cyclus kunt u insteekelementen (ondersnijdingen) vlakdraaien.

U kunt de cyclus naar keuze gebruiken voor voorbewerking, nabewerking of complete bewerking. Bij de voorbewerking wordt er asparallel verspaand.

U kunt de cyclus voor bewerking aan de binnen- en buitenzijde gebruiken. Als de startdiameter Q491 groter is dan de einddiameter Q493, voert de cyclus een bewerking aan de buitenzijde uit. Als de startdiameter Q491 kleiner is dan de einddiameter Q493, voert de cyclus een bewerking aan de binnenzijde uit.

Cyclusverloop voorbewerken

Binnen de ondersnijding voert de besturing de verplaatsing met aanzet Q478 uit. De terugtrekbewegingen vinden dan telkens met veiligheidsafstand plaats.

  1. De besturing voert in ijlgang een asparallelle aanzetbeweging uit. De besturing berekent de aanzetwaarde met behulp van Q463 MAX. SNIJDIEPTE.
  2. De besturing verspaant het gedeelte tussen startpositie en eindpunt in dwarsrichting met de gedefinieerde aanzet.
  3. De besturing trekt het gereedschap met de gedefinieerde aanzet Q478 met de aanzetwaarde terug.
  4. De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het begin van de snede.
  5. De besturing herhaalt dit proces (1 t/m 4) totdat de contour gereed is.
  6. De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus.

Cyclusverloop nabewerken

De besturing gebruikt de gereedschapspositie bij de cyclusoproep als startpunt van de cyclus. Als de Z-coördinaat van het startpunt kleiner is dan het beginpunt van de contour, positioneert de besturing het gereedschap in de Z-coördinaat op veiligheidsafstand en start de cyclus vanaf die positie.

  1. De besturing voert de aanzetbeweging in ijlgang uit.
  2. De besturing bewerkt de contour van het bewerkte werkstuk (van startpunt van de contour tot eindpunt van de contour) na met de gedefinieerde aanzet Q505.
  3. De besturing trekt het gereedschap met de gedefinieerde aanzet met de veiligheidsafstand terug.
  4. De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus.

Instructies

  • Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE TURN uitvoeren.
  • De gereedschapspositie bij de cyclusoproep (startpunt van de cyclus) beïnvloedt het te verspanen gedeelte.
  • De besturing houdt zodanig rekening met de snijkantgeometrie van het gereedschap dat de contourelementen niet beschadigd raken. Als een volledige bewerking met het actieve gereedschap niet mogelijk is, komt de besturing met een waarschuwing.
  • Als in CUTLENGTH een waarde is ingevoerd, dan wordt deze in acht genomen bij het voorbewerken in de cyclus. Er volgt een aanwijzing en een automatische verlaging van de diepte-instelling.
  • Houd ook rekening met de basisprincipes van de verspaningscycli.
  • Basisprincipes van de verspaningscycli

Aanwijzing voor het programmeren

  • Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar een veilige positie met radiuscorrectie R0 programmeren.

Cyclusparameters

Helpscherm

Parameter

Q215 Bewerkingsomvang (0/1/2/3)?

Bewerkingsomvang vastleggen:

0: voor- en nabewerken

1: alleen voorbewerken

2: alleen nabewerken op eindmaat

3: alleen nabewerken op overmaat

Invoer: 0, 1, 2, 3

cyc823_1

cyc823_2

Q460 Veiligheidsafstand?

Afstand voor terugtrekbeweging en voorpositionering. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: 0...999.999

Q491 Contourstart diameter?

X-coördinaat van het startpunt van de contour (opgave van diameter)

Invoer: -99999.999...+99999.999

Q492 Contourstart Z?

Z-coördinaat van het startpunt voor de insteekbaan

Invoer: -99999.999...+99999.999

Q493 Contoureinde diameter?

X-coördinaat van het eindpunt van de contour (opgave van diameter)

Invoer: -99999.999...+99999.999

Q494 Contoureinde Z?

Z-coördinaat van het eindpunt van de contour

Invoer: -99999.999...+99999.999

Q495 Hoek van de flank?

Hoek van de instekende flank. De referentiehoek is evenwijdig aan de rotatie-as.

Invoer: 0...89.9999

Q463 Maximale snijdiepte?

Maximale aanzet in axiale richting. De verplaatsing wordt gelijkmatig opgedeeld om slijpsnedes te voorkomen.

Invoer: 0...99.999

Q478 Aanzet voorbewerken?

Aanzetsnelheid bij de voorbewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut.

Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO

Q483 Overmaat diameter?

Diameterovermaat op de gedefinieerde contour. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: 0...99.999

Q484 Overmaat Z?

Overmaat op de gedefinieerde contour in axiale richting. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: 0...99.999

Q505 Aanzet nabewerken?

Aanzetsnelheid bij de nabewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut.

Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO

Q506 Contourafronding (0/1/2)?

0: na elke snede langs de contour (binnen het aanzetbereik)

1: contourafronding na de laatste snede (totale contour); vrijzetten rond 45°

2: geen contourafronding; vrijzetten rond 45°

Invoer: 0, 1, 2

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

Voorbeeld

11 CYCL DEF 823 DRAAIEN INSTEKEN OVERDWARS ~

Q215=+0

;BEWERKINGSOMVANG ~

Q460=+2

;VEILIGHEIDSAFSTAND ~

Q491=+75

;CONTOURSTART DIAMETER ~

Q492=+0

;CONTOURSTART Z ~

Q493=+20

;CONTOUREINDE X ~

Q494=-5

;CONTOUREINDE Z ~

Q495=+60

;HOEK FLANK ~

Q463=+3

;MAX. SNIJDIEPTE ~

Q478=+0.3

;AANZET VOORBEWERKEN ~

Q483=+0.4

;OVERMAAT DIAMETER ~

Q484=+0.2

;OVERMAAT Z ~

Q505=+0.2

;AANZET NABEWERKEN ~

Q506=+0

;CONTOURAFRONDING

12 L X+75 Y+0 Z+2 FMAX M303

13 CYCL CALL