- Om een reeds vastgelegd referentiepunt in de referentietabel direct in het NC-programma te beïnvloeden, stelt de besturing de volgende functies beschikbaar:
- Referentiepunt activeren
- Referentiepunt kopiëren
- Referentiepunt corrigeren
Overzicht
Referentiepunt activeren met PRESET SELECT
Toepassing
Met de cyclus PRESET SELECT kan een referentiepunt dat in de referentiepunttabel is gedefinieerd als nieuw referentiepunt worden geactiveerd.
Voorwaarde
- Referentiepunttabel bevat waarden
- Referentiepunt van het werkstuk vastgelegd
Referentiepunt handmatig vastleggen
Functiebeschrijving
Het referentiepunt kunt u activeren via het referentiepuntnummer of via de invoer in de kolom Doc. Als de invoer in de kolom Doc niet eenduidig is, activeert de besturing het referentiepunt met het laagste referentiepuntnummer.
- Met het syntaxiselement KEEP TRANS kunt u definiëren dat de besturing de volgende transformaties behoudt:
- Functie TRANS DATUM
- Cyclus 8 SPIEGELEN en functie TRANS MIRROR
- Cyclus 10 ROTATIE en functie TRANS ROTATION
- Cyclus 11 MAATFACTOR en functie TRANS SCALE
- Cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC.
Invoer
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 PRESET SELECT #3 KEEP TRANS WP | ; Regel 3 van de referentiepunttabel als werkstukreferentiepunt activeren en transformaties ontvangen |
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
PRESET SELECT | Syntaxisopener voor het activeren van een referentiepunt |
#, " " of QS | Regel van de referentiepunttabel selecteren Vast of variabel nummer of naam U kunt de regel met een keuzemenu selecteren. Bij naam toont de besturing in het keuzemenu alleen de regels van de referentiepunttabel waarbij de kolom Doc is gedefinieerd. |
KEEP TRANS | Eenvoudige transformaties handhaven Syntaxiselement optioneel |
WP of PAL | Referentiepunt voor werkstuk of pallet activeren Syntaxiselement optioneel |
Aanwijzing
Wanneer u PRESET SELECT zonder optionele parameters programmeert, is het gedrag identiek aan cyclus 247 REF.PUNT VASTL..
Referentiepunt kopiëren met PRESET COPY
Toepassing
Met de functie PRESET COPY kunt u een in de referentietabel gedefinieerd referentiepunt kopiëren en het gekopieerde referentiepunt activeren.
Voorwaarde
- Referentiepunttabel bevat waarden
- Referentiepunt van het werkstuk vastgelegd
Referentiepunt handmatig vastleggen
Functiebeschrijving
Het te kopiëren referentiepunt kunt u kiezen via het referentiepuntnummer of via de invoer in de kolom Doc. Als de invoer in de kolom Doc niet uniek is, kiest de besturing het referentiepunt met het laagste referentienummer.
Invoer
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 PRESET COPY #1 TO #3 SELECT TARGET KEEP TRANS | ; Regel 1 van de referentiepunttabel naar regel 3 kopiëren, regel 3 als werkstukreferentiepunt activeren en transformaties ontvangen |
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
PRESET COPY | Syntaxisopener voor kopiëren en activeren van een werkstukreferentiepunt |
#, " " of QS | Te kopiëren regel in de referentiepunttabel selecteren Vast of variabel nummer of naam U kunt de regel met een keuzemenu selecteren. Bij naam toont de besturing in het keuzemenu alleen de regels van de referentiepunttabel waarbij de kolom Doc is gedefinieerd. |
TO #, " " of QS | Nieuwe regel van de referentiepunttabel selecteren Vast of variabel nummer of naam U kunt de regel met een keuzemenu selecteren. Bij naam toont de besturing in het keuzemenu alleen de regels van de referentiepunttabel waarbij de kolom Doc is gedefinieerd. |
SELECT TARGET | Gekopieerde regel van de referentiepunttabel als werkstukreferentiepunt activeren Syntaxiselement optioneel |
KEEP TRANS | Syntaxiselement optioneel |
Referentiepunt corrigeren met PRESET CORR
Toepassing
Met de functie PRESET CORR kunt u het actieve referentiepunt corrigeren.
Voorwaarde
- Referentiepunttabel bevat waarden
- Referentiepunt van het werkstuk vastgelegd
Referentiepunt handmatig vastleggen
Functiebeschrijving
Wanneer in een NC-regel zowel de basisrotatie als een translatie wordt gecorrigeerd, corrigeert de besturing eerst de translatie en vervolgens de basisrotatie.
De correctiewaarden hebben betrekking op het actieve referentiesysteem. Wanneer u de OFFS-waarden corrigeert, hebben de waarden betrekking op het machinecoördinatensysteem M-CS.
Invoer
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 PRESET CORR X+10 SPC+45 | ; Werkstukreferentiepunt in X met +10 mm en in SPC met +45° corrigeren |
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
PRESET CORR | Syntaxisopener voor het corrigeren van het werkstukreferentiepunt |
X, Y, Z | Correctiewaarden in de hoofdassen Syntaxiselement optioneel |
SPA, SPB, SPC | Correctiewaarden voor de ruimtehoek Syntaxiselement optioneel |
X_OFFS, Y_OFFS, Z_OFFS, A_OFFS, B_OFFS, C_OFFS, U_OFFS, V_OFFS, W_OFFS | Correctiewaarden voor de offsets gerelateerd aan het machinenulpunt Syntaxiselement optioneel |