Nesting van programmeertechnieken

Toepassing

U kunt ook programmeertechnieken met elkaar combineren, bijvoorbeeld in een herhaling van een programmadeel een ander, afzonderlijk NC-programma of een subprogramma oproepen.

Met de nesting-diepte legt u onder andere vast hoe vaak programmadelen of subprogramma's, andere subprogramma's of herhalingen van programmadelen mogen bevatten.

Functiebeschrijving

  • De volgende maximale nesting-diepten gelden voor NC-programma's:
  • Maximale nesting-diepte voor subprogramma's: 19
  • Maximale nesting-diepte voor externe NC-programma's: 19, waarbij een CYCL CALL werkt als een oproep van een extern programma
  • Herhalingen van programmadelen kunnen willekeurig vaak genest worden

Voorbeeld

Subprogramma-oproep binnen een subprogramma

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

0 BEGIN PGM UPGMS MM

* - ...

11 CALL LBL “UP1“

; Subprogramma LBL "UP1" oproepen

* - ...

21 L Z+100 R0 FMAX M30

; Laatste programmaregel van het hoofdprogramma met M30

22 LBL “UP1“

; Begin van subprogramma "UP1"

* - ...

31 CALL LBL 2

; Subprogramma LBL 2 oproepen

* - ...

41 LBL 0

; Einde van subprogramma "UP1"

42 LBL 2

; Begin van subprogramma LBL 2

* - ...

51 LBL 0

; Einde van subprogramma LBL 2

52 END PGM UPGMS MM

  1. De besturing werkt het NC-programma als volgt af:
  2. ; NC-programma UPGMS wordt tot NC-regel 11 uitgevoerd.
  3. ; Subprogramma UP1 wordt opgeroepen en tot NC-regel 31 uitgevoerd.
  4. Subprogramma 2 wordt opgeroepen en tot NC-regel 51 uitgevoerd. ; Einde van subprogramma 2 en terugspringen naar het subprogramma van waaruit het opgeroepen werd.
  5. Subprogramma UP1 wordt van NC-regel 32 tot NC-regel 41 uitgevoerd. Einde van subprogramma UP1 en terugspringen naar het NC-programma UPGMS.
  6. NC-programma UPGMS wordt van NC-regel 12 tot NC-regel 21 uitgevoerd. ; Programma-einde met terugspringen naar NC-regel 1.

Herhaling van een programmadeel binnen een herhaling van een programmadeel

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

0 BEGIN PGM REPS MM

* - ...

11 LBL 1

; Begin van het programmadeel 1

* - ...

21 LBL 2

; Begin van het programmadeel 2

* - ...

31 CALL LBL 2 REP 2

; Programmadeel 2 oproepen en twee keer herhalen

* - ...

41 CALL LBL 1 REP 1

; Programmadeel 1 incl. programmadeel 2 oproepen en een keer herhalen

* - ...

51 END PGM REPS MM

  1. De besturing werkt het NC-programma als volgt af:
  2. NC-programma REPS wordt tot NC-regel 31 uitgevoerd.
  3. Programmadeel tussen NC-regel 31 en NC-regel 21 wordt twee keer herhaald, dus in totaal drie keer afgewerkt.
  4. NC-programma REPS wordt van NC-regel 32 tot NC-regel 41 uitgevoerd.
  5. Programmadeel tussen NC-regel 41 en NC-regel 11 wordt één keer herhaald, dus in totaal twee keer afgewerkt (omvat de herhaling van het programmadeel tussen NC-regel 21 en NC-regel 31).
  6. NC-programma REPS wordt van NC-regel 42 tot NC-regel 51 uitgevoerd. ; Programma-einde met terugspringen naar NC-regel 1.

Subprogramma-oproep binnen een herhaling van een programmadeel

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

0 BEGIN PGM UPGREP MM

* - ...

11 LBL 1

; Begin van het programmadeel 1

12 CALL LBL 2

; Subprogramma 2 oproepen

13 CALL LBL 1 REP 2

; Programmadeel 1 oproepen en twee keer herhalen

* - ...

21 L Z+100 R0 FMAX M30

; Laatste NC-regel van het hoofdprogramma met M30

22 LBL 2

; Begin van subprogramma 2

* - ...

31 LBL 0

; Einde van subprogramma 2

32 END PGM UPGREP MM

  1. De besturing werkt het NC-programma als volgt af:
  2. NC-programma UPGREP wordt tot NC-regel 12 uitgevoerd.
  3. Subprogramma 2 wordt opgeroepen en tot NC-regel 31 uitgevoerd.
  4. Programmadeel tussen NC-regel 13 en NC-regel 11 (incl. subprogramma 2) wordt twee keer herhaald, dus in totaal drie keer afgewerkt.
  5. NC-programma UPGREP wordt van NC-regel 14 tot NC-regel 21 uitgevoerd. ; Programma-einde met terugspringen naar NC-regel 1.