- U legt het referentiepunt van het werkstuk als volgt vast op een hoek:
- Toepassing Instellen selecteren
|
| | - Snijpunt (P) selecteren
- De besturing opent de tastcyclus.
|
| | - Tastsysteem handmatig naar een positie in de buurt van de eerste tastpositie op de eerste zijkant van het werkstuk verplaatsen
|
| | - In het gedeelte Tastrichting kiezen de tastrichting selecteren, bijvoorbeeld Y+
|
| | - Toets NC-start indrukken
- De besturing verplaatst het tastsysteem in de tastrichting tot de werkstukkant en keert vervolgens terug naar het startpunt.
|
| | - Tastsysteem handmatig naar een positie in de buurt van de tweede tastpositie op de eerste zijkant van het werkstuk verplaatsen
|
| | - Toets NC-start indrukken
- De besturing verplaatst het tastsysteem in de tastrichting tot de werkstukkant en keert vervolgens terug naar het startpunt.
|
| | - Tastsysteem handmatig naar een positie in de buurt van de eerste tastpositie op de tweede zijkant van het werkstuk verplaatsen
|
| | - In het gedeelte Tastrichting kiezen de tastrichting selecteren, bijvoorbeeld X+
|
| | - Toets NC-start indrukken
- De besturing verplaatst het tastsysteem in de tastrichting tot de werkstukkant en keert vervolgens terug naar het startpunt.
|
| | - Tastsysteem handmatig naar een positie in de buurt van de tweede tastpositie op de tweede zijkant van het werkstuk verplaatsen
|
| | - Toets NC-start indrukken
- De besturing verplaatst het tastsysteem in de tastrichting tot de werkstukkant en keert vervolgens terug naar het startpunt.
- De besturing toont in het gedeelte Meetresultaat de coördinaten van het vastgestelde hoekpunt.
|
| | - Actief referentiepunt corrigeren selecteren
- De besturing neemt de berekende resultaten over als referentiepunt van het werkstuk.
- De besturing markeert de regels met een referentiepuntsymbool.
|
| | - Tasten beëindigen selecteren
- De besturing sluit het tastcyclus.
|