Basisprincipes

Toepassing

Met de CAD-Viewer kunt u gestandaardiseerde bestandstypen rechtstreeks op de besturing openen:

Bestandstype

Extensie

Formaat

STEP

*.stp en *.step

  • AP 203
  • AP 214

IGES

*.igs en *.iges

  • Versie 5.3

DXF

*.dxf

  • R10 tot 2015

STL

*stl

  • Binair
  • ASCII

De CAD-Viewer draait als aparte toepassing op het derde bureaublad van de besturing.

Functiebeschrijving

Beeldschermindeling

AS_8_33_CAD-Viewer_dxf-Datei
CAD-bestand in CAD-Viewer geopend

De CAD-Viewer bevat de volgende gebieden:

1

2

Venster Grafisch

In het venster Grafisch toont de besturing het CAD-model.

3

Venster Lijstweergave

In het venster Lijstweergave toont de besturing informatie over de actieve functie, bijvoorbeeld beschikbare laag of positie van het referentiepunt van het werkstuk.

4

Venster Elementinformatie

Venster Elementinformatie

5

Statusbalk

In de statusbalk toont de besturing de actieve instellingen.

Symbolen van de menubalk

De menubalk bevat de volgende symbolen:

Symbool

Functie

Sidebar

Zijbalk weergeven

Venster Lijstweergave weergeven, vergroten of verbergen

layer

Laag weergeven

Layer tonen in het venster Lijstweergave

Layer

Origin
OriginColored
ResetOrigin

Oorsprong

Referentiepunt van het werkstuk vastleggen

Referentiepunt van het werkstuk vastgelegd

Het vastgelegde referentiepunt van het werkstuk wissen

Referentiepunt van het werkstuk in het CAD-model

Plane
PlaneColored

Vlak

Nulpunt instellen

Nulpunt ingesteld

Werkstuknulpunt in het CAD-model

outline
position
Oberflaechennetz

3D mesh

Oppervlaktenet aanmaken (optie #152)

STL-bestanden genereren met 3D mesh (optie #152)

FullSize

Alles weergeven

Zoomen naar grootst mogelijke weergave van de gehele grafiek instellen

Invers

Geïnverteerde kleuren

Achtergrondkleur omschakelen (zwart of wit)

2D

Omschakelen tussen 2D-modus en 3D-modus

MmInch1

Maateenheid mm of inch definiëren

De CAD-Viewer rekent intern altijd met mm. Wanneer u de maateenheid inch selecteert, rekent de CAD-Viewer alle waarden om in inch.

Contouren en posities in NC-programma's overnemen met CAD Import (optie #42)

Accuracy

Aantal decimalen

Resolutie selecteren. De resolutie definieert het aantal decimalen en het aantal posities bij de linearisatie.

Contouren en posities in NC-programma's overnemen met CAD Import (optie #42)

Basisinstelling: 4 decimalen bij maateenheid mm en 5 decimalen bij maateenheid inch

top

Perspectieven instellen

Omschakelen tussen verschillende weergaven van het model bijv. Boven

XyEbene

Assen

  • Bewerkingsvlak selecteren:
  • XY
  • YZ
  • ZX
  • ZXØ
  • In het bewerkingsvlak ZXØ kunt u te draaien contouren selecteren (optie #50).

Wanneer u een contour of positie overneemt, geeft de besturing het NC-programma weer in het geselecteerde bewerkingsvlak.

Contouren en posities in NC-programma's overnemen met CAD Import (optie #42)

ShadedMode

Bij een 3D-model omschakelen tussen het volumemodel en het draadmodel

OpNeutral
expand
collapse

Modus Contourelementen selecteren, toevoegen of verwijderen

 
Tip

Het pictogram geeft de actuele modus weer. Door op het pictogram te klikken, wordt de volgende modus geactiveerd.

Contouren en posities in NC-programma's overnemen met CAD Import (optie #42)

edit-undo

Ongedaan maken

edit-delete

Totale lijstinhoud wissen

document-save

Totale lijstinhoud in bestand opslaan

edit-copy

Totale lijstinhoud naar klembord kopiëren

De besturing behoudt de inhoud van het klembord slechts zolang de CAD-Viewer geopend is.

Venster Elementinformatie

  • In het venster Elementinformatie toont de besturing de volgende informatie over het geselecteerde element van het CAD-bestand:
  • Bijbehorende layer
  • Elementtype
  • Type punt:
    • Coördinaten van het punt
  • Type lijn:
    • Coördinaten van het beginpunt
    • Coördinaten van het eindpunt
  • Type cirkelboog en cirkel:
    • Coördinaten van het beginpunt
    • Coördinaten van het eindpunt
    • Coördinaten van het middelpunt
    • Radius

De besturing toont altijd de coördinaten X, Y en Z. In de 2D-modus toont de besturing de Z-coördinaat grijs.

Layer

CAD-bestanden bevatten meestal meerdere layers (niveaus). Met behulp van de layertechniek groepeert de constructeur verschillende soorten elementen, bijv. de eigenlijke werkstukcontour, maatvoeringen, hulp- en constructielijnen, arceringen en teksten.

Het te verwerken CAD-bestand moet ten minste één layer bevatten. De besturing verplaatst automatisch de elementen die niet aan een layer zijn toegewezen in een anonieme layer.

Als de naam van de laag niet volledig wordt weergegeven in het lijstweergavevenster, kunt u met het pictogram Zijbalk weergeven het venster Lijstweergave vergroten.

Met het symbool Laag weergeven toont de besturing alle layers van het bestand in het venster Lijstweergave. Via het selectievakje vóór de naam kunt u de afzonderlijke layers weergeven en verbergen.

Wanneer u een CAD-bestand CAD-Viewer opent in de CAD-viewer, worden alle bestaande layers weergegeven.

Wanneer u overbodige layers verbergt, wordt de grafische weergave overzichtelijker.

Instructies

  • De besturing ondersteunt geen binair DXF-formaat. DXF-bestand in het CAD- of tekenprogramma in ASCII-formaat opslaan.
  • Let er vóór het inlezen in de besturing op dat de bestandsnaam alleen toegestane tekens bevat.
  • Toegestane tekens

  • Wanneer u een layer selecteert in het lijstweergavevenster, kunt u met de spatietoets de layer weergeven en verbergen.
  • Met de CAD-Viewer kunt u CAD-modellen openen die uit een willekeurig aantal driehoeken bestaan.