Met de functie FIXTURE kunt u opgeslagen spanmiddelen uit het NC-programma laden of verwijderen.
In de werkstand Programmeren en in de toepassing MDI kunnen onafhankelijk van elkaar verschillende spanmiddelen worden geladen.
Met de functie FIXTURE kunt u opgeslagen spanmiddelen uit het NC-programma laden of verwijderen.
In de werkstand Programmeren en in de toepassing MDI kunnen onafhankelijk van elkaar verschillende spanmiddelen worden geladen.
De geselecteerde opspansituatie wordt tijdens de simulatie of bewerking op botsingen gecontroleerd.
Met de functie FIXTURE SELECT selecteert u een spanmiddel met een aparte venster. Indien nodig moet u in het venster het zoekfilter wijzigen naar Alle bestanden (.*).
Met de functie FIXTURE RESET verwijdert u het spanmiddel.
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 FIXTURE SELECT "TNC:\system\Fixture\JAW_CHUCK.STL" | ; Spanmiddel als STL-bestand laden |
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
FIXTURE | Syntaxisopeners voor spanmiddel |
SELECT of RESET | Spanmiddel selecteren of verwijderen |
Bestand of QS | Pad van het spanmiddel als vaste of variabele naam Alleen bij selectie SELECT |