Snijkantradiuscorrectie bij draaigereedschap (optie #50)

Toepassing

Draaigereedschap heeft aan de gereedschapspunt een snijkantradius (RS). Hierdoor ontstaan bij de bewerking van kegels, afkantingen en radiussen vervormingen op de contour, omdat geprogrammeerde verplaatsingen gerelateerd zijn aan de theoretische gereedschapspunt S. De SRC voorkomt de afwijkingen die daardoor ontstaan.

Voorwaarde

Functiebeschrijving

In draaicycli test de besturing de snijkantgeometrie aan de hand van de punthoek P-ANGLE en de instelhoek T-ANGLE. Contourelementen in de cyclus bewerkt de besturing slechts voor zover dit met het desbetreffende gereedschap mogelijk is.

In de draaicycli voert de besturing automatisch een snijkantradiuscorrectie uit. In afzonderlijke verplaatsingsregels en binnen geprogrammeerde contouren activeert u de SRC met RL of RR.

Aequi_2
Verspringing tussen snijkantradius RS en theoretische gereedschapspunt S.

Theoretische en virtuele gereedschapspunt

theoretische_WZSpitze
Schuin vlak met theoretische gereedschapspunt

De theoretische gereedschapscorrectie werkt in het gereedschapscoördinatensysteem. Wanneer u het gereedschap schuin instelt, draait de positie van de gereedschapspunt met het gereedschap.

virtuelle_WZSpitze
Afkanting met virtuele gereedschapspunt

De virtuele gereedschapspunt activeert u met FUNCTION TCPM en de selectie REFPNT TIP-CENTER. Voorwaarde voor een berekening van de virtuele gereedschapspunt zijn correcte gereedschapsgegevens.

Gereedschapsinstelling compenseren met FUNCTION TCPM (optie #9)

De virtuele gereedschapscorrectie werkt in het werkstukcoördinatensysteem. Wanneer u het gereedschap schuin instelt, blijft de virtuele gereedschapspunt gelijk, zolang het gereedschap nog dezelfde gereedschapsoriëntatie TO heeft. De besturing schakelt de statusweergave TO en dus ook de virtuele gereedschapspunt automatisch om wanneer het gereedschap bijv. de voor TO 1 geldende hoekbereik verlaat.

Met de virtuele gereedschapspunt kunnen schuine asparallelle langs- en dwarsbewerkingen ook zonder radiuscorrectie contournauwkeurig worden uitgevoerd.

Simultane draaibewerkingDraaibewerking:simultaan

Instructies

640_schneidenlage_stechen u. schrupp_schlicht
640_schneidenlage_gewinde_pilz
  • Bij een neutrale snijkantpositie (TO=2, 4, 6, 8) is de richting van de radiuscorrectie niet eenduidig. In die gevallen is de SRC alleen binnen de bewerkingscycli mogelijk.
  • De snijkantradiuscorrectie is ook bij een schuine bewerking mogelijk.
    • Actieve additionele functies beperken daarbij de mogelijkheden:
    • Met M128 is de snijkantradiuscorrectie uitsluitend in combinatie met bewerkingscycli mogelijk
    • Met M144 of FUNCTION TCPM met REFPNT TIP-CENTER is de snijkantradiuscorrectie bovendien met alle verplaatsingsregels mogelijk, bijv. met RL/RR
  • Als restmateriaal achterblijft als gevolg van de hoek van de hulpsnijkanten, toont de besturing een waarschuwing. Met de machineparameter suppressResMatlWar (nr. 201010) kunt u de waarschuwing onderdrukken.