Rotatie-aspositionering

Toepassing

Met het type rotatie-aspositionering definieert u hoe de besturing de rotatie-assen naar de berekende aswaarden zwenkt.

  • De keuze hangt bijvoorbeeld af van de volgende aspecten:
  • Bevindt het gereedschap zich tijdens het naar binnen zwenken in de buurt van het werkstuk?
  • Bevindt het gereedschap zich tijdens het naar binnen zwenken in een veilige zwenkpositie?
  • Mogen en kunnen de rotatie-assen automatisch worden gepositioneerd?

Functiebeschrijving

De besturing biedt drie soorten rotatie-aspositionering waaruit u één moet selecteren.

plane_movestay_A01

Type positionering van de rotatie-as­

Betekenis

MOVE

Als u dicht bij het werkstuk zwenkt, gebruikt u deze mogelijkheid.

Positionering rotatie-as MOVE

TURN

Als de component zo groot is dat het verplaatsingsbereik voor de compensatiebeweging van de lineaire assen niet toereikend is, gebruikt u deze mogelijkheid.

Positionering rotatie-as TURN

STAY

De besturing positioneert geen assen.

Positionering rotatie-as STAY

Positionering rotatie-as MOVE

De besturing positioneert de rotatie-assen en voert compensatiebewegingen in de lineaire hoofdassen uit.

De compensatiebewegingen leiden ertoe dat tijdens de positionering de relatieve positie tussen gereedschap en werkstuk niet verandert.

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Het rotatiepunt ligt in de gereedschapsas. Bij grote gereedschapsdiameters kan het gereedschap tijdens het zwenken in het materiaal insteken. Tijdens deze zwenkbeweging bestaat er gevaar voor botsingen!
  1. Op voldoende afstand tussen gereedschap en werkstuk letten

Als u DIST niet of met de waarde 0 definieert, ligt het rotatiepunt en daarmee het centrum voor de compensatiebeweging in de gereedschapspunt.

Wanneer u DIST met een waarde groter dan 0 definieert, verplaatst u het rotatiecentrum in de gereedschapsas met deze waarde weg van de gereedschapspunt.

 
Tip
  • Wanneer u om een bepaald punt op het werkstuk wilt zwenken, dient u het volgende te controleren:
  • Het gereedschap staat vóór het naar binnen zwenken direct boven het gewenste punt op het werkstuk.
  • De in DIST gedefinieerde waarde komt exact overeen met de afstand tussen de gereedschapspunt en het gewenste rotatiepunt.
plane_abst_kopf_neu

Positionering rotatie-as TURN

De besturing positioneert uitsluitend de rotatie-assen. U moet het gereedschap na het zwenken positioneren.

Positionering rotatie-as STAY

U moet zowel de rotatie-assen als het gereedschap na het zwenken positioneren.

 
Tip

De besturing oriënteert ook bij STAY het bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS automatisch.

Als u STAY selecteert, moet u de rotatieassen in een afzonderlijke positioneerregel volgens de PLANE-functie naar binnen zwenken.

  • Gebruik in de positioneerregel uitsluitend de door de besturing berekende ashoeken:
  • Q120 voor de ashoek van de A-as
  • Q121 voor de ashoek van de B-as
  • Q122 voor de ashoek van de C-as

Met behulp van de variabelen vermijdt u invoer- en rekenfouten. Bovendien hoeft u geen wijzigingen aan te brengen, nadat u de waarden binnen de PLANE-functies wijzigt.

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

Voorbeeld

11 L A+Q120 C+Q122 FMAX

Invoer

MOVE

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

11 PLANE SPATIAL SPA+45 SPB+0 SPC+0 MOVE DIST0 FMAX

De selectie MOVE maakt de definitie van de volgende syntaxiselementen mogelijk:

Syntaxiselement

Betekenis

DIST

Afstand tussen draaipunt en gereedschapspunt

Invoer: 0...99999999.9999999

Syntaxiselement optioneel

F, F AUTO of FMAX

Aanzetdefinitie voor de automatische positionering van de rotatie-as

Syntaxiselement optioneel

TURN

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

11 PLANE SPATIAL SPA+45 SPB+0 SPC+0 TURN MB MAX FMAX

Met de selectie TURN kunnen de volgende syntaxiselementen worden gedefinieerd:

Syntaxiselement

Betekenis

MB

Terugtrekken in de actuele gereedschapsasrichting vóór de positionering van de rotatie-as

U kunt incrementeel werkende waarden invoeren of met de selectie MAX een terugtrekafstand tot de verplaatsingsgrens definiëren.

Invoer: 0...99999999.9999999 of MAX

Syntaxiselement optioneel

F, F AUTO of FMAX

Aanzetdefinitie voor de automatische positionering van de rotatie-as

Syntaxiselement optioneel

STAY

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

11 PLANE SPATIAL SPA+45 SPB+0 SPC+0 TURN MB MAX FMAX

De selectie STAY maakt geen definitie van andere syntaxiselementen mogelijk.

Aanwijzing

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
De besturing voert geen automatische botstest tussen het gereedschap en het werkstuk uit. Bij de verkeerde of ontbrekende voorpositionering vóór het naar binnen zwenken bestaat er tijdens deze zwenkbeweging gevaar voor botsingen!
  1. Vóór het naar binnen zwenken een veilige positie programmeren
  2. NC-programma of programmadeel in de werkstand PGM-afloop regel voor regel voorzichtig testen