ISO-programmering
G810
G810
Raadpleeg uw machinehandboek!
Deze functie moet door de machinefabrikant vrijgegeven en aangepast worden.
Met deze cyclus kunt u werkstukken met willekeurige te draaien contouren langsdraaien. De contourbeschrijving vindt plaats in een subprogramma.
U kunt de cyclus naar keuze gebruiken voor voorbewerking, nabewerking of complete bewerking. Bij de voorbewerking wordt er asparallel verspaand.
U kunt de cyclus voor bewerking aan de binnen- en buitenzijde gebruiken. Als het startpunt van de contour groter is dan het eindpunt van de contour, voert de cyclus een bewerking aan de buitenzijde uit. Als het startpunt van de contour kleiner is dan het eindpunt, voert de cyclus een bewerking aan de binnenzijde uit.
De besturing gebruikt de gereedschapspositie bij de cyclusoproep als startpunt van de cyclus. Als de Z-coördinaat van het startpunt kleiner is dan het beginpunt van de contour, positioneert de besturing het gereedschap in de Z-coördinaat op veiligheidsafstand en start de cyclus vanaf die positie.
Als de Z-coördinaat van het startpunt kleiner is dan het beginpunt van de contour, positioneert de besturing het gereedschap in de Z-coördinaat op veiligheidsafstand en start de cyclus vanaf die positie.
Basisprincipes van de verspaningscycli
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q215 Bewerkingsomvang (0/1/2/3)? Bewerkingsomvang vastleggen: 0: voor- en nabewerken 1: alleen voorbewerken 2: alleen nabewerken op eindmaat 3: alleen nabewerken op overmaat Invoer: 0, 1, 2, 3 | |
Q460 Veiligheidsafstand? Afstand voor terugtrekbeweging en voorpositionering. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...999.999 | |
Q499 Contour omkeren (0-2)? Bewerkingsrichting van de contour vastleggen: 0: contour wordt in de geprogrammeerde richting afgewerkt 1: contour wordt tegengesteld aan de geprogrammeerde richting afgewerkt 2: contour wordt tegengesteld aan de geprogrammeerde richting afgewerkt, bovendien wordt de positie van het gereedschap aangepast Invoer: 0, 1, 2 | |
Q463 Maximale snijdiepte? Maximale aanzet (opgave van de radius) in radiale richting. De verplaatsing wordt gelijkmatig opgedeeld om slijpsnedes te voorkomen. Invoer: 0...99.999 | |
Q478 Aanzet voorbewerken? Aanzetsnelheid bij de voorbewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO | |
Q483 Overmaat diameter? Diameterovermaat op de gedefinieerde contour. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99.999 | |
Q484 Overmaat Z? Overmaat op de gedefinieerde contour in axiale richting. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99.999 | |
Q505 Aanzet nabewerken? Aanzetsnelheid bij de nabewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO | |
Q487 Insteken toestaan (0/1)? Bewerking van insteekelementen toestaan: 0: geen insteekelementen bewerken 1: insteekelementen bewerken Invoer: 0, 1 | |
Q488 Aanzet insteken (0=autom.)? Definitie van de aanzetsnelheid bij het insteken. Deze invoerwaarde is optioneel. Als deze niet wordt geprogrammeerd, geldt de voor de draaibewerking gedefinieerde aanzet. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO | |
Q479 Bewerkingsgrenzen (0/1)? Snijkantbegrenzing inschakelen: 0: geen snijkantbegrenzing actief 1: snijkantbegrenzing (Q480/Q482) Invoer: 0, 1 | |
Q480 Waarde diameterbegrenzing? X-waarde voor begrenzing van de contour (opgave van diameter) Invoer: -99999.999...+99999.999 | |
Q482 Waarde snijkantbegrenzing Z? Z-waarde voor begrenzing van de contour Invoer: -99999.999...+99999.999 | |
Q506 Contourafronding (0/1/2)? 0: na elke snede langs de contour (binnen het aanzetbereik) 1: contourafronding na de laatste snede (totale contour); vrijzetten rond 45° 2: geen contourafronding; vrijzetten rond 45° Invoer: 0, 1, 2 |
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 CYCL DEF 14.0 CONTOUR | ||
12 CYCL DEF 14.1 CONTOURLABEL2 | ||
13 CYCL DEF 810 DRAAIEN CONTOUR LGS ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
14 L X+75 Y+0 Z+2 R0 FMAX M303 | ||
15 CYCL CALL | ||
16 M30 | ||
17 LBL 2 | ||
18 L X+60 Z+0 | ||
19 L Z-10 | ||
20 RND R5 | ||
21 L X+40 Z-35 | ||
22 RND R5 | ||
23 L X+50 Z-40 | ||
24 L Z-55 | ||
25 CC X+60 Z-55 | ||
26 C X+60 Z-60 | ||
27 L X+100 | ||
28 LBL 0 |