ISO-programmering
G1410
G1410
Met tastcyclus 1410 bepaalt u een scheve ligging van het werkstuk met behulp van twee posities op een kant. De cyclus bepaalt de rotatie aan de hand van het verschil van de gemeten hoek en de nominale hoek.
Als u vóór deze cyclus de cyclus 1493 EXTRUSIE TASTEN programmeert, herhaalt de besturing de tastpunten in de geselecteerde richting en gedefinieerde lengte langs een rechte lijn.
Q-parameter | Betekenis |
---|---|
Q950 t/m Q952 | Eerste gemeten positie in de hoofd-, neven- en gereedschapsas |
Q953 t/m Q955 | Tweede gemeten positie in de hoofd-, neven- en gereedschapsas |
Q964 | Gemeten basisrotatie |
Q965 | Gemeten tafelrotatie |
Q980 t/m Q982 | Gemeten afwijkingen van het eerste tastpunt |
Q983 t/m Q985 | Gemeten afwijkingen van de tweede tastpunt |
Q994 | Gemeten hoekafwijking van de basisrotatie |
Q995 | Gemeten hoekafwijking van de tafelrotatie |
Q183 |
|
Q970 | Wanneer u cyclus 1493 EXTRUSIE TASTEN eerder hebt geprogrammeerd: Maximale afwijking vanaf het eerste tastpunt |
Q971 | Wanneer u cyclus 1493 EXTRUSIE TASTEN eerder hebt geprogrammeerd: Maximale afwijking vanaf het tweede tastpunt |
Draaitafelassen uitlijnen:
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q1100 1e nominale positie hoofdas? Absolute nominale positie van de eerste tastpositie in de hoofdas van het bewerkingsvlak Invoer: –99999,9999...+99999,9999 alternatief ?, -, + of @
| |
Q1101 1.nominale positie nevenas? Absolute nominale positie van de eerste tastpositie in de nevenas van het bewerkingsvlak Invoer: -99999.9999...+9999.9999 Als alternatief optionele invoer, zie Q1100 | |
Q1102 1.Nominale positie GS-as? Absolute nominale positie van de eerste tastpositie in de gereedschapsas Invoer: -99999.9999...+9999.9999 Als alternatief optionele invoer, zie Q1100 | |
Q1103 2e nominale positie hoofdas? Absolute nominale positie van de tweede tastpositie in de hoofdas van het bewerkingsvlak Invoer: -99999.9999...+9999.9999 Als alternatief optionele invoer, zie Q1100 | |
Q1104 2e nominale positie nevenas? Absolute nominale positie van de tweede tastpositie in de nevenas van het bewerkingsvlak Invoer: -99999.9999...+9999.9999 Als alternatief optionele invoer, zie Q1100 | |
Q1105 2. Nominale positie GS-as? Absolute nominale positie van de tweede tastpositie in de gereedschapsas van het bewerkingsvlak Invoer: -99999.9999...+9999.9999 Als alternatief optionele invoer, zie Q1100 | |
Q372 Tastrichting (-3...+3)? As in de richting waarvan moet worden getast. Met het voorteken definieert u of de besturing zich in positieve of negatieve richting verplaatst. Invoer: –3, –2, –1, +1, +2, +3 | |
Q320 Veiligheidsafstand? Extra afstand tussen meetpunt en tastsysteemkogel. Q320 werkt aanvullend op de kolom SET_UP van de tastsysteemtabel. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q260 Veilige hoogte? Coördinaat in de gereedschapsas waarin een botsing tussen het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q1125 Verplaatsen naar veilige hoogte? Positioneergedrag tussen de tastposities: -1: niet naar veilige hoogte verplaatsen. 0: voor en na de cyclus naar veilige hoogte verplaatsen. De voorpositionering gebeurt met FMAX_PROBE. 1: voor en na elk object naar veilige hoogte verplaatsen. De voorpositionering gebeurt met FMAX_PROBE. 2: voor en na elk tastpunt naar veilige hoogte verplaatsen. De voorpositionering gebeurt met FMAX_PROBE. Invoer: –1, 0, +1, +2 | |
Q309 Reactie bij tolerantiefout? Reactie bij tolerantie-overschrijding: 0: bij tolerantie-overschrijding de programma-afloop niet onderbreken. De besturing opent geen venster met resultaten. 1: bij tolerantie-overschrijding de programma-afloop onderbreken. De besturing opent een venster met resultaten. 2: de besturing opent bij nabewerken geen venster met resultaten. De besturing opent bij actuele posities in het afkeurgedeelte een venster met resultaten en onderbreekt de programma-afloop. Invoer: 0, 1, 2 | |
Q1126 Rotatie-assen uitlijnen? Rotatie-assen voor schuine bewerking positioneren: 0: huidige rotatie-as positie behouden. 1: rotatie-as automatisch positioneren en de gereedschapspunt daarbij corrigeren (MOVE). De relatieve positie tussen werkstuk en gereedschap wordt niet gewijzigd. De besturing voert met de lineaire assen een compensatiebeweging uit. 2: rotatie-as automatisch positioneren zonder de gereedschapspunt te corrigeren (TURN). Invoer: 0, 1, 2 | |
Q1120 Positie voor overname? Vastleggen of de besturing het actieve referentiepunt corrigeert: 0: geen correctie 1: correctie ten opzichte van het 1e tastpunt. De besturing corrigeert het actieve referentiepunt met de afwijking van de nominale en actuele positie van het 1e tastpunt. 2: correctie ten opzichte van het 2e tastpunt. De besturing corrigeert het actieve referentiepunt met de afwijking van de nominale en actuele positie van het 2e tastpunt. 3: correctie ten opzichte van het gemiddelde tastpunt. De besturing corrigeert het actieve referentiepunt met de afwijking van de nominale en actuele positie van het gemiddelde tastpunt. Invoer: 0, 1, 2, 3 | |
Q1121 Rotatie overnemen? Vastleggen of de besturing de bepaalde scheve ligging moet overnemen: 0: geen basisrotatie 1: basisrotatie instellen: de besturing neemt de scheve ligging als basistransformatie over in de referentiepunttabel. 2: rotatie van de rondtafel uitvoeren: de besturing neemt de scheve ligging als offset in de referentiepunttabel over. Invoer: 0, 1, 2 |
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 TCH PROBE 1410 TASTEN KANT ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
|