ISO-programmering
G62
G62
Raadpleeg uw machinehandboek!
De machine en besturing moeten zijn voorbereid door de machinefabrikant.
Met de gegevens van cyclus 32 kunt u het resultaat voor de HSC-bewerking met betrekking tot nauwkeurigheid, kwaliteit van het oppervlak en snelheid beïnvloeden, voor zover de besturing aan de machinespecifieke eigenschappen is aangepast.
De besturing vlakt automatisch de contour tussen willekeurige (niet-gecorrigeerde of gecorrigeerde) contourelementen af. Hierdoor verplaatst het gereedschap zich continu op het werkstukoppervlak en ontziet daarbij de mechanische delen van de machine. Bovendien werkt de in de cyclus gedefinieerde tolerantie ook bij verplaatsingen op cirkelbogen.
Indien nodig, wordt de geprogrammeerde aanzet automatisch door de besturing gereduceerd, zodat het programma altijd "schokvrij" zo snel mogelijk door de besturing wordt uitgevoerd. Ook als de besturing zich met niet-gereduceerde snelheid verplaatst, wordt de door u gedefinieerde tolerantie in principe steeds aangehouden. Hoe groter u de tolerantie definieert, hoe sneller de besturing zich kan verplaatsen.
Door het afvlakken van de contour ontstaat een afwijking. De grootte van deze contourafwijking (tolerantiewaarde) is door uw machinefabrikant in een machineparameter vastgelegd. Met cyclus 32 kunt u de vooraf ingestelde tolerantiewaarde wijzigen en verschillende filterinstellingen kiezen, mits uw machinefabrikant van deze instelmogelijkheden gebruikmaakt.
Bij zeer kleine tolerantiewaarden kan de machine de contour niet meer "schokvrij" bewerken. Het schokken ligt niet aan te weinig rekenvermogen van de besturing, maar aan het feit dat de besturing de contourovergangen nagenoeg exact benadert en eventueel de verplaatsingssnelheid dus drastisch moet reduceren.
Nadat de cyclus 32 is teruggezet, activeert de besturing opnieuw de vooraf via machineparameters ingestelde tolerantie.
De belangrijkste invloedsfactor bij het maken van externe NC-programma's is de in het CAM-systeem definieerbare koordefout S. Aan de hand van de koordefout wordt de maximale puntafstand gedefinieerd van het NC-programma dat met behulp van een postprocessor (PP) is gemaakt. Als de koordefout gelijk is aan of kleiner is dan de in cyclus 32 gekozen tolerantiewaarde T, kan de besturing de contourpunten afvlakken, voor zover de geprogrammeerde aanzet niet door speciale machine-instellingen wordt begrensd.
Een optimale contourafvlakking wordt verkregen wanneer u de tolerantiewaarde in cyclus 32 tussen de 1,1 en 2 keer zo groot selecteert als de in het CAM-systeem vastgelegde koordefout.
Voorbeeldformule torusfrees:
Bij het werken met torusfrees heeft de hoektolerantie een grotere betekenis.
Tw: hoektolerantie in graden
π
R: gemiddelde radius van de torus in mm
T32: bewerkingstolerantie in mm
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Tolerantiewaarde T toelaatbare contourafwijking in mm (resp. in inches bij inch-programma's) > 0: bij een invoer groter dan nul gebruikt de besturing de door u opgegeven maximaal toegestane afwijking 0: bij een invoer van nul of wanneer u bij het programmeren de toets NO ENT selecteert, gebruikt de besturing een door de machinefabrikant geconfigureerde waarde Invoer: 0...10 | |
HSC-MODE, nabewerken=0, voorbewerken=1 Filter activeren: 0: met grote contournauwkeurigheid frezen. De besturing gebruikt de intern gedefinieerde filterinstellingen voor het nabewerken 1: met grote voedingssnelheid frezen. De besturing gebruikt de intern gedefinieerde filterinstellingen voor het voorbewerken Invoer: 0, 1 | |
Tolerantie voor rotatie-assen TA Toelaatbare positieafwijking van rotatie-assen in graden bij actieve M128 (FUNCTIE TCPM). De besturing reduceert de baanaanzet altijd zodanig dat bij verplaatsingen in meerdere assen de langzaamste as met maximale aanzet verplaatst. Rotatie-assen zijn meestal aanzienlijk langzamer dan lineaire assen. Door invoer van een grote tolerantie (bijv. 10°) kan de bewerkingstijd bij meerassige NC-programma's aanzienlijk worden verkort, omdat de besturing de rotatieas(sen) dan niet altijd precies naar de opgegeven nominale positie hoeft te verplaatsen. De gereedschapsoriëntatie (positie van de rotatie-as gerelateerd aan het werkstukoppervlak) wordt aangepast. De positie aan het Tool Center Point (TCP) wordt automatisch gecorrigeerd. Dat heeft bijvoorbeeld bij een kogelfrees die in het centrum is opgemeten en op middelpuntsbaan is geprogrammeerd, geen negatieve invloeden op de contour. >0: bij een invoer groter dan nul gebruikt de besturing de door u opgegeven maximaal toegestane afwijking. 0: bij een invoer van nul of wanneer u bij het programmeren de toets NO ENT selecteert, gebruikt de besturing een door de machinefabrikant geconfigureerde waarde. Invoer: 0...10 |
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 CYCL DEF 32.0 TOLERANTIE |
12 CYCL DEF 32.1 T0.05 |
13 CYCL DEF 32.2 HSC-MODE:1 TA5 |