Met de functie MONITORING SECTION deelt u het NC-programma in bewakingsgedeelten voor de procesbewaking in.
Voorwaarde
- Softwareoptie #168, Procesbewaking
Functiebeschrijving
Met MONITORING SECTION START definieert u het begin van een nieuw bewakingsgedeelte en met MONITORING SECTION STOP het einde.
U mag bewakingsgedeelten niet nesten.
- Wanneer u geen MONITORING SECTION STOP definieert, interpreteert de besturing bij de volgende functies toch een nieuw bewakingsgedeelte:
- Bij een hernieuwde MONITORING SECTION START
- Bij een fysieke TOOL CALL
De besturing interpreteert alleen een nieuw bewakingsgedeelte bij een gereedschapsoproep wanneer er een gereedschapswissel plaatsvindt.
- Wanneer u de volgende syntaxiselementen programmeert, toont de besturing een aanwijzing:
- Posities gerelateerd aan het machinenulpunt, bijv. M91
- Oproep zustergereedschap met M101
- Automatisch vrijzetten met M140
- Herhalingen met variabele waarden, bijv. CALL LBL 99 REP QR1
- Sprongopdrachten bijv. FN 5
- Aan de spil gerelateerde additionele functies, bijv. M3
- Nieuwe bewakingsgedeelte door TOOL CALL
- Bewakingsgedeelte door PGM END beëindigd
Informatie over het NC-programma
- Wanneer u de volgende syntaxiselementen programmeert, toont de besturing een fout:
- Syntaxisfout binnen het bewakingsgedeelte
- Stop binnen het bewakingsgedeelte, bijv. M0
- Oproepen van een NC-programma binnen het bewakingsgedeelte, bijv. PGM CALL
- Ontbrekende subprogramma's
- Afsluiten van het bewakingsgedeelte voordat het bewakingsgedeelte wordt gestart
- Meerdere bewakingsgedeelten met identieke inhoud
Bij een fout kunt u procesbewaking niet gebruiken.
Invoer
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 MONITORING SECTION START AS "finish contour" | ; Start van het bewakingsgedeelte incl. de extra benaming |
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
MONITORING SECTION | Syntaxisopener voor het bewakingsgedeelte van de procesbewaking |
START of STOP | Begin of einde van het bewakingsgedeelte |
AS | Extra aanduiding Syntaxiselement optioneel Alleen bij selectie START |
Instructies
- De besturing toont het begin en einde van het bewakingsgedeelte in de indeling.
- Sluit het bewakingsgedeelte vóór het programma-einde af met MONITORING SECTION STOP.
- Bewakingsgedeelten van de procesbewaking mogen niet overlappen met gedeelten van AFC.
Instellingen in het werkgebied Programma
Wanneer u geen einde van het bewakingsgedeelte definieert, beëindigt de besturing het bewakingsgedeelte met END PGM.