ISO-programmering
G287
G287
Raadpleeg uw machinehandboek!
Deze functie moet door de machinefabrikant vrijgegeven en aangepast worden.
Met cyclus 287 TANDWIEL ROLSTEKEN kunt u cilindrische tandwielen of schuine vertandingen met willekeurige hoeken aanbrengen. De spaanvorming wordt enerzijds door de axiale aanzet van het gereedschap en anderzijds door de afwikkelbeweging gemaakt.
U kunt in de cyclus de bewerkingszijde selecteren. Het productieproces van het afwikkelfrezen vindt plaats via een gesynchroniseerde, roterende beweging van de gereedschapsspil en de werkstukspil. Bovendien verplaatst de frees zich in axiale richting langs het werkstuk.
In de cyclus kunt u een tabel met technologiegegevens oproepen. In de tabel kunt u voor elke afzonderlijke snede een aanzet, een zijdelingse verplaatsing en een zijdelingse offset definiëren.
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q240 Aantal sneden? Aantal sneden tot aan de einddiepte 0: de besturing bepaalt automatisch het minimaal vereiste aantal sneden. 1: een snede 2: twee sneden, hier bekijkt de besturing alleen de aanzet bij de eerste snede Q586. De aanzet bij de laatste snede Q587 houdt geen rekening met de besturing. 3-99: geprogrammeerd aantal sneden "...": padopgave van een tabel met technologiegegevens, zie Technologietabel voor cyclus 287 Tandwiel afwikkelschalen Invoer: 0...99 Als alternatief tekstinvoer met max. 255 tekens of QS-parameters | |
Q584 Nummer van de eerste snede? Vastleggen welk snedenummer de besturing als eerste uitvoert. Invoer: 1...999 | |
Q585 Nummer van de laatste snede? Vastleggen bij welk nummer de besturing de laatste snede moet maken. Invoer: 1...999 | |
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand voor terugtrekbeweging en voorpositionering. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q260 Veilige hoogte? Coördinaat in de gereedschapsas waarop een botsing met het werkstuk uitgesloten is (voor tussenpositionering en terugtrekken aan het einde van de cyclus). De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF | |
Q545 Stijgingshoek gereedschap? Hoek van de flanken van het rolschilgereedschap. Voer deze waarde met decimalen in. Voorbeeld: 0°47'=0,7833 Invoer: -60...+60 | |
Q546 Rotatierichting spil omkeren? Draairichting van de slave-spil wijzigen: 0: draairichting wordt niet gewijzigd 1: draairichting wordt gewijzigd Invoer: 0, 1 | |
Q547 Hoekoffset van tandwiel? Hoek waarmee de besturing het werkstuk bij de cyclusstart roteert. Invoer: –180...+180 | |
Q550 Bew.zijde (0=pos./1=neg.)? Vastleggen aan welke zijde de bewerking plaatsvindt. 0: positieve bewerkingszijde van de hoofdas in I-CS 1: negatieve bewerkingszijde van de hoofdas in I-CS Invoer: 0, 1 | |
Q533 Voorkeursrichting instelhoek? Keuze van alternatieve instelmogelijkheden. Uit de door u gedefinieerde invalshoek moet de besturing de bijbehorende positie van de zwenkas op uw machine berekenen. Meestal zijn er twee oplossingen mogelijk. Via de parameter Q533 kunt u instellen welke oplossing de besturing moet toepassen: 0: oplossing die het kortst verwijderd is van de huidige positie -1: oplossing in het bereik tussen 0° en -179,9999° +1: oplossing in het bereik tussen 0° en +180° -2: oplossing in het bereik tussen -90° en -179,9999° +2: oplossing tussen +90° en +180° Invoer: -2, -1, 0, +1, +2 | |
Q530 Schuine bewerking? Zwenkassen voor schuine bewerking positioneren: 1: zwenkas automatisch positioneren en de gereedschapspunt daarbij corrigeren (MOVE). De relatieve positie tussen werkstuk en gereedschap wordt niet gewijzigd. De besturing voert met de lineaire assen een compensatiebeweging uit 2: zwenkas automatisch positioneren zonder de gereedschapspunt te corrigeren (TURN) Invoer: 1, 2 | |
Q253 Aanzet voorpositioneren? Definitie van de verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het zwenken en voorpositioneren. En bij het positioneren van de gereedschapsas tussen de afzonderlijke verplaatsingen. Aanzet is in mm/min. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF | |
Q586 Verplaatsing bij eerste snede? Maat waarmee het gereedschap bij de eerste snede wordt verplaatst. De waarde werkt incrementeel. Wanneer in Q240 een pad voor een technologietabel is vastgelegd, werkt deze parameter niet, zie Technologietabel voor cyclus 287 Tandwiel afwikkelschalen Invoer: 0.001...99.999 | |
Q587 Verplaatsing bij laatste snede? Maat waarmee het gereedschap bij de laatste snede wordt verplaatst. De waarde werkt incrementeel. Wanneer in Q240 een pad voor een technologietabel is vastgelegd, werkt deze parameter niet, zie Technologietabel voor cyclus 287 Tandwiel afwikkelschalen Invoer: 0.001...99.999 | |
Q588 Aanzet bij de eerste snede? Aanvoersnelheid bij de eerste snede. De besturing interpreteert de aanzet in millimeter per werkstukrotatie. Wanneer in Q240 een pad voor een technologietabel is vastgelegd, werkt deze parameter niet, zie Technologietabel voor cyclus 287 Tandwiel afwikkelschalen Invoer: 0.001...99.999 | |
Q589 Aanzet bij de laatste snede? Aanvoersnelheid bij de laatste snede. De besturing interpreteert de aanzet in millimeter per werkstukrotatie. Wanneer in Q240 een pad voor een technologietabel is vastgelegd, werkt deze parameter niet, zie Technologietabel voor cyclus 287 Tandwiel afwikkelschalen Invoer: 0.001...99.999 | |
Q580 Factor voor aanzetaanpassing? Deze factor definieert de verlaging van de aanzet. Omdat de aanzet bij een hoger snedenummer kleiner moet worden. Hoe groter de waarde, hoe sneller de aanpassing van de aanzetten op aan de laatste aanzet plaatsvindt. Wanneer in Q240 een pad voor een technologietabel is vastgelegd, werkt deze parameter niet, zie Technologietabel voor cyclus 287 Tandwiel afwikkelschalen Invoer: 0...1 | |
![]() | Q466 Overloopbaan? Lengte van de overloop aan het einde van de vertanding. Via de overloopbaan wordt ervoor gezorgd dat de besturing de vertanding tot het gewenste eindpunt volledig bewerkt. Wanneer u deze optionele parameter niet programmeert, gebruikt de besturing de veiligheidsafstand Q200 als overloopbaan. Invoer: 0.1...99.9 |
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 CYCL DEF 287 TANDWIEL ROLSTEKEN ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
|
Controleer vóór de uitvoering van een bewerking of de rotatierichtingen van de beide spillen correct zijn.
Bewerkingszijde | Rotatierichting van de tafel |
---|---|
X+ (Q550=0) | Rechtsom (bijv. M303) |
X- (Q550=1) | Linksom (bijv. M304) |
Bewerkingszijde | Rotatierichting van de tafel |
---|---|
X+ (Q550=0) | Linksom (bijv. M304) |
X- (Q550=1) | Rechtsom (bijv. M303) |
Houd er rekening mee dat de rotatierichtingen in speciale gevallen van deze tabellen afwijken.
Freesbedrijf:
Draaimodus:
Controleer vóór de uitvoering van een bewerking of de rotatierichtingen van de beide spillen correct zijn.
Definieer eventueel een laag toerental, om de richting optisch veilig te kunnen beoordelen.