Met de functie Cirkelmiddelpunt CC kunt een positie definiëren als cirkelmiddelpunt.
Toepassing
Verwante onderwerpen
- Pool als referentie voor poolcoördinaten programmeren
Functiebeschrijving

Een cirkelmiddelpunt kan door invoer van coördinaten met max. twee assen worden gedefinieerd. Wanneer geen coördinaten worden ingevoerd, neemt de besturing de laatst gedefinieerde positie over. Het cirkelmiddelpunt blijft net zo lang actief totdat een nieuw cirkelmiddelpunt wordt gedefinieerd. De besturing benadert het cirkelmiddelpunt niet.
U hebt een cirkelmiddelpunt vóór het programmeren van een cirkelbaan Cnodig.
De besturing gebruikt de functie CC gelijktijdig als pool voor poolcoördinaten.
Invoer
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 CC X+0 Y+0 | ; Cirkelmiddelpunt |
U navigeert als volgt naar deze functie:
NC-functie invoegen Alle functies Baanfuncties CC
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
CC | Syntaxisopener voor een cirkelmiddelpunt |
X, Y, Z, U, V, W | Coördinaten van het cirkelmiddelpunt als vast of variabel nummer Invoer absoluut of incrementeel Syntaxiselement optioneel |
Voorbeeld
5 CC X+25 Y+25 |
of
10 L X+25 Y+25 |
11 CC |