PLANE POINTS

Toepassing

Met de functie PLANE POINTS definieert u het bewerkingsvlak met drie punten.

Functiebeschrijving

Punten definiëren een bewerkingsvlak met behulp van de coördinaten in het niet-gezwenkte werkstukcoördinatensysteem W-CS.

point_p1
point_p2

Eerste punt met de coördinaten P1X, P1Y en P1Z

Tweede punt met de coördinaten P2X, P2Y en P2Z

point_p3

Derde punt met de coördinaten P3X, P3Y en P3Z

Ook als een of meer coördinaten de waarde 0 bevatten, moet u alle negen coördinaten definiëren.

Het eerste punt met de coördinaten P1X, P1Y en P1Z definieert het eerste punt van de gezwenkte X-as.

 
Tip

U kunt zich voorstellen dat met het eerste punt de oorsprong van de gezwenkte X-as en daarmee het punt voor oriëntatie van het bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS wordt gedefinieerd.

Let erop dat u met de definitie van het eerste punt het werkstuknulpunt niet verschuift. Wanneer u de coördinaten van het eerste punt telkens met de waarde 0 wilt programmeren, moet u eventueel eerst het werkstuknulpunt naar deze positie verschuiven.

Het tweede punt met de coördinaten P2X, P2Y en P2Z definieert het tweede punt van de gezwenkte X-as en daarmee ook de oriëntatie ervan.

 
Tip

In het gedefinieerde bewerkingsvlak volgt de oriëntatie van de gezwenkte Y-as automatisch, omdat beide assen haaks op elkaar staan.

Het derde punt met de coördinaten P3X, P3Y en P3Z definieert de schuinte van het gezwenkte bewerkingsvlak.

plane_rechtehandregel
  • Om ervoor te zorgen dat de positieve gereedschapsasrichting van het werkstuk weg is, gelden voor de positie van de drie punten de volgende voorwaarden:
  • Punt 2 bevindt zich rechts van punt 1
  • Punt 3 bevindt zich boven de verbindingslijnen van de punten 1 en 2

Toepassingsvoorbeeld

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

Voorbeeld

11 PLANE POINTS P1X+0 P1Y+0 P1Z+0 P2X+1 P2Y+0 P2Z+0 P3X+0 P3Y+1 P3Z+1 TURN MB MAX FMAX SYM- TABLE ROT

Uitgangstoestand

Schwenk_einfach_bsp_2

De uitgangstoestand toont de positie en de oriëntatie van het nog niet-gezwenkte bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS. De positie definieert het werkstuknulpunt dat in het voorbeeld naar de bovenkant van de afkanting is verschoven. Het actieve werkstuknulpunt definieert ook de positie waarmee de besturing het WPL-CS oriënteert of draait.

Oriëntatie van de gereedschapsas

Schwenk_einfach_bsp_3

Met behulp van de eerste twee punten P1 en P2 oriënteert de besturing de X-as van het WPL-CS.

De uitlijning van de gezwenkte X-as komt overeen met de oriëntatie van de niet-gezwenkte X-as.

P3 definieert de schuinte van het gezwenkte bewerkingsvlak.

De oriëntaties van de gezwenkte Y- en Z-as ontstaan automatisch, omdat alle assen loodrecht op elkaar staan.

 
Tip

U kunt de tekeningmaten gebruiken of willekeurige waarden invoeren die de onderlinge verhouding van de ingevoerde gegevens niet wijzigen.

In het voorbeeld kunt u P2X ook met werkstukbreedte +100 definiëren. Ook kunt u P3Y en P3Z met de afkantingsbreedte +10 programmeren.

 
Tip

Wanneer u de bewerking van de afkanting in een subprogramma programmeert, kunt u met vier bewerkingsvlakdefinities een rondom lopende afkanting maken.

  • Als het voorbeeld het bewerkingsvlak van de eerste afkanting definieert, programmeert u de overige afkantingen met behulp van de volgende punten:
  • P1X+0, P1Y+0 , P1Z+0 en P2X+0, P2Y+1, P2Z+0 en P3X-1, P3Y+0, P3Z+1 voor de tweede afkanting
  • P1X+0, P1Y+0 , P1Z+0 en P2X-1, P2Y+0, P2Z+0 en P3X+0, P3Y-1, P3Z+1 voor de derde afkanting
  • P1X+0, P1Y+0 , P1Z+0 en P2X+0, P2Y-1, P2Z+0 en P3X+1, P3Y+0, P3Z+1 voor de vierde afkanting

De waarden zijn gerelateerd aan het niet-gezwenkte werkstukcoördinatensysteem W-CS.

Let erop dat u vóór elke bewerkingsvlakdefinitie het werkstuknulpunt moet verschuiven.

Invoer

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

11 PLANE POINTS P1X+0 P1Y+0 P1Z+0 P2X+1 P2Y+0 P2Z+0 P3X+0 P3Y+1 P3Z+1 TURN MB MAX FMAX SYM- TABLE ROT

De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:

Syntaxiselement

Betekenis

PLANE POINTS

Syntaxisopener voor de definitie van de bewerkingsvlakken met behulp van drie punten

P1X, P1Y en P1Z

Coördinaten van het eerste punt van de gezwenkte X-as gerelateerd aan het werkstukcoördinatensysteem W-CS

Invoer: -999999999.999999...+999999999.999999

P2X, P2Y en P2Z

Coördinaten van het tweede punt gerelateerd aan het W-CS voor oriëntatie van de gezwenkte X-as

Invoer: -999999999.999999...+999999999.999999

P3X, P3Y en P3Z

Coördinaten van het derde punt gerelateerd aan het W-CS ten opzichte van de schuinte van het gezwenkte bewerkingsvlak

Invoer: -999999999.999999...+999999999.999999

MOVE, TURN of STAY

Type positionering van de rotatie-as

 
Tip

Afhankelijk van de selectie kunt u de optionele syntaxiselementen MB, DIST en F, F AUTO of FMAX definiëren.

Rotatie-aspositionering

SYM of SEQ

Selectie van een unieke zwenkoplossing

Zwenkoplossingen

Syntaxiselement optioneel

COORD ROT of TABLE ROT

Type transformatie

Transformatiewijzen

Syntaxiselement optioneel

Definitie

Afkorting

Definitie

P, bijvoorbeeld in P1X

Punt