ISO-programmering
G860
G860
Raadpleeg uw machinehandboek!
Deze functie moet door de machinefabrikant vrijgegeven en aangepast worden.
Met deze cyclus kunt u radiaal insteken in sleuven met een willekeurige vorm.
U kunt de cyclus naar keuze gebruiken voor voorbewerking, nabewerking of complete bewerking. Bij de voorbewerking wordt er asparallel verspaand.
U kunt de cyclus voor bewerking aan de binnen- en buitenzijde gebruiken. Als het startpunt van de contour groter is dan het eindpunt van de contour, voert de cyclus een bewerking aan de buitenzijde uit. Als het startpunt van de contour kleiner is dan het eindpunt, voert de cyclus een bewerking aan de binnenzijde uit.
Helpscherm | Parameter |
---|---|
Q215 Bewerkingsomvang (0/1/2/3)? Bewerkingsomvang vastleggen: 0: voor- en nabewerken 1: alleen voorbewerken 2: alleen nabewerken op eindmaat 3: alleen nabewerken op overmaat Invoer: 0, 1, 2, 3 | |
Q460 Veiligheidsafstand? Gereserveerd, op dit moment geen functie | |
Q478 Aanzet voorbewerken? Aanzetsnelheid bij de voorbewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO | |
Q483 Overmaat diameter? Diameterovermaat op de gedefinieerde contour. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99.999 | |
Q484 Overmaat Z? Overmaat op de gedefinieerde contour in axiale richting. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99.999 | |
Q505 Aanzet nabewerken? Aanzetsnelheid bij de nabewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO | |
Q479 Bewerkingsgrenzen (0/1)? Snijkantbegrenzing inschakelen: 0: geen snijkantbegrenzing actief 1: snijkantbegrenzing (Q480/Q482) Invoer: 0, 1 | |
Q480 Waarde diameterbegrenzing? X-waarde voor begrenzing van de contour (opgave van diameter) Invoer: -99999.999...+99999.999 | |
Q482 Waarde snijkantbegrenzing Z? Z-waarde voor begrenzing van de contour Invoer: -99999.999...+99999.999 | |
Q463 Begrenzing diepte-instelling? Max. steekdiepte per snede Invoer: 0...99.999 | |
Q510 Overlapping voor steekbreedte? Met de factor Q510 kan de zijdelingse verplaatsing van het gereedschap bij het voorbewerken worden beïnvloed. Q510 wordt met de breedte CUTWIDTH van het gereedschap vermenigvuldigd. Dit levert de zijdelingse verplaatsing "k" op. Invoer: 0.001...1 | |
Q511 Aanzetfactor in %? Met de factor Q511 beïnvloedt u de aanzet bij de volledige insteek, d.w.z. bij de insteek met de totale gereedschapsbreedte CUTWIDTH. Als u de aanzetfactor gebruikt, kunt u tijdens de rest van de voorbewerking voor optimale snijomstandigheden zorgen. U kunt daardoor de aanzet voorbewerken Q478 zo groot definiëren dat hierdoor bij de betreffende overlapping van de steekbreedte (Q510) optimale snijomstandigheden ontstaan. De besturing reduceert dan bij de volledige insteek de aanzet met de factor Q511. Alles bij elkaar kan dit een kortere bewerkingstijd opleveren. Invoer: 0.001...150 | |
Q462 Terugtrekgedrag (0/1)? Met Q462 wordt het terugtrekgedrag na de insteek vastgelegd. 0: de besturing trekt het gereedschap langs de contour terug 1: de besturing verplaatst het gereedschap eerst schuin van de contour weg en trekt het vervolgens terug Invoer: 0, 1 | |
Q211 Stilstandtijd / 1/min? Voer een stilstandtijd in omwentelingen van de gereedschapsspil in die het terugtrekken na het insteken op basis vertraagt. Pas nadat het gereedschap Q211 omwentelingen lang stilstaat, vindt het terugtrekken plaats. Invoer: 0...999.99 | |
Q562 Kamersteken (0/1)? 0: geen kamersteken - de eerste volledige insteek wordt uitgevoerd, de volgende worden zijdelings verschoven en overlappen Q510 * breedte van de snijkant (CUTWIDTH) 1: kamsteken - het voorsteken gebeurt in volledige sneden. Vervolgens vindt de bewerking van de resterende kammen plaats. Deze worden na elkaar gestoken. Dit leidt tot een centrale spaanafvoer, het risico op inklemming van de spanen wordt aanzienlijk minder Invoer: 0, 1 |
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 CYCL DEF 14.0 CONTOUR | ||
12 CYCL DEF 14.1 CONTOURLABEL2 | ||
13 CYCL DEF 860 STEKEN CONT. RAD. ~ | ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
| ||
14 L X+75 Y+0 Z+2 R0 FMAX M303 | ||
15 CYCL CALL | ||
16 M30 | ||
17 LBL 2 | ||
18 L X+60 Z-20 | ||
19 L X+45 | ||
20 RND R2 | ||
21 L X+40 Y-25 | ||
22 L Z+0 | ||
23 LBL 0 |