| |
| Pallet type? - Inhoud van de tabelregel:
- PAL: pallet
- FIX: opspanning
- PGM: NC-programma
Selectie met behulp van een keuzemenu Invoer: PAL, FIX, PGM |
| Pallet / NC programma / Fixture? Bestandsnaam van de pallet, opspanning of van het NC-programma De naam voor pallets en opspanningen wordt eventueel door de machinefabrikant vastgelegd. De namen van de NC-programma's definieert u. Selectie met behulp van een keuzevenster Invoer: tekstbreedte 32 |
| Nulpuntstabel? In het NC-programma gebruikte nulpunttabel. Selectie met behulp van een keuzevenster Invoer: tekstbreedte 32 |
| Referentiepunt? Regelnummer van de referentiepunttabel voor het te activeren referentiepunt van het werkstuk. Selectie met behulp van een keuzevenster Invoer: 0...999 |
| Uitvoer-plts? De invoer MA geeft aan dat er zich een pallet of opspanning in het werkgebied van de machine bevindt en kan worden bewerkt. Om MA in te voeren, drukt u op de ENT-toets. Met de toets NO ENT kunt u het item verwijderen en daarmee ook de bewerking onderdrukken. Wanneer de kolom aanwezig is, is invoer verplicht. Komt overeen met schakelaar bew. vrijgegeven in de werkstand Invoerscherm. Selectie met behulp van een keuzemenu Invoer: Geen waarde, MA |
| Geblokkeerd? Met behulp van de invoer * kunt u de regel van de pallettabel uitsluiten van bewerking. Door indrukken van de ENT-toets wordt de regel met de invoer * gemarkeerd. Met de toets NO ENT kunt u de blokkering weer opheffen. U kunt de afwerking voor afzonderlijke NC-programma's, opspanningen of complete pallets blokkeren. Niet-geblokkeerde regels (bijvoorbeeld PGM) van een geblokkeerde pallet worden evenmin bewerkt. Selectie met behulp van een keuzemenu Invoer: Geen waarde, * |
| Bewerkingsstatus Relevant voor de gereedschapsgeoriënteerde bewerking In de bewerkingsstatus wordt de voortgang van de bewerking vastgelegd. Geef voor het onbewerkte werkstuk BLANK op. De besturing verandert deze invoer bij de bewerking automatisch. - De besturing maakt onderscheid tussen de volgende invoeren:
- BLANK / geen invoer: onbewerkt werkstuk, bewerking vereist
- INCOMPLETE: niet volledig bewerkt, verdere bewerking vereist
- ENDED: volledig bewerkt, geen bewerking meer vereist
- EMPTY: lege plaats, geen bewerking vereist
- SKIP: bewerking overslaan
Gereedschapsgeoriënteerde bewerking Invoer: Geen waarde, BLANK, INCOMPLETE, ENDED, EMPTY, SKIP |
| Palletreferentiepunt Regelnummer van de palletreferentiepunttabel voor het te activeren palletreferentiepunt Alleen noodzakelijk als op de besturing een palletreferentiepunttabel is aangemaakt. Selectie met behulp van een keuzevenster Invoer -1 – +999 |
| Commentaar Invoer: Tekstbreedte 15 |
| Bewerkingsmethode? Bewerkingsmethode - De besturing maakt onderscheid tussen de volgende invoeren:
- WPO: werkstukgeoriënteerd (standaard)
- TO: gereedschapsgeoriënteerd (eerste werkstuk)
- CTO: gereedschapsgeoriënteerd (meer werkstukken)
Gereedschapsgeoriënteerde bewerking Selectie met behulp van een keuzemenu Invoer: WPO, TO, CTO |
| ID-nr. geometriecontext? Relevant voor de gereedschapsgeoriënteerde bewerking De besturing maakt het ID-nummer voor de voortzetting met regelsprong automatisch. Als u het item wist of wijzigt, is een voortzetting niet meer mogelijk. Gereedschapsgeoriënteerde bewerking Invoer: Tekstbreedte 8 |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| Aantal bewerkingen Voor regels met het type PAL: Actuele werkelijke waarde voor de in de kolom TARGET gedefinieerde nominale waarde van de palletteller Voor regels met het type PGM: waarde waarmee de werkelijke waarde van de palletteller na de programma-afloop van het NC-programma stijgt Palletteller Invoer: 0...99999 |
| Totaal aantal bewerkingen Nominale waarde voor de palletteller bij regels met het type PAL De besturing herhaalt de NC-programma's van deze pallet totdat de nominale waarde is bereikt. Palletteller Invoer: 0...99999 |