| | Aan de hand van de geselecteerde Freesrichting wordt bepaald of de gedefinieerde contourelementen rechtsom of linksom worden uitgevoerd. |
| | Wist alle gemarkeerde elementen |
| | Schakelt de weergave tussen lengte- en hoekmaten. |
| Constructie-element omschakelen | Met deze functie wordt een element omgezet in een constructie-element. Constructie-elementen kunnen bij het exporteren van een contour niet mee worden uitgevoerd. |
| | Wanneer dit symbool wordt weergegeven, is het geselecteerde element voor de bewerking vergrendeld. Als u het pictogram selecteert, wordt het item ontgrendeld. |
| | Wanneer dit symbool wordt weergegeven, is het geselecteerde element voor de bewerking ontgrendeld. Als u het pictogram selecteert, wordt het item vergrendeld. |
| | Met deze functie wordt het geselecteerde punt naar de oorsprong van het coördinatensysteem verschoven. Alle overige getekende elementen worden eveneens verschoven, waarbij rekening wordt gehouden met de gegeven afstanden en afmetingen. De functie Nulpunt instellen leidt eventueel tot een herberekening van de aanwezige beperkingen. |
| | Voegt een afronding in Wanneer u het vlak van een gesloten contour selecteert, kunt u alle hoeken van de contour afronden. |
| | Voegt een afkanting in Wanneer u het vlak van een gesloten contour selecteert, kunt u op alle hoeken van de contour een afkanting invoegen. |
| | Deze functie stelt voor twee gemarkeerde punten de beperking Coïncidentie in. Als u deze functie toepast, worden de gekozen punten van twee elementen met elkaar verbonden. Het woord coïncidentie betekent samenvallend. |
| | Met deze functie wordt voor het gemarkeerde element Lijn de beperking Verticaal ingesteld. Verticale elementen zijn automatisch verticaal. |
| | Met deze functie wordt voor het gemarkeerde element Lijn de beperking Horizontaal ingesteld. Horizontale elementen zijn automatisch horizontaal. |
| | Met deze functie wordt voor twee gemarkeerde elementen van het type Lijn de beperking Verticaal ingesteld. Tussen loodrechte elementen bevindt zich een hoek van 90°. |
| | Met deze functie wordt voor twee gemarkeerde elementen van het type Lijn de beperking Parallel ingesteld. Wanneer u deze functie gebruikt, wordt de hoek van twee lijnen gelijkgesteld. Eerst controleert de besturing of er sprake is van beperkingen, bijvoorbeeld Horizontaal. - Gedrag bij beperkingen:
- Als er een beperking is, wordt de Lijn zonder beperking gelijkgesteld met de Lijn met beperking.
- Als er voor beide lijnen beperkingen zijn, kan de functie niet worden toegepast. De maatvoering is overbepaald.
- Als er geen beperkingen zijn, is de volgorde van de selectie doorslaggevend. De als tweede geselecteerde Lijn wordt gelijkgesteld met de als eerste geselecteerde Lijn.
|
| | Deze functie stelt voor twee gemarkeerde punten de beperking Gelijk aan in. Wanneer u deze functie toepast, wordt de grootte van twee elementen aangepast, bijv. de lengte of de diameter. Eerst controleert de besturing of er sprake is van beperkingen, bijvoorbeeld een gedefinieerde lengte. - Gedrag bij beperkingen:
- Als er een beperking is, wordt het element zonder beperking gelijkgesteld met het element met beperking.
- Als er voor beide elementen bijbehorende beperkingen zijn, kan de functie niet worden toegepast. De maatvoering is overbepaald.
- Als er geen beperkingen zijn, vormt de besturing de gemiddelde waarde uit de gegeven afmetingswaarden.
|
| | Deze functie stelt voor twee gemarkeerde elementen van het type Lijn en Cirkelboog of Cirkelboog en Cirkelboog de beperking Tangentieel in. Als u deze functie toepast, worden zowel cirkelbogen als lijnen verschoven. De betreffende elementen raken elkaar na het verschuiven op precies één punt en vormen een tangentiële overgang. |
| | Deze functie stelt voor een gemarkeerd element van het type Lijn en twee gemarkeerde punten van andere constructie-elementen de beperking Symmetrie in. Als u deze functie toepast, positioneert de besturing de afstand tussen de twee punten symmetrisch aan de gekozen lijn. Als u de afstand van een van de punten later wijzigt, past het andere punt zich automatisch aan de wijziging aan. |
| | Deze functie stelt voor een gemarkeerd element en een punt van een ander gemarkeerd element de beperking Punt op element in. Wanneer u deze functie toepast, wordt het geselecteerde punt naar het geselecteerde element verschoven. |
| | Met deze functie kunt u de legenda weergeven of verbergen met de uitleg van alle bedieningselementen. |
| | Als u wilt voorkomen dat bij het verschuiven van de tekening onbedoeld elementen worden getekend, kunt u de tekenmodus uitschakelen. De tekenmodus blijft gedeactiveerd tot u deze weer activeert. Wanneer u de tekenmodus uitschakelt, wordt deze knop door de besturing groen gemarkeerd. |
| | Als meerdere elementen elkaar overlappen, kunt u in de modus Trimmen elementen inkorten tot het volgende aangrenzende element. De modus Trimmen is actief totdat u deze weer uitschakelt. Wanneer deze functie actief is, wordt deze knop door de besturing groen gemarkeerd. |
| | Met deze functie kunt u alleen nog rechthoekige lijnen tekenen. De besturing staat geen schuine lijnen of cirkelbogen toe. Wanneer deze functie actief is, wordt deze knop door de besturing groen gemarkeerd. |
| | Met de functie Alles markeren kunt u alle getekende elementen tegelijkertijd markeren. |