Met M91 kunt u machinevaste posities programmeren, bijvoorbeeld voor het benaderen van veilige posities De coördinaten van de positioneerregels met M91 werken in het machinecoördinatensysteem M-CS.
Toepassing
Functiebeschrijving
Werking
M91 werkt regelgewijs en aan het begin van de regel.
Toepassingsvoorbeeld
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 LBL "SAFE" | |
12 L Z+250 R0 FMAX M91 | ; Veilige positie in de gereedschapsas benaderen |
13 L X-200 Y+200 R0 FMAX M91 | ; Veilige positie in het vlak benaderen |
14 LBL 0 |
M91 staat hier in een subprogramma waarin de besturing het gereedschap eerst in de gereedschapsas en daarna in het vlak naar een veilige positie verplaatst.
Omdat de coördinaten aan het machinenulpunt zijn gerelateerd, benadert het gereedschap steeds dezelfde positie. Daardoor kan het subprogramma, onafhankelijk van het referentiepunt van het werkstuk, herhaaldelijk in het NC-programma worden opgeroepen, bijvoorbeeld vóór het zwenken van de rotatie-assen.
Zonder M91 relateert de besturing de geprogrammeerde coördinaten aan het referentiepunt van het werkstuk.
Referentiepunten in de machine
De coördinaten van een veilige positie zijn machineafhankelijk!
De machinefabrikant definieert de positie van het machinenulpunt.
Instructies
- Wanneer u in een NC-regel met de additionele functie M91 incrementele coördinaten programmeert, hebben de coördinaten betrekking op de laatst geprogrammeerde positie met M91. Bij de eerste positie met M91 zijn de incrementele coördinaten gerelateerd aan de actuele gereedschapspositie.
- De besturing houdt bij het positioneren met M91 rekening met de actieve gereedschapsradiuscorrectie.
- De besturing positioneert in de lengte met het referentiepunt van de gereedschapshouder.
- De volgende digitale uitlezingen zijn gerelateerd aan het machinecoördinatensysteem M-CS en tonen de met M91 gedefinieerde waarden:
- Nom. pos. machinesysteem (REFSOLL)
- Act. pos. machinesysteem (REFIST)
- In de werkstand Programmeren kunt u voor de simulatie het actuele referentiepunt van het werkstuk via het venster Werkstukpositie overnemen. In deze constellatie kunnen verplaatsingen met M91 worden gesimuleerd.
- Met de machineparameter refPosition (nr. 400403) definieert de machinefabrikant de werking van de cyclus.
Referentiepunten in de machine