Met de functie NC-functie APPR LT verlaat de besturing de contour via een rechte loodrecht op het laatste contourpunt.
U programmeert de coördinaten van het eerste contourpunt cartesiaans.
Met de functie NC-functie APPR LT verlaat de besturing de contour via een rechte loodrecht op het laatste contourpunt.
U programmeert de coördinaten van het eerste contourpunt cartesiaans.
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 APPR LT X+20 Y+20 LEN15 RR F300 | ; Contour lineair tangentieel benaderen |
U navigeert als volgt naar deze functie:
NC-functie invoegen Alle functies Baanfuncties APPR APPR LT
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
APPR LT | Syntaxisopener voor een lineaire benaderingsfunctie tangentieel tot de contour |
X, Y, Z, A, B, C, U, V, W | Coördinaten van het eerste contourpunt Vast of variabel nummer Invoer absoluut of incrementeel Syntaxiselement optioneel |
LEN | Afstand van hulppunt PH tot contour Vast of variabel nummer Syntaxiselement optioneel |
R0, RL, RR | |
F, FMAX, FZ, FU, FAUTO | |
M |
In de kolom Invoerscherm kunt u omschakelen tussen de syntaxis voor cartesiaanse en polaire coördinateninvoer.
11 L X+40 Y+10 R0 F300 M3 | ; PS met R0 benaderen |
12 APPR LT X+20 Y+20 Z-10 LEN15 RR F100 | ; PA met RR benaderen, afstand PH tot PA: LEN15 |
13 L X+35 Y+35 | ; Eerste contourelement afsluiten |