Met de functie FN 38: SEND kunt u vanuit het NC-programma vaste of variabele waarden in het logboek schrijven of naar een externe toepassing verzenden, bijvoorbeeld naar StateMonitor.
Toepassing
Functiebeschrijving
De gegevensoverdracht vindt plaats via een gewone TCP/IP-verbinding.
Meer informatie vindt u in het handboek Remo Tools SDK.
Invoer
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 FN 38: SEND /"Q-Parameter Q1: %F Q23: %F" / +Q1 / +Q23 | ; Waarden van Q1 en Q23 in het logboek documenteren. |
U navigeert als volgt naar deze functie:
NC-functie invoegen FN speciale functies FN 38 SEND
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement | Betekenis |
---|---|
FN 38: SEND | Syntaxisopener voor informatie verzenden |
"...", QS | Opmaak van de te verzenden tekst Vaste of variabele naam Uitvoertekst met max. zeven jokertekens voor de waarden van de variabelen, bijvoorbeeld %V. |
/ | Inhoud van de max. zeven jokertekens in de uitvoertekst Vast of variabel nummer Syntaxiselement optioneel |
Instructies
- Houd rekening met hoofd- en kleine letters bij het opgeven van vaste of variabele getallen of teksten.
- Om in de uitvoertekst % te krijgen, moet u op de gewenste testpositie %% invoeren.
Voorbeeld
In dit voorbeeld kunt u informatie verzenden naar StateMonitor.
Met behulp van de functie FN 38 kunt u o.a. opdrachten boeken.
- Om deze functie te kunnen gebruiken, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- StateMonitor versie 1.2
- Opdracht in StateMonitor gemaakt
- Gereedschapsmachine toegewezen
Het opdrachtbeheer met behulp van de zogenoemde Jobterminals (optie nr. 4) is vanaf versie 1.2 van StateMonitor mogelijk.
- Voor het voorbeeld gelden de volgende specificaties:
- Opdrachtnummer 1234
- Stap 1
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 FN 38: SEND /"JOB:1234_STEP:1_CREATE" | ; Opdracht aanmaken |
12 FN 38: SEND /"JOB:1234_STEP:1_CREATE_ITEMNAME: HOLDER_ITEMID:123_TARGETQ:20" | Alternatief: Opdracht aanmaken met onderdeelnaam, onderdeelnummer en gewenste hoeveelheid |
13 FN 38: SEND /"JOB:1234_STEP:1_START" | ; Opdracht starten |
14 FN 38: SEND /"JOB:1234_STEP:1_PREPARATION" | ; Instellen starten |
15 FN 38: SEND /"JOB:1234_STEP:1_PRODUCTION" | ; Produceren/productie |
16 FN 38: SEND /"JOB:1234_STEP:1_STOP" | ; Opdracht stoppen |
17 FN 38: SEND /"JOB:1234_STEP:1_ FINISH" | ; Opdracht beëindigen |
Bovendien kunt u ook de werkstukhoeveelheid van de opdracht terugmelden.
Met de variabelen OK, S en R geeft u aan of de teruggemelde werkstukhoeveelheid correct is vervaardigd of niet.
U definieert met A en I hoe StateMonitor de feedback interpreteert. Wanneer u absolute waarden overdraagt, overschrijft StateMonitor de eerder geldige waarden. Wanneer u incrementele waarden doorgeeft, telt StateMonitor het aantal stuks op.
De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.
- Pas de volgende inhoud aan:
- Gereedschappen
- Snijwaarden
- Aanzetten
- Veilige hoogte of veilige posities
- Machinespecifieke posities, bijv. met M91
- Paden van programma-oproepen
Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.
Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.
Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.
11 FN 38: SEND /"JOB:1234_STEP:1_OK_A:23" | ; Werkelijke hoeveelheid (OK) absoluut |
12 FN 38: SEND /"JOB:1234_STEP:1_OK_I:1" | ; Werkelijke hoeveelheid (OK) incrementeel |
13 FN 38: SEND /"JOB:1234_STEP:1_S_A:12" | ; Afkeur (S) absoluut |
14 FN 38: SEND /"JOB:1234_STEP:1_S_I:1" | ; Afkeur (S) incrementeel |
15 FN 38: SEND /"JOB:1234_STEP:1_R_A:15" | ; Nabewerking (R) absoluut |
16 FN 38: SEND /"JOB:1234_STEP:1_R_I:1" | ; Nabewerking (R) incrementeel |