Inschakelen

Toepassing

Na het inschakelen van de machine met behulp van de hoofdschakelaar volgt de startprocedure van de besturing. Afhankelijk van de machine verschillen de onderstaande stappen, bijvoorbeeld afhankelijk van absolute of incrementele lengte- en hoekmeetsystemen.

 
Machine

Raadpleeg uw machinehandboek!

Het inschakelen en het benaderen van de referentiepunten zijn machine-afhankelijke functies.

Functiebeschrijving

 
Gevaar
Let op: gevaar voor de gebruiker!
Door machines en machinecomponenten ontstaan altijd mechanische gevaren. Elektrische, magnetische of elektromagnetische velden zijn in het bijzonder gevaarlijk voor personen met pacemakers en implantaten. Met het inschakelen van de machine begint het gevaar!
  1. Machinehandboek raadplegen en opvolgen
  2. Veiligheidsinstructies en veiligheidssymbolen in acht nemen
  3. Veiligheidsapparatuur gebruiken

Het inschakelen van de besturing begint met de voeding.

  • Na het starten controleert de besturing de toestand van de machine, bijvoorbeeld:
  • Identieke posities als vóór het uitschakelen van de machine
  • Veiligheidsvoorzieningen zijn bedrijfsklaar, bijvoorbeeld Noodstop
  • Functional Safety

Als de besturing bij het starten een fout constateert, wordt er een foutmelding weergegeven.

  • De volgende stap verschilt afhankelijk van de beschikbare lengte- en hoekmeetsystemen van de machine:
  • Absolute lengte- en hoekmeetsystemen
  • Als de machine is voorzien van absolute lengte- en hoekmeetsystemen, bevindt de besturing zich na het inschakelen in de toepassing Startmenu.

  • Incrementele lengte- en hoekmeetsystemen
  • Wanneer de machine beschikt over incrementele lengte- en hoekmeetsystemen, moet u de referentiepunten benaderen zoals die worden vermeld in de toepassing Ref. punt benaderen. Nadat alle assen naar het referentiepunt zijn verplaatst, bevindt de besturing zich in de toepassing Manual operation.

    Werkgebied Refereren

    Toepassing Manual operation

Machine en besturing inschakelen

  1. U kunt de machine als volgt inschakelen:
  2. Voedingsspanning van de besturing en de machine inschakelen
  3. De besturing bevindt zich in het startproces en toont de voortgang in het werkgebied Start/Login.
  4. De besturing toont in het werkgebied Start/Login de dialoog Stroomonderbreking.
SF_1_1_2_Stromunterbrechung_OK

  1. OK selecteren
  2. De besturing vertaalt het PLC-programma.
EXT-EIN

  1. Stuurspanning inschakelen
  2. De besturing controleert de werking van de noodstopschakeling.
  3. Als de machine beschikt over absolute lengte- en hoekmeetsystemen, is de besturing gebruiksklaar.
  4. Als de machine beschikt over incrementele lengte- en hoekmeetsystemen, opent de besturing de toepassing Ref. punt benaderen.
  5. Werkgebied Refereren

679843_56

  1. Toets NC-start indrukken
  2. De besturing benadert alle benodigde referentiepunten.
  3. De besturing is nu gebruiksklaar staat in de werkstand Manual operation.
  4. Toepassing Manual operation

Instructies

 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Bij het inschakelen van de machine probeert de besturing de uitschakeltoestand van het gezwenkte vlak te herstellen. Onder bepaalde omstandigheden is dit niet mogelijk. Dit is bijvoorbeeld het geval als u met de ashoek zwenkt en de machine is geconfigureerd met een vaste hoek of als u de kinematica hebt veranderd.
  1. Zwenken, indien mogelijk, resetten vóór het afsluiten
  2. Bij herinschakeling zwenkstatus controleren
 
Aanwijzing
Let op: botsingsgevaar!
Afwijkingen tussen de werkelijke asposities en de door de besturing verwachte (bij het afsluiten opgeslagen) waarden kunnen bij niet-inachtneming tot ongewenste en onvoorziene bewegingen van de assen leiden. Tijdens de referentieprocedure van meer assen en alle volgende bewegingen bestaat er gevaar voor botsingen!
  1. Aspositie controleren
  2. Uitsluitend bij overeenstemming de asposities het aparte venster met JA bevestigen
  3. Ondanks bevestiging de as hierna voorzichtig verplaatsen
  4. Bij tegenstrijdigheden of twijfel contact opnemen met de machinefabrikant