Cyclus 420, METEN HOEK

ISO-programmering

G420

Toepassing

Met tastcyclus 420 wordt de hoek bepaald, waarin een willekeurige rechte met de hoofdas van het bewerkingsvlak is ingesloten.

Cyclusverloop

tch400_1_num
  1. De besturing positioneert het tastsysteem in ijlgang (waarde uit kolom FMAX) en met positioneerlogica naar de geprogrammeerde tastpositie 1. De som van Q320, SET_UP en de tastkogelradius wordt bij het tasten in elke tastrichting in acht genomen. Het midden van de tastkogel is met deze som van de tastpositie tegen de tastrichting versprongen, wanneer de tastbeweging wordt gestart
  2. Positioneerlogica

  3. Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich naar de ingevoerde meethoogte en voert het eerste tastproces met tastaanzet (kolom F) uit.
  4. Het tastsysteem gaat dan naar de volgende tastpositie 2 en voert het tweede tastproces uit
  5. De besturing verplaatst het tastsysteem terug naar de veilige hoogte en slaat de vastgestelde hoek op in de volgende Q-parameter:

Q-parameter
nummer

Betekenis

Q150

Gemeten hoek gerelateerd aan de hoofdas van het bewerkingsvlak

Instructies

  • Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
  • Als tastsysteemas = meetas is gedefinieerd, kunt u de hoek in de richting van de A-as of B-as meten:
    • Wanneer de hoek in richting van de A-as moet worden gemeten, dan Q263 gelijk aan Q265 selecteren en Q264 ongelijk aan Q266
    • Wanneer de hoek in richting van de B-as moet worden gemeten, dan Q263 ongelijk aan Q265 selecteren en Q264 gelijk aan Q266
  • De besturing zet een actieve basisrotatie aan het begin van de cyclus terug.

Aanwijzing voor het programmeren

  • U moet vóór de cyclusdefinitie een gereedschapsoproep voor de definitie van de tastsysteemas hebben geprogrammeerd.

Cyclusparameters

Helpscherm

Parameter

tch400_3_NCK

Q263 1e meetpunt in 1e as?

Coördinaat van de eerste tastpositie in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q264 1e meetpunt in 2e as?

Coördinaat van de eerste tastpositie in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q265 2e meetpunt in 1e as?

Coördinaat van de tweede tastpositie in de hoofdas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q266 2e meetpunt in 2e as?

Coördinaat van de tweede tastpositie in de nevenas van het bewerkingsvlak. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q272 Meetas (1...3, 1=hoofdas)?

As waarin de meting moet plaatsvinden:

1: hoofdas = meetas

2: nevenas = meetas

3: tastsysteemas = meetas

Invoer: 1, 2, 3

Q267 Verpl.richting 1 (+1=+ / -1=-)?

Richting waarin het tastsysteem zich naar het werkstuk moet verplaatsen:

-1: negatieve verplaatsingsrichting

+1: positieve verplaatsingsrichting

Invoer: -1, +1

tch400_2

Q261 Meethoogte in tastsysteemas?

Coördinaat van het midden van de kogel in de tastsysteemas waarin de meting moet plaatsvinden. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999

Q320 Veiligheidsafstand?

Extra afstand tussen meetpunt en tastsysteemkogel. De tastbeweging start ook bij het tasten in de richting van de gereedschapsas, met de som van Q320, SET_UP en de tastkogelradius verschoven. De waarde werkt incrementeel.

Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF

Q260 Veilige hoogte?

Coördinaat in de gereedschapsas waarin een botsing tussen het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt absoluut.

Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF

Q301 Verpl. veiligheidshoogte (0/1)?

Vastleggen hoe het tastsysteem zich tussen de meetpunten moet verplaatsen:

0: tussen meetpunten op meethoogte verplaatsen

1: tussen meetpunten op veilige hoogte verplaatsen

Invoer: 0, 1

Q281 Meetprotocol (0/1/2)?

Vastleggen of de besturing een meetprotocol moet maken:

Vastleggen of de besturing een meetprotocol moet maken:

1: meetprotocol maken: De besturing slaat het protocolbestand TCHPR420.TXT op in dezelfde map waarin ook het bijbehorende NC-programma staat.

2: programma-afloop onderbreken en meetprotocol op het besturingsbeeldscherm uitgeven (u kunt vervolgens met NC-start het NC-programma voortzetten)

Invoer: 0, 1, 2

De in het gebruikershandboek opgenomen NC-programma's zijn oplossingsvoorstellen. Voordat u de NC-programma's of afzonderlijke NC-regels op een machine gebruikt, moet u deze aanpassen.

  • Pas de volgende inhoud aan:
  • Gereedschappen
  • Snijwaarden
  • Aanzetten
  • Veilige hoogte of veilige posities
  • Machinespecifieke posities, bijv. met M91
  • Paden van programma-oproepen

Sommige NC-programma's zijn afhankelijk van de machinekinematica. Pas deze NC-programma's vóór de eerste testrun aan uw machinekinematica aan.

Test de NC-programma's bovendien met behulp van de simulatie voordat u de eigenlijke programma-afloop start.

 
Tip

Met behulp van een programmatest kunt u bepalen of u het NC-programma met de beschikbare softwareopties, de actieve machinekinematica en de huidige machineconfiguratie kunt gebruiken.

Voorbeeld

11 TCH PROBE 420 METEN HOEK ~

Q263=+10

;1E PUNT 1E AS ~

Q264=+10

;1E PUNT IN 2E AS ~

Q265=+15

;2E PUNT 1E AS ~

Q266=+95

;2e PUNT 2e AS ~

Q272=+1

;MEETASSEN ~

Q267=-1

;VERPL. RICHTING ~

Q261=-5

;MEETHOOGTE ~

Q320=+0

;VEILIGHEIDSAFSTAND ~

Q260=+10

;VEILIGE HOOGTE ~

Q301=+1

;VERPL.VEILIGH.HOOGTE ~

Q281=+1

;MEETPROTOCOL